Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening aanwijzing interferentiegebieden bodemenergiesystemen ontwikkelzones Zuidwest en Europaweg |
Citeertitel | Verordening aanwijzing interferentiegebieden bodemenergiesystemen ontwikkelzones Zuidwest en Europaweg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2022 | nieuwe regeling | 25-11-2021 |
De raad van de gemeente Haarlem
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2021 met nummer 2021/203824
gelet op artikel 18 lid 3 van de Wet bodembescherming en artikel 2.2b lid 1 van het Besluit omgevingsrecht.
overwegende dat het college van burgemeester en wethouders als gevolg van artikel 1.4 lid 6 van het Besluit lozen buiten inrichtingen het bevoegd gezag is voor het installeren en in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem;
overwegende dat het wenselijk is ter voorkoming van interferentie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen dan wel ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie interferentiegebieden aan te wijzen.
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Verordening van de raad van de gemeente Haarlem tot aanwijzing interferentiegebieden bodemenergiesystemen ontwikkelzones Zuidwest en Europaweg
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Gesloten bodemenergiesysteem: installatie waarmee, zonder grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door middel van een gesloten circuit van leidingen, met inbegrip van een bijbehorende waterpomp, circulatiepomp en regeneratievoorziening, voor zover aanwezig;
Open bodemenergiesysteem: installatie waarmee van de bodem gebruik wordt gemaakt voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, met inbegrip van bijbehorende bronpompen en warmtewisselaar en, voor zover aanwezig, warmtepomp en regeneratievoorziening;
Op 1 juli 2013 is het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen in werking getreden. Op grond van dit besluit is de gemeente bevoegd gezag voor de installatie van gesloten bodemenergiesystemen geworden en kan de gemeente ook aansturen op doelmatig gebruik van bodemenergiesystemen. Dit gebeurt via het aanwijzen van interferentiegebieden.
Het aanwijzen van interferentiegebieden sluit aan bij de Haarlemse transitie visie warmte en het past in het duurzaamheidsprogramma. De gemeente Haarlem heeft de ambitie om in 2040 aardgasvrij te zijn. Voor het behalen van deze doelstelling wil zij het gebruik van duurzame bodemenergie stimuleren.
Omdat nieuwbouw aan de BENG eisen moet voldoen en zonder aardgasaansluiting moet worden aangelegd, is bodemenergie een doelmatige en duurzame oplossing om gebouwen van warmte en koude te voorzien. Het is dan ook de verwachting dat in de ontwikkelzones veel bodemenergiesystemen worden aangelegd.
Tussen bodemenergiesystemen kan interferentie optreden. Interferentie is onderlinge beïnvloeding van bodemenergiesystemen. Door negatieve interferentie vermindert het energierendement van de desbetreffende bodemenergiesystemen. Door niet te sturen op de plaatsing van de bodemenergiesystemen kan dus ondoelmatig gebruik van bodemenergie optreden.
Op het moment dat de gemeente geen grip op de ontwikkelingen in een gebied neemt, kunnen de belangen van initiatiefnemers worden geschaad. Om dit te voorkomen maakt de gemeente gebruik van de mogelijkheid om door het aanwijzen van een interferentiegebied bodemenergie zo optimaal mogelijk te benutten.
Gevolg van de aanwijzing van een interferentiegebied is dat voor het installeren van kleine gesloten bodemenergiesystemen een vergunning moet worden aangevraagd.
Door beleidsregels aan de vergunningverlening te koppelen is er voor de ontwikkelingen meer zekerheid dat de bodemenergiesystemen die worden aangelegd optimaal kunnen worden benut en
dat er genoeg ondergrondse ruimte is om de warmte en koude vraag zo optimaal mogelijk in te vullen.
Bij een gesloten bodemenergiesysteem wordt door gesloten leidingen vloeistof door de bodem geleid om aan de bodem warmte of koude te onttrekken. De circulatievloeistof neemt de temperatuur van de omliggende bodem over. De koelte of warmte wordt door middel van warmtewisselaars en een warmtepomp direct benut voor koeling of verwarming van ruimten in bouwwerken.
Een open bodemenergiesysteem staat in rechtstreeks contact met het grondwater. In de zomer wordt grondwater opgepompt uit de koudebron. De koude van het grondwater wordt via een warmtewisselaar benut om gebouwen te koelen. Het grondwater neemt daarbij warmte op. Het opgewarmde grondwater wordt in de bodem teruggepompt in de warmtebron. In de winter werkt het systeem de andere kant op. Het grondwater wordt dan uit de warmtebron opgepompt om de daarin opgeslagen warmte terug te winnen ten behoeve van verwarming. Het grondwater koelt daarbij af en wordt in de bodem teruggepompt in de koudebron.
Als interferentiegebieden worden vastgesteld het gebied van de ontwikkelzone Zuidwest en Europaweg (zie de kaarten die als bijlage zijn toegevoegd). De grenzen van de interferentiegebieden zijn nagenoeg hetzelfde als de grenzen van de ontwikkelzones. Gezien de ontwikkelingen die in de ontwikkelzone Zuidwest en ontwikkelzone Europaweg zijn gepland, zal de drukte in de ondergrond bij toepassing van bodemenergie sterk toenemen. Als bodemenergiesystemen te dicht op elkaar worden geïnstalleerd kan er negatieve interferentie optreden. Om dit te voorkomen zijn deze gebieden aangewezen als interferentiegebied.
Het rechtsgevolg van het aanwijzen van een interferentiegebied is dat kleine gesloten bodemenergiesystemen vergunningplichtig worden. Hierdoor kunnen er voor alle bodemenergiesystemen die worden aangelegd in het interferentiegebied beleidsregels worden opgesteld waaraan bij de vergunningverlening moet worden getoetst.