Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020
CiteertitelUitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-202101-01-2021Aangepaste uitvoeringsregeling

02-02-2021

gmb-2022-40714

Volgnummer 10

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020

 

 

1. Begripsbepalingen

1.1. Alle begrippen die in deze uitvoeringsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Participatiewet (P-wet), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (Gemw).

1.2. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Gemeente: gemeente Hollands Kroon.

b. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon.

c. Inwoner: ingezetene van 18 jaar en ouder die op grond van de Wet basisregistratie personen is ingeschreven in de gemeente Hollands Kroon en feitelijk in deze gemeente verblijft.

d. Schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de oorzaak van de financiële problematiek en het beheersbaar krijgen van de schuldensituatie evenals de nazorg.

e. Schulddienstverleningstraject: integraal plan dat gericht is op de oorzaak van de financiële problemen en de aanpak van een problematische schuldensituatie en het bevorderen van financiële zelfredzaamheid. Uitgangspunt is het aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker.

f. Verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening. Hieronder wordt tevens ook de eventuele partner verstaan. Indien wij verzoeker vermelden dan kan dit ook een verzoekster zijn.

g. Intakegesprek: het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en naar aanleiding waarvan het traject wordt bepaald en indien noodzakelijk een plan van aanpak wordt opgesteld. Het gesprek vind bij voorkeur plaats bij de inwoner thuis.

 

2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

2.1. Alle inwoners van de gemeente Hollands Kroon van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.

2.2. Inwoners onder de 18 jaar kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies.

 

3. Inlichtingenplicht

Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

Toelichting

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoeker zelf om medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

 

4. Aanbod schulddienstverlening

4.1. Het college verleent op aanvraag aan verzoeker schulddienstverlening indien schulddienstverlening noodzakelijk wordt geacht.

4.2. De wachttijd tussen het moment dat de cliënt zich bij de gemeente meldt en het moment dat het keukentafelgesprek plaatsvindt, bedraagt maximaal vier weken, gevolgd door een eventuele aanvraag, verwijzing of advies. We streven ernaar om binnen twee weken het gesprek plaats te laten vinden.

4.3. Bij een crisissituatie geldt een maximale wachttijd van 3 werkdagen.

4.4. De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die onder andere een rol kunnen spelen zijn:

a. aard, zwaarte, regelbaarheid en/of omvang van de schulden;

b. psychosociale situatie;

c. houding en gedrag van verzoeker ( motivatie);

d. de (financiële) vaardigheden van de cliënt en de mate van leerbaarheid;

e. een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening;

f. de aanwezigheid van minderjarige kinderen.

Toelichting

Voor zelfstandig ondernemers die nog staan ingeschreven in de Kamer van Koophandel of feitelijk nog niet zijn gestopt met de onderneming zijn andere regels en bepalingen van toepassing zie artikel 11 van deze uitvoeringsregels.

In artikel 4.4. Lid d: hierin worden factoren genoemd die bepalen welk(e) product(en) schulddienstverlening word (en) aangeboden. Doel hiervan is een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan dus per situatie verschillen.

 

5. Beslistermijn

De beschikking tot schulddienstverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van maximaal 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.

 

6. Kwaliteit

6.1. De maatregelen die wij nemen om de kwaliteit van de integrale schulddienstverlening te waarborgen.

a. de afdeling schulddienstverlening is aangesloten bij de NVVK. De NVVK stelt gedragscodes en protocollen op waaraan een schulddienstverlener zich moet houden. De gedragscodes en protocollen zijn opgesteld om de belangen van de inwoner en de belangen van de schuldeiser te waarborgen;

b. de medewerkers van de afdeling schulddienstverlening zijn gekwalificeerde medewerkers of medewerkers met een opleiding op HBO niveau.

 

7. Medewerkingsplicht

7.1. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

a. het nakomen van afspraken;

b. de inspanning om het inkomen te verhogen en deze inspanning aantoonbaar te maken tenzij verzoeker op grond van een medische keuring ontheven is van deze verplichting;

c. de inspanning om de uitgaven te verminderen indien de uitgaven groter zijn dan de inkomsten en deze inspanning aantoonbaar te maken;

d. de beschikbare aflossingscapaciteit gebruiken voor de aflossing van schulden;

e. geen nieuwe schulden aangaan;

f. het meewerken aan doorverwijzingen naar andere instanties ter ondersteuning van het traject schulddienstverlening en de daar gemaakte afspraken nakomen;

g. het meewerken aan budgetbeheer, beschermingsbewind, budgetbegeleiding of het volgen van trainingen en cursussen als dat nodig is voor het slagen van een schulddienstverleningstraject, dan wel het voorkomen van terugval;

f. het verlenen van toestemming om de voor schulddienstverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij en/of te verstrekken aan derden.

7.2. Naast deze algemene verplichtingen kan het college in de beschikking aanvullende bijzondere verplichtingen opnemen.

Toelichting

In dit artikel zijn de verplichtingen van de verzoeker opgenomen. Het artikel is gebaseerd op artikel 6 en artikel 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en geeft vorm aan de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van personen zelf om tijdig de benodigde informatie te verstrekken (lid a) en medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van de aanvraag als tijdens de looptijd van het schulddienstverleningstraject. De verplichtingen zijn niet- limitatieve opgesomd.

 

8. Weigeringsgronden

8.1. Het college kan een aanbod schulddienstverlening weigeren als:

a. verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 (Inlichtingenplicht) en artikel 7 (medewerkingsplicht) van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 3 en 7 van deze uitvoeringsregels;

b. de schulddienstverlening niet noodzakelijk wordt geacht;

c. de verzoeker feitelijk niet woonachtig is op het adres waarop hij of zij staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

d. de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont tegen medewerkers van de gemeente;

e. er voor verzoeker nog sprake is van een eerder opgelegde uitsluitingstermijn zoals genoemd in artikel 9.

8.2. Een besluit tot weigering wordt niet genomen zonder dat de persoonlijke situatie van de inwoner is bekeken en er contact is gezocht met de betreffende inwoner. Maatwerk wordt geboden en onderzocht wordt waarom de inwoner niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Vraagt de individuele situatie om afwijking van de hierboven genoemde regels dan kan de hardheidsclausule worden toegepast.

Toelichting

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt geweigerd. De weigeringsgronden zijn van toepassing gedurende de aanvraagperiode, voordat de cliënt een toelatingsbeschikking heeft ontvangen. Artikel 12 van deze uitvoeringsregels is hier ook op van toepassing.

 

9. Beëindiginggronden

9.1. Onverminderd de overige bepalingen in deze uitvoeringsregels, besluit het college tot beëindiging van de schulddienstverlening als:

a. het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond;

b. verzoeker de beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken of verhogen voor de aflossing van schulden als het inkomen wijzigt;

c. verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 (Inlichtingenplicht) en artikel 7 (medewerkingsplicht) van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 3 en 6 van deze uitvoeringsregels;

d. op grond van onjuist verstrekte gegevens een schulddienstverleningstraject aan verzoeker is toegekend.

e. de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont tegen medewerkers van de gemeente;

f. verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

g. de geboden schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is;

h. de verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;

i. op verzoek van verzoeker zelf;

j. de verzoeker is komen te overlijden.

Toelichting

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt beëindigd. Het misdragen tegenover medewerkers wordt volgens het Agressieprotocol van de gemeente Hollands Kroon afgehandeld.

Het uitgangspunt bij schulddienstverlening is maatwerk. Desondanks kan dit betekenen dat de schulddienstverlening wordt beëindigd als bijvoorbeeld de vorm van dienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Als hier sprake van is, moet er extra aandacht zijn voor een goede motivering van de beschikking. Ook moet worden opgenomen wat de verzoeker zelf nog aan zijn situatie kan verbeteren en/of welke actie hij (nog) kan ondernemen, door bijvoorbeeld een andere vorm van dienstverlening in te schakelen.

 

10. Recidive

10.1. Indien verzoeker binnen één jaar gerekend vanaf de datum van het besluit na voortijdige beëindiging van de schulddienstverlening (minnelijk en/of wettelijk), door eigen toedoen van de verzoeker, een nieuw verzoek tot schulddienstverlening indient, wordt dit verzoek geweigerd, tenzij er naar het oordeel van het college sprake is van gewijzigde omstandigheden;

10.2. Indien verzoeker binnen zes maanden gerekend vanaf de datum van de laatste melding schulddienstverlening, die niet tot een (minnelijk en/of wettelijk) schulddienstverleningstraject heeft geleid door eigen toedoen van verzoeker, een nieuw verzoek tot schulddienstverlening indient, wordt dit verzoek geweigerd, tenzij er naar het oordeel van het college sprake is van gewijzigde omstandigheden;

Toelichting

In dit artikel wordt omschreven hoe wordt omgegaan met een herhaalde aanvraag en melding. Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten/contacten schulddienstverlening, is dit artikel van toepassing.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een grens gesteld aan het kunnen doen van een hernieuwde aanvraag.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening tellen schulddienstverleningstrajecten en/of contacten (bij melding) die voor de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregels ook mee.

Een eventueel eerder gebruikt van het traject eenmalig advies geldt niet als een eerder traject.

 

11. Zelfstandigen

11.1. Het college verstrekt aan zelfstandigen met schulden informatie, advies of doorverwijzing naar de afdeling Bijzondere Bijstand Zelfstandige ( BBZ).

11.2. BBZ voert de vervolggesprekken met de inwoner en wijst eventueel door naar een organisatie gespecialiseerd in schulddienstverlening voor zelfstandigen. Voor de zelfstandigen wordt bij elke aanvraag maatwerk toegepast. De beleidsregels Terugvordering, Verhaal en Invordering Hollands Kroon 2015.

 

12. Preventie en vroegsignalering

12.1. Vroegsignalering binnen de schulddienstverlening is het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van mensen met financiële problemen om vroegtijdige hulpverlening mogelijk te maken door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening.

a. de gemeente Hollands Kroon heeft in 2018 een convenant afgesproken met de woningbouwverenigingen om zo huisuitzetting met oorzaak betalingsachterstanden te voorkomen.

b. De gemeente Hollands Kroon pakt actief de meldingen op vanuit de energiemaatschappijen, water en zorgverzekeraars.

12.2. Preventie is een middel om informatie en kennis over te dragen waardoor (nieuwe) schulden kunnen worden voorkomen. Preventie draagt bij aan het financieel zelfredzaam maken van de inwoner.

a. de gemeente Hollands Kroon zet volop in op voorlichtingsactiviteiten om de drempel naar schuldhulpverlening te verlagen.

b. er is specifieke aandacht voor de samenwerking met de maatschappelijke partners.

 

13. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

13.1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze uitvoeringsregels, indien toepassing van de uitvoeringsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

13.2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

 

Toelichting

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden af te wijken van de regels zoals genoemd in deze uitvoeringsregels. Hierbij kan gedacht worden aan gewijzigde omstandigheden, zoals;

 

1. echtscheiding;

2. scheiding van tafel en bed;

3. beëindiging van de samenlevingsovereenkomst;

4. beëindiging van het geregistreerde partnerschap;

5. werkloosheid als gevolg van niet verwijtbare werkloosheid;

6. Indien er sprake is van een licht verstandelijke beperking ( LVB);

7. ziekte mogelijk leidend tot gedeeltelijke of gehele afkeuring;

8. substantiële inkomstenterugval;

9. als verzoeker (of betrokken ketenpartners) gemotiveerd kunnen aantonen dat de situatie is veranderd;

10. wijziging in het schuldenpakket;

11. met succes noodzakelijke hulpverlening voor het welslagen van schulddienstverlening heeft afgerond.

Bij de toepassing van de hardheidsclausule dient een afweging te worden gemaakt tussen de uitvoeringsregels en de gevolgen van het handhaven van de uitvoeringsregels voor een individueel geval. Indien het toepassen van de uitvoeringsregels in een individueel geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan bij wijze van uitzondering worden afgeweken van de uitvoeringsregels.

 

14. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze uitvoeringsregeling vervangt de “Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020 - 2024” en treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2020 en wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2020’ en behoort bij het Beleidskader schulddienstverlening 2020-2024.

 

Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d.

secretaris burgemeester

J. Klopstra A. van Dam