Organisatie | Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2022 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2018.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 20-01-2022 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tenzij anders is aangegeven.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Provalu: verbindingscentrum van partners en werkgevers in de Kust- Duin en Bollenstreek 1
Artikel 2. Vaststellen doelgroep loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie overeenkomstig artikel 16 lid 2 van de verordening. In dat kader dient de betreffende persoon in beginsel tenminste te zijn ingeschreven in het doelgroepregister banenafspraak (tenzij de persoon valt onder de doelgroep beschut werk). Provalu kan de betreffende persoon begeleiden bij het aanvragen van de indicatie banenafspraak (aanvraag beoordeling arbeidsvermogen) die nodig is voor de inschrijving in het doelgroepregister.
Overeenkomstig artikel 16 lid 3 van de verordening kan het UWV desgevraagd het dagelijks bestuur adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie aan de hand van de criteria:
of die persoon mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.
De adviesaanvraag verloopt via het dagelijks bestuur of via Provalu.
Uitgangspunt is dat Provalu een adviesaanvraag indient bij het UWV indien een beschikking indicatie banenafspraak (een beoordeling arbeidsvermogen) ontbreekt waardoor niet duidelijk is of een persoon het wettelijk minimumloon kan verdienen.
Blijkt uit het in lid 2 gevraagde advies van het UWV dat een persoon in staat is om met een voorziening (jobcoaching of andere hulp/ondersteuning en/of hulpmiddelen) het wettelijk minimumloon te verdienen, dan stelt het dagelijks bestuur vast dat die persoon niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort.
Artikel 3. Voorwaarden voor de verlening van loonkostensubsidie
De aanvraag loonkostensubsidie is tijdig door de werkgever ingediend indien deze aanvraag voorafgaand aan de dienstbetrekking door het dagelijks bestuur is ontvangen, doch uiterlijk binnen 1 maand na aanvang van de dienstbetrekking.
Indien de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters dan geldt de in de voorgaande zin genoemde termijn niet. In dat geval dient de werkgever op grond van artikel 10d lid 2 PW de dienstbetrekking met de persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters binnen 6 maanden na beëindiging het in artikel 10d lid 2 PW genoemde onderwijs /opleiding te zijn aangegaan.
Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever over de in de leden 1 en 2 genoemde voorwaarden. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeren de werkgever dat zij er belang aan hechten dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever hierover zo mogelijk voordat de aanvraag loonkostensubsidie wordt ingediend maar in ieder geval voordat het dagelijks bestuur een besluit neemt op de aanvraag loonkostensubsidie.
Artikel 4. Vaststelling hoogte van de te verlenen loonkostensubsidie
Is voldaan aan artikel 2 en 3 dan beoordeelt Provalu in overleg met de werkgever of de vaststelling van de loonwaarde van de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie voorafgaand aan de dienstbetrekking achterwege kan blijven en de dienstbetrekking tot stand kan komen.
Het dagelijks bestuur verleent in dat geval de loonkostensubsidie in beginsel gedurende ten hoogste de eerste 3 maanden van de dienstbetrekking in de vorm van een forfaitaire loonkostensubsidie overeenkomstig artikel 10d lid 1 sub b PW jo artikel 10d lid 5 PW.
Ter zake van het tijdvak na die periode beoordeelt de door Provalu ingeschakelde deskundige (gedurende de periode waarop de forfaitaire loonkostensubsidie betrekking heeft) de loonwaarde op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW en deze loonkostensubsidie gaat in vanaf het moment dat de loonwaarde is vastgesteld, maar in ieder geval na voornoemde 3 maanden.
Provalu kan, in overleg met de werkgever en in afwijking van lid 1, oordelen dat vaststelling van de loonwaarde van de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie plaats moet vinden voorafgaand aan de dienstbetrekking. De door Provalu ingeschakelde deskundige beoordeelt in dat geval de loonwaarde van die persoon (op grond van artikel 10d lid 1 sub a PW) voorafgaand aan de dienstbetrekking op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW, waarna de dienstbetrekking tot stand komt.
In afwijking van lid 1 en 2 beoordeelt de door Provalu ingeschakelde deskundige –in het geval de werkgever reeds (voorafgaand aan de aanvraag loonkostensubsidie) een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters –de loonwaarde van de betreffende persoon op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW.
Het dagelijks bestuur stelt in beginsel iedere 12 maanden, maar in ieder geval binnen ten hoogste iedere 36 maanden na vaststelling van de loonwaarde op de werkplek overeenkomstig artikel 10d lid 4 PW opnieuw de loonwaarde en de hoogte van de loonkostensubsidie vast van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
Het UWV adviseert het dagelijks bestuur, gelet de individuele omstandigheden en het perspectief op eventuele ontwikkelmogelijkheden van de werknemer over de door het dagelijks bestuur vast te stellen duur van voornoemde periode.
Het dagelijks bestuur indexeert na aanvang van de dienstbetrekking de hoogte van de loonkostensubsidie ambtshalve met ingang van 1 januari van het kalenderjaar en de hoogte van de loonkostensubsidie wordt dan tevens aangepast aan de op dat moment geldende leeftijd en de ontwikkeling van de (bij ministeriële regeling vastgestelde) vergoeding voor werkgeverslasten (op grond van artikel 10d lid 7 PW).
Artikel 5. Ingangsdatum en duur van de te verlenen loonkostensubsidie
In afwijking van lid 1 verleent het dagelijks bestuur de loonkostensubsidie met ingang van de datum waarop de aanvraag loonkostensubsidie is ontvangen door het dagelijks bestuur, indien de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters en de aanvraag loonkostensubsidie later dan 1 maand na aanvang van die dienstbetrekking heeft ingediend.
Het dagelijks bestuur verleent de loonkostensubsidie in beginsel voor de duur van de dienstbetrekking doch voor ten hoogste 12 maanden. Is de dienstbetrekking afgesloten voor een duur langer dan 12 maanden of wordt de dienstbetrekking verlengd, dan kan de werkgever –tot uiterlijk 1 maand na de datum waarop de eerder verleende loonkostensubsidie is geëindigd –opnieuw een aanvraag loonkostensubsidie indienen.
Artikel 6. Het besluit tot het verlenen van loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde van de werknemer, de hoogte, het (maximaal) aantal uren, de ingangsdatum en duur van de overeenkomstig de artikel 4 bepaalde (forfaitaire) loonkostensubsidie vast in een beschikking waarbij de loonkostensubsidie aan de werkgever wordt verleend. Ook is in de beschikking opgenomen dat het dagelijks bestuur er belang aan hecht dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur legt voorts in die beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 opnieuw wordt vastgesteld. Voorts bevat de beschikking de wijze van bevoorschotting en verrekening van de loonkostensubsidie als omschreven in artikel 7.
Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde, de ingangsdatum en de duur van de loonkostensubsidie die wordt verstrekt aan de werkgever vast in een beschikking aan de werknemer. Het dagelijks bestuur legt voorts in de beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 opnieuw wordt vastgesteld.
Artikel 7. Betaling voorschot loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur betaalt na verlening van de loonkostensubsidie een voorschot uiterlijk uit op de laatste werkdag voorafgaand aan de eenentwintigste dag van de maand waarin de arbeid is verricht. De uitbetaling vindt plaats overeenkomstig de in artikel 6 lid 1 genoemde beschikking, tenzij er naar het oordeel van het dagelijks bestuur redenen zijn om af te wijken van de beschikking.
Indien het dagelijks bestuur onverschuldigd een voorschot loonkostensubsidie heeft betaald aan de werkgever, verrekent het dagelijks bestuur het terug te vorderen onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie conform artikel 4:57 lid 3 Awb in beginsel met het voorschot loonkostensubsidie voor een andere tijdvak. Indien verrekening redelijkerwijs niet mogelijk is, gaat het dagelijks bestuur in beginsel over tot terug-en invordering van het onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie van de werkgever.
Artikel 8. Verplichtingen werkgever
De werkgever verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur in ieder geval een afschrift van de arbeidsovereenkomst, afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren. Indien van toepassing verstrekt de werkgever relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.
Artikel 9. Het besluit tot vaststelling van de loonkostensubsidie
In het kader van het onderzoek bedoeld in lid 1 kan het dagelijks bestuur de werkgever verzoeken om afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor de loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren, alsmede eventuele relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.
Artikel 10. Intrekken of wijzigen loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie wordt niet ingetrokken of gewijzigd indien de werknemer gedurende de dienstbetrekking waarbij loonkostensubsidie wordt verleend, verhuist naar een andere gemeente. Overeenkomstig artikel 10 lid 10 PW blijft het dagelijks bestuur gedurende de ongewijzigde voortzetting van de dienstbetrekking verantwoordelijk voor de vaststelling en betaling van de loonkostensubsidie.
In afwijking van lid 3 trekt het dagelijks bestuur na een verhuizing van de werknemer de loonkostensubsidie in vanaf het moment dat de inhoud van de dienstbetrekking is gewijzigd, in die zin dat de werknemer andere werkzaamheden moet verrichten waarvoor andere competenties van de werknemer worden gevraagd, waardoor feitelijk sprake is van nieuwe dienstbetrekking. De intrekking vindt plaats na overleg met de werkgever en de gemeente waar de werknemer woonplaats heeft.
Het dagelijks bestuur kan onverschuldigd betaalde loonkostensubsidie van de werkgever terug-en invorderen conform artikel 4:57 Awb.
Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.