Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom inhoudende Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Bergen op Zoom 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom inhoudende Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Bergen op Zoom 2021
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-202201-01-2021Nieuwe regeling

02-11-2021

gmb-2022-30171

BW21-00512

Tekst van de regeling

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom inhoudende Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Bergen op Zoom 2021

Intitulé

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Bergen op Zoom inhoudende Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Bergen op Zoom 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom;

Gelet op:

- Wet gemeentelijks schuldhulpverlening (Wgs)

Overwegende dat:

- Het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor schuldhulpverlening;

- Uit oogpunt van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid regelgeving voor de uitvoering van schuldhulpverlening wenselijk is;

- Het daarom wenselijk is om voor dit doel beleidsregels vast te stellen.

BESLUIT:

De beleidsregels Schuldhulpverlening Bergen op Zoom vast te stellen.

 

Artikel 1, Begripsbepalingen

Het aantal gebezigde begrippen binnen de schuldhulpverlening is omvangrijk. In dit artikel worden de meer algemene begrippen toegelicht. In de toelichting op dit artikel worden de specifieke, overige begrippen behandeld. Definities zijn zoveel als mogelijk ontleend aan de wet en aan de begrippen die door de NVVK worden gehanteerd. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

b. Beschikking: Een schriftelijke beslissing van de gemeente;

c. Burgerservicenummer: Een uniek persoonsnummer voor iedereen die ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP);

d. College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

e. Inwoner: Persoon van 18 jaar of ouder, die inwonend en ingeschreven staat bij de gemeente op grond van de Wet Basisregistratie Personen (BRP);

f. Klantmanager : Medewerker van het team Schuldhulpverlening van ISD Brabantse Wal die gespecialiseerd is in schuldhulpverlening;

g. Kredietbank Nederland: Mede uitvoerder van de schuldhulpverlening voor de gemeente;

g. NAW-gegevens: Gegevens over de naam, adres en woonplaats van een inwoner;

h. NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, branchevereniging voor schuldhulpverleners waarbij de Kredietbank Nederland is aangesloten

i. Schuldhulpverlening: Het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing, gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

j. Team Schuldhulpverlening: Team schuldhulpverlening is het team van de gemeenten Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen, die de taken van vroegsignalering en intake voor de schuldhulpverlening namens het college uitvoert;

k. Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

l. WSNP: Wet sanering natuurlijke personen

m. Zelfstandig ondernemer: Inwoner van de gemeente die lid is van een maatschap, eigenaar is van een eenmanszaak of Vennootschap onder Firma;

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Bergen op Zoom van 18 jaar of ouder, met privé en/of zakelijke schulden, die gemotiveerd of te motiveren zijn om de schuldenproblematiek aan te pakken.

 

Artikel 3. Aanmelding

1. Eigen initiatief - Een inwoner met een schuldhulpverleningsvraag (zowel privé als zakelijk) kan zelf een melding doen bij het college. Als de inwoner een begeleider, bewindvoerder of budgetbeheerder heeft, kunnen zij bij volmacht de melding ook voor hem/haar doen. Hetzelfde geldt voor doorverwijzingen vanuit andere samenwerkingspartners van de gemeente. De aanmeldingen kunnen onder andere telefonisch, per e-mail, na het indienen van een aanmeldformulier of met een “warme” doorverwijzing geschieden;

2. Initiatief gemeente - De gemeente kan op basis van een signaal (vroegsignalering) van een of meerdere samenwerkingspartners initiatief nemen tot het aanbieden van een vrijblijvend intakegesprek aan inwoners met betalingsachterstanden.

 

Artikel 4. Vroegsignalering

1. Met de brancheorganisaties van energie- en waterleveranciers alsmede die van de woningcorporaties en zorgverzekeraars is landelijk een convenant vroegsignalering afgesloten. Hierin zijn nadere uitvoeringsafspraken met betrekking tot vroegsignalering opgenomen. Op lokaal niveau zijn of worden door het college overeenkomsten afgesloten met leden van die brancheorganisaties die in de gemeente actief zijn;

2. Het college kan ook overeenkomsten afsluiten met andere partijen die in het kader van vroegsignalering willen samenwerken.

 

Artikel 5. Toetsingskader aanbod schuldhulpverlening

1. Het college verleent aan de inwoner schuldhulpverlening op basis van vastgestelde kaders. Een verzoek tot ondersteuning wordt daarom getoetst aan het geldende beleidsplan schuldhulpverlening 2020 - 2024 en aan deze beleidsregels. Een verzoek kan op grond van die toetsing worden afgewezen.

2. Het college bepaalt welke vorm van schuldhulpverlening, genoemd in artikel 7 wordt ingezet. Bij de afweging welke vorm van ondersteuning het meest geschikt is voor de inwoner, weegt het college de volgende zaken tegen elkaar af:

a. de doelmatigheid van de ondersteuning;

b. de zwaarte c.q. omvang van de schuldensituatie en de regelbaarheid daarvan;

c. de mate van zelfredzaamheid van de inwoner en diens netwerk;

d. houding en gedrag van inwoner;

e. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

3. De beslissing van het college tot het doen van een aanbod, tot het weigeren of beëindigen van de schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Awb, waartegen belanghebbende bezwaar en beroep kan instellen.

 

Artikel 6. Beslistermijn en procedure

1. Een inwoner die zich meldt met een verzoek tot ondersteuning heeft binnen vier weken een intakegesprek. Hetzelfde geldt voor de inwoner die het aanbod voor een intakegesprek (zoals bedoeld in artikel 3.2), heeft geaccepteerd. Tijdens het intakegesprek kan de aanvraag om toelating tot de schuldhulpverlening door de inwoner worden getekend.

2. Is er sprake van een dreigende (crisis)situatie, dan wordt de inwoner binnen drie werkdagen gesproken.

3. Na de melding volgt de gegevensverzameling (door daartoe geautoriseerde en bevoegde medewerkers) als ook de toetsing (art. 5). Kan de inwoner worden toegelaten dan volgt een uitnodiging voor een intakegesprek met een consulent.

4. Binnen acht weken na de intake ontvangt de inwoner een beschikking. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Indien dit een positieve beschikking betreft, ontvangt de inwoner ook een plan van aanpak.

5. De hulpverlening start na overeenstemming over en ondertekening van het plan van aanpak.

 

Artikel 7 Producten schuldhulpverlening

1. In het kader van schuldhulpverlening worden verschillende producten ingezet. Het huidige productenpakket is nader uitgewerkt in de toelichting van deze beleidsregels.

2. Het college zal de mogelijkheden tot inzet van nieuwe producten die bijdragen aan een efficiëntere en effectievere schuldhulpverlening ten volle benutten.

 

Artikel 8. Schuldhulpverlening aan zelfstandig ondernemers

1. Op basis van de Wgs biedt het college hulp aan natuurlijke personen met een schuldhulpverleningsvraag. Hiertoe worden ook ondernemers gerekend.

2. Schuldhulpverlening aan ondernemers wordt afhankelijk van de complexiteit van de casus of door ISD geboden of door gespecialiseerde samenwerkingspartners.

 

Artikel 9. Verplichtingen

1. De inwoner doet aan het college op verzoek of uit eigen beweging onmiddellijk mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening.

2. De inwoner is verplicht alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de totstandkoming van en het welslagen van de schuldhulpverlening.

Deze medewerking bestaat onder andere uit:

a. Het nakomen van afspraken;

b. Geen nieuwe schulden aangaan;

c. Het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

 

Artikel 10. Weigeringsgronden

1. Het college kan een verzoek tot schuldhulpverlening weigeren als de inwoner in het jaar voorafgaande aan de hulpvraag reeds schuldhulpverlening heeft gehad;

2. Indien de inwoner niet of in onvoldoende mate de verplichtingen bedoeld in artikel 9 nakomt, kan het college besluiten om de schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen;

3. Het college kan eveneens besluiten om de schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen indien sprake is van een onregelbare schuldenaar en/of een onregelbare schuldensituatie;

4. Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt aan de inwoner schriftelijk en eenmalig een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

 

Artikel 11. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening als:

1. De inwoner niet langer tot de doelgroep behoort;

2. De inwoner zich ten opzichte van de medewerkers van de gemeente misdraagt;

3. De inwoner in staat is om zijn schulden zelf of via diens netwerk te regelen;

4. De geboden bemiddeling, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de inwoner, niet (langer) doelmatig is;

5. De inwoner hier nadrukkelijk om verzoekt;

6. Een nieuwe schuld is ontstaan tijdens de looptijd van het minnelijk traject;

7. Blijkt dat de inwoner informatie heeft achtergehouden of onjuiste en/of onvolledige informatie heeft verstrekt;

8. Er tijdens het traject een fraudevordering is ontstaan, waarvan het bestuursorgaan heeft vastgesteld dat belanghebbende opzettelijk heeft gefraudeerd.

9. De inwoner de beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken om de schulden af te lossen;

10. Blijkt dat de inwoner schuldhulpverlening krijgt op grond van onjuiste gegevens;

11. Het minnelijk traject niet geslaagd is en de inwoner gebruik wil maken van het wettelijk schuldsaneringstraject (WSNP);

12. De inwoner verhuist naar buiten de gemeente vóórdat er een schuldregelingsovereenkomst tot stand is gekomen.

13. Een traject van schuldhulpverlening stopt van rechtswege bij het overlijden van de inwoner.

Beëindiging vindt altijd plaats op basis van een beschikking van het college.

 

Artikel 12. Recidivisten en uitvallers

1. Inwoners die na succesvolle beëindiging van een schuldhulpverleningstraject opnieuw in een situatie van problematische schulden terecht zijn gekomen kunnen opnieuw voor een traject in aanmerking komen indien er sprake is van een niet verwijtbare oorzaak;

2. Als er aan de beëindiging van een traject een verwijtbare oorzaak voorafgaat kan het college een inwoner voor een periode van één jaar uitsluiten van schuldhulpverlening.

Dit jaar treedt in werking vanaf de beschikkingsdatum van de beëindiging van het voorgaande schuldhulpverleningstraject. Laat een inwoner een positieve gedragsverandering zien, dan kan het college alsnog besluiten om de inwoner in aanmerking te laten komen voor schuldhulpverlening;

 

Artikel 13. Fraudevorderingen

1. De schuldhulpverlening kan worden geweigerd indien sprake is van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen 5 jaar voorafgaand aan het verzoek om schuldhulpverlening en waarvan een bestuursorgaan heeft vastgesteld dat er sprake was van opzet.

2. Bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee.

 

Artikel 14. Maximaal aflossen en vrij te laten bedrag

1. Voor de vaststelling van de hoogte van het Vrij te laten bedrag (Vtlb) bij minnelijke schuldregelingen in de gemeente, is het Vtlb-rapport (Recofamethode) van ReCoFa (Vereniging van Rechters-commissarissen in Faillissement) leidend, overeenkomstig de Memorie van Toelichting Wgs en de voorwaarden voor het lidmaatschap NVVK.

2. Alle inkomsten boven het vastgestelde Vtlb dienen door de inwoner afgedragen te worden voor de aflossing van de schulden.

3. Rente over de gereserveerde afloscapaciteit kan als inkomsten worden gezien.

4. Op grond van de Wgs is het niet meer toegestaan dat een inwoner onder de beslagvrije voet uitkomt, ook niet op vrijwillige basis. Het NVVK-bestuur heeft daarom een alternatief vastgesteld dat de wet respecteert en het college in staat stelt toch een minnelijk voorstel te doen, terwijl het de berekening en de aanpak zo simpel mogelijk houdt. Het college volgt deze handreiking van de NVVK.

 

Artikel 15. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

1. Het college handelt volgens deze beleidsregels, tenzij dat voor een belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In die bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van deze beleidsregels.

2. In gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeerartikel

1. De oude beleidsregels uit 2012 worden ingetrokken vanaf de datum waarop de beleidsregels 2021 van kracht worden.

2. De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant en werken terug tot 1 januari 2021;

3. Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels schuldhulpverlening 2021".

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, gehouden op 2 november 2021.

secretaris burgemeester

Dhr. mr. drs. ing. M. van Vliet Dhr. dr. F.A. Petter