Organisatie | Waadhoeke |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en vroegschoolse educatie, gemeente Waadhoeke 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en vroegschoolse educatie, gemeente Waadhoeke 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2022 | nieuwe regeling | 11-01-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Waadhoeke
overwegende dat de Wet op het primair onderwijs de gemeente opdracht geeft om regels vast te stellen voor de deelname van kinderen aan voorschoolse educatie, het zorgen voor voldoende spreiding van de voorschoolse educatie en het maken van afspraken over de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie, hierna te noemen VVE;
gelet op de artikelen 165, 166 en 167 van de Wet op het primair onderwijs en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;
gelet op de bepalingen in de Wet Kinderopvang;
gelet op het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, opgenomen in de Notitie gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2019-2022, gemeente Waadhoeke, door de Raad vastgesteld op
dat de vaststelling en de uitvoering van subsidieregelingen een verantwoordelijkheid is van het college, gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2018 gemeente Waadhoeke
vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en vroegschoolse educatie, gemeente Waadhoeke 2022
het college van burgemeester en wethouders van gemeente Waadhoeke | |
dagopvang voor kinderen van nul tot vier jaar in een kinderdagverblijf gericht op opvang en ontwikkeling | |
vorm van dagopvang bestaande uit dagdelen van vier uur voorschoolse opvang voor peuters gedurende 40 weken per jaar voor de leeftijd van twee tot vier jaar, gericht op ontwikkeling | |
Landelijk Register Kinderopvang waarin de organisaties voor kinderopvang zijn opgenomen, die voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wko en indien van toepassing de vermelding van VVE als voorschoolse educatie, dat voldoet aan de kwaliteitseisen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. | |
een integraal VVE programma, gericht op vier ontwikkelingsgebieden: taalontwikkeling, beginnende rekenvaardigheid, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling, waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters wordt gestimuleerd. Het programma dient erkend te zijn en opgenomen in de databank van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) | |
een kind in de leeftijd van twee tot vier jaar, woonachtig in de gemeente Waadhoeke | |
een kind dat een indicatie voor deelname aan een intensief VVE programma heeft gekregen via de Jeugdgezondheidszorg, de JGZ, op basis van de door het college vastgestelde criteria, woonachtig in de gemeente Waadhoeke | |
bloed- of aanverwant in de opgaande lijn, of voogd of pleegouder van een kind op wie de kinderopvang en/of VVE betrekking heeft conform de WPO | |
de tegemoetkoming van het Rijk via de belastingdienst aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang dan wel peuteropvang www.belastingdienst.nl | |
de inkomensafhankelijke ouderbijdrage die ouders betalen aan de organisatie voor kinderopvang of peuteropvang | |
de tabel waarin jaarlijks de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor de dagopvang worden bepaald voor de kinderopvangtoeslag voor de vele inkomenscategorieën | |
het maximum uurtarief voor dagopvang, jaarlijks vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. |
Artikel 2. Reikwijdte subsidie voor Peuteropvang en VVE
Het college kan subsidie verlenen aan een organisatie voor kinderopvang:
Artikel 6. Aanvraag subsidie voor deelname doelgroeppeuters aan VVE aanbod
Voor doelgroeppeuters van ouders, die wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het Rijk:
ouders vragen voor een aantal van 8 uren per week kinderopvangtoeslag aan bij het Rijk en betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de fiscale tabel ouderbijdragen van de dagopvang. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie. Voor de extra 8 uren betalen de ouders geen ouderbijdrage.
Artikel 7. Deelname aan extra uren peuteropvang
Wanneer ouders gebruik willen maken van peuteropvang van meer dan 8 uren per week, of van meer uren peuteropvang naast de 16 uren VVE per week, dan ontvangen zij hiervoor geen subsidie van de gemeente. Ouders betalen hiervoor dan een bijdrage aan de organisatie voor kinderopvang conform de uurprijs van de kinderopvangorganisatie en tabel van de ouderbijdragen voor de kinderopvangtoeslag (dagopvang).
Verlengde peuteropvang of VVE is mogelijk. Met toestemming van de gemeente kan een peuter, die de leeftijd van vier jaar heeft bereikt, in aanmerking komen voor deelname aan een aantal dagen of weken peuteropvang of VVE aanbod. Ter motivering hiervan is er overleg nodig van de voorschool, een basisschool, de ouders en andere betrokken organisaties, die bepalen dat het in het belang van het kind is om nog een bepaalde periode peuteropvang of VVE te volgen. Organisaties voor advies kunnen onder meer zijn: JGZ, IVH, Gebiedsteams, Buitenhuisaanpak, logopedie, passend onderwijs. Indien hiervoor toestemming wordt gegeven, dan zijn de artikelen 3 en 5 of 4 en 6 van toepassing.
Artikel 8. Subsidie pedagogisch beleidsmedewerker
Per jaar kan een organisatie voor kinderopvang subsidie aanvragen voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker. Het aantal uren hiervoor wordt jaarlijks bepaald door het aantal doelgroepkinderen waaraan in de kindercentra op 1 januari van het betreffende jaar voorschoolse educatie wordt geboden te vermenigvuldigen met 10 uur. Het uurtarief wordt jaarlijks in overleg bepaald. Voor het jaar 2022 is het uurtarief € 44, dit betreft het prijspeil in het jaar 2022.
Een aanvraag voor subsidie voor de pedagogisch beleidsmedewerker kan uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum van 1 januari van het kalenderjaar worden ingediend, en wanneer er duidelijkheid is over het aantal doelgroepkinderen per 1 januari van het betreffende jaar. Het college beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Artikel 9. Subsidie kwaliteit VVE en coaching VVE
Per jaar kan een organisatie voor kinderopvang subsidie aanvragen voor een kwalitatief VVE aanbod, op basis van een bedrag per VVE-doelgroeppeuter. De hoogte hiervan wordt jaarlijks bepaald door het aantal doelgroepkinderen, waaraan in de kindercentra op 1 januari van het betreffende jaar voorschoolse educatie wordt geboden. Het bedrag per doelgroepkind betreft € 1.000,00 per jaar ten behoeve van het op peil houden van de kwaliteit van VVE.
Een aanvraag voor subsidie voor de kwaliteit VVE en coaching VVE kan uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum van 1 januari van het kalenderjaar worden ingediend, en wanneer er duidelijkheid is over het aantal doelgroepkinderen per 1 januari van het betreffende jaar.
Het college beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Artikel 10. Lokaal beleid taalontwikkeling: kwaliteit taalontwikkeling en meertaligheid
Kinderdagverblijven en peuteropvang hebben de keuzevrijheid om het Fries als voertaal te gebruiken of een tweetalig beleid te voeren. Dit staat opgenomen in artikel 1.55 van de Wet kinderopvang. De ontvanger van subsidie werkt mee aan het streefdoel van de gemeente, dat minstens 80% van de locaties van de kinderdagverblijven en peuteropvang een tweetalige locatie is, met een sertifikaat twatalige berne-opfang fan SFBO, it Sintrum Frysktalige Berne-Opfang.
Artikel 11. Verplichtingen voor de evaluatie en verantwoording VVE
De verantwoording ten behoeve van de evaluatie van de kwaliteit van VVE wordt opgenomen in het inhoudelijk jaarverslag, waaruit blijkt dat de doelstellingen waarvoor de subsidie is verleend, zijn behaald. En eveneens wordt de checklist ingevuld met doelen en activiteiten van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie op grond van het Onderzoekskader 2017 voorschoolse educatie en primair onderwijs, versie 1 augustus 2020, op basis waarvan de Inspectie van Onderwijs de jaarlijkse beoordeling en toetsing verricht. Het betreft Bijlage 2. Checklist met het waarderingskader voorschoolse educatie.
Artikel 12. Aanvullende verplichtingen en weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Waadhoeke 2018 zijn de algemene verplichtingen van toepassing als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Wanneer de toepassing van deze subsidieregeling door bijzondere omstandigheden voor de ouder(s) en/of voor de kinderopvangorganisatie onevenredige gevolgen heeft of wanneer één van deze partijen door deze toepassing ernstig zal worden benadeeld, kunnen zij aan het college vragen om overleg voor het vinden van een passende oplossing.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke op 11 januari 2022,
M.C.M. Waanders,
burgemeester
A. Doesburg,
secretaris
Toelichting op de Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en vroegschoolse educatie, gemeente Waadhoeke 2022
De Wet op het primair onderwijs, de WPO, geeft in de artikelen 165, 166 en 167 de gemeente de opdracht te zorgen voor de deelname van kinderen aan voorschoolse educatie, het zorgen voor voldoende voorzieningen voorschoolse educatie in aantal en spreiding en het maken van afspraken over de uitvoering van voor - en vroegschoolse educatie.
Voorschoolse educatie wordt uitgevoerd door kinderopvangorganisaties. Voor de kwaliteit van de voorschoolse educatie zijn naast de Wet op het primair onderwijs ook bepalingen van de Wet Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie van toepassing.
De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor de voorzieningen van de voorschoolse educatie.
De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie.
De beleidsvisie voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid is opgenomen in de Notitie gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2019 - 2022, gemeente Waadhoeke, door de Raad vastgesteld op 27 juni 2019.
De gemeente ontvangt rijksmiddelen vanuit de Specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid, OAB, voor de taken van VVE en er zijn gemeentelijke middelen voor de deelname aan peuteropvang.
In de beleidsnotitie zijn de kaders voor de subsidieverlening opgenomen. Het is nodig om een actuele Subsidieregeling op te stellen. Per 1 januari 2022 komen er specifieke vereisten voor het aanstellen van een pedagogisch beleidsmedewerker voor het verhogen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie in een kindercentrum. Dit wordt opgenomen bij de subsidie voor de doelstellingen VVE.
In artikel 3 van de ‘Algemene Subsidieverordening 2018 gemeente Waadhoeke’ is vermeld dat het college een Subsidieregeling kan opstellen. Dit past goed bij de opdracht vanuit de Wet op het primair onderwijs voor het vaststellen van regels voor de subsidieverlening voor peuteropvang en VVE voor de voorschoolse educatie.
Voor het opstellen van een Subsidieregeling en de werkwijze voor voorschoolse educatie is het volgende van toepassing: Voorschoolse educatie wordt aangeboden op een kinderopvanginstelling en heeft een educatieve doelstelling, waarbij aanvullende kwaliteitseisen gelden die zijn geformuleerd in het ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’. Voorschoolse educatie is, net als het primair onderwijs, geen economische activiteit en hoeft daarom niet te worden aanbesteed. Ook zijn de staatssteunregels hierop niet van toepassing. Dit geldt alleen voor de activiteit voorschoolse educatie, niet voor de gehele kinderopvanginstelling, als die naast voorschoolse educatie ook commerciële diensten aanbiedt.
Op de Subsidieregeling is ook de Algemene wet bestuursrecht, Awb, van toepassing: een besluit tot subsidieverlening moet voldoen aan de zorgvuldigheids- en motiveringseisen die gelden op grond van de Awb en het moet duidelijk zijn waar men bezwaar kan maken.
In de afgelopen jaren heeft de gemeente Waadhoeke er voor gezorgd dat er voldoende spreiding is van voorzieningen voorschoolse educatie.
Op alle locaties van kinderopvang en peuteropvang van de drie grote kinderopvangorganisaties, Kids First Kindercentra, Stichting Kinderopvang Friesland en Stichting Kinderopvang Noardwest Fryslân wordt gewerkt met een erkend VVE programma, waarmee alle peuters kunnen profiteren van deze werkwijze. Voor de subsidie aan de peuteropvang is daarom de voorwaarde verbonden, dat er gebruik wordt gemaakt van een erkend VVE programma. Per 2022 zijn dit in totaal 34 locaties van de 38 in het LRK geregistreerde locaties kinderdagverblijf en peuteropvang in de gemeente Waadhoeke.
Naast deze drie grote kinderopvangorganisaties zijn er een aantal kleinere kinderdagverblijven, die dagopvang aanbieden en op grond van deze Subsidieregeling niet in aanmerking komen voor subsidie voor deelname van peuters. Wel worden ze betrokken bij activiteiten voor taalontwikkeling en ouderbetrokkenheid, die in samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg van GGD Fryslân en de bibliotheek Noord Fryslân worden georganiseerd.
Dit zal ook op de VVE peuteropvang op het AZC van toepassing zijn. Bij de peuteropvang Tutti Frutti doen de peuters mee met een VVE programma en hiervoor is er subsidie vanuit de rijksbijdrage OAB.
Volgens het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) heeft ieder kind het recht om te leren, om zich optimaal te ontwikkelen en om volwaardig mee te doen. Dat geldt voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, mogelijkheden of beperkingen en betekent dat voorzieningen voor opvang en educatie goed moeten kunnen omgaan met diversiteit. Om inclusie te bevorderen is samenwerking tussen onderwijs, opvang en zorg nodig.
Het uitgangspunt voor VVE hierbij is: het recht van kinderen om te leren, hun talenten te ontwikkelen op eigen tempo en hiermee met succes een goede start te maken in het basisonderwijs.
Deze worden niet verder toegelicht, de uitleg staat bij de diverse artikelen.
Artikel 2. Reikwijdte subsidie voor Peuteropvang en VVE
Het college krijgt hiermee de bevoegdheid om subsidie te verlenen, die bestaat uit drie componenten, namelijk:
Het landelijk en gemeentelijk beleid is gericht op de deelname van alle peuters aan voorschoolse educatie voor een goede start op de basisschool. Het streven is 100% bereik van alle peuters.
Landelijk beleid in de afgelopen jaren
In de jaren 2013-2015 kwam het Kabinetsplan “Een betere basis voor peuters”. Dit was gericht op het versterken van de voorschoolse voorzieningen en de harmonisatie van de voorzieningen voor:
In de brief van 26 april 2016 staan de bestuurlijke afspraken van het Rijk en de VNG over een aanbod voor alle peuters, aansluitend op de vereisten van de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang per 2018. Dit betreft:
Het Rijk financiert via de kinderopvangtoeslag de opvang van peuters van werkende ouders (als beide ouders werken of alleenstaande werkende ouder en/of voor het volgen van bepaalde studie-/ integratietrajecten of inburgeringscursus).
De gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor het aanbod en bekostiging van de deelname aan peuters van ouders die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag (kostwinners en ouders, die een bepaalde uitkering ontvangen).
De harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen moest op 1 januari 2018 gerealiseerd zijn. Peuterspeelzalen werden omgevormd naar peuteropvang. Peuteropvang is een vorm van dagopvang waarbij kortere dagdelen mogelijk zijn.
In de gemeente Waadhoeke is tijdig voor 1 januari 2018 de harmonisatie doorgevoerd. Per 2020 is, met de uitbreiding van het aantal uren VVE van 10 naar 16 uur per week, het uitgangspunt om in de peuteropvang te werken met dagdelen van 4 uur. De gemeente zorgt voor een toegankelijk breed aanbod van voorschoolse educatie voor peuters in de gemeente
Artikel 3. Kwaliteitseisen Peuteropvang
Een aanbieder van peuteropvang staat in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerd als een houder van dagopvang, onder de categorie kinderdagverblijf. De locaties voor peuteropvang moeten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor dagopvang, die worden getoetst door de GGD op grond van de Wet kinderopvang.
Voor de kwaliteit van peuteropvang behoort er een pedagogisch beleidsplan te zijn waarin de pedagogische visie voor een ontwikkelingsgericht aanbod voor peuters is omschreven. Voor de subsidieverlening is hieraan gekoppeld dat een erkend VVE-programma een belangrijk onderdeel vormt van het pedagogisch beleid. Dit betekent ook de registratie als VVE aanbieder in het LRK.
Hiermee krijgen alle peuters een voorschools aanbod op basis van een VVE programma. Hierbij hoort ook het werken met een kindvolgsysteem en een goede overdracht van de kindgegevens aan het basisonderwijs.
Vroege interventie voorkomt (taal) achterstand. Deelname aan voorschoolse opvang en educatie heeft een positief effect. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk ontwikkelingsachterstanden te voorkomen. Dit staat als ambitie in de motivering voor de Notitie Onderwijsachterstandenbeleid.
Uit het landelijk pre-COOL onderzoek blijkt, dat kansenongelijkheid al jong ontstaat: al op tweejarige leeftijd kunnen er grote verschillen bestaan met betrekking tot de taal- en cognitieve ontwikkeling en in mindere mate ook voor sociaal-emotioneel gedrag. Vroeg beginnen levert positieve effecten op voor de schoolloopbaan en gedrag.
Per 2020 is in Waadhoeke de leeftijd om te starten met peuteropvang naar 2,5 jaar gegaan, gelijk aan de leeftijd voor de start van een doelgroepkind aan een VVE aanbod. De wens is om de leeftijd voor deelname aan peuteropvang weer vanaf twee jaar mogelijk te maken. Dit is ook bij bijna alle, in ieder geval de omliggende gemeenten, gebruikelijk. Voor het starten met de leeftijd van twee jaar zijn er ook voldoende middelen voor bekostiging.
Indien een kindje een VVE indicatie heeft, dan start het VVE aanbod met 2,5 jaar en kan er vanaf 2 jaar een opstarttraject zijn van 1 of 2 dagdelen.
Voor Peuteropvang kan een organisatie voor kinderopvang subsidie aanvragen voor deelname van peuters vanaf 2 jaar voor maximaal 8 uren per week, gedurende 40 weken op jaarbasis.
Er wordt gestimuleerd om 2 dagdelen deel te nemen. Tussen 2 en 2,5 jaar is opstarten met 1 dagdeel ook een mooi begin.
Subsidie Voor- en vroegschoolse educatie
Het landelijk en gemeentelijk beleid is gericht op de deelname van alle doelgroeppeuters aan voorschoolse educatie voor een goede start op de basisschool. Het streven is 100% bereik.
Het is belangrijk dat er wordt gewerkt met een VVE-programma dat als erkend VVE-programma geregistreerd staat bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). In Waadhoeke worden met name het VVE programma Piramide of Uk & Puk gebruikt. Een integraal VVE programma is gericht op vier ontwikkelingsgebieden: taalontwikkeling, beginnende rekenvaardigheid, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling, waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters wordt gestimuleerd.
Artikel 4. Kwaliteitseisen VVE-aanbieder
VVE-doelgroeppeuters behoren gedurende een periode van 1,5 jaar deel te nemen aan een aanbod van 960 uur VVE. Dit betreft de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Dit is vastgesteld in de wettelijke regeling van 11 oktober 2019 tot wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
Een VVE programma kan worden aangeboden in een kinderdagverblijf of een locatie peuteropvang.
VVE wordt gemiddeld gedurende 16 uur per week aangeboden, meestal bestaande uit 4 dagdelen van 4 uur, gedurende maximaal 40 weken per jaar in de peuteropvang. In een kinderdagverblijf kan het aantal van gemiddeld 16 uur per week zo nodig anders worden ingedeeld.
Voor het VVE aanbod gelden de volgende vereisten: de aanbieder kinderopvang of peuteropvang staat als aanbieder van kinderopvang geregistreerd in het LRK als houder van dagopvang en heeft ook een registratie als VVE-aanbieder in het LRK. De VVE-aanbieder dient te voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen, die getoetst worden door de GGD en als positief worden beoordeeld.
Daarnaast zijn er de kwaliteitseisen voor de inhoud van het VVE programma en het pedagogisch beleid, zoals opgenomen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
In het waarderingskader van de Inspectie van Onderwijs voor de normering voorschoolse educatie staan ook de verplichtingen voor extra ondersteuning van peuters en samenwerking met relevante partners. Een voorschool behoort te zorgen voor extra aanbod, ondersteuning en begeleiding en samenwerking. Hiervoor is het volgende in ieder geval van belang: samenwerking met de partners van de lokale structuur voor preventie en hulp 0 - 4 jaar, waaronder de Jeugdgezondheidszorg van GGD Fryslân en opvoedondersteuning van de Gebiedsteams Waadhoeke.
De gemeente heeft hierbij ook een taak voor de afstemming van het onderwijs- en jeugdbeleid. Gemeenten zijn in het kader van integraal jeugdbeleid verantwoordelijk voor een sluitend netwerk van zorgverleners, zodat kinderen op effectieve en efficiënte wijze zorg en ondersteuning krijgen.
Voor het streefdoel van het bereik van 100% van de doelgroeppeuters wordt verwacht dat de kinderopvangorganisatie actief meewerkt aan de registratie van het bereik van peuteropvang en VVE, dit in samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg van GGD Fryslân en de gemeente.
Er is een VVE monitor voor gemeente Waadhoeke, waarin de gegevens van de kinderen met een VVE indicatie en toeleiding naar VVE worden bijgehouden.
Artikel 5. Aanvraag subsidie voor deelname peuters aan peuteropvang
De afspraken van het bestaande beleid worden nu geformuleerd in deze Subsidieregeling, namelijk:
Er is in Waadhoeke ook geregeld dat er sprake is van harmonisatie van de ouderbijdragen: ouders betalen voor peuteropvang eenzelfde ouderbijdrage als ouders, die in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag. Dus een gelijke situatie bij vergelijkbare inkomensgroepen.
Dit is als volgt geformuleerd:
De kinderopvangorganisatie kan als subsidiebedrag aanvragen: per peuter de financiering van het resterende deel van de kosten voor deelname aan de peuteropvang na aftrek van de ouderbijdrage.
Voor de hoogte van de subsidiebijdrage gaat de gemeente uit van de kostprijs per uur conform de landelijke adviestabel voor de uurprijs van de kinderopvang, die jaarlijks wordt vastgesteld.
(in 2021 is dit € 8,46 en voor 2022 wordt het € 8,50).
De subsidie voor deelname van peuters aan de peuteropvang kan per maand worden aangevraagd. Voor inzicht in de gegevens dient de aanvrager van subsidie gegevens beschikbaar te houden. Zo nodig kan er een steekproefsgewijze controle worden gehouden. Het betreft dossiervorming van:
Artikel 6. Aanvraag subsidie voor deelname doelgroeppeuters aan VVE aanbod
De gemeente heeft voor de doelgroepkinderen VVE een doelgroepdefinitie vastgesteld. De werkgroep VVE heeft deze in afstemming met de GGD Fryslân bepaald. Op het consultatiebureau zorgt een JGZ team voor de VVE indicaties.
Een organisatie voor kinderopvang kan subsidie aanvragen voor deelname van peuters vanaf 2,5 jaar aan een VVE programma / aanbod. Dit kan voor een periode van 1,5 jaar, waarmee de deelname aan het aanbod van 960 uur kan worden gehaald.
De afspraken van het bestaande beleid worden nu geformuleerd in deze Subsidieregeling. In de Notitie Onderwijsachterstandenbeleid is vastgelegd dat de ouders over de eerste 8 uur een ouderbijdrage betalen en dat de extra 8 uur kosteloos zijn, dus daarvoor betalen ouders geen bijdrage en hiervoor kunnen de kinderopvangorganisaties aan de gemeente een subsidie vragen.
Voor de hoogte van de subsidiebijdrage gaat de gemeente uit van de kostprijs per uur conform de landelijke adviestabel voor de uurprijs van de kinderopvang, die jaarlijks wordt vastgesteld.
(in 2021 is dit € 8,46 en voor 2022 wordt het € 8,50).
In de gemeente Waadhoeke zijn de kinderopvangorganisaties al gewend aan het ‘per maand’ aanvragen van een subsidiebijdrage voor de deelname van peuters aan peuteropvang en VVE.
Dit systeem blijft gehandhaafd. Ook de subsidie voor de extra 8 uur VVE wordt nu in het maandelijks overzicht opgenomen in het bedrag per peuter. Hiermee past de subsidieverlening zo goed mogelijk bij de werkelijke deelname van het aantal peuters en hoeft er achteraf niet veel tijd te worden besteed aan het verrekenen en vaak terugbetalen van subsidie. Voor VVE kan dan gedurende 1,5 jaar subsidie voor een doelgroeppeuter worden gevraagd.
Dit wordt het “geld-volgt-kind-systeem” genoemd. Zie Bijlage 1 voor het schema voor de subsidiemogelijkheden hiervoor. Er komt een Bijlage 3 een formulier voor het aanvragen van subsidie, waarop staat welke gegevens nodig zijn en waarover dossiervorming van belang is.
Naast de gegevens, zoals bij de peuteropvang, hierbij ook het bewijs van indicatiestelling per doelgroeppeuter VVE voor deelname aan de voorschoolse educatie.
In het Inspectierapport kwaliteit VVE is opgenomen dat de gemeente een beter inzicht dient te krijgen in het ‘non-bereik’ van de VVE doelgroep. Met de JGZ worden extra afspraken gemaakt voor het ondersteunen en begeleiden van ouders hierbij. Er is een VVE monitor ingericht, waarin de JGZ en de kinderopvangorganisaties de gegevens bijhouden vanaf de indicatie VVE tot de plaatsing en deelname aan VVE. Belangrijk is dat de VVE-aanbieder actief meewerkt aan de registratie van het bereik van peuteropvang en VVE door de gemeente. Er is samenwerking met de JGZ / GGD Fryslân.
Artikel 7 Deelname aan extra uren peuteropvang
Hiermee wordt de mogelijkheid aangegeven om naast de peuteropvang van 8 uren per week of VVE van 16 uren VVE per week, waarvoor de gemeente de bekostiging regelt, nog gebruik te kunnen maken van extra uren of dagdelen kinderopvang, die dan volgens de afspraken met de betreffende kinderopvangorganisatie worden georganiseerd.
We leggen hiermee vast dat het mogelijk is dat een peuter ook bij het bereiken van de leeftijd van vier jaar nog een bepaalde periode kan deelnemen aan de voorschoolse educatie, wanneer dat in het belang van het kind is. Hiervoor is er toestemming nodig van de gemeente, vooral voor het vervolg van de subsidieverlening, en eveneens voor de gemotiveerde beslissing hiervoor. Hierbij is er overleg nodig van de voorschool, een basisschool, de ouders en andere betrokken organisaties, die bepalen dat het in het belang van het kind is om nog een bepaalde periode peuteropvang of VVE te volgen. (bijv. JGZ, IVH, logopedie, passend onderwijs en/of Gebiedsteam, Buitenhuisaanpak).
Bij de Buitenhuisaanpak bepaalt het Gebiedsteam of een kind tijdelijk kan deelnemen aan kinderopvang. Dit betreft preventie en maatwerk voor stressvolle gezinssituaties. Zoals het opgroeien in een gezin met ouders die psychische of verslavingsproblematiek hebben of lichamelijke, zintuigelijke of verstandelijke beperkingen.
Dit kan samenvallen met de leeftijd van peuters en aansluiten op de deelname aan VVE.
Extra subsidie doelstellingen VVE en activiteiten VVE, per jaar aan te vragen:
Artikel 8. Subsidie pedagogisch beleidsmedewerker
Per jaar kan een organisatie voor kinderopvang een subsidie aanvragen voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker. De berekening hiervoor is het aantal doelgroeppeuters per 1 januari en dit te vermenigvuldigen met 10 uur per jaar per geïndiceerde doelgroeppeuter.
Dit is een wettelijke verplichting, die per 1 januari 2022 van kracht wordt. Dit is vastgelegd in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit komt bovenop de verplichting om vanuit de Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK) een beleidsmedewerker (HBO-coach) op alle kinderdagverblijven en BSO’s in te zetten.
Het doel van de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker voor het VVE aanbod is de ontwikkeling en implementatie van pedagogisch beleid, het verhogen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de locaties, het onderhouden van contacten met de verschillende partners en het coachen van de pedagogisch medewerkers.
Dit betekent ook dat de toezichthouder (GGD Fryslân) meer punten gaat toetsen op een VE locatie voor de inzet PBM en het pedagogisch beleidsplan.
Artikel 9. Subsidie kwaliteit VVE en coaching VVE
Per doelgroeppeuter wordt een extra bedrag van € 1.000 per jaar verleend voor het op peil houden van de VVE-methodieken en de inzet van VVE scholing en deskundigheidsbevordering.
In artikel 9 is als aanvulling op artikel 8, een bepaling gemaakt voor extra subsidie voor de activiteiten voor VVE coaching en de doelstellingen voor de kwaliteit van VVE. Hiervoor kan dan ook op basis van het aantal doelgroepkinderen per 1 januari subsidie worden aangevraagd. Dit geeft de mogelijkheid om extra aandacht te besteden aan de kwaliteitseisen VVE, de ouderbetrokkenheid, de doorgaande ontwikkelingslijn en het taalbeleid in Waadhoeke.
Het bedrag van € 1.000 per doelgroeppeuter is een passende bijdrage. Op basis van de Rijksbijdrage Onderwijsachterstandenbeleid 2019-2022 is er voldoende ruimte om dit te bekostigen. Wanneer in de komende jaren blijkt, dat er niet voldoende mogelijkheden zijn om dit te bekostigen, zal er een collegevoorstel komen om het te wijzigen.
Met deze subsidiemogelijkheden van artikel 9 kunnen de doelstellingen van artikel 10 voor het lokaal taalbeleid extra worden ondersteund en bekostigd.
Artikel 10. Lokaal beleid taalontwikkeling: kwaliteit taalontwikkeling en meertaligheid
Dit artikel heeft speciaal betrekking op het lokaal beleid voor taal in de gemeente Waadhoeke.
Het sluit aan bij de stimulans vanuit de Taalnota ‘WaadhoekeLân fan Taal’: de gemeente is ondersteunend en faciliterend voor het stimuleren van ouders en kinderen om hun taal te gebruiken. Aan de hand van de 3 begrippen: vertrouwd, zichtbaar en uitnodigend vraagt de gemeente partijen de samenwerking aan te gaan en te komen tot nieuwe initiatieven. Onder andere door gerichte informatie over meertaligheid bij jonge ouders.
Artikel 10 sluit aan bij het Taaluitvoeringsprogramma Waadhoeke passend bij activiteiten voor opvoeding & ontwikkeling, ondersteuning taalonderwijs en taalinformatie. Dit is gericht op:
Lid 2 van artikel 10 is als volgt geformuleerd: de ontvanger van subsidie werkt mee aan het aanbieden en ontwikkelen van activiteiten voor taalontwikkeling en ouderbetrokkenheid voor:
Via subsidie vanuit het onderwijsachterstandenbeleid is een subsidiebijdrage aan bibliotheek Noord Fryslân verleend voor het programma Boekstart en de doorlopende lijn voor taalontwikkeling. Ook de JGZ zorgt voor extra ondersteuning van de taalontwikkeling. Dit alles is belangrijk voor het stimuleren van de ouderbetrokkenheid, het voorlezen te starten met Boekstart (0-2 jaar) en Boekstart in de kinderopvang (2-4 jaar) en doorlopende lijn taalontwikkeling (4- 6 jaar enz.). Met voorlezen en gebruik van ieders moedertaal en daarmee ook voor de arbeidsmigranten extra activiteiten te ontwikkelen en organiseren. Dit past ook voor de peuteropvang op het AZC.
Bij het lokaal taalbeleid hoort ook het stimuleren van de ”twatalige berne-opfang”. De Provinsje Fryslân heeft de gemeenten gevraagd in de (nieuw) op te stellen Subsidieregelingen voor peuteropvang en VVE hiervoor een bepaling op te nemen. Het aantal kinderdagverblijven en peuteropvanglocaties (berne-opfang en pjutte-opfang) dat al een sertifikaat van de SFBO heeft of binnenkort haalt, komt op circa 80%. Het streefdoel kan in Waadhoeke op 80% worden gesteld. Dit sluit ook goed aan op artikel 1.55 van de Wet kinderopvang voor tweetalig beleid.
En hiermee wordt ook voldaan aan het “Europees Handvest regionale talen en minderheidstalen”
Paragraaf “8.1. With regard to education, the Parties undertake, within the territory in which such languages are used, according to the situation of each of these languages, and without prejudice to the teaching of the official language(s) of the State: a. “to make available a substantial part of pre-school education in the relevant regional or minority languages”.
Dit Verdrag is in 1996 door Nederland geratificeerd.
De volgende uitgangspunten zijn hierbij van belang:
Een taalrijke omgeving voor peuters biedt veel voordelen voor de taalontwikkeling en de start op de basisschool. Een bewust taalbeleid leidt tot de beste resultaten. Meertaligheid is bovendien goed voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen en cognitieve vaardigheden van volwassenen. Meertaligheid bevordert de talige, sociale en de intellectuele ontwikkeling van kinderen. Uit onderzoeken op universiteiten wereldwijd blijkt dat kinderen er baat bij hebben om zich op jonge leeftijd meer dan één taal eigen te maken.
Artikel 11. Verplichtingen voor de evaluatie en verantwoording VVE
In het Inspectierapport kwaliteit VVE 2020 is genoemd, dat de gemeente afspraken behoort vast te leggen voor de evaluatie van het VVE beleid.
Het is in ieder geval nodig om afspraken te maken met de VVE instellingen over de wijze waarop ze hun eigen kwaliteit evalueren, verbeteren en verhogen en dat de gemeente zorgt voor een betere systematische evaluatie van het VVE beleid op gemeentelijk niveau.
De gemeente heeft de rol als regievoerder voor het bewaken en borgen van de kwaliteit VVE
Dit wordt nu onderdeel van het subsidiekader met deze Subsidieregeling peuteropvang en VVE. Daarnaast worden de ontwikkelingen besproken in de VVE werkgroep en in overleg met de diverse kinderopvangorganisaties.
Er is een Checklist gemaakt voor de kinderopvangorganisaties op basis van het Waarderingskader van de Inspectie van Onderwijs en de normering voor de kwaliteitseisen voorschoolse educatie. Dit is van belang voor de evaluatie VVE en ook de doorlopende lijn met resultaatafspraken. Dit is Bijlage 2.
Artikel 12. Aanvullende verplichtingen en weigeringsgronden
Op deze Subsidieregeling worden bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Waadhoeke 2018 van toepassing verklaard. Voor het verlenen en vaststellen van subsidies wordt ook gekeken naar de werkwijze van artikel 9 van de ASV betreffende weigeringsgronden en eventuele intrekking en terugvordering van subsidie. En artikel 11 van de ASV is van toepassing waarmee de algemene verplichtingen van een subsidieontvanger ook gelden als aanvulling op de specifieke verplichtingen in deze Subsidieregeling.
Artikel 13. Subsidievaststelling voor deelname aan peuteropvang en VVE en VVE doelstellingen
De ontvanger van subsidie dient mee te werken aan het verstrekken van (evaluatie) gegevens voor het beleid van het Rijk en/of gemeente en dient tijdig de subsidieverantwoording in te dienen.
Van toepassing indien de subsidieregeling wegens bijzondere omstandigheden onevenredige gevolgen heeft gelet op de te dienen belangen.
Het betreft een nieuwe Subsidieregeling, die per 1 januari 2022 van kracht wordt. Er behoeft geen bestaande Subsidieregeling te worden ingetrokken.
Schema voor subsidieregeling Peuteropvang en VVE voor de deelname van peuters
Dit betreft Subsidie op basis van het “geld-volgt-kind-systeem” voor de voorschoolse educatie.