Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel inburgering gemeente Peel en Maas |
Citeertitel | beleidsregel inburgering gemeente Peel en Maas |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 17-01-2022 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in de artikelen 3, vierde en vijfde lid, 4, tweede lid, 5, vierde en vijfde lid, 6, zevende en achtste lid, 7, vierde en vijfde lid, 9, tweede lid, 10, 12, tweede lid, onderdeel a en b, 13, vierde lid, 14, vierde lid, 15, vijfde en zesde lid, 17, tweede en vierde lid, 20, eerste lid, derde tot en met vijfde lid, 21, eerste en vijfde lid, 23, tweede lid, 26, tweede lid, 32, tweede lid, 36, 38, 39, eerste lid, 40, vierde en zevende lid, 41, derde lid, 42, vierde lid, van de Wet inburgering 2021, artikel 38, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, en artikel 107, negende lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
Het college neemt zo snel als mogelijk bij de inburgeringsplichtige een brede intake af. Met de informatie uit deze brede intake verkrijgt het college een beeld van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Het college geeft in samenspraak met de inburgeringsplichtige en op basis van de uitkomsten van de brede intake invulling aan het inburgeringstraject.
Artikel 4 Werkwijze brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige – ook na drie schriftelijke oproepen – niet bij de brede intake verschijnt of onvoldoende medewerking verleent, voltooit het college de intake zonder de inburgeringsplichtige. In dat geval onderzoekt het college de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens die wel bekend zijn, zoals:
Artikel 5 Persoonlijk plan Inburgering en Participatie
Het college stelt na afronding van de brede intake en op basis van de hieruit verkregen informatie het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) op. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de inburgeringsplichtige. Het college nodigt de inburgeringsplichtige binnen 7 kalenderdagen na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover. In ieder geval worden in dat gesprek de volgende onderwerpen besproken:
In het PIP staat wat de inburgeringsplichtige moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Het PIP geeft een compleet beeld van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject. Het college stemt het plan af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeringsplichtige.
Het PIP heeft de vorm van een officieel besluit (beschikking). Hierin staat vermeld:
wanneer de inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering: een verwijzing naar de relevante beschikking(en) op grond van de Participatiewet. Het gaat met name om een verwijzing naar de toekenningsbeschikking van de uitkering voor levensonderhoud en het financieel ontzorgen (voor asielstatushouders) en om de verwijzing naar de beschikking waarin de arbeids- en re-integratieverplichtingen van de inburgeringsplichtige staan vermeld.
Het college stelt het PIP vast uiterlijk binnen tien weken na inschrijving van de inburgeringsplichtige in de basisregistratie personen (BRP) van het college waar hij of zij is gehuisvest of wordt gehuisvest na verblijf in het azc. Het college stuurt de inburgeringsplichtige het PIP daarna zo snel mogelijk per post toe.
Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute al is vastgesteld verhuist naar het college Peel en Maas stelt het college het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in het BRP. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door het college van vertrek is vastgesteld.
Artikel 7. Inhoud van de leerroutes
Artikel 8 Participatieverklaringstraject
De inburgeringsplichtige doet in het onderdeel inleiding in de Nederlandse kernwaarden kennis op van de belangrijkste waarden, sociale regels en grondrechten in Nederland. Het doel hiervan is het krijgen van een beter beeld van en begrip voor de Nederlandse samenleving. Het college bepaalt de manier waarop deze kennis wordt overgedragen.
Artikel 10 Kwaliteit van het inburgeringsaanbod en de leerroutes
Aanvullende kwaliteitscriteria voor het inburgeringsaanbod aan asielstatushouders zijn:
de asielstatushouder heeft in de B1- route minimaal 12 uur per week contact met docenten en begeleiders. Door middel van het slagen voor een centraal examen voor de examenonderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken op niveau B1, KNM en het voldoen aan de overige (de decentrale) onderdelen van de inburgeringsplicht (PVT, MAP), wordt binnen deze route aan de inburgeringsplicht voldaan.;
Artikel 11 Maatschappelijke begeleiding van de asielstatushouder
Artikel 12 Overschakelen naar een andere leerroute
De beoordeling van het college of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van het PIP was te verwachten, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid en geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.
De beoordeling of niveau B1 niet (op alle onderdelen) haalbaar is, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling en/of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid en geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.
Artikel 14 Handhaving verplichtingen bij de brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt, nodigt het college de inburgeringsplichtige binnen 5 werkdagen na de datum eerste oproep opnieuw uit. Het college wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake.
Voordat het college een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het college hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 7 kalenderdagen na datum van het gesprek zoals bedoelt in lid 1 van dit artikel per brief kenbaar te maken.
In de beschikking waarmee de boete wordt opgelegd, nodigt het college de inburgeringsplichtige opnieuw uit om binnen 7 kalenderdagen na datum beschikking alsnog te verschijnen of mee te werken. Wanneer de inburgeringsplichtige hieraan niet voldoet, legt het college weer een boete op met inachtneming van artikel 7.1.1 van het Besluit (recidive).
Artikel 15 Handhaving tijdens het inburgeringstraject
Voordat het college een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het college hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 7 kalenderdagen na het laatst genoemde gesprek per brief kenbaar te maken.
Op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt het college de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt het college de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.
Artikel 16 Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Bij de keuze tussen i) handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en ii) handhaving op grond van de wet via een boete weegt het college ook af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar haar oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.
Wanneer de inburgeringsplichtige een boete op grond van de wet wordt opgelegd in de periode dat het college verantwoordelijk is voor het financieel ontzorgen op grond van artikel 56a Participatiewet, dan kan het college de boete met de uitkering verrekenen. Het college houdt hierbij rekening met een fictieve draagkracht van 5 procent van bijstandsnorm die van toepassing is, inclusief vakantietoeslag.
Panningen, 17 januari 2022
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers W.J.G. Delissen-van Tongerlo
Dit artikel heeft geen toelichting nodig.
Artikel 2Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
De inburgeringsplichtige wordt in het Engels en/of Arabisch voorgelicht door:
Artikel 3 en 4Brede intake en werkwijze brede intake
De brede intake wordt in Peel en Maas vormgegeven door middel van de brugklas. Dit is een 10 weken durend programma van thematische workshops die gegeven worden door Stichting Vorkmeer en de Consulenten Werk van de gemeente.
De brugklas start op het moment dat er minimaal 5 deelnemers zijn.
Artikel 5Persoonlijk plan Inburgering en Participatie
We vullen het PIP door middel van observaties en evaluaties tijdens de brugklas. Het wordt een integraal plan waarbij we de input van de inburgeringsplichtige en de samenwerkingspartners meenemen.
Artikel 6 en 7Leerroutes en inhoud van de leerroutes
In Peel en Maas werken we met Leerontwikkelroutes voor de brede doelgroep. Dit omvat iedereen die moeite heeft om mee te doen in de samenleving. De routes die geschikt zijn voor inburgeraars stellen we ook open voor de andere inwoners en visa versa. Denk hierbij aan de activeringsroute bij de NLW, de buitendienst, stage lopen bij ondernemers van Wij Maken Werk van Werk etc. Uitgangspunt bij het kiezen van een passende route is de vraag van de inwoner. We richten de routes lokaal in.
Artikel 8Participatieverklaringstraject
De verplichte elementen uit de PVT zijn verwerkt in ons 10 weken durende brugklasprogramma. We bieden daarin verschillende thematische workshops aan en gaan op excursie zoals naar het streekmuseum, school et cetera. De burgemeester reikt na afronding van het traject de participatieverklaring uit aan de inburgeringsplichtigen.
Artikel 9Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP)
Tijdens het brugklasprogramma geven we workshops over werken in Nederland. Daarnaast maken de inburgeringsplichten tijdens bedrijfsbezoeken kennis met de verschillende sectoren. De inburgeringplichtigen starten met participeren door te werken bij het activeringsinitiatief te Panningen. Na een periode van observatie wordt bepaald welk vervolgtraject passend is. Dat kan een verlenging van werken bij het activeringsinitiatief zijn of een andere passende werkstage.
Artikel 10Kwaliteit van het inburgeringsaanbod en de leerroutes
In de overeenkomst met de taalaanbieder worden afspraken gemaakt over de werkwijze en kwaliteit van de diensten. Ook worden er afspraken gemaakt over het niet nakomen hiervan.
Artikel 11Maatschappelijke begeleiding van de asielstatushoude
De maatschappelijke begeleiding wordt voor minimaal de duur van één jaar gegeven. We hanteren als eindresultaat streefniveau 4 van de zelfredzaamheidmatrix. Dat betekent dat ze voldoende zelfredzaam zijn op de volgende leefgebieden: financiën, wonen, huiselijke relaties, gezondheid, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie, kennis van de Nederlandse kernwaarden. Als dit streefniveau na één jaar niet bereikt is kan ervoor gekozen worden om de maatschappelijke begeleiding te verlengen.
Artikel 12 en 13 Overschakelen naar een andere leerroute en afschalen
Iedere 8 weken vindt er casuïstiekoverleg plaats tussen de gemeente, de taalaanbieder en de welzijnsorganisatie. Op basis van deze informatie uitwisseling worden er besluiten genomen over het op,- en afschalen van de leerroutes.
Artikel 14Handhaving verplichtingen bij de brede intake
Een voorbeeld van een handhavingstraject bij de brede intake is het volgende:
Meneer X wordt op 27 september verwacht om te starten met zijn brede intake (gesprek 1).
Omdat hij niet komt, krijgt hij vóór 5 oktober een brief met een herhaalde oproep (gesprek 2).
Als meneer X niet aanwezig is op de afgesproken dag van de herhaalde oproep wordt een gesprek gepland waarin de inburgeringsplichtige een verklaring aflegt over zijn afwezigheid (gesprek 3).
Als meneer X niet komt opdagen op het gesprek om een verklaring af te leggen (gesprek 3), wordt hij in de gelegenheid gesteld om binnen 7 kalenderdagen dit gesprek (gesprek 3) een schriftelijke verklaring in te dienen.
Als verwijtbaarheid van meneer X aangetoond is, wordt er overgegaan op het geven van boetes middels een beschikking. In de beschikking wordt meneer X uitgenodigd om alsnog binnen 5 werkdagen te verschijnen.
Verschijnt meneer niet binnen 7 kalenderdagen dan legt het college wederom een boete op.
Het college kan een boete opleggen van maximaal € 800,- per overtreding met een maximum van € 2.400,- gedurende de initiële (en eventuele verlengde) inburgeringstermijn. Het is niet de bedoeling dat het college direct de maximale boete van € 800,- oplegt bij een overtreding, maar dat we het boetebedrag stapsgewijs verhogen per overtreding.
De volgende opbouw is van toepassing:
Zit er tussen twee overtredingen een tijdsbestek van meer dan twaalf maanden, dan is er geen sprake meer van stapsgewijze verhoging en legt het college boete 1 op van € 50,-
Het college kan alleen een boete opleggen als er sprake is van verwijtbaarheid. Is hier geen sprake van, dan legt het college op grond van artikel 5:41 van de Awb geen boete op.
De hoogte van de boete hangt af van de mate van verwijtbaarheid. In het nieuwe stelsel worden vier categorieën van verwijtbaarheid onderscheiden: opzet, grove schuld, normale verwijtbaarheid en verminderde verwijtbaarheid.
Artikel 15Handhaving tijdens het inburgeringstraject
Een voorbeeld van een handhavingstraject tijdens het inburgeringstraject is het volgende:
Meneer X ontvangt op 6 oktober een schriftelijke waarschuwing omdat hij afspraken uit het PIP niet nakomt en/of onvoldoende deelneemt aan de activiteiten van de leerroute. Meneer X wordt vóór 14 oktober opnieuw uitgenodigd om het verzuim te herstellen.
Wanneer meneer X niet op 15 oktober zijn verzuim herstelt, kan het college een boete opleggen. Meneer X wordt eerst uitgenodigd voor een gesprek om een verklaring te geven.
Wanneer meneer X niet op dit gesprek verschijnt, kan hij binnen 7 kalenderdagen zijn verklaring per brief kenbaar maken. Wanneer er sprake van verwijtbaarheid is, kan het college overgaan op een boete volgens de procedure uit artikel 12.
Artikel 16Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Als een inburgeringsplichtige zich niet of onvoldoende inzet tijdens de eerste periode van zijn inburgering (10 weken durende brede intake/brugklas), kan het college overgaan op handhaving door het opleggen van boetes zoals in artikel 15 is beschreven.
Wanneer een inburgeringsplichtige zich na de brede intake/brugklas niet of onvoldoende inzet voor zijn of haar traject, geniet het de voorkeur om handhavend op te treden op grond van de Participatiewet (korten op de uitkering).
Artikel 17 en 18 Hardheidsclausule, citeertitel en inwerkingtreding