Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijzondere bijstand Paticipatiewet gemeente Peel en Maas |
Citeertitel | Beleidsregel bijzondere bijstand Participatiewet gemeente Peel en Maas |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 17-01-2022 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in artikel 15, 35, 48, 49, 50, 51 van de Participatiewet
Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de manier waarop het college uitvoering geeft aan de bevoegdheid bijzondere bijstand te verstrekken.
Beleidsregel bijzondere bijstand Participatiewet gemeente Peel en Maas
Een persoon heeft recht op bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 1 Participatiewet als het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120 procent van de toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 tot en met 22 Participatiewet en het vermogen lager is als het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 Participatiewet.
Voor belanghebbenden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt of ouder, die geen begrafenis of crematie voorziening getroffen hebben, wordt als uitzondering op hetgeen onder lid 1 van dit artikel gesteld, een gemaximeerd bedrag als reservering voor kosten van begrafenis of crematie vrijgelaten.
Artikel 5 Vaststellen maandinkomen
Bij de vaststelling van het maandinkomen wordt ten aanzien van regelmatig ontvangen inkomsten uitgegaan van de hoogte van deze inkomsten over de laatste gebruikelijke betalingsperiode voorafgaande aan het tijdstip waarop de in artikel 6 van deze beleidsregel aangegeven periode van een jaar aanvangt.
Periodieke bijzondere bijstand wordt toegekend voor een maximale periode van 12 maanden, vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend of waarop de bijstandsverlening betrekking heeft.
Artikel 8 Medische of sociaal noodzakelijke kosten
Medische kosten die hoger zijn dan de hiervoor gehanteerde vergoedingen ingevolge de AWBZ, WLZ, Zvw, Wmo2015 en aanvullend verzekeringspakket 'Compleet' VGZ gemeentepakket, al dan niet afgesloten, kunnen als bijzondere kosten worden aangemerkt. Op medische indicatie kunnen de kosten van extra bewassing, kledingslijtage, extra stookkosten, dieetkosten, alarmering, maaltijdvoorziening en andere specifieke kosten ten gevolge van gebreken of ziekte van belanghebbende als bijzondere kosten worden aangemerkt en vergoed.
Als uitzondering op lid 1 van dit artikel geldt dat voor de volledige medisch noodzakelijke kosten bijzondere bijstand wordt verleend, ingeval belanghebbende zich niet aanvullend kan verzekeren als gevolg van registratie bij het CAK. De bijzondere bijstand wordt in deze situatie verstrekt in de vorm van een bijstand. De aflossing van deze leenbijstand vindt plaats conform artikel 12 van deze beleidsregel.
Artikel 9 Premie aanvullende ziektekostenverzekering
Als afgeleide van de tegemoetkoming in de kosten van de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering komen belanghebbenden die gebruik maken van de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering VGZ, in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van de premie per persoon per maand, tot het bedrag zoals vermeld in lid 2 van dit artikel. De inkomensgrens ligt op 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm met een vermogen tot de geldende vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 34 Participatiewet.
Artikel 10 Duurzame gebruiksgoederen
Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor de bijzondere bijstand om niet voor bovengenoemde duurzame gebruiksgoederen geldt dat men 36 maanden voorafgaande aan de aanvraag een inkomen heeft ontvangen dat lager of gelijk is aan 110 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm waarbij bij een overschrijding een geringe marge tot € 5,00 wordt gehanteerd.
Een aanvraag voor een bijdrage ten behoeve van duurzame gebruiksgoederen moet in beginsel worden ingediend vóór het tijdstip dat de kosten worden gemaakt c.q. de nieuwe duurzame goederen zijn aangeschaft in verband met het vaststellen van de noodzaak. Het te vervangen goed moet worden bewaard om de noodzaak van de vervanging aan te kunnen tonen.
Artikel 11 Kosten beschermingsbewind en budgetbeheer
Indien het college het budgetbeheer noodzakelijk acht kunnen de kosten van (erkend) budgetbeheer in aanmerking komen voor bijzondere bijstand tot een maximum zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 onderdeel a Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren voor 1 persoon dan wel artikel 7 lid 2 Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren voor 2 personen.
Indien zonder toestemming van het college budgetbeheer is aangevraagd bedraagt en er sprake is van de in lid 3 van dit artikel genoemde omstandigheid bedraagt de vergoeding 75% van de kosten zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 onderdeel a Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren voor 1 persoon dan wel artikel 7 lid 2 Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren voor 2 personen.
Artikel 13 Eigen bijdrage rechtsbijstand
Het Juridisch Loket van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is een voorliggende voorziening voor rechtsbijstand. De belanghebbenden die een aanvraag indienen voor een bijdrage ten behoeve van de kosten voor rechtsbijstand, zonder dat een beroep is gedaan op het Juridisch Loket, wordt op de in aanmerking te nemen kosten een korting toegepast.
Reiskosten in verband met ziekenbezoek van familieleden in de eerste en tweede graad kunnen voor maximaal 2 dagen per week volgens het openbaar vervoer tarief worden vergoed. Bij terminale patiënten is een hogere frequentie mogelijk. Als bewijs voor betaling wordt het (ziekenhuis-)bewijs van opname(n) en ontslag(en) gehanteerd.
Artikel 16 Vaste lasten tijdens tijdelijk verblijf in een inrichting of ziekenhuis
Tijdens een tijdelijk verblijf in een inrichting of ziekenhuis en vanaf het moment dat dit een wijziging van de norm tot gevolg heeft kan er voor de duur van maximaal één jaar bijzondere bijstand worden verleend voor de doorbetaling van de vaste lasten (huur, vast recht voor gas, water en elektra en netwerkkosten) in verband met het aanhouden van de woning in de gemeente Peel en Maas.
Artikel 17 Eerste huurlasten, waarborgsom en inrichtingskosten
Indien een belanghebbende vanuit een niet verwijtbare inkomensloze situatie beschikt over onvoldoende middelen voor de betaling van de eerste volledige maandhuur, administratiekosten en inrichtingskosten en redelijkerwijze niet heeft kunnen reserveren voor deze kosten, kan hij in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor deze kosten.
Indien een woning wordt bewoond waarvan de woonlasten hoger zijn dan de subsidiabele maximale huurgrens op grond van de WHT, wordt belanghebbende op grond van artikel 55 Participatiewet de aanvullende verplichting opgelegd dat hij actief op zoek gaat naar woonruimte en dat hij passende goedkopere woonruimte accepteert.
Artikel 21 De wijze van betalen
De betaling van de bijstand vindt uitsluitend op de volgende manieren plaats:
Artikel 22 De aflossing van leenbijstand
Bij de vaststelling van de maandelijkse termijnen waarin de leenbijstand wordt afgelost wordt als uitgangspunt gehanteerd dat belanghebbende 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm besteedt aan de aflossing van de lening. Inhoudingen die ten behoeve van cliënt worden gedaan, worden niet bij de vaststelling van deze norm in aanmerking genomen.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de
bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van
Panningen, 17 januari 2022
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers W.J.G. Delissen-van Tongerlo
Artikel 1Begripsomschrijvingen
Begrippen die in de Participatiewet voorkomen betekenen hetzelfde dan in de Participatiewet.
Een aantal begrippen staan niet in de Participatiewet. Deze begrippen zijn hierin toegelicht.
Artikel 2Aard van de bijzondere bijstand
Hiervoor geldt het zogenaamde maatwerkprincipe. Dit betekent dat uit de individuele
omstandigheden, de noodzaak van de kosten moet blijken. Per aanvraag wordt een zorgvuldige
afweging gemaakt van de persoonlijke situatie.
Het college moet de aanvraag om bijzondere bijstand in een bepaalde volgorde beoordelen.
Hierbij zijn de volgende vragen van belang:
Als de vragen 1 tot en met 3 met 'ja' en vraag 4 met 'nee' zijn beantwoord, dan kan
belanghebbende recht hebben op bijzondere bijstand.
Daarnaast is er nog een belangrijke algemene voorwaarde. Er is geen recht op (bijzondere)
bijstand bestaat als een belanghebbende een beroep kan doen op een passende en toereikende
voorliggende voorziening (artikel 15 lid 1 Participatiewet). Het college zal daarom bij iedere
aanvraag bijzondere bijstand moeten beoordelen of sprake is van een voorliggende voorziening.
Als daar sprake van is, bestaat er geen recht op (bijzondere) bijstand.
Willem (32 jaar) moet zijn tandartsrekening betalen van € 80,00. Voor de betaling van deze
kosten vraagt Willem bijzondere bijstand aan. Het college kan de aanvraag afwijzen, omdat
Willem een beroep kan doen de (collectieve aanvullende) zorgverzekering. De zorgverzekering is
dit geval een passende en toereikende voorliggende voorziening.
In deze beleidsregel worden, een aantal veel voorkomende kostensoorten genoemd.
Het verstrekken van een voorschot is niet mogelijk, behalve als door dringende redenen niet
gewacht kan worden. Bijvoorbeeld:
Voor het verstrekken van bijzondere bijstand is het niet nodig dat men algemene bijstand
ontvangt. Ook burgers met een andere uitkering of een laag inkomen kunnen een beroep doen
op bijzondere bijstand. Burgers die geen uitkering ontvangen van de gemeente, moeten altijd een
uitgebreid aanvraagformulier inleveren.
De hoogte van het inkomen en vermogen van de belanghebbende en zijn gezin zijn van belang.
Er wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm omdat het gaat om bijzondere
noodzakelijke kosten. Het is niet redelijk om huisgenoten mee te laten betalen voor bijvoorbeeld
De bijzondere bijstand is een aanvulling op het sociaal minimum. In artikel 35 lid 1 Participatiewet
is bepaald dat dit meegenomen moet worden bij het vaststellen van het (gezins)inkomen. Voor
het vaststellen van het vermogen maakt het college maakt gebruik van de beleidsruimte die.de
wetgever in artikel 35 Participatiewet biedt. Dit betekent dat voor belanghebbenden die de
pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, en ouder, een reservering voor de kosten van
begrafenis of crematie wordt vrijgelaten. Dit reserveringsbedrag is € 2.500,00 per huishouden.
Het maakt hierbij niet uit of zij hiervoor een verzekering hebben afgesloten.
Artikel 4De aanvraag en het tijdstip van aanvragen
Het uitgangspunt is dat bijzondere bijstand op aanvraag wordt verstrekt. In uitzonderlijke
situaties kan het college ambtshalve bijzondere bijstand verstrekken. Bijvoorbeeld bij zeer
ernstige ziekte, geestelijk onvermogen of een ernstige noodsituatie.
Vooraf aanvragen is noodzakelijk. Dit wil zeggen dat belanghebbende eerst moet aanvragen en
pas daarna kan kopen of aanschaffen.
De noodzaak kan namelijk niet meer worden vastgesteld als belanghebbende het oude toestel,
apparaat en meubelstuk al heeft weggegooid en een nieuwe heeft gekocht. Om die reden zal de
aanvraag in de regel dan worden afgewezen.
De aanvraag moet meteen na ontstaan van de kosten worden ingediend. Kosten die langer dan 3
maanden geleden zijn ontstaan, worden afgewezen. Het ontstaan van de kosten is het
Het indienen van de aanvraag kan op een van volgende manieren gedaan worden:
Schriftelijk door contact op te nemen met de consulenten van team WIJZ (Werk,
Inkomen, Jeugdhulp en Zorg). Zij sturen dan het - door het College vastgestelde-
aanvraagformuliér per post naar belanghebbende.
Digitaal via de website van de gemeente Peel en Maas (vanaf 1 april 2019
www.peelenmaas.nl/inwoners-en-ondernemers/werk-uitkering-en-biistand/biizondere-
Voor een aanvraag van duurzame gebruiksgoederen verwijzen we naar artikel 10 van deze
Artikel 5Vaststellen maandinkomen
Als, bij een nieuwe aanvraag, vaststaat dat de financiële omstandigheden binnen de eerder
vastgestelde periode van 12 maanden is toegenomen, zal het recht op bijzondere bijstand
Belanghebbende moet door het inleveren van bewijsstukken aantonen hoeveel het inkomen zal
verminderen of toenemen door de veranderde omstandigheden.
Kosten die het inkomen verlagen voor gezinnen met kinderen en alleenstaande ouders (sub 5).
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van kinderopvang en/of reiskosten voor noodzakelijk
scholing voor inburgeringsplichtige inwoners die geen uitkering meer ontvangen op grond van de
Participatiewet. Deze kosten worden op het inkomen in mindering gebracht. Om praktische
redenen is gekozen voor een percentage van 5% van de gehuwdennorm voor de
leeftijdscategorie > 21 jaar en jonger dan pensioengerechtigde leeftijd.
De periode voor periodieke bijzondere bijstand, bijvoorbeeld voor bewindvoerderskosten, is
maximaal voor de duur van 12 maanden. Na 12 maanden moet een nieuwe aanvraag ingediend
Artikel 7De hoogte van de bijstand
De hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald aan de hand van de volgende uitgangspunten.
De hoogte van de kosten wordt vermeld in de meest actuele NIBUD-prijzengids. Het Nibud is een
onafhankelijke stichting die adviseert en informeert over financiën van huishoudens. De
gebruikelijke kosten van een groot aantal kosten wordt jaarlijks gepubliceerd in de prijzengids
Een besparing van kosten die algemeen gebruikelijk zijn, wordt op de bijzondere bijstand in
mindering gebracht. Een voorbeeld hiervan is het eigen aandeel in de kosten van orthopedische
schoenen, omdat iedereen regelmatig schoenen moet aanschaffen. De kosten van schoenen
behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Het wordt daarom redelijk gevonden dat
belanghebbenden, die orthopedische schoenen nodig hebben, zelf een eigen bijdrage in de
kosten van aanschaf van schoenen betalen.
Bij de bepaling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt uitgegaan van de goedkoopst
mogelijke adequate oplossing. Onder adequaat wordt verstaan het begrip verantwoord,
Als er meerdere adequate alternatieven voorhanden zijn, dan wordt gekozen voor de goedkoopste oplossing. Een voorbeeld is te vinden in de tandheelkunde. Als er de keuze is tussen een relatief dure oplossing in de vorm van kronen en bruggen en de aanschaf van een prothese is ook een medisch verantwoord alternatief, dan wordt bijstand verstrekt ter hoogte van de kosten van een prothese.
De kosten van bijzondere bijstand in dit lid gemaximeerd. Dit is met name het geval bij betalingen van duurzame gebruiksgoederen (kei 10 van deze beleidsregel) en leningen bij schulden (artikel 12 van deze beleidsregel). Door het maximeren van de betaling wordt voorkomen dat aan belanghebbende te hoge leningen worden verstrekt. Met een te hoge lening wordt een lening bedoelt waarvan vooraf vaststaat dat belanghebbende deze niet (volledig) kan terugbetalen binnen de hiervoor geldende termijn van 60 maanden. De datum van aanvraag is bepalend voor de hoogte van de verstrekte bijzondere bijstand. Dit betekent dat 5% van de, op datum aanvraag geldende, bijstandsnorm het maandbedrag wordt vastgesteld. Dit aandbedrag wordt vervolgens vermenigvuldigd met 60 om tot het totale maximale bedrag te komen. Als lijkt dat deze maximering ertoe leidt dat het noodzakelijke meubilair (bruin- en witgoed) hiervan niet aangeschaft kan worden, dan zal op grond van maatwerk de hoogte van de aanvullende lening worden vastgesteld op basis van de Nibudprijslijsten. Hiervan kan sprake zijn bij grotere gezinnen.
Artikel 8Medisch of sociaal noodzakelijke kosten
De AWBZ, Wlz, Zvw en WMO vergoeden noodzakelijke kosten die verband houden met
(para)medische behandelingen. Voor zover deze pakketten onvoldoende dekking bieden voor
andere medisch noodzakelijke kosten, kan het college bijzondere bijstand verlenen voor de
dekking van de volledige of gedeeltelijke kosten.
Van belanghebbende wordt verwacht dat hij een basiszorgverzekering plus aanvullende
verzekering afsluit. Belanghebbende kan hierbij gebruik maken van de gemeentelijke collectieve
ziektekostenverzekering VGZ, maar is niet verplicht dit te doen. Wanneer belanghebbende geen
aanvullende verzekering heeft afgesloten komen de kosten, die anders vergoed zouden worden
door de aanvullende of tandartsverzekering, voor eigen rekening. De collectieve
ziektekostenverzekering geldt dus als voorliggende voorziening. Als referentie worden de
vergoedingen uit de gemeentelijke collectieve aanvullende verzekering VGZ gehanteerd
In het tweede lid van dit artikel zijn voorbeelden van kosten genoemd als gevolg van ziekte of
gebrek kunnen worden verstrekt. De noodzaak van de kosten moeten zijn vastgesteld door een
medisch deskundige, bijvoorbeeld van een huisarts of specialist.
In lid 3 en 4 van dit artikel worden een tweetal uitzonderingen op bovenstaande beschreven.
Een groeiende groep burgers kan zich niet meer aanvullend verzekeren omdat zij nog
openstaande premieschuld(en) hebben bij een ziektekostenverzekeraar. Als gevolg hiervan zijn ze
Toch hebben zij net zoveel behoefte aan zorg, als iemand die niet bij het CAK geregistreerd staat.
Denk hierbij alleen al aan reguliere controles bij de tandarts en de daarbij behorende kosten’-(bijv.
beugels voor kinderen). Door ze uit te sluiten van een adequate aanvullende verzekering, kunnen
schulden zich opstapelen. Ook kunnen zorgkosten vermeden worden doordat men geen bezoek
meer brengt aan bijvoorbeeld de tandarts. Om deze impasse te doorbreken heeft het college beslist hiervoor een tweetal uitzonderingen te maken.
De medisch noodzakelijke kosten kunnen voor deze categorie belanghebbende volledig via de
bijzondere bijstand worden vergoedt in de vorm van een lening.
De medisch noodzakelijke kosten kunnen volledig via de bijzondere bijstand worden vergoedt
'om niet' in geval er sprake is van geregistreerde schuldsanering. 'Om niet' betekent dat de
vergoeding vanuit de bijzondere bijstand een gift is en dus niet terugbetaald hoeft te worden.
Met 'geregistreerd' wordt bedoeld dat belanghebbende toegelaten is tot de Wet Schuldsanering
Natuurlijke Personen of een schuldsaneringstraject heeft bij een NVVK-lid geregistreerde
schuldhulpverlener. Deze uitzondering is gemaakt omdat deze belanghebbenden geen nieuwe
schulden mogen maken. Een lening voor medische noodzakelijke kosten valt hier ook onder en dit
kan dus het lopende schuldsaneringstraject ernstig in gevaar brengen.
Artikel 9Premie aanvullende ziektekostenverzekering
Belanghebbenden die gebruik maken van de collectieve ziektekostenverzekering VGZ, ontvangen
een tegemoetkoming in de premie voor de aanvullende ziektekostenverzekering. De
inkomensgrens ligt op 120% van de van toepassing zijnde norm en het vermogen conform de
geldende vermogensgrens (artikel 34 Participatiewet)
In lid 2 van dit artikel zijn de bedragen van de tegemoetkoming per verzekeringspakket benoemd.
Artikel 10Duurzame gebruiksgoederen
In het algemeen behoren duurzame gebruiksgoederen tot algemene kosten van het bestaan,
waarvoor gereserveerd moet te worden uit het beschikbare inkomen.
Als aanvulling op artikel 51 Participatiewet is hier geregeld dat de bijstand ter vervanging van
duurzame gebruiksgoederen, zoals genoemd in dit artikel 'om niet' wordt verstrekt als:
Hierbij wordt een kleine marge tot € 5,00 vrijgelaten.
Het college gaat er van uit dat een belanghebbende die langer dan 36 maanden van een
minimuminkomen heeft geleefd, geen financiële reserves heeft om deze kosten zelf te kunnen
Artikel 11Kosten van beschermingsbewind en budgetbeheer
Er bestaat recht op bijzondere bijstand als de kantonrechter een beschikking heeft afgegeven
waarin hij de hoogte van de beloning voor de bewindvoerder heeft bepaald. De hoogte van de
bijzondere bijstand is gelijk aan de door de rechter in de beschikking vastgestelde kosten van
bewindvoering of de door de bewindvoerder in rekening gebrachte voorschotten.
Geen recht op bijzondere bijstand is er als er sprake is van bewindvoering in het kader van de
Volgens de richtlijnen van de Recofa van het LOVC heeft de WSNP - bewindvoerder al recht op
een dergelijk voorschot uit de boedel uitsluitend als sprake is van een toereikend actief in de
Voor lid 3 tot en met 5 van dit artikel geldt dat deze alleen betrekking hebben op aanvragen
bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten of (vrijwillig) budgetbeheer vanaf 1 januari 2017.
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt aangenomen dat er geen beschikbare en/of
toereikende voorliggende voorzieningen zijn bij:
Dit geldt alleen als de bewindvoering en/of (vrijwillig) budgetbeheer als gestart zijn vóór
De datum ingang bewindvoering of budgetbeheer is belangrijker dan de naam van de
bewindvoerder of budgetbeheerder. Met andere woorden, de datum waarop de noodzaak
bestond voor bewindvoering of budgetbeheer, is belangrijker dan de persoon of organisatie die
deze voorziening uitvoert. Onderstaand lid 3 tot en met 5 van dit artikel, zijn in de hierboven
genoemde situaties dus niet van toepassing.
Ten aanzien van bewindvoering zijn schuldhulpverlening of (vrijwillig) budgetbeheer voorliggende
voorzieningen (o.a. uitspraak CRvB 14/5397). Dit betekent dat het college de kosten alleen
vergoedt, als zij vaststelt dat bewindvoering of (vrijwillig) budgetbeheer nodig is en dat
voorliggende voorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn.
Het college bepaalt de vorm van het budgetbeheer en de instantie die verantwoordelijk is voor de
uitvoering van hiervan. Belanghebbenden zijn verplichtom hieraan hun volledige medewerking
te verlenen. Belanghebbende moet zich hiervoor melden de cluster schuldhulpverlening van de
gemeente Peel en Maas. Zij beoordelen of deze hulp toereikend is, alvorens vrijwillig
budgetbeheer via een ander als noodzakelijk kan worden beschouwd (zie CRvB 15-03-2011, nr.
09/936 WWB). Binnen team schuldhulpverlening worden zowel schuldhulpverlening als
Wie, zonder tussenkomst van het college, bewindvoering regelt ontvangt maximaal 75% van de
kosten . Alle aanvragen, ook als belanghebbende tussentijds van bewindvoerder verandert, toetst
het college aan de hand van deze regels. Deze bepaling geldt alleen voor belanghebbende(n) waarbij sprake is van (problematische) schulden ongeacht of zij zich hebben aangemeld voor
gemeentelijke schuldhulpverlening.
Dit betekent dat betrokkene met (problematische) schulden eerst de aanvraag bijzondere
bijstand hiervoor moeten indienen, zodat het college hierover een beslissing kan nemen. Daarna
kan hij het verzoek indienen bij de rechtbank voor bewindvoering en/of budgetbeheer
Als er sprake is van een door het college noodzakelijk geachte lening voor schuldsanering, wordt
het bedrag van de lening vastgesteld op de aflossingscapaciteit, gedurende 36 maanden. De
aflossingscapaciteit wordt berekend aan de hand van het vrij te laten bedrag, conform NVVK -
Hierdoor is het mogelijk de schuldeisers bij aanvang van het traject een bedrag aan te bieden,
waardoor het makkelijker wordt om tot overeenstemming te komen (een minnelijke regeling te
treffen). Om de schuld niet onnodig te verhogen, wordt het bedrag verstrekt in de vorm van een
Artikel 13Eigen bijdrage rechtsbijstand
Er bestaat recht op bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand en griffierecht als deze
kosten noodzakelijk zijn. Deze noodzakelijkheid kan worden aangenomen als er een advocaat is
toegevoegd op grond van de Wet op de rechtsbijstand.
De aard van het rechtsgeding doet dan niet meer toe. Omgekeerd geldt dat de procedure in
beginsel niet nodig is, als het verzoek om toevoeging van een advocaat door de Raad voor de
Een rechtsbijstandsverzekering kan een voorliggende voorziening zijn.
De bijkomende kosten komen ook voor bijstand in aanmerking, zoals bijvoorbeeld kosten van
uittreksels Gemeentelijk Basis Administratie (GBA) of reiskosten welke nodig zijn om de
gerechtelijke procedure te kunnen starten. Wel wordt de verplichting opgelegd om, na de
uitspraak, het vonnis te overleggen.
Lid 3 van dit artikel is toegevoegd in verband met de invoering van het Juridisch Loket in juli 2011.
De gemeente Peel en Maas beschouwt het juridisch loket als een voorliggende voorziening. De
Rijksoverheid biedt via het Juridisch Loket gratis juridisch advies. Het loket geeft antwoord op
juridische vragen van burgers, via website, telefoon of vanuit een fysieke balie op één van de
30 vestigingen, waaronder een vestiging in Roermond.
Belanghebbende kan via het Juridisch Loket worden verwezen naar aanvullende betaalde rechtsbijstand, bijvoorbeeld een advocaat. In dat geval komt hij in aanmerking voor een korting op de kosten van deze rechtsbijstand.
Het college gaat er van uit dat belanghebbende juridische bijstand inroept via het Juridische loket.
Wordt een aanvraag ingediend voor de bijdrage van rechtsbijstand zonder dat een beroep is
gedaan op het Juridisch Loket, dan wordt op de in aanmerking te nemen kosten een korting
toegepast. Deze korting is gelijk aan de korting die hij gekregen zou hebben bij verwijzing door
De kosten voor het aanvragen of verlengen van de verblijfsvergunning of voor naturalisatie
kunnen zodanig hoog zijn, dat deze niet gerekend kunnen worden tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Algemeen gebruikelijke kosten voor een geldig Nederlands
identiteitsbewijs, worden in mindering gebracht op deze kosten. Als de verblijfsvergunning wordt
verlengd binnen 5 jaar, zijnde de geldigheidsduur van een identiteitskaart, dan worden de kosten
van de identiteitskaar na rato in mindering gebracht (bijvoorbeeld 3/5 deel bij een noodzakelijke
Voor deze kosten wordt een lening verstrekt die terugbetaald moet worden, zoals beschreven in
artikel 22 van deze beleidsregel.
Incidentele reiskosten in verband met bezoek van een ziek familielid moeten in principe worden
betaald uit een inkomen op bijstandsniveau.
In dit artikel staan reiskosten, waarvan het college van oordeel is dat deze niet (meer) betaald
kunnen worden uit het inkomen op bijstandsniveau . Dit is geen volledige opsomming, alleen de
meest voorkomende reiskosten zijn hierin opgenomen.
In het individuele geval zal steeds gekeken worden of reiskosten voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Voor de kosten van ziekenvervoer wordt een drempelbedrag gehanteerd dat, bij overschrijding voor een deel (50%) aan belanghebbenden wordt vergoed vanuit de voorliggende voorziening. Het deel dat resteert komt voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voor reiskosten voor medische (dag)behandeling door specialisten (lid 1) moet belanghebbende de afsprakenkaart of uitnodiging van de specialist overleggen.
De kosten worden vergoed volgens het openbaar vervoer tarief.
Als het gebruik van auto goedkoper is of het openbaar vervoer geen reëel alternatief is, geldt een
kilometervergoeding. Deze is dan gelijk aan de door de belastingdienst gehanteerde maximale
onbelaste kilometervergoeding op basis van de ANWB-routeplanner, de snelste route
(https://www.anwb.nl/verkeer/routeplanner).
Artikel 16Vaste lasten tijdens tijdelijk verblijf in een inrichting of ziekenhuis
In de regel zal bij een opname in een inrichting of ziekenhuis de algemene bijstand worden
voortgezet naar de norm 'in inrichting'. Deze norm is alleen bedoeld als zak- en kleedgeld tijdens
het verblijf in de inrichting of ziekenhuis.
Bij een tijdelijk verblijf in een inrichting of ziekenhuis kan aan belanghebbende bijzondere
bijstand worden verstrekt. Dit om ervoor te zorgen dat de kosten van de huur en vaste lasten
betaald kunnen worden voor het aanhouden van de eigen woning.
Het moet dan wel duidelijk zijn dat het gaat om een tijdelijk verblijf en dat het te verwachten is
dat belanghebbende op (korte) termijn terug gaat naar de eigen woning.
Artikel 17Eerste huurlasten, administratiekosten en inrichtingskosten
Het begrip 'niet verwijtbaar' is toegevoegd. Dit omdat het vanuit een oogpunt van"
bijstandverlening niet wenselijk is om bijzondere bijstand 'om niet' te betalen voor de eerste
volledige maandhuur, in die gevallen waarin er een ongenoegzaam besef van
verantwoordelijkheid is getoond.
Een voorbeeld hiervan is detentie.
Na detentie kan een belanghebbende wel in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor de
eerste volledige maandhuur, maar de bijstand zal dan in de vorm van een geldlening worden
verstrekt in plaats van 'om niét'.
Voor de woonkostentoeslag moet een onderscheid gemaakt worden tussen de bewoners van
een huurwoning en een eigen woning. Bij een huurwoning is de hoogte van de
woonkostentoeslag gelijk aan de gemiste huurtoeslag. Bij een eigen woning wordt de hoogte van
de woonkostentoeslag bepaald aan de hand van een huurwoning met vergelijkbare woonlasten.
Een belangrijke overeenkomst tussen huurders en eigenaren is, dat er bij woonkosten boven de
maximale huurgrens ook bij eigenaren een verhuisplicht wordt opgelegd. Ook voor eigenaren geldt dat zij niet te duur moeten blijven wonen (zie CRvB 16-12-2014, nrs. 13/9 WWB e.a.). Het
opleggen van de verhuisplicht moet uitdrukkelijk te gebeuren in de beschikking waarin de
woonkostentoeslag wordt toegekend (zie CRvB 25-11-1997, JABW 1998/20). Het college is dus
bevoegd aan de toekenning van een woonkostentoeslag een voorwaarde te verbinden. Deze
voorwaarde is dat belanghebbende binnen een te stellen termijn de nodige inspanningen verricht
om zijn woning te verkopen en goedkopere woonruimte te zoeken (artikel 55 Participatiewet). Na
afloop van die termijn moet een individuele beoordeling plaats te vinden, omdat bijzondere
omstandigheden kunnen rechtvaardigen dat de woonkostentoeslag na afloop van die termijn
moet worden voortgezet (zie CRvB 24-06-2014, nr. 13/1943 WWB-T).
Een jong meerderjarige is een jongere in de leeftijd van 18 tot 21 jaar. Hij zal in eerste instantie
een beroep moeten doen op de onderhoudsverplichting die op zijn ouder(s) rust. Het college
onderzoekt actief in hoeverre de ouder(s) aan zijn onderhoudsverplichting kan voldoen. Ook
onderzoekt het college of er omstandigheden zijn die een uitzondering kunnen zijn voor de
onderhoudsplicht van de ouders. De aanvrager (jong meerderjarige) zal dus objectief moeten
aantonen dat de ouders niet in staat zijn, of niet van plan zijn, om de jong meerderjarige in het
levensonderhoud te ondersteunen. Het college kan zelf ook actief contact opnemen met de
De datum aanvraag is de datum van de melding door belanghebbende(n) of diegene die hem
wettelijk vertegenwoordigd. Als iemand door persoonlijke omstandigheden niet in staat is
geweest zich vroegtijdig te melden, kan het college besluiten een afwijkende datum vast te
Hierin is geregeld dat geen herberekening wordt gemaakt, bij tussentijdse geïndexeerde
normwijzigingen. Dit wordt niet gedaan omdat de wijziging van de norm dan maar heel klein is
(enkele euro's). Alleen als de leefvorm verandert, wijzigt de hoogte. Bijvoorbeeld als een
alleenstaande jongmeerderjarige gaat samenwonen.
Artikel 20De wijze van verstrekken
In elk besluit aan belanghebbende zal het college moeten aangeven in welke vorm zij de bijstand
gaat verlenen. Dit kan zijn in 'om niet', in de vorm van een geldlening of op borgtocht.
Uitgangspunt is dat de bijstand 'om niet' wordt verleend, behalve als de wet of deze beleidsregel
Artikel 21De wijze van betalen
Om uniformiteit te bewaren is in dit artikel beschreven op welke manier de betaling plaatsvindt.
In de beschikking staat dat het bedrag moet worden besteed aan de kosten waarvoor de bijstand
is verleend. Blijkt dat dit niet het geval is geweest, dan kan worden teruggevorderd. In elk geval
wordt niet opnieuw bijstand verstrekt voor dezelfde kosten en kan het in mindering worden
gebracht bij een nieuwe aanvraag.
Artikel 22De aflossing van leenbijstand
In dit artikel wordt beschreven hoe de hoogte van de aflossing van de leenbijstand wordt
vastgesteld. Dit zal altijd individueel worden beoordeeld, waarbij het percentage kan afwijken.
In lid 3 van dit artikel staat dat aflossing plaatsvindt gedurende maximaal 60 maanden . Deze
termijn sluit aan bij de maximale termijnen van aflossingen van teveel of ten onrechte verstrekte
bijstandsuitkering (Participatiewet). Het is namelijk niet wenselijk dat belanghebbenden langer
dan 60 maanden afhankelijk zijn van een inkomen van 95% van de bijstandsnorm.
Na een juiste en tijdige aflossing gedurende deze periode, gaat het college dan ook over tot
kwijtschelding van het restant aan leenbijstand.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 24Citeertitel en inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel