Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING op de in-, uit- en doorvoer |
Citeertitel | Landsverordening I. U. en D. |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | belastingen |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 16 juli 1908, gepubliceerd in P.B. 1908, no. 33 , en in werking getreden op 1 januari 1908.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Regeling Enig Document
Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 260 van de Landsverordening I. U. en D.
Landsbesluit tot uitvoering van de Landsverordening I. U. en D.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-07-2019 | artikel 217, 218 | 14-06-2019 |
HOOFDSTUK 1 Algemene Bepalingen
In de termijnen, in deze landsverordening bepaald, worden zaterdagen, zondagen en de krachtens artikel 23 van de Arbeidsregeling genoemde feestdagen niet meegerekend.
De kosten van dienstverlening door de ambtenaren ter uitvoering van deze landsverordening of van andere wettelijke regelingen op de in-, uit- endoorvoer en accijnzen:
komen ten laste van belanghebbenden en worden berekend naar een tarief, daarvoor bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen. Dienovereenkomstig betaalde gelden worden in de Landskas gestort.
Onverminderd de bepalingen van deze landsverordening zijn op de in-, uit- en doorvoer van accijnsgoederen ook toepasselijk de bepalingen van de bijzondere verordeningen op de accijnzen.
Onverminderd de bepalingen in deze landsverordening zijn op de invoer van goederen de regels gesteld in de Landsverordening tarief van invoerrechten van toepassing tenzij anders bepaald.
Buiten Sint Maarten gevestigde stoomvaartmaatschappijen zijn verplicht bij ondertekende, gezegelde verklaring, te deponeren ter Inspectie, domicilie in Sint Maarten te kiezen voor alles wat de uitvoering van deze verordening of van andere wettelijke regelingen omtrent de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen betreft. Bij gebreke daarvan worden zij geacht voor gemelde doeleinden domicilie te hebben gekozen ter Inspectie.
Binnen zes uur na aankomst van een schip moet de schipper het schip inklaren bij de daartoe door de Inspecteur aangewezen ambtenaar, onder vertoning van de scheepspapieren en van de ladingspapieren van alle goederen, die zich in het schip bevinden, onverschillig of die goederen al dan niet aan invoerrecht of accijns onderworpen zijn.
De Inspecteur is bevoegd de inklaring terstond na aankomst van een schip te vorderen. Indien daaraan niet wordt voldaan, zal het schip worden bewaakt.
Van de inklaring wordt een akte in tweevoud opgemaakt, te ondertekenen door de schipper en de ambtenaar tot inklaring, houdende de naam van de schipper; de naam, het domicilie, de tonnenmaat, de plaatsen van inlading en de plaats van bestemming van het schip; de lijst van alle ingeladen goederen met vermelding van de soort volgens de algemene handelsbenaming; het aantal, de soort en de merken van de colli en losse voorwerpen of wel, dat de goederen gestort zijn en alsdan van dezelfde hoeveelheid.
De akte van inklaring wordt aangezuiverd door lossing van de daarin vermelde goederen, overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening.
De goederen, die bij de inklaring worden opgegeven als onbekend of onder de algemene benaming van koopmanschappen zullen worden gelood, verzegeld, of bewaakt tot bij de lossing op behoorlijke aangifte door de belanghebbenden, desnoods na bezichtiging, of tot de opslag onder beheer van de Inspectie op de voet van de zevende afdeling van dit hoofdstuk.
De loden of zegels zullen niet op de fusten of emballages, maar op de luiken van het schip en op alle verdere toegangen tot de plaats, alwaar aan boord de goederen zich bevinden, zoveel nodig worden gesteld, indien de omstandigheden dit in het belang van de handel ter beoordeling van de Inspecteur wenselijk maken.
De schippers van de in het binnenland thuis behorende vissersvaartuigen, van de visvangst terugkerende, zijn niet onderworpen aan inklaring, zo zij niets anders aan boord hebben dan vis, de zaken, tot uitoefening van hun bedrijf behorende en de scheepsprovisie, die geacht worden tot verbruik aan boord door de bemanning te dienen, doch wel aan visitatie, waartoe zij van hun aankomst terstond en vóór alle lossing aan de politie moeten kennis geven.
Wanneer goederen uit schepen, op de kusten gestrand of verongelukt, in vaartuigen overgenomen zijn, zullen de schippers van die vaartuigen, die aan dezelfde verplichtingen als inkomende zeeschippers onderworpen zijn, de goederen moeten brengen naar een van de plaatsen in artikel 11 vermeld en van hun aankomst terstond vóór alle lossing aan de Inspecteur kennis geven.
De goederen in het vorige artikel bedoeld, kunnen worden gesteld onder het medetoezicht van de Inspectie op kosten van de rechthebbenden. Deze zijn bevoegd tot wederuitvoer, vrij van alle invoerrechten en accijnzen, binnen de door de Inspecteur te bepalen tijd en desgevorderd onder zekerheidstelling.
Voor zover blijkt, dat strandgoederen zijn geladen geweest in schepen, van een van de plaatsen, in artikel 11 bedoeld, vertrokken, doch op de uitreis verongelukt en dat invoerrecht en accijns zijn betaald, zullen de goederen vrij zijn van invoerrecht en accijns en wat de accijns betreft, beschouwd worden als niet uitgevoerd te zijn geweest.
Schepen, naar elders bestemd, die binnenvallen uit nood of om orders, kunnen met dezelfde lading vertrekken zonder betaling van invoerrecht of accijns, doch zal inmiddels plombering, verzegeling of bewaking worden toegepast. Wanneer het geheel of een gedeelte van de lading bestemd wordt tot lossing om niet weer te worden ingenomen, zullen de gewone bepalingen toepasselijk zijn.
Wanneer die schepen uit een van de plaatsen, in artikel 11 genoemd, vertrokken zijn, zullen de goederen voor zover blijkt, dat zij in bedoelde plaatsen in de schepen zijn geladen geweest en invoerrecht en accijns zijn betaald, vrij zijn van invoerrecht en accijns en zullen overigens de gewone bepalingen van toepassing zijn.
Omtrent de inklaring en verdere behandeling van reisbagage en passagiersgoed en de invoer van handelsmonsters en kleine pakken tijdschriften worden de nodige voorschriften vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.
In bijzondere gevallen kan de Inspecteur vergunnen om elders te lossen, in welk geval de lading gedurende de reis naar de bijzondere losplaats onder verzegeling of bewaking kan worden gesteld en de kosten van bewaking en toezicht door de ambtenaren ten laste van belanghebbende komen. Deze vergunning wordt niet verleend voor accijnsgoederen.
Met de lossing mag niet worden aangevangen dan in tegenwoordigheid of met medeweten van de ambtenaren belast met de visitatie.
Indien de lossing van enig schip niet is volbracht binnen tweemaal 24 uur na de inklaring, zal bewaking toegepast worden.
De goederen mogen in de vrachtlijsten niet als onbekend of onder de algemene benaming van koopmanschappen worden aangegeven, tenzij de schippers de soort daarvan niet kennen en ladingspapieren geen aanwijzing daaromtrent bevatten. De ladingspapieren moeten ten bewijze daarvan aan de ambtenaren worden getoond zo dikwijls zij dit verlangen.
De vrachtlijsten worden naar keuze van de schippers in de Nederlandse, Spaanse, Engelse, Italiaanse, Duitse of Franse taal, doch steeds in het Nederlandse letterschrift ingevuld.
De Inspecteur kan door middel van aantekening op de akte van inklaring vergunning geven tot herstel van abuizen in de vrachtlijsten, mits de aanvraag daartoe geschiedt binnen 24 uur na de aankomst van de goederen op de losplaats en de fout naar de overtuiging van de Inspecteur niet aan frauduleuze oogmerken is toe te schrijven.
De akte van inklaring wordt aangezuiverd door lossing volgens de bepalingen van de volgende afdeling van dit, of de tweede afdeling van het vierde hoofdstuk.
Wanneer bij de lossing voor goederen in colli verschillen in meer of minder, meer dan 10% bedragen, worden vastgesteld op het bruto gewicht of de kubieke maat, in de vrachtlijsten vermeld, of wel op de hoeveelheid volgens artikel 34, eerste lid, in die lijsten opgegeven, worden de schippers geacht deze verordening te hebben overtreden, onverminderd de aansprakelijkheid van hen, die aangifte doen, overeenkomstig de vijfde afdeling van dit hoofdstuk.
Bij inklaring volgens deze afdeling kan de Inspecteur in spoedeisende gevallen voor de aanzuivering van de akte van inklaring een bewijs afgeven, dat de vertrekpas vervangt, nadat zekerheid is gesteld voor de rrechten en accijnzen en de kosten, die wegens het niet-aanzuiveren van de akte van inklaring verschuldigd kunnen worden.
Voor stoomschepen in geregelde dienst van stoomvaartondernemingen, waarvan in het vaarplan het binnenland is opgenomen, die binnenkomen enkel om goederen bij te laden of passagiers te ontschepen of op te nemen en daarna weer zee te kiezen, behoeven de vrachtlijsten alleen te vermelden de soort en het getal van de colli of van de losse voorwerpen en de soort en de hoeveelheid van de gestorte goederen.
Wanneer wegens averij, verandering van bestemming of andere dergelijke redenen de lading geheel of gedeeltelijk moet worden gelost, kan de Inspecteur, onder de nodige voorzieningen op kosten van de schippers, vergunning daartoe verlenen, mits voor de goederen, die niet met hetzelfde schip worden uitgevoerd, alsnog een nadere akte van inklaring worden ingeleverd, met bijvoeging van vrachtlijsten, overeenkomstig artikel 31.
Het bepaalde bij het vorige artikel is ook toepasselijk op schepen, die uit nood binnenvallen of om orders.
Wanneer in een vrachtlijst goederen niet juist zijn omschreven, kan de Inspecteur machtiging verlenen, dat tot aanzuivering van de betrokken akte van inklaring of vrachtlijst, documenten worden afgegeven of aangenomen, waarin de juiste omschrijving van de goederen voorkomt, behoudens bekeuring wegens het niet overeenstemmen van de goederen met de vrachtlijst tegen degene, die voor deze overeenstemming aansprakelijk is. Verschillen tussen de goederen en de vrachtlijsten, welke blijkbaar enkel het gevolg van een schrijffout zijn, kunnen op verzoek van de belanghebbende bij de goederen, zonder bekeuring, door de Inspecteur door middel van aantekening worden hersteld.
De goederen volgens de bepalingen van de vorige afdeling ingeklaard, kunnen zonder voorafgaande nadere aangifte door de schippers worden gelost en tijdelijk opgeslagen met inachtneming van de volgende bepalingen.
Gelijke opslag kan geschieden in een particulier lokaal of op een voor afsluiting vatbaar particulier terrein dat door de Inspecteur moet worden goedgekeurd, onder wederzijdse sluiting door de Inspecteur en de belanghebbende. Tot deze lokalen en terreinen hebben de ambtenaren te allen tijde toegang.
Tot de tijdelijke opslag kunnen ook worden toegelaten lichters, die volgens de voorschriften van de Inspecteur kunnen worden gesloten en verzegeld en open lichters onder bewaking van de ambtenaren; de eerste worden gelijk gesteld met de lokalen in het tweede, de anderen met die in het derde lid genoemd.
Wanneer de gelegenheid ontbreekt tot opslag volgens de vorige leden van dit artikel, kan de Inspecteur toestaan, dat de goederen op de wal worden opgeslagen onder bewaking van de ambtenaren; deze vergunning wordt slechts verleend voor de daarin te vermelden tijd, die niet langer mag worden gesteld dan onvermijdelijk is en worden de goederen zo spoedig mogelijk met de vrachtlijsten vergeleken.
Goederen van licht ontvlambare aard zullen, indien de Inspecteur het nodig acht, door belanghebbende en anders op hun kosten door de Inspecteur worden vervoerd naar de daarvoor aangewezen bijzondere bergplaatsen die voor de tijdelijke opslag worden gelijkgesteld met de lokalen in het eerste of tweede lid van dit artikel bedoeld.
De schippers zorgen ervoor dat geen goederen worden vervoerd op andere wijze dan in artikel 48 is toegelaten. Wanneer een maatschappij of een andere persoon dan de schipper zich in het geval van tijdelijke opslag belast met het beheer van de goederen, vermeld in de vrachtlijsten, stelt die persoon of maatschappij vóór de lossing op een exemplaar van de akte van inklaring een ondertekende verklaring, waarin zij of hij de aansprakelijkheid voor de aanzuivering van de vrachtlijst overneemt.
Bij verschillen, als in artikel 39 bedoeld, tussen de voorhanden goederen en die welke volgens de vrachtlijsten aanwezig moeten zijn, worden de schippers of andere aansprakelijke personen geacht deze landsverordening te hebben overtreden, onverminderd dezelfde aansprakelijkheid als in het slot van artikel 39 bedoeld.
Wegens de goederen, minder bevonden dan in de vrachtlijsten vermeld, zijn de invoerders of de andere personen of maatschappijen, die zich met het beheer van de goederen belast hebben, gehouden tot voldoening van het bedrag van de volgens artikel 187 door hen gestelde zekerheid. Het aldus verschuldigde voor een gedeelte van een partij wordt berekend in verhouding tot het bedrag van de zekerheid voor de gehele partij. Verschillen op het bruto gewicht of de kubieke maat van colli blijven hier buiten aanmerking.
De aangifte van de goederen moet, desnoods na bezichtiging, door de beheerder ervan, die in staat moet zijn deze goederen ter visitatie aan te bieden, schriftelijk worden gedaan, hetzij door de koopman, geconsigneerde, schipper, of bij de Inspectie toegelaten konvooilopers, expediteurs of cargadoors, mits zij vermelden de naam van degene, voor wie de aangifte geschiedt, of door bijzondere gemachtigde. In gevallen waarin dat overeenkomstig de navolgende bepalingen is voorgeschreven of toegestaan, wordt de aangifte elektronisch gedaan.
Aangiften ten invoer kunnen met inachtneming van de navolgende voorschriften door degenen die daartoe vergunning hebben gekregen, elektronisch worden gedaan. De vergunning wordt door de Inspecteur bij beschikking verleend. In de vergunning kunnen nadere voorwaarden en bepalingen worden gesteld. De vergunning is slechts geldig voor de in die vergunning aangeduide aansluiting(en) op het systeem voor het doen van elektronische aangiften.
Een elektronische aangifte kan niet als aangifte dienen indien in het elektronische bericht dat de aangifte inhoudt niet een persoon die vergunning heeft verkregen tot het doen van elektronische aangiften als aangever is aangeduid of indien het bericht is verzonden vanuit een aansluiting waarvoor de desbetreffende vergunning niet geldt.
Indien een aangifte ten invoer elektronisch wordt gedaan, moet de aangever op het tijdstip waarop die aangifte wordt gedaan, de bescheiden die ingevolge wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen moeten worden overgelegd in zijn bezit hebben. De Inspecteur bepaalt waar en op welke wijze de bescheiden moeten worden overgelegd.
Omtrent de inkomende accijnsvrije goederen kan de aangever die daarvoor kiest volstaan met zich ten opzichte van de maat, het gewicht of het aantal stuks te gedragen naar de door de ambtenaren op zijn kosten vast te stellen maken hoeveelheid, waarvoor een consent tot lossing zal worden afgegeven, op de achterzijde waarvan de vastgestelde hoeveelheid zal worden vermeld, waarnaar vervolgens de betaling van de invoerrechten zal geschieden.
In het geval van beschadiging van de goederen op de reis kan, voordat de aangever de goederen tot zich genomen heeft, een nieuw aangifte naar de waarde of van de hoeveelheid in beschadigde toestand worden toegelaten.
Het is de aangever van accijnsvrije goederen geoorloofd zijn aangifte te veranderen, zolang op het verkregen document de visitatie door de ambtenaren nog niet is aangevangen en nog geen aanhouding of bekeuring is geschied.
Na behoorlijke aangifte zullen aan de aangever naar de omstandigheden worden afgegeven kwitanties van betaalde rechten, paspoorten of andere documenten, waarin het aantal van de colli de maat of het gewicht, de waarde, alsmede de dag van afgifte in cijfers kunnen worden vermeld, of voor één en ander naar de aan te hechten aangiften zal worden verwezen.
Geen document zal worden afgegeven, wanneer de aangifte niet voor het geheel of aangegeven gedeelte, in soort van goederen en getal van colli of losse voorwerpen, of in hoeveelheid van gestorte goederen overeenstemt met de akte van inklaring of de vrachtlijsten; de aangever zal in dat geval door de Inspecteur worden gehoord ter ontdekking van de redenen van het verschil; wanneer die voldoende worden bevonden, zal de afgifte van het document dadelijk volgen.
De documenten hebben geen kracht vóór 06:00 uur of na 18:00 uur, noch op zaterdagen, zondagen of krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijk gestelde dagen, tenzij de Inspecteur de vergunning op het document heeft gesteld.
Altijd bij invoer, en verder wanneer dit bij deze landsverordening is voorgeschreven of ter verzekering van invoerrecht en accijns door de Inspecteur nodig wordt geacht, moeten de hoeveelheid en hoedanigheid van accijnsgoederen worden opgemaakt door verificatie. Daartoe wordt na de aangifte een consent tot lossing afgegeven.
De belanghebbende, die daarvoor kiest, zal de fusten, van klaarblijkelijk gelijke inhoud in tegenwoordigheid van de ambtenaren kunnen aanvullen, mits hij voorafgaand aan de aflossing een daartoe strekkende verklaring doet, in welk geval het voldoende zal zijn, dat van een zelfde partij 5 tot 10% van de fusten worden berekend.
De ambtenaren zullen van hun bevinding verklaring plaatsen op de achterzijde van de documenten en deze verklaring zal tot grondslag strekken van de betalingen, debiteringen, zekerheidstellingen, afschrijvingen en restituties volgens deze en de bijzondere verordeningen.
Wanneer de belanghebbende zich bezwaard acht met de uitslag van de verificatie van de goederen, evenals een ambtenaar zal oordelen dat de rechten van het Land zijn tekort gedaan, zal een herverificatie op kosten van de in het ongelijk gestelde kunnen worden gevorderd; doch zal alsdan de gehele partij opnieuw moeten worden geverifieerd, behalve dat gedeelte van een partij in een vrachtlijst vermeld, dat reeds vroeger is weggevoerd.
Goederen, waarvan de invoer is verboden, doch bij de inklaring of aangifte gebracht onder hun ware en bijzondere benaming, kunnen, tenzij wettelijke regelingen zich daarentegen verzetten, dadelijk weer worden teruggevoerd of, verzegeld of bewaakt, op kosten van de belanghebbenden naar een overheidsbergplaats overgebracht.
Binnen tweemaal 24 uur - en voor zover het goederen aan spoedig bederf onderhevig betreft, ten spoedigste - na de overbrenging worden de goederen ambtelijk en in tegenwoordigheid van de belanghebbende, indien hij zich daartoe aanmeldt, geïnventariseerd.
Na afloop van de termijn, in het vorige artikel gesteld, zal de Inspecteur met autorisatie van de rechter in eerste aanleg die op schriftelijk verzoek en na summier onderzoek omtrent de inachtneming van de voorgeschreven formaliteiten zal worden verleend, doen overgaan tot de verkoop van de dan nog niet opgeëiste goederen.
De opbrengst van de goederen, na aftrek van alle kosten, waaronder huur van de overheidsbergplaats, en wat niet verboden goederen betreft, tevens van de verschuldigde invoerrechten en accijnzen, blijft gedurende een jaar na de verkoop ter beschikking van degenen, die bewijzen daarop recht te hebben en vervalt na die tijd aan de Landskas.
Het verbod van artikel 103 zal zich wat accijnsgoederen betreft niet uitstrekken tot:
goederen, bij particulieren tot huiselijk gebruik voorhanden, onder bepaling echter, dat door documenten niet ouder dan drie maanden, zal moeten worden aangetoond de inslag van gedistilleerd, wanneer de hoeveelheid groter is dan drie liter ad 50% sterkte; bij hogere sterkte een hoeveelheid, die na herleiding drie liter ad 50% bedraagt; voor eigenaars of huurders van plantages zal echter de hoeveelheid zijn 12 liter.
De gemelde ambtenaar zal de documenten, in het vorige lid bedoeld, niet mogen afgeven dan op aanvraag van de koopman of winkelier, op vertoon van documenten, dienende tot staving van de inslag en op de achterzijde waarvan de ambtenaar de op de eerste bedoelde documenten vermelde hoeveelheden zal afschrijven.
De belanghebbende of zijn vertegenwoordiger is gehouden aan de ambtenaren, bij het uitoefenen van hun taak, overeenkomstig hun aanwijzingen en onder hun toezicht de nodige medewerking te verlenen en wanneer dat gevorderd wordt de daarvoor benodigde werklieden, hulpmiddelen en bijstand kosteloos ter beschikking te stellen. Bij gebreke daarvan kunnen de ambtenaren na overleg met de Inspecteur op kosten van de belanghebbende in het nodige voorzien voor zover het verrichten van de werkzaamheden niet in het belang van de overheid is geboden, deze achterwege laten.
Indien de ambtenaren dit voor het deugdelijk verrichten van de werkzaamheden noodzakelijk oordelen, is de belanghebbende gehouden op daartoe gedane vordering de vervoermiddelen of andere goederen ten aanzien waarvan de werkzaamheden worden verricht op zijn kosten over te brengen naar een door de ambtenaren aangewezen plaats.
De ambtenaren zijn bevoegd van een ieder inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is. Zij kunnen zich bij de uitoefening van deze bevoegdheid doen vergezellen van door de Inspecteur aangewezen personen.
vervoermiddelen, bergingsmiddelen en verpakkingsmiddelen, of delen daarvan, waarin zich goederen bevinden waarover nog belasting verschuldigd is of kan worden, ten uitvoer aangegeven goederen, of goederen waarvan het vervoer aan beperkende bepalingen is onderworpen, door het aanbrengen van zegels of op andere wijze zodanig te sluiten dat, zonder braak, geen goederen kunnen worden onttrokken of toegevoegd;
Indien een vervoermiddel, bergingsmiddel, verpakkingsmiddel, werktuig, leiding, gebouw of terrein, of deel daarvan, moet of kan worden gesloten en de ambtenaren het voornemen tot sluiting aan de beheerder hebben te kennen gegeven, draagt deze zorg dat een deugdelijke sluiting tot stand wordt gebracht.
Ten aanzien van de in het eerste, tweede en derde lid opgelegde verplichtingen kan voor de beheerder niet het bestaan van overmacht worden aangenomen, indien hij niet onverwijld nadat hem bekend is geworden dat geen deugdelijke sluiting is tot stand gebracht, dat de sluiting niet in stand is gebleven of dat de zegels of merken zijn verwijderd of geschonden, daarvan mededeling doet aan een ambtenaar.
Van het binnentreden in een woning tegen de wil van de bewoner wordt binnen tweemaal 24 uur, onder vermelding van het tijdstip van het binnentreden en van het daarmee beoogde doel, een schriftelijk verslag opgemaakt en een afschrift daarvan aan de bewoner uitgereikt of te zijnen behoeve aan de woning bezorgd.
Bij visitatie van een gebouw, erf of besloten terrein is de gebruiker gehouden op eerste vordering van een ambtenaar deze terstond inzage te verlenen van de registers en andere bescheiden die krachtens enige wettelijk voorschrift omtrent de aldaar voorhanden, ingeslagen of uitgeslagen wordende goederen moeten worden bijgehouden of voorhanden moeten zijn.
Aan visitatie door de ambtenaren zijn te allen tijde onderworpen vervoermiddelen die zich niet bevinden in of op een gebouw, erf of besloten terrein. Zo nodig kunnen zij de hulp van de sterke arm inroepen.
Bij de onderzoekingen en opnemingen van goederen die zich in vervoer bevinden, is de gezagvoerder of de bestuurder van het vervoermiddel of de beheerder van de goederen gehouden op eerste vordering van een ambtenaar deze inzage te verlenen van de bij het vervoermiddel of de goederen behorende vracht- of ladingspapieren, alsmede van de bescheiden welke krachtens wettelijke regelingen bij de goederen aanwezig moeten zijn.
Vervoermiddelen, kennelijk ingericht of toegerust om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken alsmede alle andere voorwerpen, kennelijk bestemd om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken of om een vervoermiddel tot hiervoor omschreven doeleinde in te richten of toe te rusten, worden in beslag genomen.
Van de inbeslagneming en van de gronden daartoe doet de Inspecteur zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan degene op wie de inbeslagneming heeft plaatsgevonden en, indien dit niet de eigenaar van de goederen is en de identiteit van de eigenaar vaststaat, tevens aan de eigenaar. Ingeval van inbeslagneming op onbekende personen geschiedt die mededeling zo spoedig mogelijk in twee plaatselijk verschijnende dagbladen.
De eigenaar van het in beslag genomen vervoermiddel of voorwerp kan binnen een maand na de mededeling omtrent de inbeslagneming, bij het Gerecht in eerste aanleg daartegen hetzij in persoon, hetzij door een gemachtigde een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen, gegrond op de omstandigheid dat het in beslag genomen vervoermiddel of voorwerp niet beantwoordt aan de omschrijving, vervat in het eerste lid.
Indien met betrekking tot goederen, die zich overeenkomstig wettelijke regelingen onder douaneverband bevinden of behoren te bevinden, de belanghebbende bij de goederen nalaat de voorgeschreven verplichtingen na te komen, kunnen de goederen door de ambtenaren worden in bewaring genomen. Indien de belanghebbende bij de goederen bekend is, wordt tot de inbewaringneming niet overgegaan voordat deze is aangemaand de verplichting binnen een bij de aanmaning gestelde termijn na te komen.
Ingeval de belanghebbende bij de goederen onbekend is, worden de goederen terstond in bewaring genomen en wordt hiervan mededeling gedaan in twee plaatselijk verschijnende dagbladen met vermelding van een omschrijving van de goederen en van de voor de goederen gebezigde verpakking. Indien de belanghebbende bij de goederen bekend is, wordt schriftelijk mededeling omtrent de inbewaringneming aan die belanghebbende gedaan.
De Inspecteur treedt op als bewaarnemer en draagt zorg voor de opslag en inventarisatie van die goederen. De opslag geschiedt op kosten van de belanghebbende. In geval van vermis, beschadiging of waardevermindering van de in bewaring genomen goederen kan het Land niet aansprakelijk gesteld worden tenzij zulks te wijten is aan de schuld van de ambtenaren.
Indien niet binnen een maand na de mededeling omtrent de inbewaringneming de verplichtingen alsnog zijn nagekomen, kunnen de goederen in het openbaar en volgens plaatselijk gebruik worden verkocht of in bijzondere gevallen worden vernietigd. Indien de goederen aan spoedige, aanmerkelijke, waardevermindering onderhevig zijn of indien de bewaring of het onderhoud ervan gevaar oplevert dan wel hoge kosten meebrengt, kunnen in afwijking van het derde lid, de goederen onmiddellijk worden verkocht, nadat van het voornemen daartoe op een door het Hoofd te bepalen wijze in het openbaar bekendheid is gegeven.
De opbrengst van de goederen - in geval van uitoefening van het recht van verhaal hetgeen is overgebleven - wordt, na aftrek van de rechten en de kosten, uitgekeerd aan de belanghebbende bij de goederen die binnen een jaar na de mededeling omtrent de inbewaringneming zulks vordert, bij gebreke waarvan de opbrengst of hetgeen is overgebleven aan het land vervalt. Voor zover de goederen na het verstrijken van die termijn niet zijn verkocht, vervallen de goederen aan het Land.
De verplichtingen die volgens deze afdeling bestaan jegens de ambtenaren, gelden mede jegens iedere door of vanwege de minister aangewezen andere ambtenaren van de belastingdienst.
Indien rechten waaraan goederen zijn onderworpen ten onrechte niet of tot een te laag bedrag zijn geheven, dan wel een in wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen voorziene creditering van een goederenrekening ten onrechte heeft plaatsgevonden, of teruggaaf ten onrechte is verleend, kan de inspecteur bij een met redenen omklede beschikking de grondslagen vaststellen waarnaar de berekening, de creditering of de teruggaaf had moeten plaatsvinden. Navordering kan achterwege blijven in gevallen waarin dit een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren.
Ingeval blijkt, dat rechten waaraan goederen zijn onderworpen ten onrechte niet of niet volledig zijn geheven, dan wel een in wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen voorziene creditering van een goederenrekening ten onrechte heeft plaatsgevonden of teruggaaf geheel of gedeeltelijk ten onrechte is verleend, door toedoen van een ander dan de belastingschuldige, is die ander eveneens hoofdelijk tot betaling van die rechten gehouden.
Indien het tijdstip waarop de verschuldigdheid is ontstaan niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, worden de rechten berekend naar het tarief geldend op het vroegste tijdstip waarvan wordt vastgesteld dat de verschuldigdheid ontstond. Ingeval geen verificatie kan geschieden, vindt de berekening van rechten plaats overeenkomstig gegevens die op een andere wijze, zonodig bij wijze van schatting, worden vastgesteld.
Tot betaling van de in het eerste lid bedoelde rechten zijn eveneens hoofdelijk gehouden zij die goederen gebruiken, bewaren, verbergen, lossen, laden, vervoeren, in enig gebouw, erf of besloten terrein inslaan, voor handen hebben of daaruit uitslaan, kopen, verkopen, te koop aanbieden, te leveren of als geschenk aannemen, terwijl zij redelijkerwijs kunnen weten of vermoeden dat daarvan de rechten niet zijn voldaan, noch de heffing daarvan overeenkomstig wettelijke bepalingen is verzekerd.
Tot betaling van de rechten verschuldigd ingevolge het eerste lid, zijn eveneens hoofdelijk gehouden zij die de aldaar bedoelde goederen gebruiken, bewaren, verbergen, lossen, laden, vervoeren, in enig gebouw, erf of besloten terrein inslaan, voorhanden hebben of daaruit uitslaan, kopen, verkopen, te koop aanbieden te leveren of als geschenk aannemen, terwijl zij redelijkerwijs kunnen weten of vermoeden dat daarvan de rechten niet zijn voldaan, noch de heffing daarvan overeenkomstig wettelijke bepalingen is verzekerd.
Rechten, administratieve boetes, kosten, alsmede de ter zake verschuldigde interest kunnen worden verhaald op de goederen waarop de rechten, administratieve boetes, kosten of interest betrekking hebben, onverschillig wie de rechthebbenden op de goederen zijn, voor zover met die goederen in strijd met wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen is gehandeld.
Rechten, administratieve boetes, kosten en interest zijn van de schuldenaar terstond invorderbaar indien:
De Ontvanger kan op een daartoe strekkend verzoek onder door hem te stellen voorwaarden aan een schuldenaar voor een bepaalde tijd, bij een met redenen omklede beslissing, hetzij uitstel van betaling hetzij gemakkelijker betalingsvoorwaarden verlenen. Op een verzoek om uitstel van betaling wordt zo spoedig mogelijk beslist. Gedurende het uitstel vangt de invordering door middel van dwangschriften niet aan, dan wel wordt deze geschorst.
Indien de schuldenaar door hem verschuldigde rechten, administratieve boetes, interest of kosten niet binnen de gestelde termijn betaalt, maant de Ontvanger hem schriftelijk aan om alsnog binnen een maand na de dagtekening van de aanmaning te betalen, onder kennisgeving dat de schuldenaar anders door de middelen bij de wet bepaald tot betaling zal worden gedwongen. De aanmaning kan betrekking hebben op verschillende in te vorderen belastingschulden.
Indien de schuldenaar na de aanmaning in gebreke blijft, kan de invordering van de rechten, administratieve boetes, interest en kosten geschieden door middel van dwangschriften overeenkomstig de regels van de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen, bijdragen en vergoedingen.
Het recht tot invordering door middel van dwangschriften verjaart door verloop van vijf jaar sinds de dag van de opeisbaarheid van rechten, administratieve boetes, interest en kosten dan wel, indien dit tot een later tijdstip leidt, vijf jaar na de aanvang van de dag volgende op die waarop de laatste akte van vervolging ter zake van die rechten, administratieve boetes, interest en kosten is betekend.
Al degenen, die gelden aan schuldenaren toekomende, onder zich hebben alsmede allen, die schuldenaar zijn van opeisbare vorderingen van deze, zijn verplicht op schriftelijke vordering van de Ontvanger, voor zover de gelden onder hen berustende of door hen verschuldigd strekken voor rekening van de belastingschuldige, de door dezen verschuldigde sommen te betalen zonder daartoe een rangregeling, verificatie of rechterlijk bevel af te wachten, tenzij onder hen beslag is gelegd of verzet is gedaan ter zake van vorderingen waaraan voorrang boven de vorderingen van de Landskas is toegekend. De Ontvanger deelt de schuldenaar schriftelijk mee dat hij een vordering heeft gedaan. Voldoening aan de vordering geldt als betaling aan de belastingschuldige. Zij zijn zelfs bevoegd de betaling uit eigen beweging te doen, voordat zij tot afgifte van de gelden of tot voldoening van het door hen verschuldigde overgaan.
Het bepaalde in het eerste lid is voorts van toepassing op werkgevers die loon verschuldigd zijn aan een belastingschuldige, onder de beperking in artikel 1614g van het Burgerlijk Wetboek. Zolang het in de vordering genoemd bedrag niet ten volle is gekweten zullen de werkgevers met de betaling moeten doorgaan naar gelang zij loon verschuldigd worden.
De Ontvanger vervolgt degene die in gebreke blijft aan de vordering te voldoen bij executoriaal beslag volgens de regels van het tweede boek, tweede titel, tweede afdeling, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kosten van vervolging komen voor rekening van degene die in gebreke blijft zonder dat hij deze kan verhalen op de schuldenaar.
De verplichting tot betaling van de rechten, administratieve boetes, interest en kosten wordt niet geschorst door de indiening van een bezwaarschrift, door verkrijging van surseance van betaling voor zover volgens het Faillissementsbesluit 1931 de surseance ten aanzien van de verplichting tot betaling niet werkt, door het voorbehouden recht van beraad of door aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Voor de toepassing van de bepalingen in deze landsverordening omtrent de invordering en de voorrang, wordt onder kosten mede begrepen de kosten van vervolging van de nalatige schuldenaar.
Hoofdelijk aansprakelijk voor rechten, administratieve boetes, interest en kosten, verschuldigd door een rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap of vereniging zijn ieder van de bestuurders en beherende vennoten, alsmede de vertegenwoordigers binnen Sint Maarten. Bij ontbinding of vereffening zijn bovendien de met de vereffening belaste personen en hun vertegenwoordigers binnen Sint Maarten hoofdelijk daarvoor aansprakelijk.
Onder bestuurders, beherende vennoten, vereffenaren en vertegenwoordigers zijn begrepen allen, die bij of na het ontstaan van de verschuldigdheid bestuurders, beherende vennoten, vereffenaren en vertegenwoordigers waren, ook voorzover zij zijn af- of uitgetreden, rekening hebben gedaan of decharge hebben verkregen.
De Ontvanger is ten aanzien van de belastingschuldige, bevoegd, aan hem uit te betalen en van hem te innen bedragen ter zake van rechten, met elkaar te verrekenen.
HOOFDSTUK III Binnenlands Vervoer en Vervoer over Zee
Het vervoer op het onvrije terrein naar de plaatsen in artikel 103 genoemd, is verboden met uitzondering van:
Geen vervoerbiljet wordt afgegeven wanneer niet blijkt van het wettig aanwezig zijn van de goederen in het binnenland.
Voor het vervoer op het onvrije terrein, uit de plaatsen, in artikel 103 genoemd, gelden de bepalingen van de tweede afdeling en voor het vervoer over zee die van de derde afdeling van dit hoofdstuk.
De in de tweede en derde afdelingen van dit hoofdstuk voorgeschreven documenten tot vervoer hebben geen kracht tussen 20:00 uur en 06:00 uur, noch op zaterdagen, zondagen en krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijkgestelde dagen, tenzij door de Inspecteur, in bijzondere gevallen, anders wordt beslist.
Geen vervoerbiljet wordt vereist voor het vervoer van de goederen genoemd in artikel 131, onder a tot en met h; in de gevallen onder g en h, onder de daar genoemde beperking.
Vervoerbiljetten, die niet voldoen aan de bepalingen van dit hoofdstuk, niet met de goederen of de tijd of de plaats en de wijze van vervoer overeenstemmen, of niet zijn afgetekend, waar dit is voorgeschreven, zijn krachteloos en het vervoer wordt geacht zonder vervoerbiljet plaats te hebben.
De bepalingen van deze afdeling zijn mede toepasselijk op het vervoer over zee, uit een van de plaatsen in artikel 11 genoemd, naar een andere plaats, zonder dat enig ander gebied wordt aangedaan en zonder dat gemeenschap plaats heeft met vaartuigen van het buitenland komende of daarheen gaande, behoudens dat voor het uitoefenen van deze kustvaart, de schippers moeten zijn voorzien van een schriftelijke vergunning daartoe van de Inspecteur.
Onder doorvoer wordt verstaan aanbrenging van goederen in Sint Maarten, gevolgd door uitvoer naar het buitenland, zonder dat zij ten invoer zijn aangegeven.
De doorvoer met vaartuigen, luchtvaartuigen daaronder begrepen, die niet volgens een geregeld vaarplan een dienst onderhouden tussen het binnenland en de plaats van bestemming van de goederen, is onderworpen aan een vergunning te verlenen door de Inspecteur. Door de Inspecteur zal worden beoordeeld of een dienst wordt onderhouden volgens een geregeld vaarplan als bedoeld in de voorgaande zin.
Omtrent goederen die worden doorgevoerd is verder in het algemeen toepasselijk al hetgeen in hoofdstuk II omtrent inklaring, aangifte, lossing, bewaking en verzegeling, verificatie, visitatie en verboden goederen, en in hoofdstuk V omtrent uitvoer en uitklaring is vastgesteld, behoudens de bepalingen van dit hoofdstuk.
De voor doorvoer aangegeven goederen zullen bij of dadelijk na de lossing en verificatie of visitatie worden verzegeld of geplombeerd, voor zover de aard het vereist en toelaat, of anders onder bewaking gesteld, in welk laatste geval de kosten berekend naar een tarief, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen, komen ten laste van de belanghebbenden.
Echter mogen goederen, die blijkens doorvoerlijsten of andere documenten binnen een bepaalde tijd moeten worden uitgevoerd, met vergunning van de Inspecteur, in afwachting van de inlading tijdelijk worden opgeslagen in door de belanghebbende te verschaffen, door de Inspecteur goed te keuren bergplaatsen, onder wederzijdse sluiting vanwege de Inspecteur en de belanghebbende; de goederen mogen niet in dezelfde bergplaatsen, bedoeld in artikel 45, worden opgeslagen, tenzij ten genoegen van de Inspecteur een voldoende afscheiding worde gemaakt. In bijzondere gevallen kan de termijn tot uitvoer op het document door de Inspecteur worden verlengd. Zijn de goederen niet binnen de bepaalde tijd uitgevoerd, dan verliest het document zijn kracht en worden, ingeval van opslag met doorvoerlijst, de goederen behandeld overeenkomstig artikel 96.
Accijnsgoederen moeten, wanneer ze doorgevoerd worden, geladen zijn in de gewone laadruimen, tenzij uit een verklaring, door de ambtenaren op de documenten te stellen blijkt, dat die goederen met hun voorkennis zijn geladen in een ander met name aangewezen gedeelte van het schip.
De belanghebbende bij de goederen kan binnen de tijd, in het transitopaspoort gesteld, van de doorvoer afzien en het paspoort op het kantoor terugbezorgen, mits tegelijkertijd een aangifte ten invoer wordt gedaan, waarop, in het geval dat de goederen naar de waarde zijn belast, de bepalingen van de vijfde afdeling van hoofdstuk II toepasselijk zijn.
Voor goederen, volgens de derde afdeling van hoofdstuk II ingeklaard, kunnen vóór de lossing of na tijdelijke opslag overeenkomstig de vierde afdeling van dat hoofdstuk, doorvoerlijsten tot uitvoer naar het buitensland worden ingeleverd, met inachtneming van de bepalingen van de volgende artikelen.
Dit laatste exemplaar wordt bij de inlading of ingeval van doorvoer met hetzelfde schip, waarmee de goederen zijn aangebracht, bij het vertrek van het schip, afgetekend door de ambtenaren, belast met de visitatie, onder vermelding van de toegepaste maatregelen van plombering, verzegeling of bewaking en bij het vertrek door hen ingetrokken.
Het bepaalde in artikel 150 is hier niet toepasselijk, doch de Inspecteur kan in bijzondere gevallen toestaan, dat doorvoerlijsten worden aangezuiverd door lossing van de goederen met documenten verkregen na aangifte volgens de vijfde afdeling van hoofdstuk II.
Onder rechtstreekse doorvoer wordt verstaan doorvoer van goederen zonder overlading, alsmede doorvoer, waarbij de inkomende goederen zonder tussenvervoer worden overgeladen in het schip, waarmee zij naar het buitensland zullen worden gebracht.
Indien in het schip, behalve de ten doorvoer bestemde goederen, ook andere goederen geladen zijn, worden voor ieder van de twee categorieën van goederen, afzonderlijke vrachtlijsten en afzonderlijke akten van inklaring ingeleverd.
Aan stoomvaartondernemingen, in het vaarplan waarvan Sint Maarten is opgenomen en geregeld wordt aangedaan, kan door de Inspecteur een doorlopende vergunning worden verleend om de voor doorvoer zonder overlading bestemde goederen op de vrachtlijsten slechts te omschrijven op de wijze als in artikel 41, eerste lid, bepaald.
HOOFDSTUK V Uitvoer en uitklaring
De inlading en uitvoer van goederen mag slechts geschieden op de plaatsen in artikel 24 genoemd, behoudens de vergunning en met dezelfde uitzondering als bij dat artikel bepaald.
Het verbod van uitvoer van bepaalde goederen wordt beheerst door de bijzondere wettelijke regelingen daaromtrent.
Behoudens de bijzondere bepalingen omtrent de uitvoer van delfstoffen en door natuurvorming in of boven de grond aanwezige meststoffen, alsmede de bijzondere wettelijke regelingen omtrent sommige andere goederen, is de uitvoer vrij van rechten.
Voor goederen die uitgevoerd worden, die vrij van uitvoerrecht zijn, moet vóór de inlading een door de belanghebbende ondertekende aangifte op het kantoor worden ingeleverd, vermeldende:
Geen schip, behalve die, welke krachtens de artikelen 17 of 18 van inklaring zijn vrijgesteld, mag van Sint Maarten vertrekken zonder, na zo nodig gevisiteerd te zijn, op verzoek van de schipper door de Inspecteur te zijn uitgeklaard.
Wanneer aan alle bepalingen van deze landsverordening en van die op de uitvoerrechten, accijnzen, loodsgelden en zeebrieven alsmede aan die van de uitvoeringsvoorschriften van deze verordeningen is voldaan, en zo nodig de visitatie heeft plaats gehad, zal de Inspecteur op het verzoek het schip uitklaren, en zo spoedig mogelijk een vertrekpas afgeven.
Wanneer de uitklaring van een schip buiten de kantooruren, of op krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijkgestelde dagen wordt verlangd, zal aan dat verzoek worden voldaan.
HOOFDSTUK VI In-, uit-, en doorvoer van postpakketten
Omtrent de voorwerpen van de pakketpost, die door de postdienst in- , uit- en doorgevoerd worden en die in de volgende artikelen onder de naam "pakketten" worden aangeduid, gelden de regels bij deze landsverordening vastgesteld, behoudens de bepalingen van de volgende artikelen.
In het geval van tijdelijke opslag van pakketten geschiedt deze in een bergplaats van de postdienst. Opslag in een bergplaats van de postdienst, in afwachting van de uitvoer, wordt voor de toepassing van artikel 156 niet beschouwd als tussenvervoer.
De inschrijving van meer bevonden goederen, bedoeld in artikel 50, derde lid, geschiedt voor de pakketten op het duplicaat van de akte van inklaring.
Wanneer de douaneverklaring ten opzichte van de soort of van de hoeveelheid van de goederen niet alle gegevens bevat voor het opmaken van de aangifte, bedoeld in het vorige artikel, zijn de ambtenaren van de postdienst, belast met het beheer van de pakketten, bevoegd om deze zonder bijzondere vergunning, doch in tegenwoordigheid van een ambtenaar te openen.
Het bedrag van de invoerrechten en accijnzen, verschuldigd wegens pakketten, wordt door de Administratie van de Postdienst in haar maandstaat verantwoord.
HOOFDSTUK VII Zekerheidstellingen
Voor het verkrijgen van documenten, die niet strekken tot kwitantie voor invoerrecht of accijns of vervoer van goederen, waarvan de rechten zijn betaald, moeten de belanghebbenden wanneer dat gevorderd wordt ten genoegen van de Inspecteur zekerheid hebben gesteld voor het bedrag van de rechten en accijnzen, dat verschuldigd kan worden.
Zekerheidstelling voor de betaling van kosten kan gevorderd worden in alle gevallen, waarin volgens deze landsverordening of andere wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer deze ten laste van belanghebbenden komen.
De bepalingen van dit hoofdstuk hebben geen betrekking op de zekerheid wegens krediet voor invoerrechten of accijnzen, in welke vorm ook verleend.
Indien een vrachtlijst met tijdelijke opslag of enig afgegeven document, waarvoor zekerheidstelling is of kan worden gevorderd, niet of niet volledig gezuiverd en voorzien van de vereiste aftekening, dat aan de inhoud is voldaan, binnen de tijd van twee weken na de tijd, tot het gebruik daarvan daarin bepaald, op het kantoor van de inlevering of afgifte is teruggekomen, zal tot invordering van het bedrag, ten belope waarvan de zekerheid is gesteld of kan worden gevorderd, worden overgegaan.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan ten aanzien van accijnsgoederen en sigaretten worden bepaald, dat na tijdelijke opslag of na overlading in zeilschepen binnen een door de Inspecteur te bepalen tijd het bewijs moet worden overgelegd, dat de goederen hun bestemming behoorlijk hebben bereikt; in dat geval zal verzuim om daaraan te voldoen hetzelfde gevolg hebben als in het slot van het vorig lid bepaald.
Het doel van de entrepots is om aan de eigenaren of geconsigneerden van inkomende, niet ten invoer verboden, goederen, de gelegenheid te geven, om de goederen tot verblijf in het binnenland of tot doorvoer, voor zover die niet verboden is, te bestemmen en aan te geven, tegen betaling in het eerste geval van de verschuldigde rechten.
Van de gunst van overheidsentrepots zijn uitgesloten zodanige goederen, ten aanzien waarvan dat wegens hun omvang of aard door de Inspecteur bij voortduring of tijdelijk wordt bepaald.
Open entrepots zijn entrepots die niet ambtelijk worden gesloten of bewaakt en die bestemd zijn tot opslag voor onbepaalde tijd door de beheerder van het entrepot van bij invoer al dan niet aan invoerrecht onderworpen accijnsvrije goederen van een of meer bepaalde daartoe door de Inspecteur aangewezen soorten.
Ten aanzien van accijnsgoederen wordt de gunst van overheidsentrepot ook voor invoerrechten genoten voor onbepaalde tijd en op de voet van de bijzondere bepalingen daaromtrent. Wanneer deze goederen uit de entrepots ten invoer worden aangegeven, moeten de rechten terstond worden betaald, behoudens in gevallen van verleend uitstel van betaling.
Bij gebleken misbruik van de gunst van particulier of open entrepot is de Inspecteur bevoegd deze gunst in te trekken met gevolg, dat binnen drie dagen de in het entrepot aanwezige goederen ten invoer moeten worden aangegeven of wel moeten worden overgebracht naar een overheidsentrepot, bij gebreke waarvan de rechten terstond zullen verhaalbaar zijn volgens schatting van de goederen door de Inspecteur.
De overheids- en particuliere entrepots zijn onder toezicht vanwege de Inspectie voor de belanghebbenden toegankelijk op alle kantoordagen gedurende de kantooruren en in bijzondere gevallen, ter beoordeling van de Inspecteur, ook op ander dagen en uren, doch nimmer tussen 18:00 uur en 06:00 uur.
Geen inkomende goederen zullen in entrepot worden opgenomen dan die vóór de afgifte van het consent tot lossing op entrepot zijn aangegeven; de aangifte van de te entreposeren goederen zal moeten geschieden op dezelfde wijze als voor inkomende goederen in Hoofdstuk II, vijfde afdeling, is bepaald, doch aan de opgegeven waarde zal men bij de aangifte tot uitslag niet zijn gebonden; een en ander behoudens het bepaalde in de artikelen 49 en 205.
Accijnsgoederen worden steeds vóór de opslag in en bij de uitslag uit entrepot aan verificatie onderworpen.
Onverminderd hetgeen in Hoofdstuk II is bepaald omtrent tijdelijke opslag van goederen, kunnen de akten van inklaring en vrachtlijsten in Hoofdstuk II bedoeld, op schriftelijke verklaring van de belanghebbende, zonder nadere aangifte en zonder tijdelijke opslag, terstond worden aangezuiverd door entreposering van de goederen in entrepot.
Om een gedeelte van in een akte van inklaring begrepen goederen op de losplaats in overheidsentrepot op te slaan op de voet van het vorige artikel, levert de belanghebbende bij de Inspectie een uittreksel van de betrokken vrachtlijsten in dat na aftekening door de ambtenaren met de visitatie bij de lossing belast dient ten geleide van de goederen naar het entrepot.
Overeenkomstig de regels, door de minister te stellen, kunnen van de goederen, in entrepot opgeslagen, monsters genomen worden.
De heruitvoer uit entrepot naar het buitenland, ook van accijnsgoederen, moet plaats vinden in alles met inachtneming van de formaliteiten, bij hoofdstuk IV voorgeschreven omtrent de doorvoer.
De vastgestelde goederen zullen op nieuwe rekeningen worden overgebracht en binnen tien dagen na de opneming zullen de entrepositarissen of hun gemachtigden op het kantoor van de Inspecteur moeten verschijnen, teneinde hun rekening te vereffenen en om de bewijzen van vroegere entreposering om te wisselen tegen nieuwe.
HOOFDSTUK IX Vervolging en straffen
Met het opsporen van de in deze landsverordening de Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten of de Sanctielandsverordening strafbaar gestelde feiten zijn belast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren of personen, de ambtenaren der Douane, alsmede de in artikel 121c bedoelde ambtenaren van de belastingdienst.
Alle processen-verbaal, opgemaakt door de ambtenaren, betreffende de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden ingezonden aan het Hoofd. Het Hoofd doet de processen-verbaal betreffende strafbare feiten, ter zake waarvan inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis is toegepast dan wel een woning tegen de wil van de bewoner is binnengetreden, met de in beslag genomen voorwerpen onverwijld toekomen aan de officier van justitie. De overige processen-verbaal doet het Hoofd, met de in beslag genomen voorwerpen, toekomen aan de officier van justitie, indien hij een vervolging wenselijk acht.
De ambtenaren belast met de opsporing van de in deze landsverordening de Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten of de Sanctielandsverordening strafbaar gestelde feiten, zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van de ingevolge het Wetboek van Strafvordering voor inbeslagneming vatbare voorwerpen. Zij kunnen daartoe hun afgifte vorderen.
In de woning treden zij op de voet van het eerste lid tegen de wil van de bewoner niet binnen dan vergezeld van een commissaris van Politie of voorzien van een algemene of bijzondere schriftelijke last van de procureur-generaal of van de officier van justitie, dan wel voorzien van een bijzondere schriftelijke last van een van zijn hulpofficieren.
De ambtenaren der Douane zijn tevens belast met de opsporing van de misdrijven omschreven in de artikelen 2:132 tot en met 2:135 en artikel 2:137 van het Wetboek van Strafrecht die jegens hen zijn begaan.
Ten aanzien van feiten, met betrekking tot welke het proces-verbaal niet overeenkomstig artikel 217, derde lid, in handen van de officier van justitie is gesteld, vervalt het recht tot strafvordering door vrijwillige voldoening aan de voorwaarden die het Hoofd ter voorkoming van strafvervolging heeft gesteld.
Met betrekking tot bij wettelijke regelingen strafbaar gestelde feiten is de Inspecteur bevoegd een van een misdrijf verdacht persoon die is aangehouden in of bij een entrepot, economische zone, ruimte voor douaneopslag, haven of luchthaven, na aanhouding naar een plaats voor verhoor te geleiden dan wel diens aanhouding of voorgeleiding te bevelen.
De goederen die in beslag zijn genomen ter zake van het begaan van in deze landsverordening strafbaar gestelde feiten kunnen, voor zover de eisen van het onderzoek of het algemeen belang bij hun vernietiging of onbruikbaarmaking zich niet daartegen verzetten, zo nodig na monsterneming, overeenkomstig door de minister te stellen regels, tegen zekerheidsstelling worden vrijgegeven.
De ambtenaren, die een overtreding ontdekken van deze landsverordening of andere wettelijke regelingen omtrent de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen, maken daarvan zo spoedig mogelijk proces-verbaal op.
Alle processen-verbaal moeten door de ambtenaren worden opgemaakt op hun ambtseed en behelzen een nauwkeurig verslag van de geconstateerde feiten, de redenen van wetenschap, de aanduiding van dag en plaats en zo mogelijk van personen, alsmede de tijd en de plaats van de opmaking, onverminderd hetgeen voor bijzondere gevallen is voorgeschreven.
De goederen, vaartuigen, voertuigen en gespannen, werktuigen, gereedschappen of andere voorwerpen, waarmee enige overtreding van deze landsverordening of van andere wettelijke regelingen op de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen is gepleegd, kunnen door de ambtenaren worden aangehouden, ten einde als stukken van overtuiging te dienen of door hen in beslag worden genomen indien zij vatbaar voor verbeurdverklaring zijn.
Indien de bekeurde dit wenst, zullen de aangehouden of inbeslaggenomen zaken, waarvan de invoer niet is verboden, behalve die welke naar het oordeel van de Inspecteur als stukken van overtuiging kunnen dienen, worden afgegeven tegen voldoende zekerheid ten genoegen van de Inspecteur, op de wijze als bij de artikelen 190 tot en met 194 bepaald te stellen voor de overeengekomen waarde, de rechten, verhogingen en kosten.
De afgifte zal ook kunnen worden geweigerd, wanneer de bekeuring is geschied ter zake van verkeerde aangifte in de soort van de goederen en de Inspecteur van oordeel is, dat door middel van monsters of stalen, de zaak tot beslissing niet behoorlijk in haar geheel kon worden gehouden, alsmede wanneer de goederen zijn in beslag genomen op onbekende personen, waaronder in het algemeen worden verstaan die personen, die zich onttrekken aan hun juiste aanduiding in het proces-verbaal.
Bij afgifte onder zekerheidstelling zal de overeengekomen waarde dienen tot berekening van de boete. Anders zal tot grondslag strekken: bij aanhouding de opbrengst van de verkoop of zo nodig de taxatie door drie deskundigen, door de Inspecteur aangewezen en bij inbeslagneming de bij het vonnis te bepalen waarde na taxatie van deskundigen, door de rechter te benoemen.
Wanneer de zaken afgegeven zijn, zal, indien de verbeurdverklaring wordt uitgesproken, deze geschieden ten opzichte van de waarde van de in beslag genomen goederen, die geacht wordt er voor in de plaats te treden, en de verbeurdverklaring worden ten uitvoer gelegd door invordering van het bedrag van die waarde met gebruikmaking van de gestelde zekerheid.
De schadevergoeding, waarop de rechthebbende aanspraak zou kunnen maken wegens onrechtmatige aanhouding of inbeslagneming van zaken, kan bij rechterlijk vonnis tot geen hoger bedrag worden toegewezen dan 1% van de waarde van de aangehouden of in beslag genomen zaken, of in de gevallen in het vorige artikel bedoeld van de opbrengst, voor elke maand sinds de inbeslagneming tot de teruggave van de zaken.
De ambtenaar van het openbaar ministerie beveelt terstond de invrijheidstelling van de bekeurde, wanneer het proces-verbaal niet is ontvangen overeenkomstig het vorig artikel, of wanneer hem blijkt, dat de bekeurde een bekende woonplaats in Sint Maarten heeft. Hij geeft van dit bevel terstond kennis aan de Inspecteur.
Indien de bekeurde niet binnen tien dagen na die van het bevel tot voorlopige aanhouding is gedagvaard, of indien hij is gedagvaard tegen een terechtzitting later dan 14 dagen na die van het exploot tot dagvaarding te houden, vervalt het bevel tot voorlopige aanhouding van rechtswege en wordt de aangehoudene zonder verdere formaliteiten op vrije voeten gesteld, tenzij hij uit anderen hoofde in verzekerde bewaring moet blijven.
Alle inkomende schippers, voerlieden, dragers, drijvers of andere personen, die zodanige ladingen of vrachten als hierna omschreven, invoeren of binnenlands vervoeren, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en een geldboete van de vijfde categorie, of met één van beide voormelde straffen. Dit feit is een misdrijf.
Onder ladingen of vrachten, in dit artikel bedoeld, worden verstaan alle vervoerd wordende goederen, die, hetzij ten invoer verboden, hetzij op het onvrije terrein naar de plaatsen in artikel 103 genoemd vervoerd worden in strijd met artikel 131, hetzij, aan invoerrecht of accijns onderworpen zijnde, bewezen worden de in deze landsverordening voorgeschreven aangifte tot invoer te zijn ontgaan; alles behoudens de bijzondere wettelijke regelingen omtrent de accijnzen.
Hij die opzettelijk enig goed, waarvan de invoer is verboden of dat op het onvrije terrein naar een van de plaatsen in artikel 103 genoemd vervoerd is of wordt in strijd met artikel 133, of dat, aan invoerrecht of accijns onderworpen zijnde, de in deze landsverordening voorgeschreven aangifte tot invoer is ontgaan, koopt, huurt, inruilt, in pand neemt, als geschenk aanneemt of uit winstbejag verkoopt, verhuurt, verruilt, in pand geeft, bewaart of verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren en een geldboete van de vijfde categorie of met één van beide voormelde straffen. Dit feit is een misdrijf.
Hij die enig goed koopt, huurt, inruilt, in pand neemt, als geschenk aanneemt of uit winstbejag verkoopt, verhuurt, verruilt, in pand geeft, bewaart of verbergt, wordt, indien aan zijn schuld te wijten is, dat zijn handeling betreft een goed als bedoeld in het eerste lid van artikel 233A, gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste twee jaar en een geldboete van de vierde categorie of met één van beide voormelde straffen. Dit feit is een misdrijf.
De in de artikelen 233, 233A en 233B, 235, tweede lid, bepaalde gevangenisstraf kan met een derde worden verhoogd, indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaar zijn verlopen sinds de schuldige hetzij een tegen hem wegens een van de in die artikelen omschreven misdrijven uitgesproken gevangenisstraf geheel of ten dele heeft ondergaan, of sinds die straf hem geheel is kwijtgescholden, of indien tijdens het plegen van het misdrijf het recht tot uitvoering van die straf nog niet is verjaard, dan wel indien de schuldige een gewoonte maakt van het plegen van het misdrijf.
Bij veroordeling wegens een van de in de artikelen 233, 233A en 233B, 235, tweede lid, omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 1:64, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, genoemde rechten worden uitgesproken.
Artikel 233 is mede van toepassing wanneer iemand, misbruik makende van de bepalingen ten gunste van de visserij gemaakt, de daartoe dienende vaartuigen gebruikt tot de heimelijke invoer van verboden of aan invoerrechten en accijns onderworpen goederen, doch zullen alsdan de minima en maxima van de hoofdstraffen het dubbel zijn van die artikel 233 bepaalt, en de vaartuigen kunnen worden verbeurd verklaard.
Degene die een ingevolge deze landsverordening of de Landsverordening tarief van invoerrechten vereiste aangifte, niet, onjuist of onvolledig doet, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste één jaar en een geldboete van de vijfde categorie, of één van voormelde straffen. Dit feit is een overtreding.
Wanneer bij invoer ontdekt wordt, dat met betrekking tot goederen in vaten, kisten, balen, manden en andere emballage niet hetzelfde aantal aan boord aanwezig is als bij de akte van inklaring is opgegeven, zal door de schipper worden verbeurd voor elk aan het opgegeven aantal ontbrekend stuk een boete van honderd gulden.
De meer bevonden stuks zullen worden in beslag genomen en verbeurd verklaard, tenzij het invoerrecht de som van vijftig gulden niet te boven gaat, of indien vóór de bekeuring nog aangifte is geschied, in welk laatste geval de boete voor elk verzwegen stuk slechts zal bedragen tweehonderd gulden, alles behoudens het bepaalde bij artikel 238.
Bij ontdekking, als bij het vorig artikel bedoeld, ten aanzien van losse of gestorte goederen zal, wanneer de vastgestelde hoeveelheid meer dan een tiende deelhoger of lager is dan de opgegeven hoeveelheid, de schipper gestraft worden met een boete ten belope van driemaal de invoerrechten van het meer of minder vastgestelde dan bij de akte van inklaring is opgegeven.
Bij het aanwezig zijn in ingeklaarde schepen van accijnsgoederen, andere dan die bij de artikelen 93 en 142 van de Landsverordening tarief van invoerrechten bedoeld, niet bij de akte van inklaring opgegeven, worden die goederen in beslag genomen en verbeurd verklaard en wordt de schipper gestraft met een boete ten belope van vijfmaal het bedrag van het invoerrecht en de accijns, doch minstens vijfhonderd gulden ook wanneer het invoerrecht en de accijns tezamen de som van vijftig gulden niet te boven gaan.
Indien echter de opgave is geschied overeenkomstig de manifesten en cognossementen, zal deze boete niet door de schipper worden verbeurd, doch de verkeerd aangegeven goederen zullen worden in beslag genomen en verbeurd verklaard wanneer de belanghebbende niet binnen 14 dagen de rechten met een verhoging ten belope van tweemaal het bedrag daarvan, heeft betaald.
Alle lossing of overzetting van ingevoerde goederen zonder het daartoe benodigde document heeft de inbeslagneming en verbeurdverklaring van de geloste of overgezette goederen tot gevolg, terwijl de schipper bovendien zal worden gestraft met een boete van tienmaal het invoerrecht en de accijns van die goederen, doch minstens vijfhonderd gulden.
Bij lossing op het daartoe verkregen document, doch zonder dat daarop uit de aantekening van de ambtenaren blijkt, dat dit is geschied in hun bijzijn of met hun voorkennis, gelijk ook alle lichting of over boord zetting met document, doch anders dan op de voet bij de wettelijke regels op de in-, uit- en doorvoer omschreven, wordt de schipper gestraft met gelijke boete als in het vorige lid is bepaald, alles behoudens de bijzondere gevallen in artikel 29 bedoeld. De goederen zullen worden aangehouden om een nauwkeurige visitatie te ondergaan.
Insgelijks zullen worden in beslag genomen en verbeurd verklaard de partijen accijnsvrije goederen, die bij vergelijking met de documenten, anders dan bij de opneming in de gevallen bij artikel 55 bedoeld, worden bevonden dan wel onder hun ware benaming te zijn aangegeven, doch gedeeltelijk verzwegen zijn.
Indien echter het verzwegene op de partij van dezelfde soort goederen, in het document vermeld, bijeen gevoegd, niet meer bedraagt dan een twintigste van het aangegevene zal de verbeurdverklaring zich bepalen tot dit gedeelte. Voor goederen, niet naar de waarde belast, wordt gemeld bedrag van een twintigste bepaald op een twaalfde.
Bij alle invoer tot na visitatie of opslag in entrepot, evenals bij uitvoer moeten de vereiste documenten bij de goederen voorhanden gehouden worden om desgevorderd aan de ambtenaren dadelijk ter visitatie te worden vertoond, op verbeurte van een boete van vijftig tot tweehonderd gulden door de vervoerder te belopen, indien blijkt dat de goederen behoorlijk zijn in- of uitgeklaard en aangegeven en daarop document is verkregen.
Wanneer zodanig bewijs alleen ten opzichte van sommige artikelen of sommige stuks van een lading of vracht niet kan worden vertoond, zal de schipper of vervoerder worden gestraft met een boete gelijkstaande aan vijfmaal het invoerrecht en de accijns van de niet aangegeven goederen en dit gedeelte van de lading of vracht worden in beslag genomen en verbeurd verklaard, behoudens de toepassing van de artikelen 236 en 237 voor daar bedoelde gevallen.
Een ieder die bij de toepassing van de bij of krachtens deze landsverordening of de Landsverordening tarief van invoerrechten gestelde bepalingen tegenover de met de uitvoering daarvan belaste ambtenaren van een of meer valse of vervalste bescheiden gebruik maakt, wordt gestraft met een geldboete van de vijfde categorie.
Binnenlands vervoer zonder vervoerbiljet in de gevallen bedoeld in de tweede afdeling van Hoofdstuk III, wordt gestraft met een boete ten belope van vijfmaal de invoerrechten en accijnzen en zullen de goederen worden in beslag genomen en verbeurd verklaard, tenzij aan de Inspecteur binnen 14 dagen na de bekeuring wordt bewezen, dat de invoerrechten en accijnzen zijn betaald, in welk geval ontslag van de inbeslaggenomene volgen zal tegen betaling van de kosten.
Wanneer goederen, bij vervoer als in het vorige artikel bedoeld, doch van vervoerbiljetten voorzien, gevonden worden buiten de in het vervoerbiljet aangewezen wegen, zal de vervoerder deswege verbeuren een boete van tweehonderd gulden.
Bij overtreding van artikel 103 zullen de goederen worden verbeurd verklaard en zal een boete worden belopen van vijfmaal het bedrag van de invoerrechten en accijnzen, doch minstens vijfduizend gulden, door degene, in wiens huis of andere voor afsluiting vatbare plaats de goederen zijn neergelegd, tenzij het blijkt, dat de neerlegging buiten zijn weten is geschied of hij van het aanwezig zijn van de goederen aan de ambtenaren heeft kennis gegeven vóór het begin van het onderzoek.
Onverminderd de toepassing van het vorige artikel zal ieder, die accijnsgoed, dat bij vervoer met document moet gedekt zijn, koopt of wel toelaat of opneemt in een bij hem in gebruik zijnde bergplaats, fabriek, of woning met de wetenschap dat het in strijd met de wet is ingevoerd, worden gestraft alsof hijzelf de onwettige invoer had bedreven.
In het geval, bedoeld in artikel 111, eerste lid, zal het gedistilleerd in de lokalen van de kooplieden en winkeliers, bij de peiling en visitatie voorhanden bevonden, waarvan de inslag na aftrek van de hoeveelheden, die de ambtenaren op de achterzijde van de documenten zullen hebben afgeschreven, niet door documenten kan worden gestaafd, worden verbeurd verklaard en zal de koopman of winkelier worden gestraft met een boete ten belope van vijfmaal de accijns voor de overmaat, doch minstens vijfhonderd gulden.
Indien bij visitatie op transitopaspoort bij het uitgaan vastgesteld wordt, dat ten doorvoer aangegeven goederen niet of in mindere hoeveelheid of in mindere sterkte van het gedistilleerd aanwezig zijn dan op het transitopaspoort is vermeld, zal de aangever gestraft worden met een boete ten belope van vijfmaal het invoerrecht en de accijns van het ontbrekende, tenzij het tekort niet meer dan een twintigste op de hoeveelheid of niet meer dan 5% op de sterkte van het gedistilleerd bedraagt, behoudens de betaling van de kosten.
Bij bevinding van accijnsgoederen in strijd met artikel 149 elders dan daar bepaald in het schip geborgen, zal de schipper wordt gestraft met een boete van vijfmaal het bedrag van de accijns, ook wanneer de invoerrechten en accijnzen tezamen niet de som van honderd gulden te boven gaan.
Indien de sluiting, plombes of zegels geschonden worden bevonden, zullen de schippers, vervoerders, of beheerders van de goederen worden gestraft met een boete van de tweede categorie en bij herhaling met gevangenisstraf van een maand tot een jaar, tenzij de schending is veroorzaakt door overmacht en van het gebeurde onverwijld kennis is gegeven aan de Inspecteur.
Indien een inbeslagneming is geschied alleen tengevolge van defect of verschil in merken, nummers of cijfers, en blijkt, dat de goederen dezelfde zijn als zijn aangegeven en geen ontduiking heeft plaats gehad, zullen de goederen tegen betaling van de onkosten worden afgegeven.
Het oprichten of in gereedheid brengen van enige fabriek of handelsbedrijf, mitsgaders de verandering van dezelve zonder voorafgaande kennisgeving of toestemming in die gevallen, waarin dit wordt vereist, zal worden gestraft met een boete van de tweede categorie ten laste van de oprichter, fabrikant of handelaar, en zal bovendien in het geval van verandering, herstel in de vorige staat binnen een bepaalde termijn en bij gebreke daarvan, alsmede in het eerstgenoemde geval, de sluiting bij het vonnis worden bevolen.
Elke overtreding van bepalingen van deze of andere verordeningen betreffende de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen, waartegen niet uitdrukkelijk is voorzien, alsmede van de ter uitvoering van die verordeningen gegeven wettelijke regelingen, zal worden gestraft met een boete van de tweede categorie.
Hij die een krachtens deze landsverordening ambtelijk tot stand gebrachte sluiting van een vervoermiddel, bergingsmiddel, verpakkingsmiddel, werktuig, leiding, gebouw of terrein, of deel daarvan, verbreekt of een krachtens deze landsverordening ambtelijk aan een vervoermiddel, bergingsmiddel, verpakkingsmiddel, goederen, werktuig, leiding of gebouw aangebracht zegel of merk verwijdert of schendt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar en een geldboete van de derde categorie of met een van beide voormelde straffen.
HOOFDSTUK X Slot- en overgangsbepalingen
Alle stukken krachtens deze landsverordening of andere wettelijke regelingen omtrent de in-, uit- en doorvoer opgemaakt, met uitzondering van de vertrekpas of het daarvoor in de plaats tredende bewijs, van de akten, van zekerheidsstelling, van de vergunning bedoeld in het tweede lid van artikel 146 en van de verklaring in artikel 9 bedoeld, zijn vrij van zegel.
In alle gevallen, bij deze landsverordening niet uitdrukkelijk voorzien, zullen gelden de regels bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te geven, behalve wat de grondslagen en de hoogte van de belasting betreft.
De minister kan, voor zover in deze landsverordening niet anders is bepaald, nadere voorschriften geven ter uitvoering van de bepalingen van deze landsverordening.
Een ieder die hier te lande een bedrijf uitoefent is gehouden van alles betreffende de uitoefening van dat bedrijf op zodanige wijze een boekhouding te voeren alsmede aantekening te houden, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen alsmede de overige voor de heffing, vrijstelling of teruggaaf van invoerrechten en accijnzen van belang zijnde gegevens uit zijn boeken, bescheiden en andere informatiedragers duidelijk blijken.
Degene op wie de in het eerste lid bedoelde verplichting rust, is gehouden de in dat lid bedoelde boeken, bescheiden en andere informatiedragers waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de toepassing van wettelijke regelingen, voor een periode van ten minste tien jaar te bewaren en deze op daartoe gedane vordering van de douaneautoriteiten of een door of vanwege de minister aangewezen andere ambtenaar van de belastingdienst, terstond ter inzage te verstrekken.