Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLandsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten
CiteertitelLandsverordening aanmeldingsplicht van grensoverschrijdende geldtransporten
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 25 maart 2002, gepubliceerd in P.B. 2002, no. 74, en in werking getreden op 18 mei 2002.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-2019artikel 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11

14-06-2019

AB 2019, no. 26

Tekst van de regeling

Intitulé

Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten

 

 

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

a. minister

:

de Minister van Justitie;

b. Melding

:

een Melding als bedoeld in artikel 2;

c. geld

:

binnenlandse en buitenlandse bankbiljetten, munten en muntbiljetten die als betaalmiddel in omloop zijn, alsmede verhandelbare instrumenten aan toonder;

d. melder

:

degene die de Melding heeft gedaan.

e. edel metaal

:

niet-roestend metaal, waaronder goud en zilver;

f. sieraad

:

voorwerp van edelmetaal, gezette edelsteen, parel of andere eigenschappen bevattende, waarmee men zich tooit;

g. andere voorwerpen

:

overdraagbare, zeldzame roerende zaken die in het maatschappelijk verkeer een hoge waarde vertegenwoordigen.

HOOFDSTUK II Meldingsplicht

Artikel 2
  • 1.

    Personen die Sint Maarten binnenkomen of uitgaan zijn verplicht om geld, edele metalen, sieraden of andere voorwerpen ter waarde van NAƒ 25.000,- of meer, dat zij met zich meevoeren, te melden bij de ambtenaren der Douane. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing indien het gaat om binnenkomende of uitgaande personen, die aantoonbaar samen reizen en gezamenlijk geld ter waarde van NAƒ 20.000,- of meer met zich meevoeren.

  • 2.

    De Melding moet geschieden door het inleveren van een door de melder ondertekend aangifteformulier volgens een door de minister vast te stellen model. In het geval, genoemd in het eerste lid, tweede volzin, rusten de bij of krachtens deze landsverordening gestelde verplichtingen op alle in het eerste lid, tweede volzin, bedoelde personen afzonderlijk.

  • 3.

    Indien een transport van geld, edele metalen, sieraden of andere voorwerpen plaatsvindt per beroepsvervoerder, maar deze niet tot de melding, bedoeld in het eerste lid, in staat is gesteld, wordt de melding gedaan bij de Inspecteur der Douane door de verzender van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen uiterlijk op het tijdstip van de feitelijke binnenkomst of het uitgaan van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen.

  • 4.

    Melding moet voor binnenkomende personen geschieden uiterlijk op het tijdstip, waar door de ambtenaar der Douane kan worden overgegaan tot controle van door reizigers meegebrachte bagage. Als de bevoegde autoriteit een controlezone instelt, moet Melding geschieden voordat de controle-zone wordt betreden. Is ter plekke geen ambtenaar der Douane aanwezig, dan moet na de doorgang onverwijld Melding worden gedaan bij de dichtstbijzijnde ambtenaar der Douane.

  • 5.

    Melding moet voor uitgaande personen geschieden uiterlijk op het tijdstip, waarop door de ambtenaar van politie werkzaam bij de Immigratie- en Grensbewakingsdienst wordt overgegaan tot paspoortcontrole of als geen paspoortcontrole plaatsvindt uiterlijk op het tijdstip, waarop door de ambtenaar der Douane tot controle van door reizigers meegebrachte bagage overgegaan kan worden. Is ter plekke geen ambtenaar der Douane aanwezig, dan moet vóór doorgang Melding worden gedaan bij de dichtstbijzijnde ambtenaar der Douane.

  • 6.

    Mochten er geen ambtenaren der Douane aanwezig zijn dan dient Melding te geschieden bij de ambtenaren van politie werkzaam bij de Immigratie- en Grensbewakingsdienst.

  • 7.

    Bij ministeriële regeling kan, al dan niet onder het stellen van beperkingen en voorschriften, worden bepaald dat de Melding, bedoeld in het eerste lid, niet geldt voor het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen dat binnengebracht wordt of uitgaat met het enkele oogmerk van rechtstreekse doorvoer.

  • 8.

    De minister stelt het formulier, bedoeld in het tweede lid, beschikbaar in papieren en in elektronische vorm en maakt het mogelijk om een melding als bedoeld in het tweede of derde lid langs elektronische weg te doen.

Artikel 3

Bij een melding als bedoeld in artikel 2, tweede lid, worden de juiste gegevens verstrekt omtrent:

  • a.

    de identiteit en woonadres van de melder en van de eigenaar van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen;

  • b.

    de omvang, herkomst en bestemming van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen;

  • c.

    de reden voor de gekozen wijze van vervoer van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen.

Artikel 4
  • 1.

    Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties beheert de gegevens die op grond van artikel 3 worden verkregen.

  • 2.

    Aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties worden door de ambtenaren, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onverwijld doorgezonden:

    • a.

      de meldingen, bedoeld in artikel 2;

    • b.

      afschriften van processen-verbaal van inbewaringneming of inbeslagneming van geld, edele metalen, sieraden of andere voorwerpen;

    • c.

      afschriften van processen-verbaal betreffende een schikking als bedoeld in artikel 10; en,

    • d.

      elk vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering.

  • 3.

    De ambtenaren, bedoeld in artikel 5, eerste lid, melden de zakelijke gegevens die zijn vermeld in een proces-verbaal als bedoeld in het tweede lid, onder b en c, en de zakelijke gegevens van een vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering langs elektronische weg aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

  • 4.

    Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties maakt voor meldingen als bedoeld in het derde lid een meldcode en een toelichting bekend op de website van het Meldpunt.

HOOFDSTUK III Ambtelijke bevoegdheden in het kader van toezicht

Artikel 5
  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde, zijn belast de ambtenaren der Douane, alsmede de ambtenaren van politie werkzaam bij de Immigratie- en Grensbewakingsdienst.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen of van tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van de door hen aangewezen personen;

    • d.

      aanmerende en aanlandende vaartuigen, alsmede stilstaande luchtvaartuigen en voertuigen en hun lading te onderzoeken;

    • e.

      geld, edele metalen, sieraden of andere voorwerpen in bewaring te nemen en in beslag te nemen bij de verdenking van een overtreding van deze landsverordening, van witwassen als bedoeld in de Titel XXXI, dan wel van financiering van terrorisme als bedoeld in artikel 2:55 van het Wetboek van Strafrecht indien de melder hen niet onverwijld de gegevens, bedoeld in artikel 3, verstrekt of als bij hen gerede twijfel bestaat omtrent de juistheid van de door de melder verstrekte gegevens.

  • 3.

    Van de inbewaringneming, bedoeld in het tweede lid, maken de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onverwijld proces-verbaal op. De inbewaringneming kan geschieden voor maximaal zeven dagen. Deze termijn kan door hun diensthoofd eenmaal met maximaal zeven dagen worden verlengd. Na afloop van deze termijn wordt het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen onverwijld teruggegeven aan de melder, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6, tweede lid.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent het proces- verbaal, alsmede de bewaarplaats, de overdracht en het beheer van het geld.

  • 4.

    Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 5.

    De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, zijn bevoegd tot onderzoek aan het lichaam en de kleding van personen die zich van en naar vaartuigen, voertuigen en luchtvaartuigen begeven.

  • 6.

    Het onderzoek aan het lichaam of de kleding geschiedt door ambtenaren van hetzelfde geslacht als dat van de persoon die aan visitatie wordt onderworpen.

  • 7.

    Personen die aan een onderzoek aan het lichaam of de kleding zullen worden onderworpen, zijn op eerste vordering van de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, gehouden stil te staan en deze te volgen naar een door hen aangewezen plaats.

  • 8.

    Een ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede, vijfde en zevende lid wordt gevorderd.

  • 9.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren.

  • 10.

    De minister maakt jaarlijks voor 1 april statistieken openbaar betreffende het daaraan voorafgaande kalenderjaar van de:

    • a.

      meldingen en processen-verbaal, doorgezonden aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties;

    • b.

      andere meldingen op grond van deze landsverordening;

    • c.

      valse meldingen en verklaringen ontvangen bij de uitvoering van deze landsverordening;

    • d.

      strafrechtelijke onderzoeken op grond van deze landsverordening; en,

    • e.

      internationale douanesamenwerking ter uitvoering van de wetgeving ter voorkoming en bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme.

HOOFDSTUK IV De opsporing

Artikel 6
  • 1.

    Met het opsporen van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de ambtenaren der Douane, alsmede de door de minister aangewezen ambtenaren van de belastingdienst.

  • 2.

    De ambtenaren of personen belast met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten, zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van alle in verband met de bepalingen van deze landsverordening ingevolge het Wetboek van Strafvordering voor inbeslagneming vatbare voorwerpen. Zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen. Artikel 5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren dienen te voldoen.

HOOFDSTUK V Strafbepalingen

Artikel 7
  • 1.

    Degene die opzettelijk het bepaalde in de artikelen 2, 3, of 8, eerste lid, overtreedt wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, hetzij met een geldboete van de zesde categorie, hetzij met beide straffen.

  • 2.

    Degene die de bepalingen, bedoeld in het eerste lid, niet opzettelijk overtreedt wordt gestraft hetzij met hechtenis van ten hoogste een jaar, hetzij met een geldboete van de zesde categorie, hetzij met beide straffen.

  • 3.

    Overtreding van het bepaalde in het eerste lid is een misdrijf en overtreding van het bepaalde in het tweede lid een overtreding.

HOOFDSTUK VI Geheimhouding

Artikel 8
  • 1.

    Allen, die betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van deze landsverordening zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen in hun hoedanigheid is bekend geworden, behoudens in het geval dat uit de doelstelling van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

  • 2.

    De minister kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod aan de ambtenaren der Douane.

  • 3.

    De minister kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod aan de ambtenaren van politie werkzaam bij de Immigratie- en Grensbewakingsdienst.

HOOFDSTUK VII Slotbepalingen

Artikel 9
  • 1.

    Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld, voor gevallen waarin deze landsverordening niet uitdrukkelijk voorziet.

  • 2.

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van deze landsverordening.

  • 3.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het bedrag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden gewijzigd.

Artikel 10  

  • 1.

    In afwijking van de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering kan de officier van justitie of een daartoe door hem gemachtigde ambtenaar der Douane of van de Immigratie- en Grensbewakingsdienst, tot de dag waarop de dagvaarding is uitgebracht, met degene die gehandeld heeft in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 3, een schriftelijke schikking aangaan tot betaling van een geldbedrag ter voorkoming van strafvervolging wegens overtreding van deze landsverordening, alsmede ter voorkoming van strafvervolging wegens witwassen of wegens financiering van terrorisme als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, mits diegene schriftelijk heeft verklaard afstand te doen van het geld, de edele metalen, sieraden of andere voorwerpen waarvan hij geen of een onjuiste melding heeft gedaan.

  • 2.

    Artikel 150a van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De schikking levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd. De tenuitvoerlegging geschiedt namens de officier van justitie met vermelding alleen van zijn hoedanigheid zonder bijvoeging van zijn naam.

  • 4.

    In afwijking van artikel 142, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering worden in het fonds, bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening criminaliteitsbestrijdingsfonds, gestort:

    • a.

      het geldbedrag, bedoeld in het eerste lid; en,

    • b.

      het geld en de opbrengst van de verkoop van de edele metalen, sieraden en andere voorwerpen:

      • 1.

        waarvan afstand is gedaan door degene die gehandeld heeft in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 3;

      • 2.

        dat vanwege dat handelen in strijd met deze landsverordening in beslag is genomen, al dan niet ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel; of,

      • 3.

        waaromtrent een schikking is aangegaan.

Artikel 11

Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening melding grensoverschrijdende geldtransporten.