Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Hollands Kroon 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele inkomenstoeslag gemeente Hollands Kroon 2022
Citeertitelverordening individuele inkomenstoeslag Hollands Kroon 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022verordening individuele inkomenstoeslag 2022

21-12-2021

gmb-2022-20416

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Hollands Kroon 2022

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    P-wet: de Participatiewet;

  • b.

    WWB: Wet werk en bijstand;

  • c.

    Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de P-wet.

     

Artikel 2 Voorwaarden

1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 P-wet komt in aanmerking voor de individuele inkomenstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden, voorafgaand aan de datum van aanvraag, een inkomen had dat gemiddeld per maand niet hoger was dan 110% van de voor hem of haar geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 P-wet.

  • 2.

    Voor de vaststelling van de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, blijft de kostendelersnorm buiten toepassing. Dit is in lijn met het huidige bijzondere bijstandsbeleid.

  • 3.

    Onder inkomen wordt niet verstaan:

  • a.

    het bedrag dat tijdens een WSNP-traject gereserveerd wordt voor de aflossing van de schulden;

  • b.

    het bedrag dat tijdens een minnelijke schuldsanering op grond van de Wet schuldhulpverlening voor de aflossing van schulden wordt gereserveerd;

  • c.

    het bedrag van het inkomen waarop beslag is gelegd en het beslag op correcte wijze en op grond van de door belanghebbende volledig verstrekte gegevens is vastgesteld.

  • 4.

    Indien een echtgenoot of partner van belanghebbende op datum van aanvraag is uitgesloten van het recht op algemene bijstand op grond van artikel 11 of artikel 13 van de P-wet, komt de andere echtgenoot of partner in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor het gezin of alleenstaande ouder zou gelden zonder aanwezigheid van de niet rechthebbende echtgenoot of partner.

  • 5.

    De echtgenoot of partner die is uitgesloten van het recht op bijstand moet voor de overige voorwaarden over de afgelopen drie jaar voor datum aanvraag voldoen aan de voorwaarden, genoemd in het eerste lid van dit artikel.

  • 6.

    Belanghebbende en eventuele partner moeten voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze verordening en de bepalingen genoemd in de beleidsregel Individuele inkomenstoeslag Hollands Kroon 2022.

 

Artikel 3 Uitsluiting

Van het recht op de individuele inkomenstoeslag zijn in ieder geval uitgesloten:

  • a.

    belanghebbenden die voltijd studeren, omdat zij kans hebben om hun inkomen te verbeteren;

  • b.

    belanghebbenden die voltijd gestudeerd hebben, binnen drie jaar na beëindiging van de studie omdat er van mag worden uitgegaan dat de kans om het inkomen te verbeteren gedurende drie jaren na de studie aanwezig is.

     

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1.

    De hoogte van de individuele inkomenstoeslag is voor: a. een alleenstaande gelijk aan 40% van de norm voor een alleenstaande bedoeld in artikel 21 sub a P-wet; b. een alleenstaande ouder en een echtpaar/samenwonenden gelijk aan 40% van de norm voor een echtpaar/samenwonenden bedoeld in artikel 21 sub b P-wet; c. inclusief vakantietoeslag per maand, naar boven afgerond op hele euro’s.

  • 2.

    De hoogte van de individuele inkomenstoeslag wordt jaarlijks in januari bepaald op grond van de bijstandsnormen die gelden op 1 januari van dat jaar en geldt voor het gehele kalenderjaar.

  • 3.

    De gezinssituatie op de aanvraagdatum is bepalend voor de hoogte van de toeslag.

     

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022;

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening ‘individuele inkomenstoeslag Hollands Kroon 2016’.

     

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: ‘Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Hollands Kroon 2022’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2021

 

de Raad vernoemd,

 

De voorzitter, A. van Dam

De griffier, M. Klaassen Bos

 

 

 

Algemene toelichting 

 

Doelgroep op basis van inkomen

Vanaf 2009 is er gekozen voor een brede doelgroep. De aard van het inkomen is niet van belang en ook werkenden met een langdurig en laag inkomen behoren tot de doelgroep. De doelgroep is daarna niet gewijzigd.

 

Hoogte van de toeslag

De hoogte van de toeslag was centraal bepaald. Het waren vaste bedragen, als percentage van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten kunnen zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Een te laag bedrag doet geen recht aan het karakter van de individuele inkomenstoeslag, namelijk dat deze is bedoeld voor mensen die financieel geen mogelijkheden hebben gehad te reserveren voor vervangingsuitgaven en onverwachte uitgaven. Een te hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval. Immers, wordt op enig moment een hoger inkomen bereikt, dan vervalt direct de hele toeslag.

Er is voor gekozen om eenzelfde systematiek te blijven hanteren als onder de oude wetsbepaling.

 

Langdurig

Voor het begrip langdurig is gekozen voor een periode van drie jaar. Deze periode hanteert het Nibud om aan te geven dat de reserveringsmogelijkheden na drie jaar minimaal worden. De gemeente Hollands Kroon blijft deze zienswijze volgen, waardoor de referteperiode bepaald blijft op drie jaar.

 

Laag inkomen

Met ingang van 01-01-2015 is de inkomensgrens verhoogd naar 105%. Reden is dat belanghebbenden met een inkomen dat iets hoger is dan de bijstandsnorm, helemaal niets krijgen. Dit wordt als ongewenst ervaren.

 

Geen ambtshalve verstrekking

In de wet is bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2 Voorwaarden

Lid 2

De hoogte van de kostendelersnorm is gebaseerd op de aanname dat de kosten van het wonen gedeeld kunnen worden. Het is niet redelijk om het begrip “kosten van het wonen’ ook de vervangingsuitgaven en andere incidentele uitgaven – waarvoor de individuele inkomenstoeslag is bedoeld- te rekenen. In verband hiermee wordt er op geen enkele wijze rekening gehouden met volwassen medebewoners.

Lid 3

Sub a en b

De bepalingen van de P-wet voor de vaststelling van het inkomen zijn voor de individuele inkomenstoeslag onverkort van toepassing. In lid 3 van dit artikel is aan het begrip ‘redelijkerwijs kunnen beschikken over het inkomen’ zoals bedoeld in artikel 31 lid 1 van de P-wet, een ruimere invulling gegeven dan in de wet. Hiervoor is gekozen om belanghebbende die in de schuldsaneringtraject zitten – of dat in de afgelopen jaren succesvol hebben afgesloten – het recht op de individuele inkomenstoeslag niet te onthouden.

Sub c

Het inkomen waarop beslag ligt, is inkomen waarover belanghebbende feitelijk niet kan beschikken en er is geen mogelijkheid om verandering in de situatie aan te brengen (CrvB 28-03-2006, nr. 04/5465 NABW). In verband hiermee is ervoor gekozen om het niet tot het inkomen te rekenen.

Lid 4

De P-wet kent geen bijstandsnorm voor een alleenstaande ouder. Het begrip alleenstaande ouder komt nog wel voor in de wet (artikel 4 sub b van de P-wet).

 

Artikel 3 Uitsluiting

Studenten die bezig zijn met een studie of deze korter dan 3 jaar geleden hebben beëindigd, hebben zicht op inkomensverbetering en om die reden is deze groep uitgesloten van het recht op de individuele inkomenstoeslag.

 

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

Lid 1

Onder de Wet werk en bijstand was de toeslag afhankelijk van de norm + 20% toeslag op grond van de Toeslagenverordening. De normen veranderen met ingang van 01-01-2015 in verband met de kostendelersnorm. Er is voor gekozen om de toeslag te berekenen aan de hand van de maximaal mogelijke norm. Dat wil zeggen: de norm die van toepassing is in de situatie dat er geen andere inwonenden zijn. Dit is vergelijkbaar met de situatie van vóór 01-01-2015. De norm voor een alleenstaande ouder bestaat niet meer. Er is in lid 1 sub b voor gekozen om de toeslag vast te stellen op basis van de norm voor een echtpaar in geval van een alleenstaande ouder.