Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dongeradeel

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dongeradeel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 219, 225; Parkeerverordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit aanwijzing plaats, tijdstip en wijze waarop tegen betaling belasting mag worden geparkeerd

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-11-201001-01-2012nieuwe regeling

04-11-2010

Nieuwe Dockumer Courant, 24 november 2010

86/'10

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

De raad der gemeente Dongeradeel;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010, no. 86/'10;

gelet op de artikelen 219 en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening;

b e s l u i t :

vast te stellen:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • d.

    dag: tijdvak tussen 8.00 uur en 21.00 uur of een gedeelte daarvan.

  • e.

    week: tijdvak dat loopt van de ne dag in een week tot en met de (n-1)e dag in de volgende week.

  • f.

    maand: tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand.

  • g.

    jaar: tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      1o indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereen-komst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      2o indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.

  • 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3 lid 4, in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3 lid 4, in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

  • 5. In afwijking van artikel 5 lid 3 geldt, dat indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3 lid 4 in de loop van twee jaren aanvangt en het tweejarig tarief van toepassing is, is de belasting verschuldigd voor zoveel vierentwintigste gedeelten van de voor de twee jaren belasting als er in de twee jaren na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6. In afwijking van artikel 5 lid 4 geldt, dat indien een parkeervergunning voor twee jaren is afgegeven en in de loop van de twee jaren de belastingplicht eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel vierentwintigste gedeelten van de voor de twee jaren verschuldigde belasting als er in de twee jaren na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftuur, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 3. De in lid 2 genoemde belasting moet worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, nota of ander schriftuur.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet binnen 30 dagen na de dagtekening van de naheffingsaanslag worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 52,00.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling, datum ingang heffing en citeertitel

  • 1. De Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voorzover terzake daarvan de heffing van parkeerbelastingen in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeer-belastingen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad der gemeente Dongeradeel van 4 november 2010

griffier

voorzitter

Tarieventabel behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Dongeradeel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen van 4 november 2010

adagparkeren:  
 bij parkeerduur tot maximaal drie uur is het tarief per uur€ 0,50
 dagparkeren (3 uur en meer)€ 2,00
blangparkeren (maximale parkeertijdsduur van 2 1/2 uur):  
 bij een parkeerduur van ten hoogste 1/2 uur achtereen € 0,70
 bij een parkeerduur van ten hoogste 2 1/2 uur achtereen€ 3,50
ckortparkeren (maximale parkeertijdsduur van 1 uur)  
 bij een parkeerduur van ten hoogte 1 uur achtereen€ 2,10
dultrakort parkeren (maximale parkeertijdsduur van 30 minuten):  
 bij een parkeerduur van ten hoogste 1/2 uur achtereen€ 1,40
     
2.In afwijking van het bepaalde, genoemd in lid 1, bedraagt het tarief voor het parkeren in de straten:  
ade Stationsweg, Strobosserweg en Lyceumweg:  
 bij een parkeerduur van ten hoogste 1 uur achtereen€ 0,50
 bij een parkeerduur van ten hoogste 2 1/2 uur achtereen€ 1,30
bop het parkeerterrein aan de Hantumerweg  
 voor het eerste uur€ 0,10
 en na het eerste uur  
 bij een parkeerduur van ten hoogste 32 minuten€ 0,50
 bij een parkeerduur van ten hoogste 2 1/2 uur achtereen (inclusief 1e uur)€ 1,50
cMolensteeg, Strobossersteeg alsmede het parkeerterrein Acht Zaligheden bij een parkeerduur van ten hoogste 1 uur achtereen€ 0,70
     
3.Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt voor:  
ahet parkeren op de parkeerterreinen De Helling, 't Panwurk, Harddraverspark, Lutjebleek en de parkeerplaatsen langs de Strobosserweg en de Lyceumkade ten behoeve van:  
 I inwoners van de binnenstad per jaar€ 83,15
 II bedrijven en personeel werkzaam in de binnenstad per jaar€119,15
 III inwoners van de binnenstad per 2 jaren€165,30
 IV bedrijven en personeel werkzaam in de binnenstad per 2 jaren€237,30
bhet parkeren op de betaalde parkeerplaatsen van de binnenstad:  
 I inwoners van de binnenstad per jaar€177,80
 II bedrijven uit de binnenstad per jaar€394,80
 III bedrijven gevestigd buiten de binnenstad per jaar€144,30
 IV voor een parkeervergunning voor één dag€ 4,20
 V voor een parkeervergunning voor één week€ 16,75
 VI inwoners van de binnenstad per 2 jaren€354,60
 VII bedrijven uit de binnenstad per 2 jaren€788,60
 VIII bedrijven gevestigd buiten de binnenstad per jaren €287,60
     
4.Met muntstukken van € 0,10, € 0, 20, € 0,50, € 1,00 of € 2,00, dan wel door middel van een pinpas of chipknip kan betaald worden bij de automaten. Wisselgeld wordt echter niet uitbetaald.  
 De griffier