Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Participatienota Nuenen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuenen, Gerwen en Nederwetten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParticipatienota Nuenen
CiteertitelParticipatienota Nuenen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpParticipatienota Nuenen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Niet van toepassing

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Niet van toepassing

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-2022Nieuwe regeling

05-11-2020

gmb-2022-17055

Tekst van de regeling

Intitulé

Participatienota Nuenen

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2020

 

gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

1. De participatienota vast te stellen.

1. Inleiding

1.1 Inleiding

De vraag waarom we eigenlijk moeten participeren ligt ver achter ons. Er zijn zoveel redenen om te participeren. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Maar andersom is net zo waar: niet omdat het kan, maar omdat het moet. Niet omdat we het nu niet goed doen, maar omdat in de toekomst iets anders van ons verwacht wordt als overheid, als gemeente. Onze rol verandert en wij veranderen mee. Maar bovenal omdat plannen en projecten er beter van worden als we onze inwoners en ondernemers betrekken. Omdat zij het beste hun wensen en belangen kunnen verwoorden en behartigen, omdat zij ervaringsdeskundigen zijn in hun woon- of werkomgeving of omdat zij talenten of een netwerk hebben die ingezet kunnen worden. Waarom zouden we die kans niet benutten?

 

Dat we meer willen participeren is dus geen vraag die we in deze nota gaan beantwoorden. Het is een gegeven. Maar met de wetenschap dat we willen participeren rijzen er veel nieuwe vragen. Vragen waar veel gemeenten mee worstelen, zowel bestuur als ambtenaren. Soms is het lastig tussen de verschillende lagen van de organisatie, maar er ontstaat juist een kans om elkaar opnieuw te vinden. We stoeien namelijk allemaal met de vraag: wat betekent participatie voor mij? Want dàt het iets betekent is duidelijk. Voor ons allemaal. We staan voor een uitdaging, maar een leuke uitdaging. Met de nota zorgen we voor een zelfde beeld bij en ambitie voor participatie. Én voor een gezamenlijk besef wat participatie inhoudt. Zodat we met vertrouwen samen de uitdagingen aan kunnen gaan, ieder vanuit de eigen rol.

 

1.2 Leeswijzer

We beginnen de nota met de definitie van participatie en maken daarbij onderscheid tussen bewoners- en overheidsparticipatie. In hoofdstuk 3 staat kort en bondig het doel van participatie om vervolgens in hoofdstuk 4 onze ambitie te bepalen. Vanuit de achtergrond van bestaand beleid en regelgeving, maar ook vanuit de komst van de omgevingswet.

 

In hoofdstuk 5 staan we stil bij wat er nodig is voor succesvolle participatie. Maar wat betekent deze ambitie vervolgens voor ieder van ons? In hoofdstuk 6 benoemen we de rollen en wat er verandert binnen die rollen. Het blijft lastig wie er dan betrokken moet en wil worden en wanneer er nou voldoende mensen meedoen om van draagvlak te spreken? Een algemene ondergrens is niet te stellen, maar in hoofdstuk 7 staat wanneer er sprake is van representatieve groep participanten. Er zijn veel vormen van participatie, vaak ook al toegepast in Nuenen. Een korte opsomming staat in hoofdstuk 8. Op het uitdaagrecht gaan we in dit hoofdstuk wat dieper in. Tot slot een uitvoeringsprogramma om ons te ontwikkelen en te zorgen dat participatie ingebed wordt in onze processen.

 

2. Definitie

2.1 Participatie

Participatie is niet nieuw, ook niet in Nuenen. Er zijn projecten gerealiseerd met inbreng van inwoners, zoals de realisatie van de Dassenburcht waar zowel gebruikers als omwonenden veel invloed hebben gehad op het plan voor de school. We hebben beleid gemaakt met inwoners, denk aan het bomenbeleidsplan. Er zijn CPO projecten ontwikkeld in Nederwetten en op Eeneind. Maar zeker zoveel projecten zijn van de grond gebracht door de gemeenschap, met slechts een beperkte inbreng van de gemeente. Denk aan Vincentre, huiskamer D’n Huikert (Gerwen) en “automaatje”.

 

We zoeken naar een structurele inbedding van participatie in onze processen. Iedereen heeft beeld en verwachtingen bij participatie. We hanteren de volgende definitie:

Elke manier waarop inwoners van Nuenen betrokken zijn bij het opstellen en uitvoeren van beleid en bij ontwikkelingen in Nuenen.

 

2.2 Bewonersparticipatie

Bewoners participeren in een initiatief van de overheid. Zij worden betrokken bij het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van hun woonomgeving.

 

Dit gaat om beleid, uitvoering en ontwikkelingen die tot het takenpakket van de gemeente behoren. De gemeente is in beginsel initiatiefnemer en verantwoordelijk. Dit kan op verzoek zijn van inwoners, ondernemers, verenigingen of instellingen. Het gaat om ons werk, dat we samen met of soms zelfs door de gemeenschap laten doen.

 

2.3 Overheidsparticipatie

De overheid participeert in initiatieven van bewoners. De overheid heeft slechts een ondersteunende rol. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van ruimte en/of voorziening en/of door het beschikbaar stellen van budget. Wijkbudgetten zijn een voorbeeld van overheidsparticipatie.

 

Dit zijn initiatieven van inwoners, waarbij zij de hulp van de gemeente nodig hebben. Gemeente denkt mee met hen of levert middelen. De verantwoordelijkheid voor het plan en de uitvoering blijft bij de inwoners liggen. Het gaat niet altijd om een taak van ons, maar ook die kunnen wel degelijk bijdragen aan onze doelstellingen. Overheidsparticipatie vraagt om uitnodigend bestuur [1].

 

[1] https://platformoverheid.nl/artikel/uitnodigend-besturen/

 

Kracht van de gemeenschap

Er zijn ook veel initiatieven in de Nuenense gemeenschap waarbij géén beroep wordt gedaan op de gemeente. Er zijn veel initiatieven, communities, verenigingen en activiteiten die zonder tussenkomst van de gemeente georganiseerd worden. Dat is de kracht van de Nuenense gemeenschap. Deze kracht kun je wel aanspreken bij overheidsparticipatie.

 

3. Doel

Participatie is geen doel op zich, maar een middel om tot een beter en/of beter gedragen resultaat te komen. Participatie moet dus iets toevoegen aan het eindresultaat of het nu om beleid of uitvoering gaat.

 

Loslaten is het nieuwe verbinden.

 

Doel van participatie is dat we meer klantgericht en omgevingsbewust handelen en daarvoor de kennis en kunde van de gemeenschap benutten. Soms als belanghebbende, soms als expert en soms als ervaringsdeskundige.

 

4. Ambitie

4.1 Achtergrond

Onze ambitie ligt al besloten in de diverse documenten.

 

“Dialoog en verbinding met onze inwoners is voor ons vanzelfsprekend. Hetzelfde geldt voor burgerparticipatie.” – coalitieprogramma 2018-2022

 

“Onze inwoners voelen zich in verbinding staan en betrokken bij het bestuur van de gemeente en bij onderwerpen die hen of hun leefomgeving rechtstreeks raken.” – begroting 2020-2023

 

“Door gezamenlijke inzet is er van alles te beleven en is er veel gerealiseerd. Dit is een verdienste van de Nuenense gemeenschap. Daar moeten we zorgvuldig mee omgaan. Inwoners roepen op om Nuenen te houden zoals het is; onze inwoners zijn trots op Nuenen en voelen zich hier thuis. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur en de Nuenense gemeenschap. Daarom blijven we ook in de toekomst constructief samenwerken met onze inwoners, ondernemers, verenigingen en andere maatschappelijke organisaties. Ieder vanuit zijn eigen rol. En allemaal belangrijk.” – visie Nuenen c.a. 2019

 

“Door middel van participatie de gemeenschap een rol geven bij maatschappelijke opgaven. De uiteindelijke besluitvorming is voorbehouden aan het gemeentebestuur.” – visie op Nuenen c.a. 2019

 

“Wij gaan voor het benutten van de kracht van de gemeenschap.” – visie ambtelijke organisatie

 

4.2 Inspraakverordening

In 2005 is de inspraakverordening vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de gemeente bij de voorbereiding van beleid inwoners en belanghebbenden betrekt door een inspraakprocedure te volgen. Inspraak is een (wettelijke) vorm van participatie, maar een beperkte vorm. Inwoners kunnen tijdens een inspraakprocedure reageren op beleidsvoornemens, in plaats van aan de voorkant meedenken over of zelfs mee opstellen van het beleid. Inspraak is niet meer voldoende in de huidige tijd. Een andere vorm van participatie neemt de verplichting tot een inspraakprocedure echter niet weg.

 

4.3 Omgevingswet

In 2021 treedt de Omgevingswet in werking. Na de transitie in het Sociaal Domein, volgt hiermee de transitie in het Ruimtelijk Domein. Wet- en regelgeving van ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, water en natuur worden gebundeld. Thema’s als veiligheid en gezondheid krijgen ook een plek in deze wet. Deze wet legt meer verantwoordelijkheid op lokaal niveau. Niet alleen bij de lokale overheid maar juist ook bij de lokale gemeenschap. Voor beide komt meer vrijheid, maar dus ook meer verantwoordelijkheid.

 

Participatie wordt verankerd in de Omgevingswet. Het bevoegd gezag en/of de initiatiefnemer is verantwoordelijk voor participatie. Een verplichting voor de gemeente maar ook voor initiatiefnemers. Participatie is dan ook geen overheidsopgave maar een maatschappelijke opgave.

 

In de wet is opgenomen dat de gemeente een motiveringsplicht heeft bij de omgevingsvisie, het omgevingsplan, een omgevingsprogramma en bij een projectbesluit [2]. Bij het besluit moeten we aangeven hoe de omgeving betrokken is en wat met de input is gedaan.

 

De Omgevingswet dient als vliegwiel voor participatie in Nuenen. In Nuenen zijn we gestart met de Omgevingsvisie. Eén visie voor de dorpen met ons ruimtelijk beleid. Dat proces is aangegrepen voor een meer integrale werkwijze waarbij ook inwoners betrokken zijn. We hebben dit als leerproces aangegrepen.

 

[2] https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/participatieomgevingswet/participatie-wet/

 

4.4 Participatieverordening

De politiek overweegt om een participatieverordening als verplichting op te nemen bij de invoering van de Omgevingswet. Het is op dit moment niet duidelijk of dit voornemen een meerderheid krijgt. Het is nog niet bekend waar een eventuele participatieverordening aan moet voldoen. In de verordening komen naar verwachting de spelregels voor participatie bij totstandkoming van beleid. Te vergelijken met de inspraakverordening.

 

Als deze verplichting inderdaad wordt opgenomen, dan moet de inspraakverordening vermoedelijk vastgesteld zijn voor invoering van de wet. We wachten de besluitvorming af en nemen dit onder voorbehoud op in het uitvoeringsprogramma.

 

4.5 Ambitie

Gelet op de bovenstaande komen we tot de volgende ambitie:

We willen inwoners en ondernemers meer zeggenschap geven over en verantwoordelijkheid geven in de keuzes, ontwikkelingen en uitvoering in hun leefomgeving. De besluitvorming is voorbehouden aan het gemeentebestuur.

 

Bewonersparticipatie of overheidsparticipatie

Elk initiatief is anders. Als gemeente moeten we dus met beide soorten goed om kunnen gaan. Maar wat is onze ambitie? Waar richten wij ons primaire op als we ons willen ontwikkelen op het gebied van participatie?

 

Bewonersparticipatie is een werkwijze die we ons aan moeten meten. We richten ons daarom met name op deze categorie. Hier kunnen, willen en moeten we het verschil maken. Niet omdat dit het belangrijkste is, maar omdat onze rol en verantwoordelijkheid het grootste is. We hebben hier bovendien de meeste invloed op. Het gaat hier om onze eigen werkwijze. Een werkwijze die met de Omgevingswet vanaf 1 januari 2021 ook wettelijk verankerd is. Bewonersparticipatie pakken we actief op.

 

Overheidsparticipatie is minder een vereiste, maar wel een kans om de kracht van de gemeenschap optimaal te benutten. Dat vraagt een vergaande rolverandering tussen gemeenschap en gemeente. Hoewel dit mogelijk een gewenst eindplaatje is, is het op dit moment te vroeg om die stap te zetten. Je moet dan overwegen om de gemeenschap maar ook de gemeente anders te organiseren.

 

Betekent niet dat we bewonersinitiatieven (overheidsparticipatie) niet moet verwelkomen en waar mogelijk stimuleren. Hoewel dit meer reactief is, willen we hier beter op inspelen. Dit vraagt om zogenaamd uitnodigend bestuur. Door dat goed te doen, vertrouwen we erop dat er een verschuiving op gang komt die ons in de toekomst wel in staat stelt om de vervolgstap te zetten.

 

Maatwerk

We geven mensen meer zeggenschap en verantwoordelijkheid. Hoeveel meer, verschilt per project en onderwerp. Er is niet één ambitieniveau te bepalen. Het ene onderwerp leent zich meer voor participatie dan het andere. Dat kan om uiteenlopende redenen zijn. Participatie is geen doel op zich, maar een manier om tot een beter en meer gedragen resultaat te komen. Participatie moet iets bijdragen, een toegevoegde waarde hebben.

 

Besluiten

Het gemeentebestuur beschouwt de besluitvorming als haar verantwoordelijkheid. Dit blijft onveranderd. De participatieresultaten wegen wel substantieel mee in de bestuurlijke afweging. Dat commitment is nodig van het bestuur. Participatie verandert niets aan die beslissingsbevoegdheid maar heeft wel impact op de bestuursstijl (zie ook participatieladder in hoofdstuk 6).

 

5. Succesfactoren

Participatie is geen garantie voor een plan waar unaniem draagvlak voor is. Ook verdeeldheid kan een uitkomst zijn. Wanneer is een participatieproject dan geslaagd? Uit onderzoek is gebleken dat de tevredenheid van participanten over een participatietraject vooral bepaald wordt door het proces en niet zozeer afhangt van het feit of dat proces tot de voor hen gewenste uitkomst heeft geleid. Belangrijkste uitgangspunten voor een rechtvaardig proces zijn: luisteren, respect en communicatie.

 

De volgende factoren zijn noodzakelijk voor succesvolle participatie.

  • -

    Geschikt onderwerp

    Niet elk onderwerp leent zich voor participatie. Participatie is geen doel op zich maar moet bijdragen aan het doel. Definieer dat doel zoveel mogelijk samen of vraag anders expliciet commitment voor dat doel. Zo vergroot je de kans dat ook iedereen een bijdrage levert om tot dat doel te komen.

     

  • -

    Duidelijkheid over rollen en invloed/verwachtingenmanagement

    We gaan van traditionele rollen over naar maatwerk. Het is belangrijk om vooraf te bepalen wie welke rol met bijbehorende verantwoordelijkheden én bevoegdheden heeft. Inwoners, ambtenaren, college en raad. Ook de kaders moeten helder zijn voor alle betrokkenen. Terug moeten komen op gewekte verwachtingen is funest.

     

  • -

    Een gezamenlijk belang om te participeren

    Alle partijen moeten een belang hebben om te participeren in een project. Dan ontstaat er commitment voor het proces dat je gezamenlijk ingaat en is iedereen bereid daar een verantwoordelijkheid in te nemen. Hoe groter het belang, hoe groter het commitment. Iedereen die mee doet is medeverantwoordelijk voor het proces en het resultaat. Dit ligt niet alleen bij de gemeente. Participatie is vrijwillig maar niet vrijblijvend.

     

  • -

    Gelijkheid, openheid en vertrouwen

    Zoals in elke samenwerking is gelijkheid, openheid en vertrouwen een noodzakelijke basis om op te bouwen. Gelijkheid betekent niet dat iedereen dezelfde belangen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Het betekent dat je elkaar respecteert en ieders inbreng waardeert.

     

  • -

    Communicatie

    Spreek dezelfde taal en zorg voor een constante communicatielijn. Ook over stilte kun je communiceren. Dit is belangrijk voor de betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en betrokkenheid. Simpel gezegd: bij lange stilte of slechte communicatie haken mensen af. Let op: communicatie werkt twee kanten op en is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente.

     

  • -

    Balans vinden tussen inzet en opbrengst

    We vragen inzet van inwoners in hun vaak toch al drukke leven. Er moet balans zijn tussen de inzet die je vraagt en wat die inzet hen opbrengt. Van participanten met een groot belang kan en mag je dus meer respons en inzet verwachten over het algemeen.

     

  • -

    Sta open en ben flexibel

    We staan open voor de input en doen hier iets mee. Dit betekent niet dat we zelf niet mee doen of dat we alleen maar doen wat er gezegd wordt. Het betekent dat we de input meenemen in de afwegingen die gemaakt worden. Maak duidelijk wat we met de input hebben gedaan en hoe de input is meegenomen in het resultaat maar ook in de besluitvorming.

     

  • -

    Stap voor stap

    Participatie doen we stap voor stap zodat we een passend vervolg kunnen geven aan de vorige participatiestap. De ervaringen en input van de vorige stap zijn van belang. Participanten hebben niet alleen invloed op de uitkomst maar ook op het proces. Met een goede voorbereiding aan de start van het proces leg je een belangrijke basis om je in het vervolgproces flexibel op te kunnen stellen.

     

  • -

    Betrek de juiste mensen, intern en extern 

    Betrokkenen kunnen belanghebbenden en gebruikers zijn, maar ook deskundigen en niet te vergeten de beslissers. Zoek enthousiastelingen en criticasters. Het gaat niet alleen om aantallen en doelgroepen, maar dat de verschillende belangen samen aan tafel zitten. Ga niet met iedereen afzonderlijk het gesprek aan maar laat ze samen het gesprek voeren.

     

  • -

    Maak bewuste keuzes

    Het is van belang om bij de start van een proces stil te staan bij bovenstaande factoren en aan de hand hiervan de rolverdeling en aanpak te bepalen. Participatie is geen los traject, het is een werkwijze die impact heeft op het hele proces. Er moeten bewuste keuzes gemaakt worden ten aanzien van de participatieaanpak bij een initiatief.

 

Er is geen standaard succesformule voor participatie. Er zijn wel factoren die nodig zijn om participatie succesvol te maken. Dit besef helpt om de juiste keuzes ten aanzien van participatie te maken bij elk initiatief.

 

6. Rollen en bevoegdheden

6.1 Gemeenteraad

De raad heeft drie rollen: kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend. Deze rollen blijven uiteraard bestaan, maar participatie heeft wel impact op deze rollen.

  • -

    Kaderstellend

    Ten aanzien van participatie heeft de raad de volgende kaderstellende rol.

  • .

    Ambitiebepaling participatie: hier staat één en ander over in het coalitieprogramma, de begroting en de toekomstvisie. Met deze nota stelt de raad de ambitie vast.

  • .

    Daarnaast stelt de raad inhoudelijke en financiële kaders in de vorm van beleid, de begroting en raadsbesluiten. Deze kaders moeten meegenomen worden bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en dus ook in het bijbehorende participatieproces. Als de kaders te weinig ruimte laten, zijn de mogelijkheden voor participatie beperkt. Van tevoren moeten we bewust stil staan bij hoe veel we bereid zijn los te laten.

  • -

    Controlerend

    De raad voert controle op de uitvoering van beleid en daarmee ook op participatie. Het college legt verantwoording af voor het al dan niet doorlopen van een participatieproces en de wijze waarop dit is gedaan.

  • -

    Volksvertegenwoordigend

    Participatie heeft de grootste impact op deze rol van de raad. Bij participatie vertegenwoordigen inwoners zichzelf. Deze directe democratie zorgt voor een betere belangenbehartiging. Toch kan directe democratie niet zonder de representieve democratie. Deze zorgt immers voor stabiliteit, continuïteit en ziet toe op het algemeen belang. Er ontstaat dus een wisselwerking tussen de betrokkenheid van inwoners en de rol van de raad. Een grote betrokkenheid van inwoners vraagt om een andere bestuursstijl (zie participatieladder bij rol inwoners). Ondanks dat de raad volksvertegenwoordiger is, kunnen ze de directe inbreng van de gemeenschap niet negeren. Zij nemen deze mee in de bestuurlijke afweging.

     

6.2 College van B&W

Het college is het uitvoerend orgaan. Het is aan het college om invulling te geven aan het participatieproces. De portefeuillehouder participatie heeft een coördinerende, controlerende en stimulerende rol. De portefeuillehouder is verantwoordelijk voor het vervolg van deze participatienota. Participatie moet een werkwijze worden van het college. Dit is een verantwoordelijkheid van het gehele college, maar in het bijzonder van de portefeuillehouder participatie.

 

Voor de uitvoering van de verschillende participatieprocessen zélf is de inhoudelijke portefeuillehouder verantwoordelijk.

 

6.3 Management

Participatie vraagt veel van de ambtelijke organisatie, ook zij moeten anders denken en doen. Daar horen andere competenties bij. Het managementteam geeft leiding aan de ambtelijke organisatie. Zij zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling die medewerkers individueel en de ambtelijke organisatie als geheel moet doormaken.

 

In de uitvoering van participatietrajecten ligt geen specifieke rol weggelegd voor het management.

 

6.4 Medewerkers

De rol van medewerkers verandert formeel niet door participatie. In de praktijk zie je echter dat de invulling van die rol wél verandert. Waar medewerkers in het verleden als experts beleid opstelden of uitvoerden, worden ze nu afhankelijk van het participatieproces meer procesbegeleiders en/of adviseurs. Medewerkers informeren inwoners niet meer uitsluitend over wat het bestuur besloten heeft, maar gaan aan de voorkant het gesprek aan met inwoners. We denken en praten met hen mee.

 

6.5 Gemeenschap 

Daar waar de rol van de gemeente verandert, verandert de rol van de gemeenschap automatisch ook. Participatie wordt de standaard, ook volgens de Omgevingswet. Toch ervaren we dat inwoners en/of ondernemers zelf hier niet altijd op zitten te wachten. De belangen en betrokkenheid van inwoners en ondernemers zijn divers. Hoe groter en directer het belang, hoe groter vaak de betrokkenheid en de bereidheid om deel te nemen én verantwoordelijkheid te nemen. Participatie kunnen we niet afdwingen. Participatie is vrijwillig, maar niet vrijblijvend.

 

Participatieladder

Er zijn verschillende rollen voor inwoners te onderscheiden. Deze zijn opgenomen in de participatieladder. Bij de verschillende rollen hoort ook een specifieke bestuursstijl.

 

Trede

De inwoner…

Bestuursstijl

Zelf organiseren

organiseert en voert zelf uit.

Faciliterend

Meebeslissen

is mede-verantwoordelijk voor beslissingen.

Delegerend

Coproduceren

werkt intensief mee aan plannen of beleid.

Samenwerkend

Adviseren

genereert ideeën en oplossingen voor een goed advies binnen een beleidsonderwerp of plan.

Participatief

Raadplegen

geeft zijn mening of kennis over een beleidsonderwerp of plan.

Consultatief

Informeren

krijgt informatie over een beleidsonderwerp of plan.

Autoritaire

 

Hoewel informeren wel is opgenomen in de participatieladder, beschouwen we dat niet als participeren maar als communiceren. Raadplegen is de minimale variant van participatie.

 

De rollen en bevoegdheden van zowel gemeente als gemeenschap veranderen. De rolverdeling verschilt per proces. Van tevoren moet helder zijn wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn van alle betrokkenen. De participatieladder kan hierbij helpen. Andere rollen vraagt om een andere werkwijze van zowel gemeente als gemeenschap, van zowel bestuur als medewerkers.

 

7. Participanten

7.1 Participanten

Het is cruciaal om te bepalen wie we bij welke casus betrekken. En in welke fase we dat doen. Belangrijkste vraag is: voor wie is dit interessant en relevant? Wie levert het iets op? Die mensen zijn vaak bereid om zich in te zetten. Sterker nog: zij verwachten vaak ook betrokken te worden. Het is belangrijk om ook te weten wie voor ons interessant en relevant zijn. Ook wie moeten de meerwaarde zien van degenen die we betrekken.

 

We vragen inwoners en ondernemers steeds vaker om hun inzet. We proberen hen niet te overvragen, maar zorgen ervoor dat de partijen die een belang hebben ook allemaal die gelegenheid krijgen.

 

7.2 Representatief

Bij participatie is het belangrijk dat er een representatieve vertegenwoordiging is, zowel kwantitatief als kwalitatief.

  • -

    Kwantiteit 

    Er moeten voldoende mensen mee doen zodat er sprake is van een goede vertegenwoordiging van een groep inwoners en/of ondernemers. Dit is nodig om ook echt van draagvlak te kunnen spreken. We leggen geen minimale eis voor de “opkomst” vast. Participatie is maatwerk, bovendien is de kwaliteit meer maatgevend voor de representativiteit.   

  • -

    Kwaliteit

    De kwaliteit wordt hoofdzakelijk bepaald door de differentiatie van de participanten. Alle belangen en standpunten moeten vertegenwoordigd zijn.

 

Wij benaderen partijen om mee te doen. We doen dit zo prikkelend en uitnodigend mogelijk. Het is echter een verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers om al dan niet op onze uitnodiging in te gaan. We realiseren ons dat sommige doelgroepen minder goed te motiveren zijn, denk bijvoorbeeld aan jongeren. Als inwoners ervaren dat participatie loont, verwachten we dat de (participatie)opkomst in de toekomst beter wordt.

 

Ervaring leert dat partijen zich gedurende het proces alsnog kunnen melden. Vaak op een moment dat ze zich realiseren dat ze toch een belang hebben in het proces. Dat vraagt mogelijk om bijsturing. We doen partijen die mee hebben gedaan niet tekort door stappen opnieuw te zetten, maar negeren nieuwe partijen ook niet zomaar.

 

7.3 Samen

Participatie is een vorm van samenwerken. We gaan als gemeente niet met alle partijen afzonderlijk aan tafel, maar zetten belangen samen aan tafel. Het is aan de groep om uit de verschillende belangen conclusies te trekken. Verdeeldheid kan ook een uitkomst zijn.

 

We betrekken de juiste partijen, partijen die een belang hebben. Het moet een representatieve vertegenwoording van belangen zijn. Daarbij speelt niet alleen het aantal een rol, maar met name dat de verschillende belangen aan tafel zitten.

 

8 Participatievormen

8.1 Participatievormen

De meest geschikte vorm hangt af van het doel, de partijen, de rollen en de keuzevrijheid. Op de website van prodemos is hier meer informatie over te vinden (www.participatiewijzer.nl/De-participatiewijzer). Hieronder een aantal participatievormen onderverdeeld naar de treden van de participatieladder.

 

Raadplegen

Adviseren

Coproduceren

Meebeslissen

Zelf organiseren

Bewonerspanel

Adviesraad

Workshops

Wijkbudgetten

Right to Challenge

Digitaal platform

Burgerpanel

Werkgroep

Projectgroep

Bewonersinitiatief

Bewonersavond

Klankbordgroep

CPO

 

Offline vs online

We gaan steeds meer van off-line naar on-line communicatie. Deze trend heeft ook zijn weerslag op overheidscommunicatie. Offline is en blijft vaak een vereiste, online een waardevolle aanvulling. Met online participatie bereik je een grotere groep maar ook andere doelgroepen. Zeker om meningen op te halen is online participatie geschikt.

 

Online participatie is volop in ontwikkeling. Covid-19 heeft hier nog een extra boost aan gegeven. Ook in Nuenen moeten gaan we meer online doen.

 

8.2 Uitdaagrecht

Het uitdaagrecht (ook bekend als Right to Challenge) is een participatievorm die een nadere toelichting verdient. Het Rijk is voornemens om dit recht te verankeren in de Gemeentewet.

 

Wie denkt een taak beter en goedkoper te kunnen uitvoeren dan de lokale overheid, kan op basis van het uitdaagrecht deze taak overnemen.

 

Het gaat hier om een overheidstaak. In principe een taak die in onze begroting is opgenomen of waarover al een uitvoeringsbesluit is genomen. Daardoor is er ook een budget voor vastgesteld.

 

Er zijn gemeenten die al met een vorm van het uitdaagrecht werken. Het ontbreekt nog aan regels en procedures, waardoor het voor gemeenten nog zoeken is naar een werkwijze. Daardoor is het voor inwoners vaak niet duidelijk wat wel of niet kan. In het regeerakkoord is een landelijke regeling in de Gemeentewet aangekondigd.

 

Het initiatief komt vanuit de bewoners. Zij beroepen zich op het recht om een taak over te nemen. Als gemeente beslissen we niet om het uitdaagrecht toe te passen. We beslissen in deze nota wel dat we het recht geven aan bewoners om ons uit te dagen al voordat dit wettelijk is verankerd.

 

Overigens kan op initiatief van de gemeente wel voor een zelfde rolverdeling en werkwijze worden gekozen. Maar dan is er geen sprake van het uitdaagrecht.

 

Welke participatievorm het meest geschikt is hangt af van de doelstelling van een intitiatief en van de rolverdeling. Door de invoering van het uitdaagrecht krijgen initiatiefnemers het recht om een taak over te nemen van de gemeente. Het is goed dat dit recht wordt ingevoerd, maar als we onze eigen ambitie waarmaken is het voor inwoners niet nodig om zich op een recht te beroepen.

 

 

9. Uitvoeringsprogramma

Participatie is niets nieuws. We doen het al jaren, in meer of mindere mate. Participatie moet echter verankerd worden in onze werkwijze en processen. We gaan het volgende doen om dat te ontwikkelen.

 

9.1 Programma

Experimenteren, leren en evalueren

We willen vooral leren door te doen. We experimenteren, leren en evalueren. Dit betekent dat we accepteren dat het niet allemaal in een keer goed gaat. Bestuur en medewerkers geven elkaar de ruimte om zich te ontwikkelen en zoeken elkaar nadrukkelijk op en delen ervaringen met elkaar. Bijvoorbeeld via de klankbordgroep, maar ook tijdens themabijeenkomsten van de Raad.

 

Klankbordgroep Raad

Er is een klankbordgroep uit de raad. Met hen bespreken we elk kwartaal de ontwikkelingen van de organisatie op het gebied van participatie. We stemmen met hen af hoe het bestuur deze werkwijze kan omarmen. We delen ervaringen zodat we in verbinding blijven.

 

Leidraad opstellen

We stellen een leidraad op voor overheids- en voor inwonersparticipatie (inwonersinitiatieven). Het is geen procesbeschrijving, maar een leidraad ter ondersteuning bij de uitvoering van participatie. Deze leidraad wordt gevolgd bij de het opstarten van een initiatief. We delen de conclusies in college- en raadsvoorstellen in de vorm van een argument of kanttekening.

 

Digitale participatie

Er zijn veel mogelijkheden voor digitale participatie. Dit is nog volop in ontwikkeling. Steeds meer gemeenten werken met een platform waarop ze digitaal kunnen participeren. Ook in Nuenen willen we graag (meer) aan de slag met online participatie. Omdat de diversiteit aan tools en platforms zo groot is, gaan we eerst aan de hand van drie cases een proeftuin inrichten. We doen hiermee ervaring op om daarna een weloverwogen keuze maken voor een ‘vast’ platform/middel.

 

Uitdaagrecht

Vooruitlopend op de invoering van het uitdaagrecht staan we open als we door inwoners worden uitgedaagd. We maken en procesbeschrijving. We grijpen een eerste uitdaging aan als pilot om bekend te worden met de werkwijze. We zijn hierbij wel afhankelijk of we daadwerkelijk uitgedaagd worden. Als dit op zich laat wachten zoeken we een geschikte casus om wel volgens die rolverdeling te werken. Maar ook dat is niet af te dwingen. Inwoners moeten bereid zijn om de taak en verantwoordelijkheid over te nemen.

 

Opleiding

Participatie betekent een andere werkwijze en een andere mindset. Daar horen ook andere competenties bij. Ofwel de organisatie, bestuur en medewerkers, moet zich ontwikkelen. We organiseren hiervoor intervisie en workshops. We doen dit onder de noemer de Academie van de veranderende overheid.

 

Participatieverordening

Als deze verplichting inderdaad wordt opgenomen bij de invoering van de Omgevingswet, dan moet de inspraakverordening vermoedelijk vastgesteld zijn voor invoering. We wachten de besluitvorming af en nemen, maar nemen dit met dat voorbehoud op in het uitvoeringsprogramma.

 

9.2 Planning

Het uitvoeringsprogramma richt zich op de periode tot en met 2021. Eind 2021 evalueren we waar we staan en bepalen we welke vervolgstappen we in 2022 zetten.

 

Programma

Planning

Experimenteren, leren, evalueren

Doorlopend

Klankbordgroep

Q1, Q2, Q3, Q4 2021

Leidraad opstellen

Q1 2021

Digitale participatie

Q1, Q2 2021

Uitdaagrecht, procesbeschrijving

Q1 2021

Uitdaagrecht, pilot

2021

Academie veranderende overheid

2021

Participatieverordening

n.t.b.

 

Participatie in Nuenen is niet nieuw, maar moet beter verankerd worden in processen. Dat moeten we ontwikkelen. Vooral door te doen en te leren en daarbij gebruik te maken van nieuwe vormen en middelen zoals het uitdaagrecht en online participatie.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 5 november 2020

DE RAAD VOORNOEMD,

de voorzitter, M.J. Houben MBA

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc M.J. Houben MBA