Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Beleidsregels voor de heffing van toeristenbelasting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor de heffing van toeristenbelasting
CiteertitelBeleidsregels voor de heffing van toeristenbelasting
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpEigendom, openbare werken, producten, diensten, verrichtingen, belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 231 van de Gemeentewet
  4. artikel 11, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  5. artikel 13 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  6. artikel 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  7. artikel 15 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  8. artikel 67a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  9. artikel 67d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-2022Nieuwe regeling

14-12-2021

gmb-2022-16711

1355850

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor de heffing van toeristenbelasting

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten,

 

gelet op het bepaalde in:

  • Artikel 1:3, lid 4 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb);

  • Artikel 231 van de Gemeentewet;

  • Artikel 11, tweede lid, artikel 13 t/m 15 en artikel 67a en 67d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR);

 

besluit:

 

vast te stellen de beleidsregels voor de heffing van toeristenbelasting.

Artikel 1 Inleiding

Artikel 8, 1e lid van de AWR (welke ook op de gemeentelijke belastingen van toepassing is) regelt de verplichting van belastingplichtige om na de uitnodiging tot het doen van aangifte, het aangiftebiljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, met de daarin gevraagde bescheiden of andere gegevensdragers in te leveren.

 

Artikel 2 Vaststelling aanslag

  • 1.

    Ter zake van het vaststellen van de aanslag toeristenbelasting wordt aan iedere belastingplichtige jaarlijks een aangiftebiljet toeristenbelasting toegestuurd.

  • 2.

    Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan een aanslag worden opgelegd in afwijking van de aangifte. De bevoegdheid daartoe is ontleend aan artikel 11, 2e lid van de AWR.

  • 3.

    Het is mogelijk dat, hoewel een correcte aangifte is gedaan, voor het vaststellen van de aanslag nog nadere inlichtingen nodig zijn.

 

Artikel 3 Vaststellen ambtshalve aanslag

  • 1.

    Indien, ook na een herhaaldelijk verzoek, niet voldaan is aan de aangifteverplichting van bovengenoemd artikel wordt de aanslag toeristenbelasting ambtshalve vastgesteld. Daarbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd:

    • a.

      Bij de ambtshalve vaststelling van een aanslag toeristenbelasting wordt als uitgangspunt genomen de hoogte van de aanslag toeristenbelasting van het betreffende belastingobject waarvoor in het voorafgaande belastingjaar toeristenbelasting verschuldigd was. Deze aanslag wordt met 50% verhoogd.

  • 2.

    Indien, ook na een herhaaldelijk verzoek, niet volledig voldaan is aan de overhandiging van nadere inlichtingen zoals genoemd in bovengenoemd artikel, wordt de aanslag toeristenbelasting ambtshalve vastgesteld. Daarbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd:

    • a.

      Bij de ambtshalve vaststelling van een aanslag toeristenbelasting wordt als uitgangspunt genomen de hoogte van de aanslag toeristenbelasting van het betreffende belastingobject waarvoor in het voorafgaande belastingjaar toeristenbelasting verschuldigd was. Dit aantal wordt met 25% verhoogd.

  • 3.

    Wanneer het belastingobject in het voorafgaande jaar niet in de toeristenbelasting is betrokken, wordt het aantal overnachtingen bepaald op basis van een redelijk te schatten aantal overnachtingen, een en ander in vergelijking met andere gelijkwaardige belastingobjecten.

  • 4.

    Indien de heffingsambtenaar gegronde redenen heeft kan afgeweken worden van het genoemde in lid 1a en 2a.

 

Artikel 4 Sancties

Volgens artikel 47, 1e lid van de AWR, is een ieder gehouden aan de belastingheffer:

  • 1.

    De gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing voor hem van belang kunnen zijn.

  • 2.

    Boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan de kennisneming van belasting kunnen zijn voor de vaststelling van de feiten, welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te verstrekken.

 

Op het niet voldoen aan deze verplichting staat in de artikelen 68 en 69 van de AWR een straf van ten hoogste 4 jaren of een geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting.

 

Artikel 5 Bezwaar

Tegen de (ambtshalve) opgelegde aanslag kan binnen zes weken na dagtekening van de aanslag bezwaar worden ingediend. Dit bezwaar dient echter met voldoende bewijsmateriaal te worden ingediend. Na zes weken is de ambtshalve aanslag onherroepelijk. Indien het bezwaar gegrond wordt verklaard zal de ambtshalve aanslag worden aangepast.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel voor de heffing van toeristenbelasting’.

 

Putten, 14 december 2021.

 

Burgemeester en wethouders van Putten,

de secretaris,

mr. F.E. Contant

de burgemeester,

H.A. Lambooij