Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Verordening Hemel- en grondwater gemeente Renkum 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Hemel- en grondwater gemeente Renkum 2021
CiteertitelVerordening Hemel- en grondwater Renkum 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-2022nieuwe regeling

22-12-2021

gmb-2022-13739

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Hemel- en grondwater gemeente Renkum 2021

De raad van de gemeente Renkum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021

gelet op:

artikel 149 van de Gemeentewet;

artikel 10.32a van de Wet milieubeheer;

Besluit vast te stellen de Verordening Hemel- en grondwater gemeente Renkum 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de [van toepassing zijnde wet- en regelgeving] zijn van overeenkomstige toepassing op deze verordening. Voorts wordt in deze verordening verstaan onder:

afkoppelen: het beëindigen van de afvoer van op verhard oppervlak vallend hemelwater en de afvoer van grondwater naar een openbaar vuilwaterriool, door dit water te benutten, te infiltreren in de bodem dan wel te brengen in oppervlaktewater;

bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders;

bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

hemelwater: onder andere regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.

Artikel 2. Doel van de hemel- en grondwaterverordening

Deze verordening is, mede met het oog op de doelen in artikel 10.32a van de Wet milieubeheer gericht op:

  • 1.

    het doelmatig beheer van watersystemen;

  • 2.

    het doelmatig beheer van het openbaar vuilwaterriool;

  • 3.

    het voorkomen van een te grote hoeveelheid water die ingezameld, getransporteerd en gezuiverd moet worden in een rioolwaterzuiveringsinstallatie;

  • 4.

    op de bescherming van de bodem en oppervlaktewater;

  • 5.

    het voorkomen van wateroverlast en schade als gevolg hiervan;

  • 6.

    het voorkomen van een nadelige situatie voor de gezondheid en veiligheid.

Artikel 3. Zorgplicht

  • 1.

    De eigenaar van een bouwwerk als bedoeld in artikel 4, die een activiteit verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de doelen genoemd in artikel 2, met het oog waarop de regels in deze betreffende verordening zijn gesteld, is verplicht:

    • a.

      zorg te dragen voor het zuiver houden van het oppervlakte- en bodemwater;

    • b.

      alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om te voorkomen dat hemelwater afvloeit in het openbaar vuilwaterriool;

  • 2.

    Het bevoegd gezag draagt zorg voor het waar mogelijk ondersteunen bij het laten afvloeien van hemelwater in het grondoppervlak.

Artikel 4. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op:

    • a.

      alle nieuwbouw;

    • b.

      bestaande bouwwerken indien na de inwerkingtreding van deze verordening:

      een ingrijpende renovatie als bedoeld in het artikel 5.6, lid 4, van het Bouwbesluit 2012 wordt uitgevoerd; of aan het gebouw één of meer bouwlagen worden toegevoegd; of het bebouwde oppervlak wordt uitgebreid;

    • c.

      bestaande bouwwerken die liggen in een door het bevoegd gezag aan te wijzen werkingsgebied;

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op milieubelastende inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer.

  • 3.

    Onder nieuwbouw zoals bedoeld in lid 1 vallen ook alle bouwwerken die vanaf 2010 zijn gebouwd.

Artikel 5. Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden om bij nieuwbouw van bouwwerken, open erven en terreinen afvloeiend hemelwater te lozen in het openbare vuilwaterriool;

  • 2.

    Het is verboden om bij nieuwbouw grondwater dat vrijkomt bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen te lozen in het openbare vuilwaterriool;

  • 3.

    Het is verboden om bij bestaande bouwwerken als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b van bouwwerken, open erven en terreinen afvloeiend hemelwater te lozen in het openbare vuilwaterriool;

  • 4.

    Het is verboden om bij bestaande bouwwerken als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b grondwater dat vrijkomt bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen te lozen in het openbare vuilwaterriool.

Artikel 6. Verbodsbepalingen bij gebiedsaanwijzing

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is hemelwater te lozen in het openbare vuilwaterriool;

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is vrijkomend grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen te lozen in het openbare vuilwaterriool.

Artikel 7. Bepalingen over de gebiedsaanwijzing

  • 1.

    Op een gebiedsaanwijzing als bedoeld in artikel 6 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing;

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan een redelijke termijn stellen waarbinnen de afkoppeling, in een aangewezen gebied moet worden gerealiseerd.

Artikel 8. Ontheffing van het verbod

Het bevoegd bezag kan ontheffing verlenen van het verbod genoemd in artikel 5 en 6, indien:

  • 1.

    van de eigenaar van een perceel, bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemel- en grondwater kan worden gevergd;

  • 2.

    het bestaande gemiddelde hoogste grondwaterpeil (GHG) op het perceel hoger ligt dan 70 cm onder het maaiveld;

  • 3.

    er rond het bestaande bouwwerk geen of onvoldoende oppervlak aanwezig is om in hemelwaterberging te voorzien.

Artikel 9. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de personen werkzaam bij de gemeente Renkum, die door het bevoegd gezag zijn aangewezen als toezichthouder.

Het bevoegd gezag kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Artikel 10. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Hemel- en grondwater Renkum 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2021 .

De raad van de gemeente Renkum,

De griffier,

J. (Juul) Cornips

de voorzitter,

A.M.J. (Agnes) Schaap