Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Beleidsregels minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022
CiteertitelBeleidsregels Minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-202201-01-2022nieuwe regeling

16-11-2021

gmb-2022-11391

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;

 

gelet op de artikelen 27 en 63 van de Verordening sociaal domein gemeente Haarlemmermeer 2022

 

gelezen het voorstel d.d. 16 november 2021

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;

    • b.

      de verordening: de Verordening Sociaal Domein gemeente Haarlemmermeer 2022;

    • c.

      de wet: de Participatiewet;

    • d.

      de geldende bijstandsnorm: indien er sprake is van kostendelende inwoners is de geldende bijstandsnorm van toepassing zonder kostendelende medebewoners; De begripsbepalingen van de Participatiewet zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing.

  • 2.

    Met deze beleidsregels wordt beoogd de kaders, waarbinnen toepassing wordt gegeven aan de gemeentelijke bevoegdheid tot de verlening van minimaregelingen, te beschrijven en inzichtelijk te maken. Dit laat onverlet dat er, gezien de complexiteit en de veelheid van factoren en omstandigheden die zich bij de beoordeling van het recht op minimaregelingen voor kunnen doen, bijzondere omstandigheden kunnen zijn om gemotiveerd van deze beleidsregels af te kunnen wijken.

Artikel 2. Recht op minimaregelingen

  • 1.

    De alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin heeft recht op minimaregelingen wanneer deze voldoet aan de voorwaarden voor de doelgroep minima zoals beschreven in artikel 3.

  • 2.

    Jongeren die recht hebben op een tegemoetkoming op grond van de Wet Studiefinanciering of die van rijkswege bekostigd onderwijs kunnen volgen zijn uitgesloten van de minimaregelingen.

  • 3.

    Pleegkinderen waarvan de pleegouders een pleegvergoeding krijgen, zijn uitgesloten van de minimaregelingen.

Artikel 3. Voorwaarden doelgroep minima

  • 1.

    Belanghebbenden met een netto maandinkomen tot en met 120% van de geldende bijstandsnorm, inclusief vakantiegeld, en een vermogen onder de voor hem van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 3 vallen binnen de doelgroep minima.

  • 2.

    Indien de aanvrager een netto maandinkomen heeft boven de 120% van de geldende bijstandsnorm, word de draagkracht berekend zoals omschreven in de artikelen 4 en 5.

  • 3.

    Bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken of die een minnelijk traject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) volgt, geldt dat het college enkel het inkomen meetelt waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft.

  • 4.

    Het vermogen wordt op dezelfde manier vastgesteld als bij de Participatiewet. Belanghebbende mag over een vermogen beschikken dat minder is dan de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de wet.

  • 5.

    Er geldt een extra vermogensvrijlating indien er sprake is van een reservering voor de uitvaart die op een aparte rekening staat of een aparte polis in natura (niet afkoopbaar). De hoogte van de extra vermogensvrijlating is vastgelegd in het Financieel besluit sociaal domein Haarlemmermeer.

  • 6.

    Van het uitgangspunt dat auto's meetellen voor de vermogensvaststelling kan worden afgeweken indien:

    • a.

      de auto (of motor), gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk is (bijvoorbeeld wanneer een van de gezinsleden lichamelijke beperkingen heeft en de waarde van de auto niet meer bedraagt dan € 30.500).

    • b.

      in de overige gevallen mag de waarde van de auto (of motor) niet meer bedragen dan maximaal € 2.500; is de waarde van de auto hoger dan telt alleen het meerdere boven € 2.500 mee voor de vermogensvaststelling. De vrijlating van € 2.500 geldt slechts ten aanzien van één vervoermiddel (auto of motor) per gezin. Indien er daarnaast binnen hetzelfde huishouden nog een vervoermiddel (auto of motor) aanwezig is, wordt de waarde daarvan toegerekend aan het vermogen. Voor de vaststelling van de waarde van de auto (inclusief btw) dient gebruik gemaakt te worden van het prijzenboekje van de ANWB. Van auto’s die wegens hun leeftijd (doorgaans 7 à 8 jaar of ouder) niet meer in deze uitgaven zijn opgenomen, wordt aangenomen dat hun waarde nihil bedraagt, tenzij er aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is (bijvoorbeeld bij oldtimers).

  • 7.

    Vermogen in de vorm van een voor eigen bewoning bestemde eigen woning, wordt niet in aanmerking genomen voor de verstrekking van de minimaregelingen.

Artikel 4. Draagkracht

  • 1.

    Indien belanghebbende een inkomen heeft van meer dan 120% van de geldende bijstandsnorm (inclusief vakantiegeld), wordt de draagkracht berekend. Draagkracht is het gedeelte van het inkomen en vermogen dat de aanvrager zelf moet inzetten voor het aangevraagde.

  • 2.

    Wanneer het inkomen meer bedraagt dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, moet 35% van het meerdere inkomen worden ingezet ter dekking van de aangevraagde kosten.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de draagkracht wordt een verstrekte individuele inkomenstoeslag buiten beschouwing gelaten.

  • 4.

    Indien de belanghebbende een hoger vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 lid 3 PW, moet 100% van het meerdere vermogen worden ingezet ter dekking van het aangevraagde.

  • 5.

    De hoogte van het bedrag van de toe te kennen regeling wordt berekend door het bedrag van de maximale kosten te verminderen met de aanwezige draagkracht.

Artikel 5. Periode draagkracht

  • 1.

    De draagkracht wordt in beginsel voor een periode van één jaar vastgesteld, beginnende op de eerste dag van de maand van de aanvraag. Deze periode kan langer worden vastgesteld, indien naar verwachting het inkomen en/of de omstandigheden van belanghebbende niet of nauwelijks zal wijzigen in de komende jaren.

  • 2.

    Indien gedurende het jaar het inkomen met € 200 per maand wijzigt, wordt de draagkracht opnieuw vastgesteld.

  • 3.

    Bij elke volgende aanvraag binnen het draagkrachtjaar wordt rekening gehouden met de vastgestelde jaardraagkracht; de vastgestelde ruimte blijft dus gelden, tenzij er een nieuwe draagkrachtberekening heeft plaatsgevonden als gevolg van een aanzienlijke inkomenswijziging.

  • 4.

    Als bij een aanvraag blijkt dat er vóór de aanvraagdatum noodzakelijke kosten zijn gemaakt, dan wordt het draagkrachtjaar vastgesteld vanaf de eerste dag van de maand waarin deze kosten zich voor het eerst hebben voorgedaan.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1.

    Minimaregelingen worden op aanvraag verstrekt. Aanvragen voor minimaregelingen kunnen worden ingediend tot en met 3 maanden na het moment waarop de kosten zijn gemaakt. Het is dus mogelijk om met terugwerkende kracht minimaregelingen te verlenen ook al zijn de kosten al betaald.

Artikel 7. De wijze van verstrekken

  • 1.

    De minimaregelingen worden “om niet” verstrekt.

  • 2.

    De minimaregelingen voor kinderen worden indien mogelijk in natura verstrekt.

Hoofdstuk 2. Minimaregelingen

Artikel 8. Minimaregelingen voor volwassenen

  • 1.

    De regeling ‘Haarlemmermeer doet mee!’ voor volwassenen beoogt deelname van volwassenen aan recreatieve, sportieve of culturele activiteiten door een financiële bijdrage in de kosten van deze activiteiten te bieden.

  • 2.

    De tegemoetkoming bestaat uit een vast bedrag dat éénmaal per jaar kan worden aangevraagd.

  • 3.

    De hoogte van deze vergoeding is opgenomen in het Financieel besluit sociaal domein Haarlemmermeer.

  • 4.

    De kosten van vervoer naar en van de aangevraagde activiteiten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 9. Kindpakket

  • 1.

    Het Kindpakket beoogt participatie van kinderen van 4 tot 18 jaar om deelname aan school, recreatieve-, sportieve- of culturele activiteiten te bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten te bieden.

  • 2.

    Indien de activiteiten worden gestart door een kind van 17 jaar en dit kind gedurende het betreffende schooljaar 18 jaar wordt bestaat recht op de volledige financiële bijdrage.

  • 3.

    Het Kindpakket bestaat uit 4 verschillende onderdelen: Tegemoetkoming schoolkosten (artikel 10), laptopregeling (artikel 11), Jong Haarlemmermeer doet mee! (artikel 12) en Bijles (artikel 13).

  • 4.

    De kosten van vervoer naar en van de aangevraagde activiteiten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    De maximaal te vergoeden bedragen zijn vastgelegd in het Financieel besluit sociaal domein 2022 Haarlemmermeer. De vergoeding moet tijdens het betreffende schooljaar worden besteed.

Artikel 10. Tegemoetkoming schoolkosten

  • 1.

    Voor kinderen in het primair- en voortgezet onderwijs kan een tegemoetkoming in de schoolkosten worden verstrekt.

  • 2.

    De tegemoetkoming bestaat uit een vast bedrag dat éénmaal per jaar kan worden aangevraagd en heeft betrekking op een schooljaar. Aanvragen die in juli en augustus ingediend worden hebben betrekking op het komende schooljaar.

Artikel 11. Laptopregeling

  • 1.

    Gezinnen met een kind van 8 tot 18 jaar kunnen in aanmerking komen voor de Laptopregeling.

  • 2.

    De Laptopregeling beoogt optimale deelname aan het onderwijs van degenen die tot de doelgroep van deze regeling behoren.

  • 3.

    De Laptopregeling als bedoeld in deze regeling, betreft een laptop, Chromebook of tablet, voorzien van een muis, oplader, headset, mousepad, oplader, beschermhoes, enkele softwarepakketten, fabrieksgarantie en een verzekering.

  • 4.

    De laptop, Chromebook en/of tablet met randapparatuur worden verstrekt in natura.

  • 5.

    Belanghebbende kan zelf de keuze maken uit drie typen apparaten, zoals vermeld in artikel 3.

  • 6.

    De Laptopregeling kan eenmaal per vier jaar worden verstrekt. Per gezin met twee of meer kinderen worden maximaal twee apparaten per vier jaar toegekend.

  • 7.

    Indien het een laptop, Chromebook en/of tablet betreft die verplicht wordt gesteld door de school waar het kind onderwijs volgt, kan worden afgeweken van het maximumaantal apparaten per gezin en van het maximumbedrag zoals is vastgesteld in het Financieel besluit sociaal domein Haarlemmermeer 2022.

  • 8.

    Het college stelt voor 2 jaar vast, met verlengoptie van nog eens 2 keer 1 jaar, welk bedrijf de laptops, Chromebooks en tablets levert en aan welke eisen de configuratie van de laptops, Chromebooks en tablets dient te voldoen.

Artikel 12. Jong Haarlemmermeer doet mee! voor kinderen

  • 1.

    De regeling ‘Jong Haarlemmermeer doet mee!’ beoogt de deelname aan sportieve, culturele en welzijnsactiviteiten te bevorderen. Hieronder vallen bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, contributie voor een sportclub en de benodigde kleding, muzieklessen en instrumenten, scouting, theater, kamp etc. De deelname hoeft niet beperkt te blijven tot één activiteit indien de kosten binnen de maximale vergoeding blijven.

  • 2.

    De regeling is bedoeld voor kinderen van 4 tot 18 jaar.

  • 3.

    Als een aanvraag is ingediend en het kind die 17 jaar is een maand later 18 wordt, en de sportactiviteiten starten ook daadwerkelijk voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd, bestaat recht op de volledige financiële bijdrage.

Artikel 13. Bijles

  • 1.

    Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben voor één of meerdere vakken, citotraining of examentraining kan bijles worden vergoed.

  • 2.

    De bijles is bedoeld voor schoolgaande kinderen van 9 tot 18 jaar.

  • 3.

    De bijles is voor de duur van maximaal 12 maanden per kind. Dit hoeft geen aaneengesloten periode te zijn.

  • 4.

    Ondersteuning vanuit de school is een voorliggende voorziening. Tijdens de aanvraag wordt bepaald of een kind in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit de gemeente.

  • 5.

    De huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining moet aangeboden worden door een professioneel, geregistreerd instituut of een gecertificeerd docent.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan ter nadere uitvoering van deze beleidsregels uitvoeringsregels opstellen.

  • 2.

    Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de belanghebbende worden teruggevorderd.

  • 3.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

  • 4.

    Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen waarop op of na 1 januari 2022 een besluit wordt genomen.

  • 5.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022 en vervangen de Beleidsregels Minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2021, behoudens in situaties waarbij sprake is van negatieve gevolgen voor de belanghebbende.

  • 6.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels Minimabeleid gemeente Haarlemmermeer 2022.

Toelichting

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet en de daarin opgenomen mogelijkheden tot het verstrekken van zowel individuele als categoriale bijzondere bijstand.

De beleidsregels zijn een nadere uitwerking van het gemeentelijke minimabeleid en de van toepassing zijnde verordeningen op het gebied van het Sociaal Domein. In deze beleidsregels zijn zo weinig mogelijk bedragen genoemd. De maximale vergoedingen, normbedragen en dergelijke, zijn opgenomen in het Financieel besluit sociaal domein Haarlemmermeer.

 

Met deze beleidsregels wordt beoogd om zoveel mogelijk duidelijkheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid te waarborgen. Desalniettemin kunnen er zich situaties voordoen waarin onverkorte handhaving van deze regels onrecht zouden doen aan de doelstelling van bijzondere bijstandsverlening. Derhalve moet, zowel individueel (per besluit) als categoriaal (in de beleidsregels neergelegd uitvoeringsbeleid) uitdrukkelijk de mogelijkheid blijven bestaan om af te wijken van de hier neergelegde regels. Uiteraard zal het besluit in die gevallen ook de motivering moeten omvatten waarom in die situatie van de beleidsregels moet worden afgeweken. Daar waar niet in de beleidsregels wordt voorzien, wordt het handboek “Schulinck PW” geraadpleegd en neemt het college een besluit.

 

Waarde auto voor inwoners met een lichamelijke beperkingen

Gemiddelde prijs van een rolstoelauto uit 2015 zoals die verkrijgbaar zijn bij de firma Bierman.