Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Beleidsregels windenergie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels windenergie
CiteertitelBeleidsregels windenergie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlagen A-H beleidsregels windenergie Bijlage I beleidsregels windenergie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-01-2022Nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2022-10410

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels windenergie

De raad van de gemeente Enschede,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2021,

 

besluit:

 

De artikelen 6, 7 en 8 van de beleidsregels voor windenergie vast te stellen als beleidsregels in de zin van artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Kaders/voorwaarden voor medewerking aan de bouw van grote windturbines:

 

Artikel 1

<gereserveerd>

Artikel 2

<gereserveerd>

Artikel 3

<gereserveerd>

Artikel 4

<gereserveerd>

Artikel 5

<gereserveerd>

 

Kaders/voorwaarden voor medewerking aan de bouw van kleine windturbines (tiphoogte maximaal 25 meter):

 

Artikel 6

Bij de beoordeling van initiatieven voor de plaatsing van windturbines wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • a.

    grondgebonden windturbines, uitgerust met rotorbladen;

  • b.

    overige grondgebonden windturbines;

  • c.

    gebouwgebonden windturbines.

Voor de onder a en b bedoelde windturbines geldt een maximale tiphoogte van 25 meter. In afwijking daarvan kan het college van burgemeester en wethouders toestemming verlenen voor windturbines met een tiphoogte van maximaal 35 meter, als de bouw ervan vanuit een landschappelijk en milieuhygiënisch oogpunt acceptabel is.

Voor de plaatsing van de onder a bedoelde windturbines worden mogelijkheden gezien op bedrijfsterreinen en -in aansluiting op woningen en bedrijfsgebouwen- in het landelijk gebied, met dien verstande dat de aanvaardbaarheid van de plaatsing van een kleine windturbine in gebieden met een zeer hoge kwaliteit (volgens de Waarderingskaart buitengebied Enschede, bijlage I), van geval tot geval wordt beoordeeld. Voor de onder b bedoelde turbines geldt hetzelfde. Dit type windturbine kan echter ook in de openbare ruimte worden toegestaan, als de plaatsing van de turbine voor de betreffende locatie toegevoegde waarde heeft en andere belangen niet onevenredig worden benadeeld.

Gebouwgebonden windturbines worden in beginsel op alle gebouwen toegestaan.

Artikel 7

Initiatieven voor de bouw van kleine windturbines moeten daarnaast in alle gevallen voldoen aan de geluidseisen uit de Geluidnota Enschede. Het uiterlijk en de plaatsing van het bouwwerk dient bovendien, zowel op zichzelf beschouwd, als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, te voldoen aan de redelijke eisen van welstand.

Artikel 8

Ontmanteling van de installatie. Van een initiatiefnemer wordt verwacht dat hij een beëindigingsplan opstelt en overlegt, waarin duidelijkheid moet worden gegeven over de wijze waarop de windturbine te zijner tijd wordt ontmanteld.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 december 2021.

De griffier, R.M. Jongedijk

de voorzitter, T.J.F.M. Bovens

Toelichting bij de Beleidsregels windenergie

Bij de ontwikkeling van een kader voor het opwekken van windenergie zijn we niet over één nacht ijs gegaan. De eerste voorbereidingen werden al in 2016 getroffen. Via de campagne “Enschede wekt op” werd de Enschedese bevolking uitgenodigd mee te denken en te helpen zoeken naar locaties voor het opwekken van zonne- en windenergie. Ideeën, voorstellen en meningen konden via bijeenkomsten en enquêtes naar voren worden gebracht. Dat leverde veel informatie, maar nog geen visie op.

Ook via onderzoek is er de afgelopen jaren veel informatie verzameld. In dit verband kunnen worden genoemd:

  • het onderzoek naar de landschappelijke kwaliteiten van het landelijk gebied;

  • het onderzoek naar het toekomstperspectief voor de landbouw;

  • het onderzoek naar de gevolgen voor het milieu bij gebruik van de groene ruimte voor het opwekken van zonne- en windenergie.

Voor de inhoud van dit beleidskader is eveneens het beleid van andere overheden en het overleg met Enexis van groot belang geweest. En uiteraard moet ook de gemeenteraad zelf in dit verband worden genoemd; door de bespreking van een discussienota en de vaststelling van de nota Uitgangspunten Energievisie heeft hij richting gegeven aan de inhoud van het beleidskader voor windenergie.

 

Leeswijzer

In het resterende deel van deze toelichting wordt het beleidskader voor windenergie artikelsgewijs toegelicht. In de bij dit document behorende bijlagen wordt nader ingegaan op:

  • a.

    het beleid van hogere overheden,

  • b.

    de resultaten van de publieksparticipatie,

  • c.

    het onderzoek naar de landschappelijke kwaliteiten van het landelijk gebied,

  • d.

    het toekomstperspectief voor de landbouw;

  • e.

    de resultaten van het overleg met Enexis;

  • f.

    de uitkomsten van het milieueffectrapport;

  • g.

    de feedback van de gemeenteraad.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 6

De potentiële bijdrage van kleine windturbines (tiphoogte maximaal 25 meter) aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen is beperkt. Voor een particulier die zijn energiegebruik wil verduurzamen, kan de plaatsing van een dergelijke turbine echter een uitkomst bieden.

Artikel 6 maakt enerzijds onderscheid tussen windturbines die onderdeel uitmaken van een gebouw en grondgebonden windturbines. Windturbines die onderdeel uitmaken van een gebouw, of bedoeld zijn om daarop te worden aangebracht, worden in beginsel overal toegestaan; grondgebonden windturbines alleen in bepaalde gebieden. En daarbij wordt weer onderscheid gemaakt tussen de traditionele, met rotorbladen uitgeruste windturbines en overige grondgebonden windturbines (voor referentiebeelden van elk van deze categorieën zie bijlage I).

De grondgebonden, met rotorbladen uitgeruste windturbines worden toegestaan op bedrijfsterreinen en -in aansluiting op woningen en bedrijfsgebouwen- in die delen van het landelijk gebied die volgens een door HNS landschapsarchitecten uitgebrachte rapportage over een basiskwaliteit of een hoge kwaliteit beschikken. In gebieden die volgens dit rapport over een zeer hoge kwaliteit beschikken wordt de aanvaardbaarheid van de plaatsing van een kleine windturbine van geval tot geval beoordeeld. Het gaat daarbij om de gebieden die in bijlage H zijn aangegeven.

Voor de overige grondgebonden turbines geldt hetzelfde. Dit type windturbine kan echter -vanwege hun vormgeving en uitstraling- ook in de openbare ruimte worden toegestaan, als de plaatsing van de turbine voor de betreffende locatie toegevoegde waarde heeft en andere belangen niet onevenredig worden benadeeld.

Bij de bespreking van de concept-beleidsregels met de gemeenteraad kwam de vraag aan de orde of kleine windturbines ook binnen het Natuur Netwerk Nederland opgericht kunnen worden. De voorliggende beleidsregels windenergie spreken zich hier niet over uit, omdat artikel 2.15.2 van de Omgevingsverordening de oprichting van windturbines binnen het Natuur Netwerk Nederland categorisch uitsluit.

 

Bijlagen

Zie de bijgevoegde pdf-bestanden voor de bijlagen.