Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidhinder 2013

‘Nijmeegs beleid voor het vaststellen van Hogere Waarden voor nieuw te bouwen woningen’

Nijmegen, april 2013 bureau Geluid en Lucht (ML30)

Inhoudsopgave

I. Inleiding 3

II. Algemeen 4

III. Voorwaarden 4

IV. Overgangs- en slotbepalingen 5

Toelichting 6

I. Inleiding

De Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder regelen de toegestane geluidsbelasting op de gevels van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen. Ook worden er grenzen gesteld aan de geluidsbelasting van woonwagenstandsplaatsen en ligplaatsen voor woonschepen. In alle gevallen gaat het om de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door gezoneerde wegen, spoorwegen en industrieterreinen.

De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting wordt de voorkeurswaarde genoemd. Als niet aan deze voorkeurswaarde kan worden voldaan, is het mogelijk om hiervan af te wijken door het vaststellen van een hogere waarde. Over het algemeen zijn burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de gemeente bevoegd om hogere waarden vast te stellen. In artikel 110a en 110b van de Wet geluidhinder zijn de bevoegdheden vastgelegd.

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 110a lid 5 en lid 6 van de Wet geluidhinder alleen hogere waarden vaststellen als is gebleken dat:

• 1.

  de geluidsbelasting niet kan worden verlaagd tot de voorkeurswaarde;

• 2.

  de geluidsbelasting kan worden verlaagd tot de voorkeurswaarde, maar dat dit leidt tot overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard;

• 3.

  de gecumuleerde geluidsbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidsbelasting.

Gemeente Nijmegen heeft sinds 2007 aanvullend beleid voor het verlenen van hogere waarden. Dit beleid heeft alleen betrekking op nieuwe woonbestemmingen die nog gebouwd moeten worden. In alle andere gevallen verlenenen we een hogere waarde als wordt voldaan aan de Wet geluidhinder.

Externe instanties, zoals Rijkswaterstaat, de spoorweg-beheerder of burgemeester en wethouders van een naastgelegen gemeente kunnen een hogere waarde laten vaststellen voor een geluidsgevoelige bestemming binnen de grenzen van de gemeente Nijmegen. Hiervoor moeten zij een verzoek indienen bij burgemeester en wethouders. Deze verzoeken komen niet vaak voor en hebben meestal betrekking op de aanleg van een (spoor)weg en de aanleg of uitbreiding van industrieterreinen.

II. Algemeen

Artikel 1

Deze beleidsregels hebben betrekking op de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van hogere waarden voor geluid ten gevolge van wegverkeer, railverkeer en een industrieterrein zoals deze is opgenomen in Art 110a, lid 1 en lid 2 van de Wet geluidhinder.

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op het al dan niet vast stellen van een hogere waarde bij nieuw te bouwen woningen (nieuwe woningbouwmogelijkheden). Ze zijn dus niet van toepassing op andere geluidgevoelige bestemmingen, het verruimen van een bestaande woningbouwmogelijkheid of bij een gebruikswijziging van een bestaand gebouw.

Begrippen

Artikel 2

In aanvulling op artikel 1 van de Wet geluidhinder en artikel 1.1 van het Besluit geluidhinder wordt in deze beleidsregels verstaan onder:

Buitenruimte: tuin, balkon, loggia, dakterras e.d. die voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit.

Gecumuleerde geluidsbelasting: geluidsbelasting van alle verschillende bronsoorten samen berekend volgens hoofdstuk 2 van bijlage I van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012.

Geluidsluwe zijde: De zijde van een woning met de laagste geluidsbelasting. Deze geluidsbelasting mag per bron niet hoger zijn dan de voorkeurswaarde.

Voorkeurswaarde: De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege een gezoneerde weg, spoorweg of industrieterrein zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder.

III. Voorwaarden

Situering

Artikel 3

Voor een nieuw te bouwen woning zal alleen een hogere waarde worden vastgesteld als aan ten minste één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• 1.

  De woning vervangt bestaande bebouwing;

• 2.

  De woning schermt bestaande of nieuw te bouwen geluidgevoelige bestemmingen doelmatig af (in aantal ten minste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend;

• 3.

  De woning vult een open plaats op tussen de bestaande bebouwing;

• 4.

  De woning is een bedrijfswoning;

• 5.

  De woning ligt in binnen een straal van 500 m vanaf een OV knooppunt;

Indeling

Artikel 4

Voor een nieuw te bouwen woning zal alleen een hogere waarde worden vastgesteld als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

• 1.

  De woning heeft ten minste één geluidsluwe zijde;

• 2.

  Ten minste één buitenruimte van deze woning ligt aan de geluidsluwe zijde;

• 3.

  Als de geluidsbelasting van de woning groter is dan 53 dB wegverkeer en/of 58 dB railverkeer, dan ligt ten minste één slaapkamer aan de geluidsluwe zijde.

IV. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels hogere waarden Wet geluidhinder 2013.

Artikel 6

Deze beleidsregels treden de dag na publicatie in het Gemeenteblad in werking.

Artikel 7

De voorwaarden genoemd in de artikelen 3 en 4 van deze beleidsregels worden opgenomen in het hogere waardenbesluit.

Artikel 8

De indiener van de aanvraag waarvoor een hogere waarde moet worden vastgesteld kan een gemotiveerd verzoek indienen bij het college van burgemeester en wethouders om af te mogen wijken van de voorwaarden genoemd in de artikelen 3 en 4 van deze beleidsregels. Burgemeester en wethouders kunnen een hogere waarde vaststellen als er naar hun oordeel redelijkerwijs niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan.

Toelichting

Artikel 3

We willen het aantal woningen met een geluidsbelasting boven de voorkeurswaarde zo veel als mogelijk beperken. In artikel 3 staat in welke situaties hogere geluidsbelastingen aanvaardbaar zijn. We vinden hogere waarden aanvaardbaar als bestaande woningen worden vervangen of als een woning wordt toegevoegd tussen de bestaande bebouwing. Verder accepteren we hogere geluidsbelastingen als de woningen als geluidsschermen dienen voor de achterliggende bebouwing. Voor sommige bedrijfstakken is het nodig dat er iemand bij het bedrijf woont, voor dergelijke bedrijfswoningen stellen we zo nodig ook hogere waarden vast. Spoorwegstations liggen vaak in (openbaar)vervoersknooppunten. Mensen die dicht bij een treinstation wonen zullen sneller geneigd zijn om de trein te nemen, waardoor de automobiliteit vermindert. We willen het gebruik van openbaar vervoer stimuleren, daarom accepteren we de hogere geluidsbelasting bij de woningen in de buurt van stations.

Artikel 4

Bij het bouwen op een geluidsbelaste locatie is een goed gebouwontwerp van groot belang.

Met geluidsisolatie bereik je alleen rust in de woning. Door de woning goed te positioneren ten opzichte van de geluidsbron kan een geluidsluwe zijde worden gemaakt. Het huis werkt dan als geluidsscherm. Een geluidsluwe zijde geeft bewoners de mogelijkheid zich te onttrekken aan de hoge geluidsbelasting als de tuin of het balkon aan deze geluidsluwe zijde liggen.

Een ander voordeel van een geluidsluwe zijde is dat er minder lawaai de woning binnenkomt via de ramen die aan de geluidsluwe zijde liggen. Als de slaapkamerramen aan de geluidsluwe zijde liggen dan hebben bewoners de vrijheid om met open raam te slapen.

Artikel 8

Woningbouw op geluidsbelaste locaties begint met een goed stedenbouwkundig plan. Door bij de verkaveling rekening te houden met de aanwezige geluidsbronnen kan in de meeste gevallen worden voldaan aan de indelingseisen. Het kan acceptabel zijn om een hogere waarde vast te stellen als een plan niet of slechts gedeeltelijk voldoet aan de situerings- en indelingseisen.

Om deze afweging te kunnen maken moet de initiatiefnemer laten zien hoe hij tot zijn ontwerp is gekomen.