Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Nadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum
CiteertitelNadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-202401-07-2023Gewijzigde regeling

23-01-2024

gmb-2024-62856

10-01-202209-02-2024nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2022-9382

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

Gelet op: artikel 7 lid 1 van de Participatiewet en de artikelen 2 lid 1 en 8 van de Re-integratieverordening Participatiewet Renkum 2023;

Overwegende dat: het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen voor het aanbieden van scholing;

Besluit vast te stellen de volgende Nadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regel[s] wordt verstaan onder:

  • a.

    Scholing: elke activiteit in het kader van een gestructureerde leersituatie die gericht is op het ontwikkelen van de belanghebbende en/of het vergroten van de kennis, die noodzakelijk is om zijn arbeidsinschakeling mogelijk te maken of de reeds verkregen arbeid te behouden, eventueel in combinatie met andere voorzieningen.

  • b.

    Inkomen: afwijkend van het inkomen zoals omschreven in artikel 31, 32 en 33 Participatiewet is de inkomensnorm inclusief de vakantietoeslag en zonder toepassing van de kostendelersnorm;

  • c.

    Bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld is artikel 5 onder c Participatiewet verminderd met de van toepassing zijnde verlaging. In afwijking van de Participatiewet is de kostendelersnorm (artikel 22a van de Participatiewet) niet van toepassing.

Artikel 2. Doelgroep

De doelgroep bestaat uit personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet met uitzondering van personen jonger dan 27 jaar hierna te noemen: belanghebbenden.

Artikel 3. Voorwaarden voor toekenning van scholing

  • 1.

    Het college biedt een vorm van scholing aan indien de noodzaak daarvan in de specifieke situatie van de belanghebbende vaststaat.

  • 2.

    Scholing vindt plaats in het kader van een traject en dient bij te dragen aan een snelle arbeidsinschakeling.

  • 3.

    Het college houdt bij de beoordeling van de noodzaak van de scholing rekening met de voor belanghebbende geldende kortste weg naar duurzame algemeen geaccepteerde arbeid, zijn arbeids- en opleidingsverleden, alsmede de duur van zijn werkloosheid.

  • 4.

    Het college biedt de goedkoopste en de meest adequate scholingsmogelijkheid aan.

  • 5.

    Het college stelt een vergoeding voor scholing vast op basis van een individuele beoordeling van voor belanghebbende goedkoopste en meest adequate scholingsmogelijkheid door een prijsvergelijk volgens lokaal inkoopbeleid voor de duur van maximaal 6 maanden. Indien nodig volgt na deze periode opnieuw een beoordeling.

  • 6.

    Het college zet geen scholing in voor positieverbetering.

Artikel 4. Voorliggende voorzieningen

  • 1.

    Eventuele vergoeding van de (toekomstig) werkgever of een andere voorliggende voorziening wordt in mindering gebracht op de vergoeding van het college.

  • 2.

    Scholing voor de niveaus 1F en 2F van het referentiekader Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden komen niet voor een vergoeding in aanmerking. Belanghebbende kan hiervoor een beroep doen op de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB).

Artikel 5. Kosten in verband met scholing

  • 1.

    De volgende kosten voor de scholing die wordt gevolgd komen voor vergoeding in aanmerking:

    • a.

      Opleidingskosten en/of cursusbijdragen;

    • b.

      Leermiddelen die door de scholingsinstelling verplicht zijn gesteld;

    • c.

      Examengeld;

    • d.

      Reiskosten.

  • 2.

    De vergoeding van de kosten genoemd onder a t/m c wordt zoveel mogelijk verstrekt aan de scholingsinstelling.

  • 3.

    Belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

Artikel 6. Eigen bijdrage in de kosten van scholing

  • 1.

    Het college stelt een eigen bijdrage in de kosten van scholing vast voor belanghebbenden op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, sub 4 en 7 van de Participatiewet.

  • 2.

    Het college stelt de verschuldigde eigen bijdrage vast op basis van het vermogen voor zover het vermogen van belanghebbende meer bedraagt dan vijftig procent van het vrij te laten bescheiden vermogen zoals vermeld in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet. De verschuldigde eigen bedrage is het meerdere vermogen tot een maximum van de totale scholingskosten op basis van artikel 5.

  • 3.

    Het college stelt een eigen bijdrage vast op basis van inkomen voor zover het inkomen hoger is dan de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld zoals bedoeld in artikelen 20 tot en met 24 van de Participatiewet.

Artikel 7. Citeerregel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels Scholing Participatiewet gemeente Renkum”.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag van bekendmaking.

 

Aldus besloten op 21 december 2021 te Oosterbeek,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

M.G.M. van de Geijn

de burgemeester,

A.M.J. Schaap