Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Nadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum
CiteertitelNadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2024Gewijzigde regeling

23-01-2024

gmb-2024-62853

10-01-202209-02-2024nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2022-9283

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;

Gelet op: artikel 7 lid 1 van de Participatiewet en de artikelen 2 lid 1 en 19 van de Re-integratieverordening Participatiewet Renkum 2023;

Overwegende dat: het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen voor het verstrekken van verwervingskosten.

Besluit vast te stellen de volgende Nadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum

Artikel 1. Begripsbepalingen

Verwervingskosten: de kosten van kleding/schoeisel/kappersbehandeling, aanschaf van een fiets, overige incidentele kosten, reiskosten kinderopvangkosten en tussenschoolse opvang/overblijven gemaakt in het kader van een re-integratietraject of ter verkrijging van inkomen uit arbeid.

Artikel 2. Doelgroep

De doelgroep bestaat uit personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a van de Participatiewet hierna te noemen: belanghebbenden.

Artikel 3. Kleding/schoeisel/kappersbehandeling

  • 1.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden een vergoeding voor de kosten van kleding/schoeisel/kappersbehandeling aan belanghebbenden verstrekken die zich moeten voorstellen aan potentiële werkgevers. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      de kleding/schoeisel/kappersbehandeling zijn noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      voor de kosten is geen andere voorliggende voorziening beschikbaar;

    • c.

      belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    Het college vergoedt de kosten van de aanschaf van kleding, schoeisel en een kappersbehandeling tot een maximum van in totaal € 125,=.

Artikel 4. Overige incidentele kosten

  • 1.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden een vergoeding voor overige incidentele kosten verstrekken. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      de kosten zijn noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      de kosten kunnen in redelijkheid niet ten laste van belanghebbende komen;

    • c.

      voor de kosten is geen andere voorliggende voorziening beschikbaar;

    • d.

      belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    Het college stelt de hoogte van de vergoeding vast op basis van de meest adequate en goedkoopste voorziening.

Artikel 5. Reiskosten

  • 1.

    Het college kan een reiskostenvergoeding verstrekken indien er sprake is van reiskosten in het kader van een re-integratietraject, verplichte sollicitatiegesprekken of verplichting in het kader van de wettelijke tegenprestatie. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      belanghebbende bezoekt meer dan één maal per maand een re-integratiebedrijf of werklocatie, bijvoorbeeld in verband met stage of werkervaring;

    • b.

      de bestemming ligt buiten de gemeente Renkum;

    • c.

      de reisafstand bedraagt minimaal 10 kilometer enkele reis.

  • 2.

    Afwijkend van het eerste lid kan het college wel reiskosten vergoeden bij een afstand minder dan 10 kilometer, indien belanghebbende door lichamelijke, psychische of sociale problematiek niet in staat is met eigen vervoer te reizen en aangewezen is op openbaar vervoer.

  • 3.

    Het college stelt de vergoeding vast op basis van de goedkoopste tarieven van het openbaar vervoer.

  • 4.

    Als openbaar vervoer niet mogelijk is en met de auto wordt gereisd stelt het college de vergoeding vast gelijk aan de fiscaal vrijgelaten kilometervergoeding (€ 0,23 per kilometer in 2024). Het college bepaalt voor de vergoeding de reisafstand van huis tot de locatie volgens de kortste route.

  • 5.

    Het college brengt een eventuele reiskostenvergoeding van het re-integratiebedrijf/werkgever in mindering op de vergoeding van het college.

Artikel 6. Kosten aanschaf fiets

  • 1.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden een vergoeding voor de kosten van aanschaf van een (tweedehands) fiets verstrekken. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      een (tweedehands) fiets is noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      belanghebbende is niet in het bezit van een fiets en beschikt niet over middelen om zelf een fiets te kopen;

    • c.

      belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    Het college vergoedt voor de aanschaf van een fiets een bedrag van maximaal € 300,--.

  • 3.

    Het college verstrekt geen vergoedingen voor onderhouds- en reparatiekosten en aanverwante kosten van de fiets.

Artikel 7. Kosten aanschaf ander vervoermiddel dan fiets

  • 1.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden een vergoeding voor de kosten van aanschaf van een (tweedehands) vervoermiddel verstrekken. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      het (tweedehands) vervoermiddel is noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      belanghebbende kan redelijkerwijs niet reizen met het openbaar vervoer of de fiets;

    • c.

      belanghebbende is niet in het bezit van en beschikt niet over middelen om zelf een vervoermiddel (bijvoorbeeld auto, scooter, brommer) te kopen;

    • d.

      belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    Het college vergoedt voor de aanschaf van een vervoermiddel tot een maximum € 500,--.

  • 3.

    Het college verstrekt geen vergoedingen voor onderhouds- en reparatiekosten en aanverwante kosten van het vervoermiddel.

Artikel 8. Kosten kinderopvang

  • 1.

    Voor de kosten van kinderopvang in aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst, zoals bedoeld in artikel 1.13 van de Wet kinderopvang, kan een tegemoetkoming in de kosten worden verstrekt. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      kinderopvang is noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      de kinderopvang voldoet aan de bepalingen genoemd in de Wet kinderopvang en Besluit kwaliteit kinderopvang;

    • c.

      belanghebbende toont de (meer)kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van de kinderopvang per kind die worden bepaald door het noodzakelijke aantal uren kinderopvang per kind, het soort opvang en de te betalen uurprijs.

  • 3.

    Bij de berekening van de tegemoetkoming in de kosten wordt gerekend met de maximale uurprijs voor kinderopvang zoals deze is opgenomen in artikel 4 van het Besluit kinderopvangtoeslag.

  • 4.

    De tegemoetkoming bedraagt 5% van de kosten voor kinderopvang.

Artikel 9. Kosten tussenschoolse opvang/overblijven

  • 1.

    Voor de kosten van tussenschoolse opvang/overblijven kan een vergoeding van de kosten worden verstrekt. De voorwaarden hiervoor zijn:

    • a.

      tussenschoolse opvang is noodzakelijk voor arbeidsinschakeling of re-integratie van belanghebbende;

    • b.

      er kan geen beroep worden gedaan op andere wetten en regelingen;

    • c.

      belanghebbende toont de kosten aan met bewijsstukken/nota’s.

  • 2.

    Vergoeding van de kosten vindt plaats op de door de basisschool vastgestelde ouderbijdrage.

Artikel 10. Citeerregel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels Verwervingskosten Participatiewet gemeente Renkum”.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag van bekendmaking.

 

Aldus besloten op 21 december 2021 te Oosterbeek,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

M.G.M. van de Geijn

de burgemeester,

A.M.J. Schaap