Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ambtsinstructie Leerplicht/RMC Noordwest-Veluwe 2021 |
Citeertitel | Ambtsinstructie Leerplicht/RMC Noordwest-Veluwe 2021 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Onderwijs, educatie, cultuur, sport en recreatie |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
artikel 16, vierde lid, van de Leerplichtwet 1969
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2022 | Nieuwe regeling | 30-11-2021 | 02430000083861 / 02430000275346 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk;
gelezen het voorstel aan burgemeester en wethouders van 16 november 2021, nummer 02430000083861 / 02430000275346;
dat het wenselijk is om de samenhang tussen het toezicht op de naleving van de leerplicht en de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in de instructie vast te leggen alsmede om de bestaande instructie voor de consulent leerplicht/RMC aan nieuwe regelgeving en nieuwe inzichten aan te passen;
vast te stellen de 'Ambtsinstructie Leerplicht/RMC Noordwest-Veluwe 2021'
Ambtsinstructie Leerplicht/RMC
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde
Artikel 3. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim
Artikel 5. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden
Artikel 6. Relatief verzuim van leerplichtige- en kwalificatieplichtige jongeren
Artikel 7. Verzuim 18 plus jongeren (artikelen 28a Wvo, 47b WEC en 8.1.8a WEB)
Artikel 8. Absoluut verzuim van leerplichtigen en kwalificatieplichtige jongeren
Artikel 9. Kennisgeving in- en uitschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen (met inbegrip van verwijdering)
Artikel 9a. Het bestrijden van voortijdig schoolverlaten en het volgen van jongeren in een kwetsbare positie
Artikel 10. Vervangende leerplicht
Artikel 11. Vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs
Artikel 12. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht
Artikel 13. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet is
Artikel 14. Aanwijzing deskundige
Artikel 15. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming
Artikel 16. Melding aan Veilig Thuis
Artikel 17. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling (artikel 16 lid 4 sub e Leerplichtwet) De meldcode bestaat uit 5 stappen. De consulent leerplicht/RMC volgt deze stappen.
Artikel 18. Melding aan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Artikel 19. Melding aan de Sociale Verzekeringsbank
Artikel 20. Melding aan de inspectie van het onderwijs (artikel 16a Leerplichtwet, toezicht op de directeur /Inspectie van het onderwijs)
Artikel 21. Jaarverslag leerplicht en effectrapportage RMC
Artikel 22. Samenwerking in de regio inzake leerplicht en RMC
Artikel 23. Regionaal programma ter voorkoming voortijdig schoolverlaten
Artikel 24. Samenwerking met diensten en instellingen
Artikel 25. Beleidsontwikkeling
Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt
In deze instructie wordt verstaan onder:
hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de Leerplichtwet, dat wil zeggen, degene die met de leiding van de school of de instelling is belast, dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet (als bedoeld in artikel 28 WVO, artikel 47a WEC en artikel 8.1.8 WEB);
De consulent leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat jaarlijks afstemming plaatsvindt met het onderwijsveld. Het management van de scholen (PO, VO, MBO en (V)SO) in het werkgebied wordt minimaal een maal per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de consulent leerplicht/RMC. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en de afspraken omtrent het melden en vervolgen van verzuim en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de consulent leerplicht/RMC, gewijzigde wetgeving etc.
De consulent leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat (preventieve) afstemming en deelname aan overleggen met relevante ketenpartners waaronder het onderwijsveld en zorginstanties (Zorg- en adviesteams (ZAT), Centrum voor jeugd en gezin (CJG), Sociale wijkteams of multi disciplinaire overleggen plaatsvindt. Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek met toestemming van ouders of jongere vanaf 16 jaar. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie, welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld.
Artikel 3. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim
(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)
In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP) opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar. De bewaartermijn van de gegevens is conform de selectielijsten van de Archiefwet. Indien er geen bewaartermijn is aangegeven stelt de gemeente zelf een redelijk bewaartermijn.
Een daarna maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Bij een vermoeden van absoluut verzuim wordt een brief verstuurd aan de ouders. In de brief is aangegeven dat binnen 10 werkdagen gereageerd dient te worden. Als wordt teruggemeld dat er wel sprake is van een schoolinschrijving dan wordt dit gecontroleerd. Wanneer er geen reactie is gekomen op een tweede brief en de verdenking van absoluut verzuim blijft bestaan volgt een actie zoals omschreven in artikel 8 van deze instructie (absoluut verzuim).
Tegenover een bericht van uitschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als deze registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de uitschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven wordt schriftelijk of telefonisch contact gezocht met de ouders van de jongere.
Artikel 5. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden
(artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)
De consulent leerplicht/RMC bevestigt de ontvangst van een aanvraag terstond aan de ouders en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen de consulent leerplicht/RMC een besluit zal nemen. Indien het een aanvraag is die niet meer dan 10 schooldagen betreft wordt deze doorgezonden naar het hoofd van de school om een besluit te nemen en worden ouders geïnformeerd dat de aanvraag is doorgestuurd, conform artikel 2.3 Awb.
Een afschrift van de brief aan de ouders wordt aan de betreffende directeur van de school gezonden. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de consulent leerplicht/RMC dit bij de ontvangstbevestiging aan de ouders mee en wijst hij de ouders op de mogelijkheid dat de ouders de wet overtreden indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
Bij de beoordeling van een aanvraag van meer dan tien dagen, controleert de consulent leerplicht/RMC of er sprake is van omstandigheden die buiten de wil of invloedsfeer van de ouder of de leerling zijn gelegen, zoals familieomstandigheden, medische of sociale indicatie. De consulent leerplicht/RMC neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders.
Een afschrift van de brief aan de ouders wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.
De consulent leerplicht/RMC kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van tien schooldagen of minder. Indien de consulent leerplicht/RMC een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de consulent leerplicht/RMC de beslissing op de aanvraag mee.
De consulent leerplicht/RMC kan aan de directeuren van de betrokken scholen en/of instelling(en) gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor tien schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.
Artikel 6. Relatief verzuim van leerplichtige- en kwalificatieplichtige jongeren
(artikelen 2, lid 1, 4a, 21, 21a en 22 Leerplichtwet)
De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratief medewerker. Jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroeps onderwijs, primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs worden gemeld via DUO. Jongeren die onderwijs volgen aan het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerlingdossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerlingdossier.
Binnen een week meldt de administratief medewerker via DUO, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het niet-bekostigd onderwijs meldt de administratief medewerker binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Indien de kennisgeving niet door de directeur is gedaan, neemt de consulent leerplicht/RMC binnen vijf werkdagen contact op met de betrokken medewerker.
De consulent leerplicht/RMC zoekt na ontvangst van een melding of kennisgeving onverwijld contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Dit kan schriftelijk, conform stap 4 uit route A uit de Methodische aanpak schoolverzuim. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de consulent leerplicht/RMC ook contact met de jongere zelf.
Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de consulent leerplicht/RMC een gesprek met de ouders/leerling. De consulent leerplicht/RMC maakt een verslag van het gesprek. De consulent leerplicht/RMC verstrekt aan de ouders en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. De gemaakte gespreksverslagen worden opgenomen in het leerling dossier.
De consulent leerplicht/RMC draagt zorg voor terugkoppeling in het Zorg AdviesTeam van de school of binnen Multi Disciplinair Overleg van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover deze bekend zijn bij hem en alleen wanneer de jongere al in het ZAT/MDO besproken is.
De consulent leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de consulent leerplicht/RMC in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, ook aan de jongere zelf. De consulent leerplicht/RMC doet mededeling (mondeling of schriftelijk van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. Voor een inhoudelijke teugkoppeling dient er toestemming te zijn verleend door de ouders of de leerling vanaf 16 jaar. De consulent leerplicht/RMC sluit de melding af bij het verzuimregister van de DUO.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de consulent leerplicht/RMC een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 19 van deze instructie. Indien de consulent leerplicht/RMC voornemens is om een melding bij de Sociale Verzekeringsbank te doen, dan roept hij ouders en jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek, waarbij hij betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de jongere die tevens voldoet aan de criteria voor verwijzing naar Bureau Halt, dan kan de consulent leerplicht/RMC, besluiten tot een verwijzing naar Bureau Halt. Indien de consulent leerplicht/RMC die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar besloten heeft over te gaan tot Haltverwijzing, dan roept hij ouders en jongere vanaf 12 jaar op voor een gesprek, waarin hij toestemming vraagt aan de ouders (voor de jongere tot 16 jaar) en jongere om door te verwijzen naar Bureau Halt. De consulent leerplicht/RMC stel middels een verkort proces-verbaal een Haltverwijzing op. De jongere ondertekent de Haltverwijzing en geeft daarmee zijn toestemming. Aan de jongere en ouders wordt een brief gestuurd met verwijzing naar Halt . In deze brief staan ook de consequenties bij het niet nakomen van de afspraken beschreven. De consulent leerplicht/RMC stuurt de Halt-verwijzing naar Halt. De consulent leerplicht/RMC licht de school in over de verwijzing en over de afloop van de Haltstraf.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, en komt deze jongere niet meer in aanmerking voor een verwijzing naar Bureau Halt, dan maakt de consulent leerplicht/RMC die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de consulent leerplicht/RMC de ouders en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een verhoor, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.
De consulent leerplicht/RMC kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
Zodra de consulent leerplicht/RMC kennis neemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de consulent leerplicht/RMC een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan kan de consulent leerplicht/RMC een signaal afgeven bij de Inspectie van het Onderwijs.
De consulent leerplicht/RMC kan aan de directeur gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De consulent leerplicht/RMC kan directeuren verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
Artikel 8. Absoluut verzuim van leerplichtigen en kwalificatieplichtige jongeren
(artikelen 2, lid 1, 3, 4a en 4b Leerplichtwet)
Indien blijkt dat een leerplichtige en kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat daarvoor een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de consulent leerplicht/RMC onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt. (zie ook artikel 3 lid 7 van deze instructie).
Indien niet is gebleken dat sprake is van een administratieve onvolkomenheid, zoekt de consulent leerplicht/RMC onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Ouders kunnen worden uitgenodigd om op gesprek te komen. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de consulent leerplicht/RMC tevens contact met de jongere.
Indien de ouders is aangeraden in het gesprek om de jongere in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt binnen vijf werkdagen gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal en een melding aan de Sociale Verzekeringsbank.
De consulent leerplicht/RMC kan aan het college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
Artikel 9. Kennisgeving in- en uitschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen (met inbegrip van verwijdering)
(artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikel 47a 162b WEC of artikel 8.1.8 en 8.3.2. WEB)
De kennisgevingen van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, de kennisgeving van uitschrijving en de melding van voortijdig schoolverlaten worden door de administratief medewerker ontvangen. Er wordt een leerlingdossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerlingdossier.
Artikel 6, leden 3 tot en met 13, zijn van overeenkomstige toepassing.
Zodra de consulent leerplicht/RMC kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de consulent leerplicht/RMC een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de consulent leerplicht/RMC de directeur op voor een gesprek en maakt hij een dossier (van bevindingen) op. De consulent leerplicht/RMC beslist of het dossier ter signalering aan de Inspectie van het onderwijs wordt gestuurd (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet) dan wel een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van de desbetreffende school of instelling (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).
De consulent leerplicht/RMC kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de consulent leerplicht/RMC een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de consulent leerplicht/RMC mee op welke wijze hij met het advies omgaat.
Artikel 9a. Het bestrijden van voortijdig schoolverlaten en het volgen van jongeren in een kwetsbare positie
(artikel 118h, tweede lid WVO, artikel 162b, tweede lid WEC, artikel 8.3.2, tweede lid, WEB)
Staat de jongere niet op een school ingeschreven dan vraagt de administratief medewerker gegevens op bij het Inlichtingenbureau om vast te stellen of de jongere een inkomen geniet. De administratief medewerker gebruikt voor de vastlegging van deze gegevens de prioriteiten die het Inlichtingenbureau hanteert.
Artikel 10. Vervangende leerplicht
(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)
Blijkt aan de consulent leerplicht/RMC dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de consulent leerplicht/RMC er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen 10 werkdagen worden gevoerd.
De consulent leerplicht/RMC draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard binnen vijf werkdagen over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.
Artikel 11. Vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs
(artikel 4a en 15 Leerplichtwet)
Indien een 17-jarige in dienst wil treden bij defensie, levert hij/zij aan de consulent leerplicht/RMC een kopie van de aanstellingsbrief bij Defensie, waarin Defensie verklaart dat de 17- jarige bij Defensie in dienst is en voor welke functie hij/zij is bestemd . In de aanstellingsbrief wordt de 17-jarige opgedragen een kopie van de aanstellingsbrief bij de afdeling leerplicht van zijn/haar woongemeente in te leveren.
Indien de aanstelling bij Defensie van de jongere vóór zijn/haar 18de jaar wordt beëindigd, vermeldt Defensie in de ontslagbrief dat met dit ontslag de grond voor vrijstelling van de leerplicht vervalt, dat de betrokkene zich bij een onderwijsinstelling moet melden voor het behalen van een startkwalificatie en dat Defensie melding doet van dit ontslag aan de afdeling Leerplicht van de woongemeente.
Artikel 12. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht
(artikelen 5, aanhef en onder a, b en c, 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)
Indien de kennisgeving aan de eisen van de wet voldoet, deelt de consulent leerplicht/RMC aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen. Tevens wordt de vrijstelling opgenomen in het register onderwijsdeelnemers.
Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de consulent leerplicht/RMC deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders mee.
Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b van de wet, dan onderzoekt de consulent leerplicht/RMC de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
Indien de kennisgeving aan de eisen van de wet voldoet, deelt de consulent leerplicht/RMC aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen. Tevens wordt de vrijstelling opgenomen in het register onderwijsdeelnemers.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c van de wet, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de consulent leerplicht/RMC aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs geniet.
Indien de kennisgeving aan de eisen van de wet voldoet, deelt de consulent leerplicht/RMC aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen. Tevens deelt de consulent leerplicht/RMC aan ouders met betrekking tot de kennisgeving op grond bedoeld in artikel 5 onder c van de wet mee, dat indien zij voor dezelfde onderwijsdeelnemer opnieuw een beroep op deze vrijstelling doen, er een adresonderzoek kan volgen, indien er vermoed wordt dat de gegevens in de Brp (Basisregistratie personen) onjuist zijn. Ook wordt de vrijstelling opgenomen in het register onderwijsdeelnemers.
Artikel 13. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet is
(artikelen 1a, 1, lid 2, 1a1 en 22, lid 4 Leerplichtwet)
Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de consulent leerplicht/RMC contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Indien een school niet voldoet aan de criteria van de Leerplichtwet en niet langer een school in de zin van de Leerplichtwet is, stelt de consulent leerplicht/RMC de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 5 werkdagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de Leerplichtwet, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.
Artikel 14. Aanwijzing deskundige
Er worden ad hoc afspraken gemaakt met een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring omtrent de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling afgeeft. Indien er toestemming is van de ouders (en jongere vanaf 16 jaar) dan zal er contact worden opgenomen met het samenwerkingsverband over de onderwijsmogelijkheden van de jongere.
Artikel 15. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming
(artikel 22, lid 4 Leerplichtwet)
Indien de consulent leerplicht/RMC proces-verbaal tegen de jongere in verband met relatief verzuim aan de officier van justitie zendt, zendt hij tevens een afschrift van het proces verbaal aan de Raad voor de Kinderbescherming. Dit geldt ook voor een recidive proces-verbaal, waar ouders en/of jongere als verdachte zijn opgenomen. Voordat er een pv wordt opgemaakt, kan de medewerker van het Adviesteam van de RvdK door de consulent leerplicht/RMC worden geconsulteerd over de voor deze jongere en zijn gezin gewenste route: vrijwillige hulp, een civiel en/of strafrechtelijke route.
Artikel 16. Melding aan Veilig Thuis
Indien de consulent leerplicht/RMC bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een jongere/kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar Veilig Thuis sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan Veilig Thuis te zenden schriftelijk mee aan de betrokken ou¬ders. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.
Artikel 17. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
(artikel 16 lid 4 sub e Leerplichtwet)
De meldcode bestaat uit 5 stappen. De consulent leerplicht/RMC volgt deze stappen.
Stap 1: In kaart brengen van signalen.
De consulent leerplicht/RMC brengt de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast in het leerlingdossier. Tevens legt de consulent leerplicht/RMC ook de contacten over de signalen vast, evenals de stappen die worden gezet en de besluiten die worden genomen. De consulent leerplicht/RMC beschrijft de signalen zo feitelijk mogelijk. Hypothesen en veronderstellingen worden vastgelegd, daarbij wordt uitdrukkelijk opgenomen dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. De consulent leerplicht/RMC maakt een vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. De consulent leerplicht/RMC vermeldt de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Diagnoses worden alleen vastgelegd als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht. De consulent leerplicht/RMC doet een kindcheck. De kindcheck valt onder stap 1 van de meldcode en is aan de orde wanneer een volwassene of adolescent in een situatie verkeren die minderjarige kinderen (ernstige) schade kan berokkenen. Er moet onderzocht worden in dat geval in een gesprek met ouders/verzorgers of er (nog meer) kinderen bij ouders/verzorgers wonen en wie er voor hen zorgen. Op basis van deze informatie wordt besloten of er verdere actie ondernomen moet worden door de verdere stappen van de meldcode te zetten.
Indien uit een vertrouwelijk gesprek met een leerling blijkt dat er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, dan meldt de consulent leerplicht/RMC dat hij of zij conform de meldcode zal handelen, tenzij er zwaarwegende belangen van de leerling zijn om dit na te laten. Betreffen de signalen huiselijk geweld of kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht, dan meldt de consulent leerplicht/RMC de signalen bij de leidinggevende of de directie. In dat geval zijn de verdere stappen niet van toepassing.
Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van Veilig Thuis.
De consulent leerplicht/RMC bespreekt de signalen met een collega bij voorkeur een consulent leerplicht/RMC lokaal of regionaal. De consulent leerplicht/RMC vraagt zo nodig ook advies aan Veilig Thuis. De consulent leerplicht/RMC legt de uitkomst van de bespreking vast in het leerlingdossier.
Stap 3: Gesprek met de leerling(ouder dan 12 jaar) en ouders.
De consulent leerplicht/RMC nodigt de leerling en ouders uit om de signalen te bespreken. Dit gesprek wordt bij voorkeur door twee medewerkers gevoerd. In het gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde: het doel van het gesprek, de feiten die de consulent leerplicht/RMC heeft vastgesteld en de waarnemingen die zijn gedaan. Aan de leerling en ouders wordt gevraagd hierop te reageren.
De consulent leerplicht/RMC komt pas na deze reactie zo nodig en zo mogelijk met een interpretatie van hetgeen de consulent leerplicht/RMC heeft gezien, gehoord en waargenomen. De consulent leerplicht/RMC vertelt de ouders wat de vervolgeacties (kunnen) zijn. De consulent leerplicht/RMC legt op zorgvuldige wijze de bevindingen van het gesprek vast in het leerlingdossier. Het doen van een melding zonder dat de signalen zijn besproken met de leerling en ouders, is alleen mogelijk als de veiligheid van de leerling, ouders, de consulent leerplicht/RMC of die van een ander in het geding is, of als er goede redenen zijn om te veronderstellen dat de leerling of ouders door dit gesprek het contact zullen verbreken.
Stap4: Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.
De consulent leerplicht/RMC weegt op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de leerling en ouders, en na consultatie van een collega bij voorkeur een consulent leerplicht/RMC lokaal of regionaal het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling. De consulent leerplicht/RMC weegt eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. De leerplicht/RMC legt zijn afwegingen vast in het leerlingdossier.
Stap 5: Beslissen aan de hand van afwegingskader
Afweging 1: Is melden noodzakelijk, afweging 2: Is hulpverlening (ook) mogelijk; zelf hulp organiseren of melden. De afwegingen dienen in deze volgorde genomen te worden. De consulent leerplicht/RMC registreert de leerling in de verwijsindex Risicojongeren.
De consulent leerplicht/RMC doet alsnog een melding van zijn vermoeden bij Veilig Thuis als er signalen zijn dat het huiselijk geweld of de kindermishandeling niet stopt of opnieuw begint. Alvorens de medewerker leerplicht/RMC een melding doet bespreekt hij deze melding met de leerling(ouder dan 12 jaar) en ouders. In dit gesprek geeft de medewerker leerplicht/RMC aan waarom hij van plan is de melding te doen, vraagt de leerling en ouders om een reactie, hoort de eventuele bezwaren op de melding aan en probeert hieraan tegemoet te komen en maakt vervolgens de afweging over de noodzaak en de aard en ernst van het geweld en de noodzaak om de leerling of ouders te beschermen. De consulent leerplicht/RMC legt het gesprek vast in het leerlingdossier.
De consulent Leerplicht/RMC geeft bij de melding aan op grond van welke feiten en gebeurtenissen hij of zij hiertoe besloten heeft. Tevens meldt de consulent leerplicht/RMC of er informatie van anderen afkomstig is. De consulent leerplicht/RMC legt de melding vast in het leerlingdossier.
Artikel 18. Melding aan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
(artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)
De consulent leerplicht/RMC draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:
Artikel 19. Melding aan de Sociale Verzekeringsbank
(artikel 7 Algemene Kinderbijslagwet)
De consulent leerplicht/RMC kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim bij een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie. Onder ongeoorloofd verzuim wordt verstaan: verzuim van 16 uur of meer in een periode van 4 weken of niet ingeschreven staan op een school, tenzij er sprake is van een vrijstelling.
Artikel 20. Melding aan de inspectie van het onderwijs
(artikel 16a Leerplichtwet, toezicht op de directeur /Inspectie van het onderwijs)
Wanneer een consulent leerplicht/RMC, bij de uitoefening van zijn toezichthoudende rol op leerlingen en ouders, tekortkomingen waarneemt bij een school of onderwijsinstelling in de naleving van de Leerplichtwet, informeert en adviseert de consulent leerplicht/RMC de school of onderwijsinstelling, zodat deze zich bewust is van de geldende wettelijke bepalingen, in verband met de diverse maatregelen ten behoeve van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
Wanneer een consulent leerplicht/RMC bij een volgend bezoek in het kader van zijn toezichthoudende rol op leerlingen en ouders signaleert dat de school of onderwijsinstelling nog steeds niet voldoet aan de wettelijke bepalingen, dan zal de consulent leerplicht/RMC de school verzoeken om alsnog te voldoen en zal de consulent Leerplicht/RMC een schriftelijk signaal afgeven aan de Inspectie van het Onderwijs.
Als de consulent leerplicht/RMC in het kader van toezicht op leerling en ouders, nadat hij/zij de Inspectie van het Onderwijs al een signaal heeft gegeven, opnieuw waarneemt dat een school of onderwijsinstelling in strijd met de Leerplichtwet handelt, doet hij/zij een melding aan de onderwijsinspectie conform de wijze waarop een schriftelijk signaal wordt gegeven zoals omschreven in lid 3 en 4 van dit artikel.
Artikel 21. Jaarverslag leerplicht en effectrapportage RMC
(artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB).
het bestuur verantwoordt het in het schooljaar al dan niet in regionaal verband, gevoerde leerplichtbeleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan, aan de colleges van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde door middel van een jaarverslag. Tevens draagt het bestuur er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim en de effectrapportage van de bestrijding voortijdig schoolverlaten voor 15 december respectievelijk 1 april, volgend op het schooljaar, beschikbaar zijn.
Artikel 22. Samenwerking in de regio inzake leerplicht en RMC
(artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)
Het bestuur voert periodiek overleg met de consulenten leerplicht/RMC van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de wet en de RMC-wetgeving. Het bestuur/de accountmanager leerlingzaken neemt zo nodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van wat in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.
Het bestuur draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de leerplichtwet en de RMC-wetgeving door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten.
Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:
De consulent leerplicht/RMC pleegt overleg met de consulent leerplicht/RMC van de woongemeente van een jongere indien hij in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisregistratie persoonsgegevens van de gemeente.
Artikel 23. Regionaal programma ter voorkoming voortijdig schoolverlaten
(artikel 118i1 WVO, artikel 162c1 WEC, artikel 8.3.4 WEB)
Het bestuur draagt namens colleges van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde, zorg voor een bijdrage aan het regionaal programma met maatregelen ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen de twaalf en drieëntwintig jaar. Dit regionaal programma wordt eens per 4 jaar vastgesteld door het college van de RMC contactgemeente Harderwijk en de stuurgroep voortijdig schoolverlaten, na overleg met de andere RMC gemeenten, instellingen, scholen en ketenpartners in de regio. Het programma heeft en de betrekking op leer- en kwalificatieplichtigen en het volgen van de deelname aan onderwijs en arbeidsmarkt van voortijdig schoolverlaters die de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben bereikt.
Artikel 24. Samenwerking met diensten en instellingen
(artikel 16, lid 4d Leerplichtwet; artikel 118h, lid 3, WVO; artikel 162b, lid 3, WEC; artikel 8.3.2, lid 3, WEB)
De consulent leerplicht/RMC werkt samen met een of meer van de instellingen, opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de consulent leerplicht/RMC een regierol. De consulent controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren waarheen zijn doorverwezen, zolang er geen bijzondere persoonsgegevens worden vastgelegd en het gerelateerd is aan ongeoorloofd schoolverzuim of voortijdig schoolverlaten.
Artikel 25. Beleidsontwikkeling
Het bestuur draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplicht- en RMC-taken binnen het werkgebied, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en overlegt met de beleidsmedewerkers van de verschillende gemeenten over voorstellen voor aanpassingen van het beleid.
Deze instructie treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de consulent leerplicht/RMC in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.
Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt
Het bestuur/de accountmanager leerlingzaken voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overleg met:
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk in de vergadering van 30 november 2021