Organisatie | Westvoorne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidie 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels subsidie 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2022 | artikel 2.5.5 | 14-06-2022 | |||
05-01-2022 | 09-07-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2021 |
Deze beleidsregels zijn een aanvullende uitwerking van de Algemene subsidieverordening gemeente Westvoorne 2018.
Het subsidiebeleid is een instrument om enerzijds actief maatschappelijk leven te stimuleren en anderzijds buurt- en duurzaamheidsinitiatieven te ondersteunen. De visie van het subsidiebeleid ten aanzien van het stimuleren van het maatschappelijk leven is dat deze voorziening ter ondersteuning is voor de verenigingen en stichtingen van de gemeente Westvoorne. Het doel is om het aanbod in stand te houden en de organisaties gezond te houden. Het instrument subsidies wordt ingezet ter stimulering of waardering van het werk van een instelling. De visie ten aanzien van het ondersteunen van buurt- en duurzaamheidsinitiatieven is om inwoners, organisaties en het bedrijfsleven te ondersteunen in verduurzaming en de bevordering van de leefbaarheid van de woonomgeving.
Subsidiebesluiten worden genomen door het college binnen de budgetten die de raad daartoe verstrekt.
Hoofdstuk 2 Algemene beleidslijnen subsidiebeleid
In dit document worden nadere regels gesteld voor subsidies die door instellingen in de gemeente Westvoorne kunnen worden aangevraagd. In hoofdstuk acht van dit document staan subsidies die daarnaast ook aangevraagd kunnen worden door particulieren, ondernemingen en organisaties buiten de gemeente Westvoorne. Onder deze beleidsregels vallen geen donaties. Overeenkomstig de Asv omschrijven de beleidsregels de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de beschikbare middelen.
De doelen en activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn ontleend aan beleidsmatige (kader)nota’s. De beleidsstukken die van toepassing zijn, worden bij elk afzonderlijk hoofdstuk genoemd. Bij het honoreren van een subsidieaanvraag zal in de subsidiebeschikking de te ontvangen subsidie genoemd worden en de grondslag waar het op gebaseerd is.
2.4 Begripsbepalingen die van toepassing zijn
Een vereniging of stichting (rechtspersoon) die ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel als volledig rechtsbevoegde organisatie zonder winstoogmerk en statutair is gevestigd in de gemeente Westvoorne, waarvan de activiteiten in of vanuit de gemeente Westvoorne plaatsvinden. De vereniging of stichting moet, voor zover bestaand, aangesloten zijn bij een landelijk, provinciaal of regionaal erkende overkoepelende organisatie.
Leden van een instelling van 18 t/m 69 jaar, woonachtig in de gemeente Westvoorne en actief deelnemend aan de activiteiten van de instelling. Ereleden en rustende leden vallen binnen de categorie passieve/niet-werkende leden en nemen niet regelmatig actief deel aan de activiteiten en deze tellen niet mee voor subsidie.
De in Westvoorne gevestigde instelling is aangesloten bij een overkoepelende organisatie (zoals NOC*NSF) en heeft als doelstelling het beoefenen van de sport door leden in clubverband (geen bedrijfsorganisatie of een specifieke jeugdorganisatie). De vereniging biedt sportactiviteiten aan de leden aan, in ieder geval ook in competitieverband onder auspiciën van de overkoepelende organisatie. De activiteiten en trainingen staan onder deskundige leiding (gediplomeerd/geschoold technisch kader).
Een instelling gevestigd in Westvoorne bestaande uit leden woonachtig in Westvoorne van 55 jaar en ouder, die een belangrijke rol dient te vervullen in het leggen en onderhouden van sociale contacten en het vervullen van een actieve rol in het maatschappelijk leven, evenals het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van de sociale cohesie in buurten en wijken.
Activiteiten van tijdelijke aard die georganiseerd worden in Westvoorne door een in Westvoorne gevestigde instelling ter vermaak van bezoekers. De activiteiten hebben een lokale of (boven)regionale uitstraling en vinden over het algemeen plaats in de open lucht en vereisen gemeentelijke vergunningen.
Een beslissing van een bestuursorgaan heet een besluit. Een besluit dat individueel of concreet is, heet een beschikking. In de uitgegeven beschikking na het honoreren van een subsidie wordt het bedrag duidelijk gemaakt en de grondslag waarop de beschikking uitgegeven wordt. Ook bij niet honoreren wordt de grondslag hierin aangegeven.
Een voorwaarde voor subsidiëring van instellingen is dat zij gevestigd zijn in Westvoorne en indien van toepassing een minimaal aantal leden, afkomstig uit Westvoorne, kent. In bijzondere gevallen kan aan instellingen van buiten de gemeente subsidie worden verstrekt, indien zij naar het oordeel van het college aantoonbaar activiteiten organiseren ten behoeve van de inwoners van Westvoorne en de activiteiten een aanvulling zijn op het reeds bestaande aanbod.
Instellingen die voor het eerst een aanvraag doen voor een structurele budgetsubsidie, komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.
Bij het toekennen van subsidies worden leden in verschillende categorieën ingedeeld. Bij ieder hoofdstuk wordt apart vermeld bij welke categorie en op basis van hoeveel leden er aanspraak op subsidie gedaan kan worden.
Subsidies onderscheiden zich in juridische zin slechts door het feit of het eenmalige dan wel jaarlijkse subsidies zijn. In de Asv is vastgehouden aan deze onderverdeling.
In deze beleidsregels zijn eenmalige en jaarlijkse subsidies verder onderverdeeld in:
Eenmalige subsidies zijn subsidies met betrekking op activiteiten van een instelling die eenmalig zijn of een activiteit waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd subsidie wil verlenen.
Hieronder vallende volgende subsidies:
Een projectsubsidie is tijdelijk en doelgericht. De subsidie is gericht op een prestatie, experiment, activiteit, evenement, product of resultaat van een instelling, die aansluit op het gemeentelijk beleid, die in tijd beperkt is en die inhoudelijk een afgerond resultaat oplevert. Er kan slechts eenmaal in de vijf jaar aanspraak hierop gemaakt worden. Het maximum van een projectsubsidie is € 500,- per keer.
Een uitwisselingssubsidie kan worden verkregen voor een meerdaags internationaal contact tussen een instelling uit de gemeente Westvoorne en een instelling in het buitenland op basis van hun overeenkomstige activiteiten en doelstellingen. Het maximum van een uitwisselingssubsidie is € 1.000,- per keer en kan één keer in de twee jaar aangevraagd worden. Het plafond is € 5.000,- per jaar en wordt vanuit het budget internationale betrekkingen beschikbaar gesteld. Wanneer dit budget niet wordt besteed zal het resterende bedrag ingezet worden ter dekking van marketingkosten voortvloeiend uit het beleid internationale betrekkingen.
Een investeringssubsidie kan worden verkregen door een instelling voor het verwerven, nieuw te bouwen, uit te breiden, of het renoveren van accommodaties. De hoogte van een investeringssubsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van de investering, tot een maximumbedrag van € 20.000,-. Het subsidieplafond bedraagt € 40.000,- per jaar. Voor het bepalen van het bereiken van het van toepassing zijnde subsidieplafond worden de subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst behandeld.
b. Niet voor subsidie in aanmerking
Niet voor subsidie in aanmerking komt een instelling die verbonden is aan of onderdeel is van een andere organisatie, instelling, instituut, bedrijf en dergelijke zoals een dienst-, bedrijfs- of beroepsvereniging c.q. of een gezelschap verbonden aan een inrichting, een onderwijsinstelling of geloofsgenootschap. De subsidiëring kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de instelling onvoldoende actief is.
Onverminderd de weigeringsgronden uit de Asv en de beleidsregels weigert het college de subsidie indien:
e. Subsidie voor een onderkomen of werkterrein van een instelling:
In aanvulling op 2.5.5 aanhef en sub a geldt tot 1 januari 2023 een tijdelijke beleidsregel voor investeringen in instellingen, zoals beschreven in artikel 2.4 sub b van het subsidiebeleid, tot € 50.000,- per instelling, waarbij een subsidieplafond geldt van in totaal € 300.000,-. Afwijkend van punt 4 van 2.5.5 sub a moet het gaan om een investering die bijdraagt aan de toekomstbestendigheid van een onderkomen of werkterrein. De reguliere investeringssubsidie wordt uitgesloten indien een beroep wordt gedaan op de tijdelijke subsidieregeling en andersom.
Een leefbaarheidssubsidie is gericht op een in tijd beperkt project, renovatie of buurtinitiatief met een meetbaar en afgerond resultaat. Het subsidieplafond bedraagt € 35.000,- exclusief BTW per jaar. Indien en voor zover het plafond niet wordt bereikt, zal het resterende budget bij het daarop volgende jaar worden gevoegd.
Een subsidie buurtinitiatief is een subsidie waarbij een buurtactiviteit wordt gesubsidieerd die is gericht op stimulering en/of verbetering van de samenhang en/of leefbaarheid in een buurt of wijk in de gemeente Westvoorne. De subsidie kan worden aangevraagd door instellingen of particulieren, is in korte tijd uitvoerbaar met snel effect, heeft voldoende draagvlak in de betreffende buurt en wordt met andere buurtbewoners uitgevoerd.
Jaarlijkse subsidies hebben betrekking op activiteiten van een instelling die elk jaar plaatsvinden en waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Hieronder vallen de volgende subsidies:
Gericht op uitvoering van het gemeentelijk beleid, uitgewerkt in te behalen doelstellingen en prestaties, waarbij de instelling de uitvoering ter hand neemt. De subsidie is grotendeels afhankelijk van het aantal leden (indien van toepassing). De tabellen staan vermeld per product in ieder hoofdstuk met een vastgesteld bedrag.
Instellingen die een structurele budgetsubsidie ontvangen, kunnen eventueel voor loon- of prijsstijgingen worden gecompenseerd. Hierbij kan rekening worden gehouden met standaardpercentages die ook in de uitgangspunten van de gemeentebegroting worden gehanteerd. Een instelling dient aantoonbaar te maken dat de subsidie ontoereikend is zonder indexering. Indien indexering wordt toegekend, kan de instelling dat vermelden bij een volgende aanvraag opdat met het geïndexeerde bedrag aan subsidie van het vorige jaar rekening kan worden gehouden bij de nieuwe aanvraag. Het al dan niet toepassen van indexering is ter beoordeling van de gemeente en mede afhankelijk van de budgetten- subsidieplafonds en het vaststellen van de begroting.
De aanvraagprocedure is overeenkomstig artikel 6 van de Asv en de inhoud van dit artikel. Bij de indiening van de subsidieaanvraag overleggen instellingen de gegevens die het college nodig acht. Uitgangspunt is dat zo weinig mogelijk administratieve handelingen behoeven te worden verricht.
Bij een subsidieaanvraag voor eenmalige incidentele/lustrum/project/uitwisselings-subsidie/subsidie buurtinitiatief legt aanvrager onderstaande stukken over. De stukken moeten bij een incidentele en projectsubsidie uiterlijk acht weken voor aanvang van de activiteit worden ingediend. Voor lustrumsubsidies geldt dat de aanvraag moet worden ingediend in het jaar dat het lustrum plaatsvindt, voor uitwisselingssubsidies geldt dat de stukken dertien weken vóór aanvang van de uitwisseling moeten zijn ingediend en voor subsidies buurtinitiatieven geldt dat de aanvraag minimaal zes weken voor de activiteit is ingediend. Het college neemt binnen zes weken een besluit tot wel of geen verlening.
Bij een subsidieaanvraag voor een investeringssubsidie leggen instellingen naast de stukken genoemd bij artikel 2.7.1. d t/m f van deze beleidsregels, ook onderstaande stukken over. De stukken moeten worden ingediend vóór aanvang van de activiteit. Het college beslist binnen zestien weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidieverlening. Het college kan de beslistermijn met ten hoogste zestien weken verlengen. Hiervan doet hij vóór afloop van het eerste vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.
Instellingen of ondernemingen dienen daarnaast de volgende stukken over te leggen:
De laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag van de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag met een overzicht van het eigen vermogen en de bestemmingsreserves;
Bij een aanvraag voor een structurele budgetsubsidie leggen instellingen onderstaande stukken over. De uiterste indiendatum is 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waar de subsidie voor wordt aangevraagd.
De laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag van de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag met een overzicht van het eigen vermogen en de bestemmingsreserves;
OZB-subsidies worden middels een beschikking kenbaar gemaakt aan instellingen die hier aanspraak op hebben gemaakt. Zij hoeven geen stukken te overleggen. Bedragen zijn opgelegd door en bekend bij de gemeente. Het college kan in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen van een of meer bepalingen omtrent het indienen van aanvragen.
Subsidies tot en met € 1.000,- worden conform de Asv na honoreren direct vastgesteld. Er hoeft achteraf geen verzoek tot vaststelling te worden ingediend. De gemeente zal het gehele verleende bedrag aan subsidie na de beschikking daartoe overboeken aan de instelling. Indien het bedrag niet in het daarvoor bestemde subsidietijdvak is gebruikt voor het in de beschikking vermelde doel betaalt de instelling het niet gebruikte deel van de subsidie na afloop van het subsidietijdvak terug aan de gemeente. Indien dezelfde instelling voor hetzelfde doel subsidie aanvraagt voor het jaar volgend op het subsidietijdvak en de instelling is gehouden tot terugbetaling van (een deel van) de subsidie aan de gemeente, behoudt de gemeente zich het recht voor te verrekenen met de nog te verstrekken subsidie.
Voor leefbaarheidssubsidies boven de € 1.000,- moet een aanvraag tot subsidievaststelling worden ingediend conform de Asv. De subsidieaanvrager ontvangt na honorering van de aanvraag het gehele bedrag aan subsidie ineens. In voorkomende gevallen kan hiervan worden afgeweken.
Het indienen van de verantwoording dient te geschieden via het formulier “aanvraag vaststelling leefbaarheidssubsidie” en binnen twaalf weken na afloop van het subsidietijdvak. Bij de aanvraag tot vaststelling moet een verslag worden ingediend van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend (inhoudelijk verslag) en een overzicht van de uitgaven en inkomsten (financieel verslag). Bij een batig saldo in het overzicht van de uitgaven en inkomsten dient de bestemming hiervoor te worden aangegeven. De subsidie kan in afwijking van de subsidieverlening worden vastgesteld en de subsidie kan al dan niet deels worden terug gevorderd, indien veranderingen zijn opgetreden in de gegevens waarop de subsidieverlening is gebaseerd en of de subsidie niet is besteed conform het doel van de subsidie.
Voor structurele budgetsubsidies boven de € 1.000,- moet een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend worden conform de Asv. In geval van een subsidieaanvraag tot een bedrag van € 10.000,00, ontvangt de subsidieaanvrager na honorering van de aanvraag het gehele bedrag aan subsidie in december voorafgaand aan het jaar waar subsidie voor is aangevraagd. In geval van een subsidieaanvraag boven een bedrag van € 10.000,00, ontvangt de subsidieaanvrager na honorering van de aanvraag 80% van het subsidiebedrag in december voorafgaand aan het jaar waar subsidie voor is aangevraagd. Na de subsidievaststelling ontvangt de subsidieaanvrager de resterende 20%. In voorkomende gevallen kan hiervan worden afgeweken.
Indienen van de verantwoording dient te geschieden via het formulier “aanvraag vaststelling structurele budgetsubsidie” en binnen twaalf weken na afloop van het subsidietijdvak. Bij de aanvraag tot vaststelling moet een verslag worden ingediend van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend (inhoudelijk verslag) en een overzicht van de uitgaven en inkomsten (financieel verslag). Bij een batig saldo in het overzicht van de uitgaven en inkomsten dient de bestemming hiervoor te worden aangegeven. De subsidie kan in afwijking van de subsidieverlening worden vastgesteld en de subsidie kan al dan niet deels worden teruggevorderd, indien veranderingen zijn opgetreden in de gegevens waarop de subsidieverlening is gebaseerd en of de subsidie niet is besteed conform het doel van de subsidie.
Voor investeringssubsidies wordt de uiteindelijke vaststelling van de subsidie gedaan op basis van de originele door de aannemer ondertekende rekeningen, een bewijs van betaling door de vereniging en, indien verplicht op grond van de Woningwet en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, een afschrift van de bouwvergunning en de gebruiksmelding.
Instellingen dienen een batig saldo te verantwoorden. Als dit niet gebeurt, wordt het batige saldo op het subsidiebedrag in mindering gebracht.
2.10 Maximaal beschikbare budgetten- subsidieplafonds
Met het vaststellen van de jaarlijkse begroting door de raad worden tevens de subsidieplafonds per beleidsterrein of werkveld vastgesteld. De subsidieplafonds en eventueel door het college vastgestelde deelplafonds maken budgetteren mogelijk. Het bereiken van een (deel)subsidieplafond is reden een aanvraag te weigeren. Elk plafond of deelplafond is gekoppeld aan een inhoudelijke opgave, waarvoor de raad een budget ter beschikking stelt. Met het vaststellen van plafonds bepaalt de raad de hoofdlijnen van het subsidiebeleid voor wat betreft de hoogte van subsidies, gekoppeld aan inhoud op hoofdlijnen. De plafonds worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.
Subsidieaanvragen worden geweigerd indien:
Als er specifieke weigeringsgronden zijn die maar voor één subsidievorm of subsidieplafond gelden, staan deze apart beschreven bij het desbetreffende hoofdstuk.
Indien een instelling een lagere subsidie aanvraagt, dan mogelijk kan worden verleend op grond van deze beleidsregels, wordt de subsidie gelijk gesteld aan het aangevraagde subsidiebedrag.
Het college geeft toestemming voor het vormen van een bestemmingsreserve, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond. Bij de vaststelling dient ieder jaar een verklaring gegeven te worden voor de reserveringen en een verantwoording van de besteding ervan.
Naast de in de Asv vermelde verplichtingen is het college bevoegd om nadere verplichtingen in de beleidsregels aan te geven. Eventuele nadere verplichtingen staan beschreven onder het kopje ‘Bijzondere verplichtingen’ in de hoofdstukken van deze beleidsregels. Verder kunnen aan de beschikking verplichtingen worden verbonden als bedoeld in de artikelen 4.38 (doelgebonden verplichtingen) en 4.39 (niet-doelgebonden verplichtingen) van de Awb.
Binnen het beleidsterrein Jeugd en Jongeren heeft de gemeente meerdere doelstellingen. Centraal staat de gemeentelijke visie dat zoveel mogelijk kinderen kansrijk en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Tevens is het doel het realiseren van economische en maatschappelijke zelfstandigheid van jongeren.
Indien besturen er in slagen hun jeugdleden te betrekken bij en medeverantwoordelijk maken voor het reilen en zeilen binnen de instelling, is de continuïteit van de instelling op de langere termijn beter gewaarborgd.
3.6 Subsidiebedragen jaarlijks
Voor een jaarlijkse structurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gedaan op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor alle items geldt dat er een minimum aantal leden van tien moet zijn en er dient minimaal 2 x per maand een activiteit te zijn (met uitzondering van 3.6.4).
Binnen het beleidsterrein Kunst en Cultuur heeft de gemeente meerdere doelstellingen. Het bevorderen van een goed kunst- en cultuurklimaat in Westvoorne, waarbij aandachtspunten zijn: het behoud van het culturele erfgoed, instandhouding en verdere ontwikkeling van culturele infrastructuur en bevorderen/ondersteunen van cultuureducatie.
Voor een eenmalige subsidie wordt maximaal € 250,- verleend voor een lustrumsubsidie, maximaal € 1.000,- voor uitwisselingssubsidies en maximaal € 500,- voor overige eenmalige subsidies. Voor de grondslag van investeringsubsidies zie 2.5.5. van deze beleidsregels.
Voor een jaarlijkse structurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt door instellingen op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Uitgangspunt is een minimum van tien leden, waarbij bij een aantal items bijzondere verplichtingen vermeld staan.
4.6 Subsidiebedragen jaarlijks specifiek
Voor diverse soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen in afwijking van artikel 4.5a.
Het muziekpodium in het Mildenburgbos in Oostvoorne is nu eigendom van stichting Het Zuid-Hollands Landschap.
Deze is in de jaren 60 door de gemeente Westvoorne geplaatst en wordt onderhouden en geëxploiteerd door muziekvereniging Volharding. Jaarlijks kan deze vereniging € 1.000,- subsidie aanvragen voor een reservering in verband met het beheer en lange termijn onderhoud. Hiervan dragen zij per jaar € 350,- af aan stichting Het Zuid-Hollands Landschap voor terreinonderhoud van de directe omgeving van het podium. Het resterende bedrag mogen zij reserveren en opbouwen om iedere tien jaar groot onderhoud te laten verrichten aan het podium.
Paragraaf 4.7 Subsidiebedragen overig
Binnen het beleidsterrein Welzijn en Zorg heeft de gemeente de volgende doelen. Het bevorderen van het individuele en collectieve welzijn van inwoners van Westvoorne door een voldoende, gevarieerd en kwalitatief verantwoord aanbod van voorzieningen en activiteiten op het terrein van zorg en welzijn. Aandacht wordt geschonken aan:
Voor een jaarlijkse strucurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor onderstaande soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen.
Stichting Leemgaarde Activiteiten Stichting Samen in Oostvoorne (LASSO) een vast bedrag per kalenderjaar per stichting (met een minimum van tien deelnemers):
Tevens voert LASSO de woon-, zorg- en welzijnstrefpunten uit in Oostvoorne. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag van (maximaal) € 11.000,- per instelling beschikbaar gesteld.
EHBO-verenigingen een vast subsidiebedrag van € 1.300,- per kalenderjaar (met een minimum van vijftien leden) en een extra subsidiebedrag voor het aantal bijgewoonde bevolkingsgerichte activiteiten:
En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk jeugdlid.
En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.
Stichting Voedselbank Brielle en Stichting Voedselbank Hellevoetsluis krijgen beiden een maximale subsidie van € 3.000,- per jaar. Indien het gebudgetteerde exploitatietekort van de betreffende stichting minder is dan deze € 3.000,- worden de kosten voor de gebruikers vanuit de gemeente Westvoorne gesubsidieerd op basis van opgave van onderstaande gegevens van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van aanvraag van de subsidie:
Voor een jaarlijkse strucurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor onderstaande soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen.
Het basisbedrag onder artikel 6.6.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 25,- per één- of meerdaagse jeugdtoernooi/jeugdactiviteit aan instellingen die dit toernooi of deze activiteit organiseren. Het jeugdtoernooi/de jeugdactiviteit dient ook open te staan voor jeugdleden van andere instellingen of niet-leden. Maximaal € 250,- per jaar.
Hoofdstuk 7 Subsidie evenementen
Met het subsidiebeleid beoogt de gemeente haar naamsbekendheid te vergroten en het imago van de gemeente te versterken. Bovendien heeft het beleid tot doel om de lokale economie te steunen en het welzijn binnen de gemeente te bevorderen. Een nevendoel van het beleid is nieuwe intitiatieven te stimuleren.
Een evenementenorganisatie doet een verzoek tot subsidie schriftelijk en voorafgaand aan het evenement conform artikel 2.7.3. Indien het verzoek voor 1 september in het jaar voorafgaand aan het evenement wordt ingediend, zal de gemeente uiterlijk in januari een besluit nemen. De gemeente wijst na september in het jaar voorafgaand aan het evenement indiende verzoeken niet enkel om deze reden af, mits er een redelijke termijn is voor de gemeente om het verzoek alsnog deugdelijk te kunnen beoordelen.
Alvorens subsidie kan worden verstrekt, dient de evenementenorganisatie te voldoen aan de volgende cumulatieve criteria:
De evenementenorganisatie dient bij de aanvraag tot subsidie, naast de in artikel 2.7 vermelde gegevens, een bijlage in waarop de volgende criteria puntsgewijs worden toegelicht:
De gemeente is niet verplicht de door de evenementenorganisatie aangedragen optie(s) voor een meetbare of aanwijsbare prestatie over te nemen in een eventuele beschikking.
7.7 Subsidiebedragen jaarlijks
De stichtingen Cultevo en Probaro organiseren voor respectievelijk Oostvoorne en Rockanje (culturele) activiteiten.
Beide instellingen kunnen aanspraak maken op subsidie voor:
Bij de bepaling in welke categorie een activiteit hoort, wordt gekeken naar voorgaande jaren. In geval van twijfel bepaalt de gemeente de categorie en de extra's.
Indien één van de instellingen subsidie aanvraagt voor een nieuwe regionale activiteit (die in het voorgaande jaarprogramma niet was opgenomen), dient de instelling dit voorafgaand aan de formele subsidieaanvraag vóór 1 april van het voorgaande jaar schriftelijk bij de gemeente te melden. De subsidieaanvraag zal dan hoger uitvallen en de gemeente heeft dan gelegenheid budget hiervoor in de kadernota op te nemen.
Beide instellingen dienen gespecificeerde begrotingen bij de subsidieaanvraag te leveren, zodat inzicht is in de geplande activiteiten, de begroting per activiteit, de vaste lasten en de overige inkomsten, zoals inkomsten uit sponsoring.
De gemeente behoudt zich het recht voor om prestatieafspraken te verbinden aan de subsidieverlening aan de stichtingen. De subsidie voor het daaropvolgende jaar wordt dan alleen verleend wanneer door de stichting aan de prestatieafspraken voldaan is.
Subsidie ter stimulering vernieuwende evenementen
Voor een vernieuwend evenement, een en ander ter beoordeling aan de gemeente, kan een subsidie worden aangevraagd van maximaal € 2.500,-.
De aanvragende organisatie kan slechts eenmaal per twee jaar een aanvraag tot de betreffende subsidie doen. Het plafond voor de subsidies ter stimulering van vernieuwende evenementen is € 5.000,- per jaar.
Hoofdstuk 8 Subsidie leefbaarheidsfonds
De beleidsregels in dit hoofdstuk zien op het beleid ten aanzien van subsidiëring van duurzaamheidsinitiatieven en buurtinitiatieven met een aspect van duurzaamheid. Organisaties, bewoners en ondernemingen kunnen hiertoe een aanvraag doen. In afwijking van artikel 1.2 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Westvoorne 2018 kunnen de aanvragen niet enkel door instellingen die zijn gevestigd in de gemeente Westvoorne worden ingediend. Het betreffen in beginsel eenmalige subsidies. Deze regeling geldt tot 31 december 2033 en eindigt van rechtswege. Indien en voor zover nog gelden resteren uit het leefbaarheidsfonds kan er sprake zijn van een uitloopperiode.
Met deze subsidie beoogt de gemeente burgerinitiatieven te ondersteunen die de leefbaarheid bevorderen, projecten te ondersteunen die een kwaliteitsimpuls geven aan de energietransitie en verduurzaming van maatschappelijke accommodaties te ondersteunen (met uitzondering van gemeentelijke accommodaties).
Overeenkomstig artikel 6 van de Asv en artikel 2.7 van deze beleidsregels. De gemeente zal aanvragen ter advies voorleggen aan een toetsingscommissie bestaande uit inwoners van de gemeente. De toetsingscommissie beoordeelt of aanvragen voldoen aan het doel van de subsidie en of de aanvraag voldoet aan de vereisten in het Reglement Leefbaarheidsfonds Westvoorne. De toetsingscommissie adviseert het college van burgemeester en wethouders over het al dan niet (deels) verstrekken van een subsidie. Indien en voor zover er meerdere aanvragen binnenkomen die voor subsidiering in aanmerking komen, beoordeelt de toetsingscommissie de kwaliteit van het voorgenomen initiatief en/of project en rangschikt zij de aanvragen. Bij gelijke kwaliteit geeft de toetsingscommissie tevens een advies omtrent verdeling van het beschikbare budget waarbij gedacht kan worden aan niet volledige financiering of loting. De gemeente zal binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit nemen.
De in artikel 2.12 genoemde weigeringsgronden onder 1, 4 en 12 zijn niet van toepassing op aanvragen van een leefbaarheidssubsidie. Indien en voor zover wordt voldaan aan de aanvraagprocedure en de criteria in artikel 8.4, behoudt de gemeente onverminderd het recht de subsidie niet te verstrekken om haar moverende redenen. In ieder geval zal de gemeente het verzoek tot subsidie afwijzen indien:
Hoofdstuk 9 Subsidie buurtinitiatieven sociale cohesie
De beleidsregels in dit hoofdstuk zien op het beleid ten aanzien van subsidiëring van buurtinitiatieven ter bevordering van de sociale samenhang. In afwijking van artikel 1.2 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Westvoorne 2018 kunnen de aanvragen niet enkel door instellingen die zijn gevestigd in de gemeente Westvoorne worden ingediend, maar tevens door inwoners van de gemeente Westvoorne.
Voor subsidie komen in aanmerking een buurtactiviteit die voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
Subsidie kan worden aangevraagd voor kosten van materialen, kosten voor gebruik van een ruimte of overige uitvoeringskosten. Er kan maximaal € 100,- worden aangevraagd voor kosten aan eten en drinken en/of het laten verzorgen daarvan en maximaal € 500,- voor overige uitvoeringskosten. Verantwoording vindt achteraf plaats aan de hand van facturen/bonnen.
De in artikel 2.12 genoemde weigeringsgronden onder 1, 12 en 15 zijn niet van toepassing op aanvragen van een subsidie van buurtinitiatieven ter bevordering van de sociale samenhang. Indien en voor zover wordt voldaan aan de aanvraagprocedure en de criteria in de artikelen 9.3 en 9.4, behoudt de gemeente onverminderd het recht de subsidie niet te verstrekken om haar moverende redenen. In ieder geval zal de gemeente het verzoek tot subsidie afwijzen indien:
Hoofdstuk 10 Overige subsidiebeleidsregels
Van deze beleidsregels mag worden afgeweken, indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Onderstaande instellingen zijn opgenomen in deze beleidsregels en kunnen via deze regeling een aanvraag indienen voor jaarlijkse structurele budgetsubsidies. Ook al wijken deze af van de reguliere regels, toch zijn deze hier ondergebracht.
10.4 Bibliotheek Zuid Hollandse Delta
Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta kan conform de overeenkomst van 10 maart 2015 en het B&W-voorstel met kenmerk 94180 in aanmerking komen voor een jaarlijks bedrag aan subsidie. Hier wordt vanaf 2015 tien jaar lang de aflossing van de lening op in mindering gebracht. De totale kosten voor de huur van De Merel en De Man zoals benoemd in de nieuwe tarievenverordening accomodaties (B&W-voorstel 186729) en de totale jaarlijkse consumptiekosten komen in aanmerking voor deze subsidie.