Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening 2021 Utrechtse Heuvelrug |
Citeertitel | Marktverordening Utrechtse Heuvelrug 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Marktverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009 en het Marktreglement gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2022 | nieuwe regeling | 23-12-2021 | 2021-364 |
De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 7 september 2021;
gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;
gelet op het door de raad aangenomen amendement bij artikel 8 lid 4 onder b;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 3. Verplaatsen of afgelasten van de warenmarkt
Het college is bevoegd te besluiten de markt niet te laten plaatsvinden, onmiddellijk te beëindigen, anders op te stellen of in te richten indien het daartoe, op grond van weersomstandigheden, calamiteiten of andere oorzaken reden aanwezig acht. Een warenmarktvergunninghouder is verplicht om de in verband met toepassing van dit artikellid door marktmeesters of hulpdiensten gegeven opdrachten, waaronder begrepen het ontruimen of verplaatsen van de standplaats, onmiddellijk uit te voeren.
Hoofdstuk 2. Warenmarktvergunningen
Artikel 9. Overschrijven warenmarktvergunning
In geval van overlijden, onder curatele stelling, blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, in geval van bedrijfsbeëindiging of indien de vergunninghouder niet langer zelf gebruik wenst te maken van de vergunning, kan de warenmarktvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een warenmarkt krijgen indien hij ten minste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, onder curatele stelling, nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid isvastgesteld, of in geval van bedrijfsbeëindiging of indien de vergunninghouder niet langer zelfgebruik wenst te maken van de warenmarktvergunning.
Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers
Artikel 12. Dagplaatsvergunning
Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een dagplaats voor het uitoefenen van markthandel op een warenmarkt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een warenmarktvergunninghouder.
Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders
De houder van een warenmarktvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door één of meer andere personen.
Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht de vergunning aan te tonen.
Artikel 17. Markt schoonhouden
Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrijkomt zodanig te bewaren dat het marktterrein daar¬door niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.
Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering
Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.
Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Een krachtens de marktverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Voor de huidige vergunninghouders van de vaste standplaatsen geldt een overgangsregeling, aangezien zij beschikken over een vergunning voor onbepaalde tijd. De overgangsregeling houdt het volgende in: huidige vergunninghouders krijgen na vaststelling van dit beleid recht op een vergunning voor de eerste vergunningsperiode van tien jaar, en voor de daaropvolgende periode van tien jaar.
Deze vergunningen worden op grond van het nieuwe beleid verleend.
Aldus vastgesteld door de raad van Utrechtse Heuvelrug in zijn openbare vergadering van 23 december 2021.
De raadsgriffier
W. Hooghiemstra
De voorzitter
G. F. Naafs
Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.
Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) kan het college jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.
Het gaat om de volgende markten:
De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug 2019 (hierna: APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door het college op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.
Dit artikel schrijft voor dat het college per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.
Als een gemeente slechts één markt kent waarop de Marktverordening van toepassing is, of als voor alle markten dezelfde keuzen worden gemaakt met betrekking tot de verlening van vaste-standplaatsvergunningen (en eventueel bedienvergunningen), worden die keuzen gemaakt in de verordening zelf. De inrichtingsplannen hoeven er dan niets meer over te bevatten; artikel 2 zal dan navenant moeten worden vereenvoudigd.
Warenmarktvergunningen gelden in beginsel voor tien jaar, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.
Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.
Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).
Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 6) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.
Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 6) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.
Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 6) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.
Artikel 8. Toetsing- en Selectiestelsel
In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen warenmarktvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Deze aspecten gaan in op de bijdrage van de standplaats aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt. Het college toetst aan ondergenoemde criteria. De aanvrager met het grootste aantal punten krijgt de standplaats toegewezen. Bij een gelijk aantal punten wordt geloot. Het college besluit op de aanvraag.
In het vierde lid worden de toetsingscriteria genoemd. In deze toelichting worden de criteria aan de hand van voorbeelden uitgelegd.
Het te verkopen product / artikel is onderverdeeld in 4 criteria.
Onder uitbreiding / aanvulling wordt verstaan dat de branche (conform brancheringslijst) al vertegenwoordigd is, maar dat het artikel nog niet verkocht wordt (bijvoorbeeld branche brood en banket. Er staat al een bakker op de markt die alleen brood verkoopt, er komt een nieuwe ondernemer die alleen gebak wil verkopen, dit valt wel in dezelfde branche maar wordt nog niet aangeboden dus is het een uitbreiding / aanvulling op het al aanwezige assortiment).
Alleen het maximum aantal punten wordt toegekend zoals tussen de ( ) vermeld is. De mogelijkheid bestaat ook dat een artikel meerdere maximum punten toegekend krijgt doordat het bijvoorbeeld en nieuw is en een aanvulling op het huidige winkelbestand is.
gegadigde moet aan drie criteria voldoen:
Promotie: geeft aan of promotiemiddelen gebruikt worden, zoals flyers of advertenties. Naast het flyeren en/of adverteren is het mogelijk dat de gegadigde een eigen website heeft of gebruik maakt van social media, zoals Facebook of Instagram. De weekmarkt In de Utrechtse Heuvelrug kan via deze kanalen gepromoot worden.
Voor de criteria van promotie tot en met samenwerking kunnen punten worden toegekend tussen de 0 en 10.
Voor de criteria van uitstraling tot en met inpasbaarheid tot kunnen punten worden toegekend tussen de 0 en 10.
Artikel 9. Overschrijven warenmarktvergunning
Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om warenmarktver¬gun-ningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een warenmarktvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.
Artikel 12. Dagplaatsvergunning
Bevat bepalingen over de toewijzing van dagplaatsvergunningen.
Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering
In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 21 geeft het college de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.
Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.
Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.