Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 (" bedrijveninvesteringszone ")

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 (" bedrijveninvesteringszone ")
CiteertitelVerordening BIZ Ootmarsum 2022-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBIZgebied Ootmarsum

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking doch niet eerder dan de dag na de dag dat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

Deze regeling vervangt de Verordening BIZ Ootmarsum 2017-2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  2. artikel 1, derde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  3. artikel 1, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  4. artikel 2, tweede lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  5. artikel 3, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  6. artikel 7, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  7. artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022aanhangig

30-11-2021

gmb-2021-484863

291557

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 (" bedrijveninvesteringszone ")

De raad van de gemeente Dinkelland,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2021;

 

gezien op het advies van de raadscommissie van 16 november 2021;

 

gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, tweede lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

gezien de uitvoeringsovereenkomst gesloten met Stichting BIZ Ootmarsum;

 

besluit:

 

Besluit vast te stellen de:

 

VERORDENING BIZ Ootmarsum 2022-2026 ("bedrijveninvesteringszone")

(Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026)

 

HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

bedrijveninvesteringszone:

een op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig aangeduid gebied;

college:

college van burgemeester en wethouders van gemeente Dinkelland;

uitvoeringsovereenkomst:

tussen de gemeente Dinkelland en Stichting BIZ Ootmarsum gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

wet:

Wet op de bedrijveninvesteringszones

agrarisch bedrijf:

onroerende zaken als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd ten behoeve van land-, bos-, tuinbouw of veeteelt en in het kader van de uitvoering van deze wet als agrarisch bedrijf zijn gekwalificeerd.

fabriek:

onroerende zaken als bedoel in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken die als industrieel (groot)bedrijf langs mechanische of chemische weg produceren en in het kader van de uitvoering van deze wet als fabriek zijn gekwalificeerd.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone en/of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van: de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het ka-lenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; dege-ne die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is ge-steld.

  • 3.

    Indien een belastingobject bij het begin van het van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 16, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

    • b.

      glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van ge-wassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

    • c.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • d.

      één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

    • e.

      natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

    • f.

      openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • g.

      waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • h.

      werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • i.

      werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

    • j.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • k.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • l.

      begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

    • m.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, of als openbare bibliotheek;

    • n.

      onroerende zaken voor zover bestemd en in gebruik ten behoeve van gas-, water-, stroom- of energieopwekking of distributie, waaronder transformatiehuisje, hoog-spanningsmasten, windmolens, CAI en zendmasten, met uitzondering van benzinesta-tions;

    • o.

      onroerende zaken die uitsluitend bestemd zijn voor en worden gebezigd ten behoeve van opslag en distributie van zaken, als fabriek, als praktijkruimte, als werk-plaats/garage, als kantoor of als kantoor in een bedrijfsverzamelgebouw;

    • p.

      onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn als verpleegtehuis, als verzorgingstehuis of bejaardentehuis;

    • q.

      onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn als agrarisch bedrijf;

    • r.

      onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn als telefooncentrale of, pinautomaat.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt bij een waarde:

 

2022

2023

2024

2025

2026

a.

Tot € 100.000

€ 435

€ 500

€ 500

€ 500

€ 500

b.

Van € 100.000 tot €200.000

€ 535

€ 615

€ 615

€ 615

€ 615

c.

Van € 200.000 tot € 300.000

€ 635

€ 730

€ 730

€ 730

€ 730

d.

Van € 300.000 tot €750.000

€ 735

€ 845

€ 845

€ 845

€ 845

e.

€ 750.000 of meer

€ 1035

€ 1190

€ 1190

€ 1190

€ 1190

 

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand vol-gend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar, 2022 tot en met 2026.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 12 Aanwijzing stichting

  • 1.

    De Stichting BIZ Ootmarsum wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet waaraan de opbrengst van BIZ-bijdrage als subsidie wordt verstrekt.

  • 2.

    Met deze stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten als bedoeld in artikel 7 lid 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en worden schriftelijke afspraken gemaakt als bedoeld in artikel 7 lid 5 van die die wet.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 13 aangewezen Stichting BIZ Ootmarsum

  • 2.

    De subsidie bedraagt het bedrag van de jaarlijks werkelijk ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking doch niet eerder dan de dag na de dag dat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    De Verordening BIZ Ootmarsum 2017-2021 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2021.

De gemeenteraad van Dinkelland,

De raadsgriffier,

mr. O.J.R.J. Huitema

De voorzitter

MPM, J.G.J. Joosten

Bijlage 1: Kaart gebiedsaanduiding bedrijveninvesteringszone Ootmarsum behorende bij de “Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026”

 

 

Bijlage 2: Uitvoeringsovereenkomst BIZ Ootmarsum 2022-2026

 

Ondergetekenden,

 

de gemeente Dinkelland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Joosten, burgemeester, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2021 hierna te noemen “de Gemeente”,

 

en

 

de Stichting BIZ Ootmarsum, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw J. Bosch, voorzitter van het bestuur, hierna te noemen “de Stichting”,

 

in overweging nemende dat:

 

  • -

    De Stichting kenbaar heeft gemaakt voor het gebied centrum Ootmarsum te willen komen tot de instelling van een bedrijveninvesteringszone (BIZ) zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) en de gemeente heeft verzocht hieraan medewerking te verlenen;

  • -

    De Stichting uitsluitend als statutaire doelstelling heeft het uitvoeren van activiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 2 van de Wet BIZ;

  • -

    De Stichting voldoet aan de eisen gesteld in artikel 7, lid 2 van de Wet BIZ;

  • -

    De Stichting het “BIZ Beleidsplan 2022-2026” heeft opgesteld, dat bij deze overeenkomst is gevoegd, waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ-subsidie te besteden;

  • -

    Uit de evaluatie van de BIZ 2017-2021 is gebleken dat een meerderheid enthousiast is over de plannen voor een nieuwe BIZ-periode;

  • -

    De gemeente dit initiatief om in het gebied centrum Ootmarsum extra inspanningen te verrichten ter bevordering van een structurele economische kwaliteitsimpuls ondersteunt;

  • -

    Dat ondergetekenden, mede gelet op de inzet van publieke gelden, te allen tijde een transparante en een democratisch verantwoorde werkwijze willen hanteren;

komen het volgende overeen:

 

Artikel 1. Doel van de overeenkomst

Deze overeenkomst is gebaseerd op artikel 7, lid1, lid 3 en lid 5 , van de Wet op de bedrijveninvesteringszones. Zij beoogt de afspraken tussen partijen te regelen om te komen tot de inrichting van een bedrijveninvesteringszone in centrum Ootmarsum. Daarnaast worden de verantwoordingsvoorwaarden voor de Stichting inzake de bekostiging en realisering van de bedrijveninvesteringszone en de subsidieverstrekking door de Gemeente vastgelegd.

 

Artikel 2. Gebied bedrijveninvesteringszone waarop deze overeenkomst betrekking heeft

Het gebied waarvoor de BIZ Ootmarsum wordt ingesteld is het gebied aangegeven op de bij de BIZ-verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart BIZ Ootmarsum (bijlage 1).

 

Artikel 3. Duur overeenkomst

  • 1.

    Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026, tenzij schriftelijk en gezamenlijk door partijen wordt besloten de looptijd van deze overeenkomst te verlengen, een en ander met inachtneming van artikel 4 en 5 van de Wet BIZ. Voorts eindigt deze overeenkomst op de dag dat het college van B&W vaststelt dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting, zoals genoemd in artikel 4 van de Wet BIZ, niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van de Wet BIZ.

  • 2.

    Wanneer zich één van de volgende situaties voordoet:

    • -

      wijzigingen in de relevante wetgeving en/of besluiten, gerechtelijke uitspraken die gevolgen hebben voor de BIZ-bijdragen;

    • -

      opheffing van de Stichting

    • -

      het niet (meer) voldoen door de Stichting aan de voorwaarden gesteld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

    • -

      het niet nakomen van de afspraken vastgelegd in deze overeenkomst door de Stichting;

    • -

      intrekking van de Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 op verzoek van de bijdrageplichtigen, als bedoeld in artikel 6 van de Wet BIZ;

  • zullen partijen met elkaar overleggen over de op dat moment ontstane situatie. Dit kan ertoe leiden dat deze overeenkomst wordt beëindigd. Zie de artikelen 12 en 13 van deze overeenkomst. Deze overeenkomst impliceert nadrukkelijk geen toezegging over (de hoogte van) de jaarlijkse subsidieverstrekking door de Gemeente. Deze bijdrage is afhankelijk van de opbrengst van de BIZ-bijdragen in de bedrijveninvesteringszone en zal jaarlijks opnieuw worden vastgesteld.

Artikel 4. Prestatieafspraken

De Stichting:

  • a.

    richt zich op collectieve belangenbehartiging van ondernemers in het gebied centrum Ootmarsum en de realisatie van de activiteiten zoals vastgelegd in het “BIZ Beleidsplan 2022-2026” en zoals bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst;

  • b.

    spant zich in om in de beoogde bedrijveninvesteringszone voldoende draagvlak te creëren om de Gemeente het vertrouwen te geven dat de verplichte draagvlakmeting als bedoeld in artikel 4 van de Wet BIZ voldoende steun oplevert voor het plan;

  • c.

    peilt uiterlijk zes weken voordat de gemeenteraad besluit tot het vaststellen van de Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 het draagvlak daarvoor onder de bijdrageplichtigen peilen en de resultaten van deze informele peiling ter beschikking stellen aan de Gemeente;

  • d.

    garandeert dat de activiteiten opgenomen in het activiteitenplan ‘BIZ Beleidplan 2022-2026” van de Stichting BIZ Ootmarsum voldoen aan de eisen daaraan gesteld in artikel 1, lid 2 van de Wet BIZ

  • e.

    verplicht zich de activiteiten bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst te verrichten waarvoor de subsidie wordt verstrekt (een en ander in overeenstemming met artikel 7, tweede en derde lid, van de Wet BIZ).

  • f.

    geeft invulling aan de statutaire doelstelling van de Stichting;

  • g.

    is zelf verantwoordelijk voor een juiste administratie;

  • h.

    gaat geen verplichtingen met financiële gevolgen aan die hoger zijn dan de jaarlijkse subsidie van de Gemeente, tenzij met schriftelijke instemming vooraf van de Gemeente;

  • i.

    gaat geen verplichtingen met financiële gevolgen aan die de looptijd van deze overeenkomst overschrijden, tenzij met schriftelijke instemming vooraf van de Gemeente;

  • j.

    is zich bewust van het (financiële) risico bij beëindiging van de overeenkomst (zoals gesteld in artikel 12 van deze overeenkomst) of bij beëindiging van de bedrijveninvesteringszone (zoals gesteld in artikel 13 van deze overeenkomst);

  • k.

    is zich er bewust van dat zij het risico draagt van eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de geraamde opbrengst. Als subsidie wordt uiteindelijk verstrekt de daadwerkelijk in een kalenderjaar netto ontvangen BIZ-bijdragen. Een voorbeeld van het risico is dat de Stichting een deel van de ontvangen subsidie dient terug te betalen, omdat bij nacalculatie blijkt dat de werkelijke opbrengst lager is dan de geraamde opbrengst.

  • l.

    De BIZ-subsidie is niet met BTW belast.

De Gemeente:

  • a.

    heeft een inspanningsverplichting om te komen tot de vaststelling door de gemeenteraad van een Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026;

  • b.

    verplicht zich na vaststelling door de gemeenteraad van bedoelde verordening tot het houden van het onderzoek naar voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in Wet op de bedrijveninvesteringszone;

  • c.

    verplicht zich onder voorwaarden, na inwerking treden van de Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026, tot het verstrekken van een jaarlijkse subsidie als bedoeld in artikel 7 en volgende van deze overeenkomst aan de Stichting;

  • d.

    behoudt zich het recht voor om de subsidie in te trekken indien de Stichting van de prestatieafspraken afwijkt zonder voorafgaande toestemming van de Gemeente;

De gemeente en de Stichting BIZ Ootmarsum maken schriftelijke afspraken over het minimale niveau van dienstverlening van de gemeente voor de periode waarvoor de BIZ-bijdrage wordt ingesteld of verlengd. In bijlage 2 staat de Service Level Agreement.

 

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • a.

    De Stichting dient jaarlijks, vóór 1 september van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar schriftelijk een subsidieverzoek in bij het college. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een begroting en een activiteitenplan. De subsidieaanvraag voor 2022 dient ingediend te worden vóór 1 december 2021. Het college kan besluiten af te wijken van deze termijn.

  • b.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht kan het niet tijdig en/of onvolledig indienen van een schriftelijk subsidieverzoek tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.

Artikel 6. Begroting en activiteitenplan Stichting BIZ Ootmarsum

Stichting BIZ Ootmarsum heeft een activiteitenplan “BIZ Beleidsplan 2022 – 2026” opgesteld. De hierin omschreven activiteiten voldoen aan de eisen gesteld in artikel 1, lid 2 van de Wet BIZ. Dit activiteitenplan is als bijlage 3 bij deze overeenkomst opgenomen.

  • a.

    Ten behoeve van de subsidie dient de Stichting jaarlijks een begroting en een activiteitenplan in voor het betreffende gebied. De hiervoor bedoelde stukken worden in conceptvorm jaarlijks uiterlijk op 1 september en in definitieve vorm uiterlijk op 15 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar ingediend bij de Gemeente. Bij tijdige en volledige indiening van de stukken vindt beoordeling hierover plaats voor 1 januari van het betreffende subsidiejaar.

  • b.

    Het niet goedkeuren van de stukken door de Gemeente heeft tot gevolg dat de uitbetaling van het voorschot van de subsidie wordt opgeschort. De Gemeente zal vier weken nadat de stukken alsnog zijn goedgekeurd overgaan tot uitbetaling van het voorschot van de subsidie.

Artikel 7. Subsidieberekening

Het college verstrekt de subsidie tot maximaal de netto geraamde opbrengst van de BIZ-bijdragen. Als subsidie wordt uiteindelijk verstrekt de werkelijk in een kalenderjaar netto ontvangen BIZ-bijdragen.

 

Artikel 8. Verantwoording

  • a.

    Uiterlijk 1 mei van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar brengt de Stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten:

    • -

      door het overleggen van een jaarrekening, alsmede van een financieel verslag van de uitgevoerde activiteiten;

    • -

      het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplannen en de in deze overeenkomst benoemde prestatieafspraken.

  • b.

    De Stichting geeft de Gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De Gemeente toetst de verantwoording aan het BIZ-plan van de Stichting, aan de begroting, aan de Wet BIZ, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst.

  • c.

    De Stichting kan in geval van bijzondere omstandigheden het college schriftelijk en met redenen omkleed uitstel vragen voor het uitbrengen van de hiervoor genoemde verslagen. Dit verzoek moet uiterlijk vier weken voor het verstrijken van de hiervoor genoemde datum bij het college worden ingediend. Uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek om uitstel beslist het college of het verzoek wordt ingewilligd.

  • d.

    De Stichting zorgt er voor dat alle bijdrageplichtigen kosteloos kennis kunnen nemen van de begroting, de rekening en de verantwoording. De Stichting verschaft iedere bijdrageplichtige op zijn verzoek kosteloos inzage in specifieke uitgaven.

Artikel 9. Evaluatie

  • a.

    De Stichting zal uiterlijk 1 juni 2025 een evaluatie (doen) verrichten naar het functioneren van de bedrijveninvesteringszone als bedoeld in deze overeenkomst, waarbij in ieder geval aan de orde komen:

    • -

      de wijze van bekostiging van het fonds;

    • -

      de uit het fonds verrichte bestedingen;

    • -

      de behaalde resultaten met de uit het fonds verrichte bestedingen;

    • -

      de resultaten van de onder artikel 4 van deze overeenkomst genoemde prestatieafspraken;

    • -

      het functioneren van de Stichting;

    • -

      het moment van de volgende evaluatie.

  • b.

    De evaluatie van de bedrijveninvesteringszone zal door de Stichting aan het college ter beoordeling worden voorgelegd.

Artikel 10. Voorschot subsidie

De Gemeente zorgt voor de uitbetaling van een voorschot van de subsidie in twee termijnen, namelijk:

  • -

    vóór 1 april van het kalenderjaar 70% van de begrote subsidie;

  • -

    vóór 1 september van het kalenderjaar 30% van de begrote subsidie.

Artikel 11. Vaststelling subsidie en eindafrekening

  • a.

    Binnen zes weken na ontvangst van het financiële en inhoudelijk verslag conform het bepaalde in artikel 8 van deze overeenkomst stelt het college de hoogte van de subsidie over het voorafgaande kalenderjaar definitief vast.

  • b.

    Wanneer het uiteindelijke bedrag meer bedraagt dan de verstrekte (voorschot) subsidie zal de Gemeente binnen vier weken na de definitieve vaststelling van het subsidiebedrag dit meerdere bedrag aan de Stichting uitbetalen.

  • c.

    De Gemeente zal de teveel ontvangen (voorschot) subsidie met de eerstvolgende termijnbetaling van het dan lopende kalenderjaar verrekenen.

  • d.

    Wanneer blijkt dat het niet mogelijk is om met het lopende subsidiejaar te verrekenen, verplicht de Stichting zich om de teveel uitbetaalde subsidie terug te betalen binnen een periode van één jaar.

  • e.

    Indien aan het eind van een subsidieperiode een deel van de op die periode betrekking hebbende BIZ-subsidie niet is besteed, kan de Gemeente toestemming geven dat deel te verschuiven naar de volgende periode.

Artikel 12. Beëindiging overeenkomst

  • a.

    Indien de stichting niet voldoet aan artikel 7, lid 2 en/of lid 3 van de Wet BIZ kan de gemeente de overeenkomst beëindigen.

  • b.

    Indien één van partijen tussentijds deze overeenkomst wil beëindigen, dan gelden daarvoor de volgende afspraken:

    • -

      beëindiging van deze overeenkomst door één van de partijen, kan alleen schriftelijk plaatsvinden door middel van een aangetekende brief met een opzegtermijn van drie maanden;

    • -

      deze brief moet zwaarwegende redenen bevatten voor de beëindiging of stopzetting;

    • -

      bij geschil over de beëindiging wordt het geschil voor een bindend advies voorgelegd aan een (in samenspraak aan te wijzen) mediator.

  • c.

    Indien de overeenkomst conform de onder artikel 12, sub a genoemde afspraken wordt beëindigd zal:

    • 1.

      de subsidieverstrekking stoppen met ingang van de datum van beëindiging;

    • 2.

      de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum conform de regels gesteld in artikel 11 van deze overeenkomst; de kosten van mediation worden gelijkelijk verdeeld over de Stichting en de Gemeente, tenzij op voorspraak van de mediator een andere verdeling wordt overeengekomen.

  • d.

    Indien na de eindafrekening als hiervóór onder 2 bedoeld een batig saldo overblijft, zal dit door de Stichting conform haar statuten worden besteed.

  • e.

    Indien na de eindafrekening als hiervóór onder 2 bedoeld een tekort overblijft, zal dit voor rekening en risico van de Stichting blijven.

  • f.

    Als de beëindiging van de overeenkomst voortvloeit uit de ontbinding van de Stichting, heeft de afwikkeling van de onderhavige overeenkomst te gelden als (onderdeel van) de vereffening van het vermogen van de Stichting.

Artikel 13. Beëindiging bedrijveninvesteringszone

  • a.

    Wanneer de Verordening BIZ Ootmarsum 2022-2026 op verzoek van de bijdrageplichtigen wordt ingetrokken ingevolge artikel 6 van de Wet BIZ:

    • 1.

      stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van intrekking van deze verordening;

    • 2.

      zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum conform de regels gesteld in artikel 11 van deze overeenkomst;

    • 3.

      wordt in overleg getreden over de wijze waarop met deze overeenkomst verder wordt omgegaan.

  • b.

    Indien na de eindafrekening als hiervóór onder punt 2 bedoeld een batig saldo overblijft, zal dit door de Stichting conform haar statuten worden besteed.

  • c.

    Indien na de eindafrekening als hiervóór onder punt 2 bedoeld een tekort overblijft, zal dit voor rekening en risico van de Stichting blijven.

14. Slotbepaling

  • a.

    De Algemene subsidieverordening gemeente Dinkelland 2018 is niet van toepassing op deze overeenkomst;

  • b.

    bij het beoordelen van het tijdig indienen van de diverse stukken genoemd in deze overeenkomst is de Algemene termijnenwet van toepassing.

In tweevoud opgesteld en ondertekend te ………………,

 

Stichting BIZ Ootmarsum

Mevrouw J. Bosch

 

Gemeente Dinkelland,

De heer J. Joosten

 

Bijlage 3: SERVICE LEVEL AGREEMENT BIZ OOTMARSUM 2022-2026

 

De Stichting Bedrijveninvesteringszone Ootmarsum en de Gemeente Dinkelland zijn voornemens omde bedrijveninvesteringszone (BIZ) voort te zetten in de binnenstad van Ootmarsum. Het gebied waardeze BIZ betrekking op heeft is aangegeven in de gebiedskaart die deel uitmaakt van de VerordeningBedrijveninvesteringszone Ootmarsum 2022- 2026. Deze Service Level Agreement (SLA) beoogt vooreenieder inzichtelijk te maken en te houden welke werkzaamheden de gemeente uitvoert in het kadervan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in het BIZ-gebied.

 

Algemeen dagelijks onderhoud gemeente Dinkelland.

De gemeente Dinkelland draagt zorg voor de inrichting, het beheer en het onderhoud van de geheleopenbare ruimte alsook de handhaving van het gewenste gebruik van de openbare ruimte. Hetbasisvoorzieningenniveau van het dagelijkse onderhoud van de openbare ruimte is gebaseerd op de‘Nota voor duurzaam en klimaatbestendig beheer’ van de gemeente Dinkelland (2020). Deze notawordt regelmatig door de gemeente geactualiseerd. Deze nota ligt ter inzage bij de gemeente.

 

Concreet wordt in dit rapport alle beeldkwaliteit voor netheid en onderhoud in de openbare ruimte op niveau C vastgesteld. Middels het scenario ‘Dinkelland Groen’ worden de volgende accenten gelegd:

  • -

     Het technisch onderhoud van beheergroepen m.b.t. groen - met uitzondering van gazon - op tewaarderen naar onderhoudsniveau ‘A’.

  • -

     Trottoirs op te waarderen naar onderhoudsniveau ‘B’.

  • -

     Wadi’s niet op basis van beeldkwaliteit te maaien maar 2 x per jaar te maaien.

Termijn

Deze SLA is geldig voor de komende vijf jaar voor het BIZ-gebied Ootmarsum. Echter, indienzwaarwegende argumenten of situaties dit vereisen, kan ervan afgeweken worden.

 

Grote projecten

Overige activiteiten en projecten die betrekking hebben op de openbare ruimte worden voor nu buitenbeschouwing gelaten maar kunnen wellicht in een later stadium, in overleg met partijen, nader wordenvormgegeven.