Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weesp

Verordening scheepvaartrechten 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeesp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening scheepvaartrechten 2022
CiteertitelVerordening scheepvaartrechten 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Deze regeling vervangt de Verordening scheepvaartrechten 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 216 van de Gemeentewet
  2. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

16-12-2021

gmb-2021-484833

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening scheepvaartrechten 2022

De raad van de gemeente Weesp;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    ‘kade': de bij de gemeente in eigendom en/of beheer zijnde oevers met de daarbij behorende gronden van de industriehaven, het Smal Weesp en van de rivier de Vecht, welke zijn gelegen binnen het grondgebied van de gemeente en die zijn bestemd voor het aanleggen van vaartuigen en/of het opslaan, laden en lossen van goederen;

  • c.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    'maand': een aaneengesloten periode van 30 dagen;

  • e.

    'meetbrief': het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • f.

    'oppervlakte': het product van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig of de in gebruik genomen kade en/of oever;

  • g.

    'vaartuig': een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan welbestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • h.

    ’verplaatsing': de in de volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig, volgens een geldige meetbrief, of daarmede krachtens wettelijke bepalingen gelijkgestelde documenten;

  • i.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam scheepvaartrechten worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente en ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de volgende rechten:

  • a.

    aanleggeld: voor vaartuigen, die aan een kade aanleggen of aldaar terzijde van een ander vaartuig of andere vaartuigen aanleggen;

  • b.

    los- en laadgeld: voor het lossen en/of laden van een vaartuig dat aan een kade heeft aangelegd;

  • c.

    opslaggeld: voor het gebruik maken van een kade of oever ten behoeve van het daarop plaatsen van voorwerpen en/of het opslaan van goederen.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die overeenkomstig de bestemming gebruik maakt van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente en degene die het genot heeft van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    vaartuigen, toebehorende aan rijk, provincie, waterschap of gemeente;

  • b.

    vaartuigen, waarvan de schippers, naar omstandigheden beoordeeld, wegens ernstige familieomstandigheden of om redenen van overmacht aan een kade moeten aanleggen, mits niet wordt geladen en/of gelost;

  • c.

    vaartuigen, die aan de westelijke oever van de rivier de Vecht tussen de Sluisbrug en de Lange Vechtbrug aanleggen aan de steigers beheerd door de Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer Weesp (VVW), onverminderd het recht van de VVW tot het heffen van aanleggelden.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De scheepvaartrechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Het tarief is inclusief de verschuldigde omzetbelasting.

  • 2.

    Voor de berekening van de tarieven wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De scheepvaartrechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarin of waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de scheepvaartrechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de scheepvaartrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de scheepvaartrechten.

Artikel 10 Overgangsbepaling

De 'Verordening scheepvaartrechten 2019', vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 19 december 2018 (Gemeenteblad 2018-280093), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening scheepvaartrechten 2022'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2021,

De burgemeester

B.J. van Bochove

De raadsgriffier

J.G.S. Pijnenborg

Bijlage 1: Tarieventabel: behorende bij de 'Verordening scheepvaartrechten 2022'

(behorende bij raadsbesluit van 16 december 2021)

 

Hoofdstuk 1 Aanleggeld

 

1.1

Het tarief bedraagt voor vaartuigen, die aan een kade aanleggen of aldaar terzijde van een ander vaartuig of andere vaartuigen aanleggen:

 

1.2

  • per strekkende meter lengte van het vaartuig, per dag of gedeelte van de dag:

€ 1,-

1.3

  • per strekkende meter lengte van het vaartuig, per dag of gedeelte van de dag voor zover dit betreft monumentale charterschepen aan de Achteromstraat (Kom van Weesp) in de periode van 1 oktober - 1 april:

€ 0,10

 

Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmee gelijk te stellen document, bij weigering om zulk een stuk te vertonen of bij weigering om toe te laten dat vaartuigen worden gemeten, wordt de lengte van het vaartuig ambtshalve vastgesteld. Het aanleggeld wordt naar de uitkomst daarvan geheven.

 

Hoofdstuk 2 Los-en laadgeld

2.1

Het tarief bedraagt voor het lossen en/of laden van een vaartuig dat aan een kade heeft aangelegd:

 

2.2

voor alle goederen welke per kilogram berekend kunnen worden, per keer en per enkelvoudige vrachtbrief

 

2.2.1

  • per ton van 1.000 kilogram:

€ 0,13

2.2.2

  • met een minimum van:

€ 5,65

2.3

voor alle goederen welke niet per kilogram berekend kunnen worden:

 

2.3.1

  • per m3:

€ 0,28

2.3.2

  • met een minimum van:

€ 5,65

Hoofdstuk 3 Opslaggeld

3.1

Het tarief bedraagt voor het gebruik maken van een kade of oever ten behoeve van het daarop plaatsen van voorwerpen en/of het opslaan van goederen:

 

3.2

voor het hebben van een met de grond verbonden installatie, zoals een kraan, een trechter, een elevator en dergelijke, of van een voertuig, waarop deze installatie is aangebracht, voor iedere installatie

 

3.2.1

  • gedurende ten hoogste een dag:

€ 8,16

3.2.2

  • gedurende ten hoogste een week:

€ 35,21

3.2.3

gedurende ten hoogste een maand:

€ 115,43

3.3

voor het gebruik maken van een kade en/of oever anders dan bedoeld onder 3.2. per m2. in gebruik genomen oppervlakte

 

3.3.1

  • gedurende ten hoogste een dag:

€ 1,13

3.3.2

  • gedurende ten hoogste een week:

€ 4,52

3.3.3

  • gedurende ten hoogste een maand:

€ 13,55

 

Voor eensluidend afschrift,

 

de griffier,

 

J.G.S. Pijnenborg

 

 

Toelichting  

Algemeen deel

De bruggelden zijn dit jaar niet geheven en worden in de verordening voor 2022 geschrapt. Tevens zijn de wijze van heffing en de betalingstermijnen (artikelen 6 en 7) in de verordening aangepast aan de praktijk. De tarieven in de verordening scheepvaartrechten zijn niet gewijzigd ten opzichte van die van vorig jaar.

 

Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen

Artikel 6 Wijze van heffing

Artikel 7 Termijnen van betaling

De wijze van heffing en betalingstermijnen zijn aangepast aan de actuele praktijk.

 

Artikel 11, lid 2: Ingangsdatum van de heffing

Om de heffing daadwerkelijk mogelijk te maken dient deze datum te worden vermeld.