Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weesp

Verordening rioolheffing 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeesp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rioolheffing 2022
CiteertitelVerordening rioolheffing 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Deze regeling vervangt de Verordening rioolheffing 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 216 van de Gemeentewet
  2. artikel 228a van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

16-12-2021

gmb-2021-484793

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rioolheffing 2022

De raad van de gemeente Weesp;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;

 

gelet op de artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, afvalwater in de zin van de Wet Milieubeheer, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan;

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven:

    • a.

      van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect aangesloten is op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel

      en

    • b.

      van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2.

    Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.

    Ingeval het perceel een roerende zaak is, wordt naar omstandigheden beoordeeld wie als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht moet worden beschouwd.

  • 4.

    Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel, niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4, voor gebruik is afgestaan; degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het eigenarendeel als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel a wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

  • 2.

    Het gebruikersdeel als bedoeld in artikel 3, lid 1, onderdeel b wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat van het perceel wordt afgevoerd voor zover dit uitkomt boven 300 m3.

  • 3.

    Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

  • 4.

    Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    • a.

      watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    • b.

      bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

    De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 5.

    De op de voet van het vierde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water dat niet is afgevoerd.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1.

    Het tarief voor het eigenarendeel van de rioolheffing bedraagt € 213,-

  • 2.

    Het tarief voor het gebruikersdeel van de rioolheffing bedraagt € 85,- voor elke 100 kubieke meter afvalwater of gedeelte daarvan waarmee de hoeveelheid afgevoerd afvalwater de 300 kubieke meter overschrijdt.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting zoals genoemd in artikel 6 lid 1, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

  • 2.

    De belasting zoals genoemd in artikel 6 lid 2, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht zoals genoemd in artikel 6 lid 2, met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht zoals genoemd in artikel 6 lid 2, met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Indien een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, dan moeten de aanslagen worden betaald respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De 'Verordening rioolheffing 2020' vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 12 december 2019 (Gemeenteblad 2019-306720), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2022’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2021.

De burgemeester

B.J. van Bochove

De raadsgriffier

J.G.S. Pijnenborg

Toelichting  

Algemeen deel

In verband met de lokale lastenontwikkeling voor Weespers in 2022 wordt voorgesteld de Weesper tarieven niet te verhogen met de inflatiecorrectie waardoor de huidige verordening kan blijven gelden. Het basistarief (tot 300 m3) blijft dus € 213,-. Voor elke volgende hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 100 m3 of een gedeelte hiervan blijft het tarief € 85,-.

 

Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Artikel 6 Belastingtarieven

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Zoals in de Kadernota 2022 is opgenomen is de rioolheffing 2022 gedeeltelijk geharmoniseerd door van het basistarief een eigenaarsheffing te maken terwijl deze voorheen een gebruikersheffing was.

 

Artikel 13, lid 2: Ingangsdatum van de heffing

Om de heffing daadwerkelijk mogelijk te maken dient deze datum te worden vermeld.