Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onroerende-zaakbelastingen 2022 |
Citeertitel | Verordening onroerende-zaakbelastingen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Deze regeling vervangt de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 16-12-2021 |
De raad van de gemeente Weesp;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;
gelet op de artikelen 216 en 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2022
Bij de gebruikersbelasting wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Indien een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
De 'Verordening onroerende-zaakbelastingen 2021’, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2020 (Gemeenteblad 2020-342148), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2021.
De burgemeester
B.J. van Bochove
De raadsgriffier
J.G.S. Pijnenborg
De waarde van de onroerende zaken wordt voor de uitvoering van de Wet WOZ bepaald naar het waardeniveau op 1 januari van het voorgaande jaar. Voor het belastingjaar 2022 wordt de waarde bepaald naar het niveau op 1 januari 2021. Bij de waardebepaling voor het belastingjaar 2022 is inzicht in de marktontwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021 van belang.
Voor 2022 is in het kader van de bestuurlijke fusie van belang dat de OZB-tarieven in Weesp wettelijk hetzelfde moeten zijn als de OZB-tarieven van Amsterdam. De tarieven worden daarom bepaald op basis van de waardeontwikkeling van woningen in Amsterdam en in Weesp.
Tussen de peildata 1 januari 2020 en 1 januari 2021 is de waarde van woningen in Weesp gestegen met gemiddeld 7,8 %. De gemiddelde WOZ-waarde in Weesp is daarmee op de peildatum € 397.900. De gemiddelde OZB-aanslag voor 2022 is daarmee € 167,12.
Ook bij de niet-woningen (winkels, kantoren, bedrijven e.d.) zijn de tarieven verlaagd in verband met de harmonisatie van de belastingen door de bestuurlijke fusie.
Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen
Artikel 3, lid 3: Maatstaf van de heffing
De vaststelling van de WOZ-waarde voor de OZB-aanslag vindt plaats door middel van een jaarlijkse waardering, waarbij 1 januari van het voorgaande jaar als prijspeildatum voor de waardering geldt. De in de Verordening genoemde waardepeildatum, genoemd in het derde lid van artikel 3, dient derhalve te worden gewijzigd in 1 januari 2021.
Zie de toelichting “Algemeen deel”.
Artikel 10, lid 2: Ingangsdatum van de heffing
Omdat sprake is van een tijdstipheffing dient deze datum te worden vermeld.