Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie Maastricht 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie Maastricht 2022
CiteertitelVerordening vermakelijkhedenretributie Maastricht 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2021nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-483722

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie Maastricht 2022

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 oktober 2020, organisatieonderdeel BCCP-Concernzaken, no.2020. ;

 

gelet op artikel 229, lid 1 aanhef en letter c van de Gemeentewet;

 

het terrassenbeleid van de gemeente Maastricht;

 

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

 

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie Maastricht 2022

(Verordening vermakelijkhedenretributie Maastricht 2022)

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vermakelijkheden verstaan: activiteiten, waarbij wordt beoogd of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte, voor eenieder na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren en dergelijke.

Artikel 2. Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam vermakelijkhedenretributie wordt een recht geheven ter zake van het tegen betaling of vergoeding van welke aard ook bedrijfsmatig geven van vermakelijkheid waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt, dan wel degene op wiens naam of voor wiens verantwoordelijkheid, rekening en risico de vermakelijkheid wordt gegeven.

  • 2.

    In het geval de vermakelijkheid een evenement betreft, wordt als belastingplichtige aangemerkt degene die voor het evenement een vergunning heeft aangevraagd. Dit kan zowel een natuurlijke persoon zijn als een niet-natuurlijke persoon.

Artikel 4. Vrijstellingen

De vermakelijkhedenretributie wordt niet geheven indien en voor zover:

  • a.

    het aantal betalende bezoekers de 10.000 betalende bezoekers per belastingjaar niet te boven gaat;

  • b.

    de gemeente de vermakelijkheid biedt;

  • c.

    met de vermakelijkheid een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen

  • d.

    de vermakelijkheid een museaal educatief karakter heeft.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De vermakelijkhedenretributie wordt berekend naar het aantal betalende bezoekers respectievelijk betalende deelnemers aan de vermakelijkheden.

  • 2.

    Het tarief bedrag € 0,50 per betalende bezoeker.

Artikel 6. Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7. Wijze van heffing

De vermakelijkhedenretributie wordt bij wege van aanlag geheven.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 9. Elektronische aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte vermakelijkhedenretributie’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Artikel 10. Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening vermakelijkhedenretributie Maastricht 2023”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2021.

De Griffier,

H.J. Bodewitz.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.