Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ommen

Besluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022
CiteertitelBesluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBesluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 230 van de Gemeentewet
  2. artikel 231 van de Gemeentewet
  3. artikel 244 van de Gemeentewet
  4. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Besluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022

14-12-2021

gmb-2021-483503

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022

Het college van B&W van de gemeente Ommen,

Gelet op de dienstverleningsovereenkomst met GBLT van 9 november 2021, artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikelen 230, 231 en 244 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen:

 

Artikel 1 Reikwijdte en definities

 

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van(overeenkomstige) toepassing is.

  • 3.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    de ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting als bedoeld in artikel 244 van de Gemeentewet;

  • b.

    de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;

  • c.

    de driejaarstermijn: een termijn van drie kalenderjaren door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld op voet van artikel 11, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt.

  • d.

    de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 233a, lid 2, onder a van de Gemeentewet;

  • e.

    het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daartoe toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;

  • f.

    ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar van als bedoeld in artikel 231, lid 2, onder b van de Gemeentewet;

  • g.

    de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering van belasting wordt verleend

  • 1.

    Indien bij de afhandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andere redenen van formele aard niet-ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd.

  • 2.

    Indien een aanvraag, betrekking hebbend op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordt deze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling ambtshalve door de ambtenaar belast met de heffing verleend.

Artikel 3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing indien:

  • 1.

    Ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift de driejaarstermijn is verstreken.

  • 2.

    De belastingaanslag onjuist is opgelegd louter vanwege een formele omissie of wanneer anderszins rekening houdend met alle betrokken belangen niet in redelijkheid van de heffingsambtenaar mag worden verwacht dat hij de belastingaanslag ambtshalve vermindert.

3. Het bedrag van de vermindering per heffingsjaar minder dan € 1,00 bedraagt

Artikel 4 Jurisprudentie en beleidsbesluiten

  • 1.

    Een uitspraak van de Hoge Raad waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan.

  • 2.

    Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen en andere supranationale colleges.

  • 3.

    Een uitspraak van een rechtbank of gerechtshof is in beginsel geen aanleiding voor het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting, tenzij het college op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

Artikel 5 Mededeling van toekenning en afwijzing

Zowel in het geval waarin ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de beslissing op het bezwaar dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.

Artikel 6 Reikwijdte

Dit besluit is van toepassing op belastingaanslagen betreffende belastingjaar 2022 en daarop volgende belastingjaren en ziet uitsluitend op de volgende heffingen en belastingen:

  • 1.

    Afvalstoffenheffing, alleen hoofdstuk 1 en 2 van de bij verordening behorende tarieventabel;

  • 2.

    Rioolheffing;

  • 3.

    Onroerende zaakbelastingen;

  • 4.

    Toeristenbelasting;

  • 5.

    Forensenbelasting;

  • 6.

    Reclamebelasting;

  • 7.

    Precariobelasting;

  • 8.

    Marktgelden, alleen het jaarabonnement;

  • 9.

    Begraafplaatsrechten, alleen de onderhoudsrechten die per kalenderjaar worden geheven.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit is van toepassing op belastingaanslagen voor tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari 2022.

  • 3.

    Eerdere besluiten met betrekking tot het ambtshalve verminderen over vernietigen van belastingaanslagen worden ingetrokken, met dien verstande dat deze van kracht blijven voor belastingaanslagen die zijn vastgesteld, of nog worden vastgesteld, voor tijdvakken die zijn aangevangen voor 1 januari 2022, en belastingaanslagen die niet vallen onder de reikwijdte van artikel 6.

  • 4.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2022”.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 14 december 2021.

 

Gemeentesecretaris,

J.W.H. Blaauw

 

Burgermeester,

mr. drs. J.M. Vroomen