Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2021.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2021 | nieuwe regeling | 16-12-2021 | 388489 |
De raad van de gemeente Ridderkerk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;
gelet op het advies van de commissie Samen wonen van 2 december 2021;
overwegende dat de verordening en de bijbehorende tarieventabel voor 2022 dienen te worden vastgesteld door de gemeenteraad;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2022 (VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2022)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Inwoners die als gevolg van een chronische ziekte of handicap van hem of haar zelf of van personen die behoren tot zijn/haar huishouden extra afvalstoffen van substantiële omvang aanbieden kunnen op aanvraag, aanspraak maken op vermindering van het aantal aanbiedingen.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van voorlopige aanslag berekend op basis van 26 ledigingen van een minicontainer per jaar, dan wel 104 ontgrendelingen van een ondergrondse inzamelcontainer per jaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2, onderdelen 1.2.3. en 1.2.4 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt..
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel tweeënvijftigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in artikel 8, lid 1 laatste zin, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--. De verrekening van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel vindt bij het einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar plaats op basis van het daadwerkelijke aantal ledigingen dan wel ontgrendelingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.100,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerk van 16 december 2021.
De griffier,
mr. J.G. van Straalen
De voorzitter,
mw. A. Attema
Bijlage 1 Tarieventabel afvalstoffenheffing 2022
behorende bij de VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2022
Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing