Organisatie | De Wolden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid gemeente De Wolden 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente De Wolden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 30-11-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden,
gelezen het ambtelijk voorstel;
overwegende dat, het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent
de vaststelling van de volgende feiten;
omdat, het college het noodzakelijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke omstandigheden bijzondere bijstand en minimaregelingen op grond van de Participatiewet kan worden verstrekt en daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht ,titel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;
gezien het advies van de Cliëntenraad Participatie & WSW;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid gemeente De Wolden 2022
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 5 Vaststelling van het inkomen en vermogen
In het geval dat de belanghebbende de aanvraag om bijzondere bijstand indient voordat de kosten zich daadwerkelijk voordoen, dan stelt het college het inkomen vast aan de hand van de inkomensspecificatie van de maand, dan wel het gemiddelde inkomen van de zes maanden, voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.
Hoofdstuk 2 Bijzondere bijstand
Artikel 10 Medische en paramedische kosten
De vergoedingen vanuit de Zorgverzekeringswet, de WMO, de Wlz en vergelijkbare regelingen acht het college voorliggende voorzieningen die passend en toereikend zijn. Indien binnen de voorliggende voorziening een beslissing is genomen dat bepaalde kosten niet als noodzakelijk worden aangemerkt, kan daarvoor ook geen bijzondere bijstand worden verleend.
Het college verleent in beginsel geen bijzondere bijstand voor de kosten van een uitvaart. In deze kosten kan immers worden voorzien door de nalatenschap van de overledene, uitvaartverzekering, levensverzekering en/of ongevallenverzekering. De wettelijke of per testament bepaalde erfgenamen zijn aansprakelijk voor de kosten van de uitvaart.
Artikel 21 Verhuis- en/of inrichtingskosten
Indien en voor zover een lening bij een reguliere bank of kredietbank niet kan worden geëffectueerd, kan het college, met in achtneming van artikel 9 van deze beleidsregels, bijzondere bijstand verlenen voor de noodzakelijk aan te schaffen goederen tot maximaal honderd procent van de genoemde bedragen of van de inventarispakketten in de prijzengids van het NIBUD.
Artikel 22 Inrichtingskosten statushouders
Artikel 23 Legitimatie, verblijfsvergunningen en leges
Het college verleent aan de belanghebbende van 18 jaar en ouder geen bijzondere bijstand voor de kosten van een legitimatiebewijs. Deze kosten behoren naar het oordeel van het college tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Dit geldt zowel voor het document als voor de pasfoto’s. Voor een minderjarig kind gelden de Beleidsregels kindpakket De Wolden.
Artikel 24 Overbruggingsuitkering
De hoogte van de overbruggingsuitkering is gelijk aan de voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief vakantietoeslag, minus de financiële middelen waarover kan worden beschikt, berekend over de periode van de ingangsdatum van het recht op bijstand tot de eerste betaling van de periodieke uitkering.
Op grond van de Verordening gemeentelijke kindregelingen De Wolden is vergoeding voor de kosten van kinderopvang mogelijk wanneer er voor de ouders een sociaal medische indicatie is.
Artikel 29 Woonkostentoeslag bij een eigen woning
Deze beleidsregels vervangen de “Beleidsregels bijzondere bijstand 2019”.
Deze vervanging heeft de volgende redenen:
De duidelijkheid en leesbaarheid van het beleid vergroten voor zowel de rechthebbenden als de uitvoerenden van het beleid.
Actualisatie van het beleid aan een financiële taakstelling vastgesteld door de gemeenteraad van De Wolden.
Op grond van artikel 35 van de Participatiewet heeft het college een wettelijke taak om bijzondere bijstand te verstrekken aan inwoners die geconfronteerd worden met noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en die de belanghebbende niet uit het normale inkomen of vermogen kan betalen.
De volgorde waarop een aanvraag voor bijzondere bijstand wordt beoordeeld, is als volgt en altijd individueel:
Is het antwoord op de vragen 1 t/m 3 ja en op vraag 4 nee, dan is het college verplicht om bijzondere bijstand te verstrekken. Is het antwoord op een van de vragen afwijkend dan is er geen recht op bijzondere bijstand.
Algemene voorwaarden en uitgangspunten
Verder zijn de volgende algemene voorwaarden en uitgangspunten nog van belang voor verlening van bijzondere bijstand:
Volgens artikel 44, eerste lid Participatiewet is het in principe niet toegestaan om bijstand met terugwerkende kracht te verlenen. Dit geldt ook volgens vaste jurisprudentie voor bijzondere bijstand. Met het verbod om toekenning met terugwerkende kracht moet echter niet te streng worden omgegaan bij de bijzondere bijstand. Het kan bijvoorbeeld immers gebeuren dat het indienen van een aanvraag voordat de kosten zich voordoen onmogelijk is.
Artikel 3 Uitgangspunten draagkracht
In het derde lid is bepaald dat geen rekening wordt gehouden met vermogen in de vorm van een eigen huis waarin de belanghebbende woont, indien de belanghebbende een AOW- of pensioenuitkering ontvangt. Deze vrijlating is vastgesteld met de “beleidsnota herijking minimabeleid”, die de gemeenteraad op 2 december 2016 vaststelde.
Met spaargeld opgebouwd tijdens de periode van algemene bijstandsverlening houdt het college geen rekening. Dit is een beleidsvrijheid van het college o.g.v. artikel 35, eerste lid Participatiewet.
Artikel 4 Draagkracht, inkomens- en vermogensgrens
De draagkracht bedraagt 35% van het inkomen boven 110% van de bijstandsnorm. Met een eventuele kostendelersnorm houdt het college geen rekening. Voor woonkostentoeslag wordt het gehele inkomen boven 100% van de norm en de volledige draagkracht in aanmerking genomen. Omdat voor de aanzienlijke bedragen en de duur van de bijstandsverlening een maximale bijdrage van belanghebbende kan worden gevraagd.
Artikel 5 Vaststelling van het inkomen en vermogen
Artikel 8 Hoogte bijzondere bijstand en drempelbedrag
De goedkoopst en adequate voorziening is het uitgangspunt.
Artikel 9 Vorm van bijzondere bijstand en aflossing lening
De hoofdregel is dat de bijstand om niet wordt verstrekt (artikel 48, eerste lid Participatiewet). De Participatiewet kent echter ook andere vormen van bijstandsverlening, te weten bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht. De keuze voor de ene of de andere vorm is soms dwingend voorgeschreven en dan weer vrij.
Bijstand in natura is in mogelijk op grond van artikel 57 sub a van de Participatiewet. Alleen in die situaties waarin er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen.
Bij verstrekking van een lening is het redelijk de aflossingsperiode te maximaliseren op drie jaar. Bij beëindiging van de algemene bijstand kan het college het niet afgeloste bedrag van de 36 termijnen terugvorderen o.g.v. artikel 58, tweede lid sub b van de Participatiewet. Deze aflossing van 36 maanden is namelijk volgens het vierde lid een verplichting.
Artikel 10 Medische en paramedische kosten
Het bepaalde in dit artikel vloeit voort uit artikel 15, eerste lid Participatiewet en vaste jurisprudentie.
Uitsluitend in geval van zeer dringende redenen kan worden afgeweken. Dit is bepaald in artikel 16, eerste lid Participatiewet.
Huishoudens met een laag inkomen kunnen via de Gemeente De Wolden een collectieve ziektekostenverzekering afsluiten.
Dit artikel is opgenomen om in schrijnende situaties bepaalde tandartskosten te kunnen vergoeden als belanghebbende zich niet aanvullend of collectief kan verzekeren door schuldproblematiek. De belanghebbende moet dus bekend zijn bij de schuldhulpverlener van de gemeente / Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. Het kan ook voorkomen dat belanghebbende nog wel is verzekerd voor tandartskosten maar een schuld heeft aan de/een zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar verrekent de vergoeding voor tandartskosten met de schuld, waardoor de belanghebbende of de tandarts de kosten niet uitbetaald zou krijgen.
Voorwaarde voor bijzondere bijstand is onder andere dat betrokkene een schuldhulpverleningstraject via gemeente De Wolden / Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen volgt en hieraan meewerkt. Betrokkene moet aan alle drie voorwaarden voldoen. Doel van de behandeling moet zijn dat betrokkene pijn- en ontstekingsvrij en kan kauwen. Omdat betrokkene meewerkt aan een schuldregeling of WSNP-traject is er geen draagkracht.
Artikel 12 Dieetkosten, bewassing, kledingslijtage, verwarmingskosten en maaltijdvoorziening
Bijstand is mogelijk als er sprake is van meerkosten hetgeen uit een medisch advies moet blijken.
Een sociale indicatie voor een maaltijdvoorziening wordt beoordeeld door de consulent van de gemeente / Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. Het bedrag dat de belastingdienst hanteert volgens het “Handboek loonheffingen” voor een maaltijd in een bedrijfskantine bedraagt per 1-1-2019 € 3,35 per maaltijd.
Stel: een uitvaart kostte € 9.000. Er zijn drie erfgenamen. Eén van hen vraagt voor zijn deel van € 3.000 bijzondere bijstand aan. Het college gaat uit van maximaal € 7.500. Dit bedrag is gebaseerd op de Prijzengids Nibud met de verwijzing naar www.uitvaart.nl. Op deze site staat wat een begrafenis of uitvaart gemiddeld kost. Dat is in 2019 € 7.500. Eén derde deel is € 2.500. Voor dit maximumbedrag kan in dat voorbeeld bijzondere bijstand worden verleend. Uiteraard gelden de regels van inkomen, vermogen en draagkracht.
Artikel 14 Kosten bewind, curatele en mentorschap
Er is een wetvoorstel in voorbereiding (anno 2019) om gemeenten adviesrecht aan de kantonrechter te geven over bewindvoering bij problematische schulden. De achtergrond is gemeenten te betrekken bij de besluitvorming, met name ten behoeve van de integrale schuldhulpverlening en ter beheersing van de kosten voor de gemeenten.
Een rechtsbijstandverzekering beschouwt het college als een voorliggende voorziening die passend en toereikend is.
Artikel 16 Kosten levensonderhoud jongeren van 18-21 jaar niet in een inrichting
Zie ook artikel 61 Participatiewet over de onderhoudsplicht van ouders voor hun meerderjarig kind aan wie bijzondere bijstand is verleend.
Artikel 17 Kosten levensonderhoud jongeren van 18-21 jaar in een inrichting
Zie ook artikel 61 Participatiewet over de onderhoudsplicht van ouders voor hun meerderjarig kind aan wie bijzondere bijstand is verleend.
Artikel 18 Doorbetaling vaste lasten tijdens verblijf in een inrichting
Volgens de beleidsregels algemene bijstand zet het college bij een gedwongen opname de algemene bijstandsverlening voort gedurende de maand van opname en de maand daaropvolgend. Het derde lid verwijst naar de normbedragen bij verblijf een inrichting.
Op grond van dit artikel kan het college na de beëindiging van de algemene bijstand aansluitend bijzondere bijstand verlenen voor de kosten van het aanhouden van de woning en voor levensonderhoud.
Artikel 20 Duurzame gebruiksgoederen
Voor bijstandsverlening om niet voor duurzame gebruiksgoederen geldt een limitatieve opsomming. Dat betekent dat alleen in het geval van een noodzakelijke aanschaf of noodzakelijke vervanging voor een wasmachine, koelkast, televisie of kooktoestel bijzondere bijstand om niet kan worden verleend.
Voor andere gebruiksgoederen wordt geacht dat de cliënt reserveert of spaart.
De afschrijftermijnen die het NIBUD in 2019 hanteert zijn 10 jaar.
Vanaf het 6-e gebruiksjaar kan naar rato van de normale levensduur van 10 jaar bijzondere bijstand worden verleend. Stel een wasmachine is 6 jaar oud en moet worden vervangen. Maximaal kan € 455 worden vergoed als het apparaat 10 jaar of ouder is. Als het apparaat 6 jaar oud is, kan 6/10 x € 455= € 273 worden vergoed. Dit is een toelichting op het vierde lid om in het geval van een kortere levensduur dan 10 jaar als voorbeeld c.q. maatwerk aan te geven voor welk bedrag bijstand kan worden verleend.
Artikel 21 Verhuis- en/of inrichtingskosten
Kosten in verband met inrichting van de woning of verhuizing behoren naar hun aard tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en dienen daarom uit het inkomen (loon, bijstand of een andere uitkering) en vermogen te worden voldaan onder meer door reservering of door gespreide betaling achteraf.
Bij een verhuizing waaraan een medische- of sociale indicatie ten grondslag ligt is de WMO een passende en toereikende voorliggende voorziening voor deze kosten.
Voor verhuiskosten kan maximaal € 150 worden toegekend. Voor inrichtingskosten komen alleen noodzakelijk aan te schaffen goederen in aanmerking voor bijstandsverlening tegen maximum prijzen van de Nibud prijzengids. Gelet op het bepaalde in artikel 9 moet worden beoordeeld in hoeverre het kopen van tweedehands goederen en zelfwerkzaamheid kan leiden tot lagere bedragen dan de inventarispakketten van het NIBUD aangeven. Op basis van ingeleverde offertes of kostenramingen en richtprijzen van het Nibud bepaalt het college de hoogte van de bijstand.
De bijstand wordt uitsluitend om niet verstrekt indien en voor zo ver borgtocht en een geldlening als bijstandsvormen niet mogelijk zijn.
Artikel 22 Inrichtingskosten statushouders
Zie ook de toelichting bij artikel 22. De bijzondere bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening. Voor de aflossing en terugbetaling zijn artikel 9, vierde en vijfde lid van toepassing.
Artikel 23 Legitimatie, verblijfsvergunningen en leges
Artikel 24 Overbruggingsuitkering
Binnen een afstand van 8 k.m. wordt geacht dat de belanghebbende de kosten betaalt uit zijn middelen. Individualiseren c.q. afstemmen kan het college zo nodig op grond van artikel 18, eerste lid van de wet.
De onbelaste reiskostenvergoeding die de belastingdienst hanteert voor woonwerkverkeer bedrag € 0,19 per k.m. (2019). Alleen noodzakelijke en aantoonbare reiskosten kunnen voor bijstandsverlening in aanmerking komen.
Op grond van de Verordening gemeentelijke kindregelingen De Wolden is vergoeding voor de kosten van kinderopvang mogelijk wanneer er voor de ouders een sociaal medische indicatie is. Is er voor het kind een sociaal medische indicatie, dan geldt de Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) met financiering via de Wet kinderopvang etc.
Artikel 28 Woonkostentoeslag bij een huurwoning
Gelet op artikel 4, vijfde lid van deze beleidsregels geldt als draagkracht een inkomen meer dan 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.
Artikel 29 Woonkostentoeslag bij een eigen woning
Gelet op artikel 4, vijfde lid van deze beleidsregels geldt als draagkracht een inkomen meer dan 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.
Artikel 30 studiekosten schoolgaande kinderen
De tegemoetkoming voor studiekosten kan niet met terugwerkende kracht worden aangevraagd en het schooljaar waarin de aanvraag wordt gedaan is leidend.
Het schooljaar loopt voor wat betreft dit artikel van 1 juli t/m 30 juni.
De tegemoetkoming is gebaseerd op de richtprijzen van Nibud en de periode van vijf jaar genoemd in lid 3 van dit artikel is de afschrijftermijn volgend de richtlijnen van het Nibud.
Artikel 32 Collectieve zorgverzekering
Dit artikel is gebaseerd op artikel 35, derde lid van de wet.