Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Besluit mandaat, machtiging en volmacht inkoop sociaal domein

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaat, machtiging en volmacht inkoop sociaal domein
CiteertitelBesluit mandaat, machtiging en volmacht inkoop sociaal domein
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet
  4. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
  6. Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2021nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-482358

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaat, machtiging en volmacht inkoop sociaal domein

het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester van de gemeente Weert, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft:

 

Gelet op:

  • -

    Gemeentewet, artikel 160, lid 1, onder e, ‘Aangaan privaatrechtelijke rechtshandeling van de gemeente’;

  • -

    Gemeentewet, artikel 171, lid 1 en 2, ‘Vertegenwoordiging van de gemeente’;

  • -

    Algemene wet bestuursrecht, Afdeling 10.1.1 ‘Mandaat’;

  • -

    Burgerlijk wetboek, artikel 3:60 ‘Volmacht’ (zie bijlage 1 wettelijke bepalingen) en

  • -

    de gemeentelijke bevoegdheidsregeling voor mandaat en volmacht;

  • -

    de Jeugdwet;

  • -

    de wijziging van de Jeugdwet ten aanzien van het Woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022, meer in het bijzonder de artikelen 2.7a en 10.1 (nieuw) van de Jeugdwet.

 

Besluiten :

voor de hierna genoemde bevoegdheden en de nader te noemen organen mandaat en volmacht te verlenen, aan de hierna genoemde functionaris, onder de hierna genoemde voorwaarden:

1.

Bevoegdheden en verlenend orgaan:

  • -

    mandaat van het college van burgemeester en wethouders ex artikel 160, lid 1 onder e van de Gemeentewet tot een privaatrechtelijke rechtshandeling van de gemeente te besluiten betreffende het maken van afspraken en het opstellen, aangaan en ondertekenen van maatwerkovereenkomsten in het kader van de wijziging van het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022, meer in het bijzonder artikel 2.7a en 10.1 (nieuw) van die wet.

  • -

    machtiging door de burgemeester ex artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet voor het vertegenwoordigen van de gemeente (ondertekening) betreffende de hiervoor genoemde bevoegdheid.

2.

Functionaris:

  • -

    Regionaal inkoopadviseur Jeugdhulp en Wmo, V. de Leijer, verbonden aan het regionaal verwervingsteam Midden Limburg West, verleende mandaat, machtiging en volmacht tevens te verlenen aan diens vervanging (O. Ramos Antonio, A.H. Poell en J. Brouwer).

3.

Voorwaarden maatwerkovereenkomst woonplaatsbeginsel

  • -

    de maatwerkovereenkomst is bedoelt om het overgangsrecht van jeugdigen, die vanaf 1 januari 2022 vanwege de inwerkingtreding van de gewijzigde Jeugdwet onder de verantwoordelijkheid van een nieuwe gemeente vallen, te waarborgen voor de duur van maximaal een (1) jaar, tot uiterlijk 31 december 2022, conform artikel 10.1 Jeugdwet. Conform artikel 10.1 Jeugdwet zullen ook de voorwaarden en tarieven van de latende gemeente(n) voor de duur van maximaal een (1) jaar, tot uiterlijk 31 december 2022, worden overgenomen waar nodig.

 

Aldus besloten te Weert ,

Datum: 21 december 2021

Het college van burgemeester en wethouders

van de gemeente Weert ,

De secretaris

drs. M.J.M. Meertens

De burgemeester

mr. R.J.H. Vlecken

gemeentesecretaris

burgemeester

BIJLAGE 1 WETTELIJKE BEPALINGEN

 

Gemeentewet, ‘Aangaan privaatrechtelijke rechtshandeling van de gemeente’

 

Artikel 160

  • 1.

    Het college is in ieder geval bevoegd:

    • e.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten;

Gemeentewet, ‘Vertegenwoordiging van de gemeente’

 

Artikel 171

  • 1.

    De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte.

  • 2.

    De burgemeester kan de in het eerste lid bedoelde vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

Algemene wet bestuursrecht Afdeling 10.1.1. ‘Mandaat’

 

Artikel 10:1

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

 

Artikel 10:2

Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever.

 

Artikel 10:3

  • 1.

    Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

  • 2.

    Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid:

    • a.

      tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

    • b.

      tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

    • c.

      tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

  • 3.

    Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • 4.

    Indien artikel 5:53 van toepassing is, wordt mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt.

Artikel 10:4

  • 1.

    Indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de mandaatverlening de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien bij wettelijk voorschrift in de bevoegdheid tot de mandaatverlening is voorzien.

Artikel 10:5

  • 1.

    Een bestuursorgaan kan hetzij een algemeen mandaat hetzij een mandaat voor een bepaald geval verlenen.

  • 2.

    Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in ieder geval schriftelijk verleend indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever.

Artikel 10:6

  • 1.

    De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

  • 2.

    De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

Artikel 10:7

De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

 

Artikel 10:8

  • 1.

    De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde intrekken.

  • 2.

    Een algemeen mandaat wordt schriftelijk ingetrokken.

Artikel 10:9

  • 1.

    De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

  • 2.

    Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10:10

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.

 

Artikel 10:11

  • 1.

    Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

  • 2.

    In dat geval moet uit het besluit blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.

Artikel 10:12

Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Burgerlijk wetboek, ‘Volmacht’

 

Artikel 3:60

  • 1.

    Volmacht is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.

  • 2.

    Waar in deze titel van rechtshandeling wordt gesproken, is daaronder het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.