Organisatie | Beekdaelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beekdaelen 2022 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beekdaelen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2024 | artikel 18, 26, 27 | 19-12-2023 | Z/23/196872 350484 | ||
01-01-2022 | 03-01-2024 | nieuwe regeling | 21-12-2021 |
De gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen,
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 oktober 2021 (Z/21/283156);
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4 eerste, tweede, derde en vierde lid, 2.1.4a eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b tweede lid, 2.1.5 eerste lid, 2.1.6, 2.3.6 vierde lid en 2.6.6 eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
gehoord hebbende het Adviesorgaan Sociaal Domein Beekdaelen;
overwegende dat het noodzakelijk is om burgers te ondersteunen als zij dusdanige beperkingen ondervinden bij hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid dat zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende dat het noodzakelijk is om burgers met psychische of psychosociale problemen en burgers die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico's voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, te ondersteunen bij het zich handhaven in de samenleving als zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de invulling van de plicht tot ondersteuning;
vast te stellen de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beekdaelen 2022’.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres hij in de basisregistratie personen (BRP) ingeschreven staat of zal staan. Indien de cliënt met een briefadres in de BRP ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres.
Normale gebruik van de woning: het kunnen verrichten van de elementaire woonfuncties gericht op zelfredzaamheid (eten, slapen, lichaamsreiniging, koken), het verrichten van belangrijke huishoudelijke taken, horizontale en verticale verplaatsingen in en om de woning waaronder ook de toegang tot de woning. Daaronder kan onder omstandigheden tevens de berging, de toegang tot tuin of balkon van de woning worden verstaan.
Persoonsgebonden budget/ pgb: een maatwerkvoorziening in de vorm van een geldbedrag zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet, waarmee de cliënt een of meer aan hem te verlenen maatwerkvoorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening, het uitvoeringsbesluit en het besluit te stellen regels van toepassing zijn.
Woning: een woonruimte welke volgens algemeen maatschappelijke aanvaarde maatstaven bestemd en geschikt is voor permanente bewoning en waarbij geen wezenlijke woonfuncties, zoals woon- en slaapruimte, was- en kookgelegenheid en toilet met andere woningen worden gedeeld. Hieronder begrepen een woonschip en een woonwagen, mits bestemd en nog tenminste vijf jaar geschikt voor permanente bewoning.
Hoofdstuk 2: Procedureregels, melding en onderzoek
Artikel 2. Beschermd wonen en (maatschappelijke) opvang
Voor ingezetenen van Nederland met een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning in de vorm van beschermd wonen of (maatschappelijke) opvang geldt dat zij zich melden en de daarmee verband houdende aanvraag indienen bij de centrumgemeente Heerlen. Het college draagt zo nodig zorg voor een zorgvuldige overdracht.
Een gesprek maakt in principe deel uit van het onderzoek. Het gesprek wordt gevoerd met de cliënt, dan wel zijn gemachtigde, vertegenwoordiger, mantelzorger en/of personen uit het sociale netwerk in aanwezigheid van de cliënt. Als de cliënt genoegzaam bekend is, kan het college onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.2 van de wet, in overleg met de cliënt afzien van een gesprek.
Het college verstrekt de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek middels een ondersteuningsplan, tenzij de cliënt aangeeft hiervan af te zien. Tevens informeert het college de cliënt over de gang van zaken tijdens en na het gesprek alsmede diens rechten en plichten en de vervolgprocedure.
De cliënt, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger kan een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk bij het college indienen. 3. Een ondertekend ondersteuningsplan, als bedoeld in artikel 6 vijfde lid van deze verordening, wordt beschouwd als aanvraagformulier. 4. Indien dit ondersteuningsplan niet binnen 8 weken na verzending door de cliënt is geretourneerd, start de meldingsprocedure opnieuw.
Hoofdstuk 3: Criteria en weigeringsgronden
Artikel 9. Algemene criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Beekdaelen kan in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen, chronische psychische of psychosociale problemen, als gevolg waarvan de cliënt niet voldoende in staat is tot zelfredzaamheid of participatie en voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen, in volgorde van belangrijkheid: a. op eigen kracht en/of b. met gebruikelijke hulp en/of c. met mantelzorg en/of d. met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk en/of e. met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen en/of f. met gebruikmaking van algemene voorzieningen.
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het artikel 6 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Een cliënt die ingezetene is van Nederland kan in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen, in volgorde van belangrijkheid:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het artikel 6 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of (maatschappelijke) opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving en zo mogelijk een bijdrage kan leveren aan de samenleving.
Het college is bevoegd om bij besluit nadere regels te stellen over afschrijvingstermijnen als bedoeld in artikel 11 zesde lid, artikel 13 eerste lid onderdeel f., artikel 13 derde lid onderdeel i., artikel 14 derde lid onderdeel b. onder ii, artikel 16 zevende lid en artikel 18 tweede lid onderdeel a. onder iii van deze verordening.
Artikel 10. Specifieke criteria voor een maatwerkvoorziening gericht op verplaatsen en vervoer
Bij het verstrekken van een vervoersvoorziening, wordt uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving. Met directe woon- en leefomgeving als bedoeld in deze verordening, wordt 25 kilometer rondom de woning verstaan waarbij deelname aan het maatschappelijk verkeer mogelijk is met een omvang van 2000 kilometer per jaar.
Artikel 11. Specifieke criteria voor een maatwerkvoorziening gericht op wonen
Voor zover de cliënt kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning binnen een straal van 15 kilometer van de huidige woning, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden, alvorens een woningaanpassing en/ of traplift wordt verstrekt. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de kosten van een woningaanpassing en/of traplift het door het college bij nadere regels vast te stellen bedrag te boven gaan.
Het college kan besluiten geen verdere ondersteuning bij een woningaanpassing en/of traplift te bieden indien blijkt dat de cliënt, bij een opgelegd primaat van verhuizen, om een of meerdere buiten de wet gelegen redenen niet wenst te verhuizen en daartoe ook geen aantoonbare stappen heeft ondernomen, terwijl er naar verwachting een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning binnen een straal van 15 kilometer van de huidige woning binnen 6 maanden beschikbaar zal zijn.
Artikel 12. Gebruikelijke hulp
Bij het oordeel van het college of gebruikelijke hulp kan worden gevergd, wordt in ieder geval rekening gehouden met: a. de aard, de omvang en de te verwachten duur van de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. b. de aard van de relatie met de persoon binnen de leefeenheid, tenzij het huishoudelijke hulp betreft. c. de leeftijd en ontwikkelingsfase van inwonende kinderen. d. de leerbaarheid van de cliënt en/of de personen van wie gebruikelijke hulp kan worden gevergd. 4. Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, bij besluit nadere regels te stellen inzake de verlening van gebruikelijke hulp.
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat:
indien het een voorziening betreft die een cliënt voor de melding dan wel aanvraag van een maatwerkvoorziening als bedoeld in de artikelen 3 en 8 van deze verordening heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij het college daarvoor schriftelijk toestemming heeft verleend of het college de noodzaak achteraf nog kan vaststellen.
Het college verstrekt geen individuele maatwerkvoorziening voor vervoer in natura of in de vorm van een pgb tenzij de beperkingen van de cliënt, chronische psychische problemen of psychosociale problemen, het gebruik van een collectief systeem onmogelijk maken, dan wel een collectief systeem niet aanwezig is, dan wel dat de omstandigheden van cliënt het anderszins maken dat het collectieve vervoer niet compenserend is.
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening gericht op wonen bestaat: a. voor zover er geen sprake is van beperkingen in het normale gebruik van de woning waar een cliënt zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben. b. voor zover de beperkingen in de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen. c. indien de cliënt woont in of verhuisd naar een woonruimte die niet bestemd en/of geschikt is om het gehele jaar door bewoond te worden. d. indien het woonruimten betreft die niet als zelfstandige woonruimte in het kader van de Wet op de Huurtoeslag aangemerkt worden. e. voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, tenzij deze betrekking hebben op het normale gebruik van de woning waarbij het gaat om: - automatische deuropeners - hellingbanen - het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren - het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders - het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschap-pelijke ruimte Een uitzondering op deze bepaling is mogelijk wanneer het een maatwerkvoorziening voor ondersteuning gericht op verhuizen betreft. f. indien de noodzaak tot het treffen van de voorziening het gevolg is van een verhuizing waarvoor geen aanleiding bestaat op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid of participatie en er geen belangrijke reden voor verhuizing aanwezig is. g. indien een cliënt niet is verhuisd naar de in relatie tot zijn beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college. h. voor zover de woonvoorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw. i. indien de noodzaak tot het treffen van een woningaanpassing het gevolg is van achterstallig onderhoud dan wel strekt ter renovatie van de woning of om deze in overeenstemming te brengen met de eisen die redelijkerwijs aan woning mogen worden gesteld. j. indien zonder (voorafgaande) toestemming van het college wordt afgeweken van het programma van eisen dan wel van de werkzaamheden zoals omschreven in de aan het college overlegde bouwtekening.
Hoofdstuk 4: Maatwerkvoorzieningen
Indien een maatwerkvoorziening in natura wordt verstrekt zijn de vigerende (dienstverlenings)overeenkomsten tussen de gemeente Beekdaelen en de aanbieder(s) van toepassing. Bij het ontbreken van een overeenkomst wordt een goedkoopst compenserende offerte opgevraagd. Hierin zijn de volgende onderdelen opgenomen: a. het programma van eisen voor de betreffende maatwerkvoorziening en b. aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals onderhoud en reparatie.
Het tarief voor een woningaanpassing welke verstrekt wordt met als doel het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, wordt gebaseerd op de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning. Het college is bevoegd nadere regels te stellen over het maximum aantal m2 per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning.
Artikel 16. Voorwaarden verstrekking pgb
Een pgb voor een maatwerkvoorziening wordt verstrekt, indien:
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger en in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren en
De bekwaamheid voor het hebben van een pgb wordt in samenspraak met cliënt getoetst, maar het oordeel van de gemeente is hierin leidend. Uit het budgetplan voor een maatwerkvoorziening moet blijken: a. welke maatwerkvoorziening cliënt wil aanschaffen met het pgb en b. om welke redenen hij deze maatwerkvoorziening als passend beschouwd en c. waar hij de maatwerkvoorziening wil inkopen en hoe hij tot deze keuze is gekomen.
Bij ondersteuning in de vorm van hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf/ logeeropvang/ respijtzorg, welke niet wordt geleverd door personen uit het sociaal netwerk dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
verklaring omtrent het gedrag (VOG), zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met de cliënt in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop de zorgverlener voor de cliënt ging werken.
Bij ondersteuning, in de vorm van hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding en kortdurend verblijf/ logeeropvang/ respijtzorg, geleverd door personen uit het sociaal netwerk dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a. gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde zorg. b. een meldplicht ten aanzien van calamiteiten en geweld.
Artikel 18. Vaststelling hoogte pgb
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud, reparatie en verzekering, en
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
een zaak: op basis van de kostprijs van de zaak die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt:
indien de zaak onderdeel uitmaakt van een contract tussen het college en de door haar gecontracteerde aanbieder, wordt de kostprijs gebaseerd op de in het contract gemaakte prijsafspraken en rekening houdend met een reële termijn voor de technische afschrijving, de onderhouds-, reparatie en verzekeringskosten en een eventueel door de gemeente te ontvangen korting.
indien de zaak geen onderdeel uitmaakt van een contract tussen het college en een door haar gecontracteerde aanbieder, wordt de kostprijs gebaseerd op ten hoogste de door het college goedgekeurde goedkoopst adequate offerte en indien van toepassing verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering
indien de zaak een tweedehands maatwerkvoorziening betreft, wordt de kostprijs gebaseerd op de prijs van de tweedehandsvoorziening met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak economisch is afgeschreven en indien nodig rekening houdend met een bedrag voor onderhoud , reparatie en verzekering.
hulp bij het huishouden en persoonlijke begeleiding:
door een daartoe opgeleide professional werkzaam bij een instelling die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van het laagste toepasselijke tarief in natura per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als zelfstandige zonder personeel, die beschikt over een beschikking geen loonheffingen (BGL) en die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit. 16
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als werknemer; een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder i. en ii., waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per uur dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een persoon uit het sociaal netwerk, zijnde informele hulp; een persoon als bedoeld in de wet niet zijnde een persoon als bedoeld onder i. tot en met iii: is bij bestaan van een dienstbetrekking gelijk aan de hoogste periodiek voor de benodigde hulp in de desbetreffende CAO, vermeerderd met de vakantiebijslag en tegenwaarde van de verlofuren.
groepsbegeleiding/ dagbesteding:
door een daartoe opgeleide professional werkzaam bij een instelling die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van het laagste toepasselijke tarief in natura per dagdeel dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als zelfstandige zonder personeel, die beschikt over een beschikking geen loonheffingen (BGL) en die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per dagdeel dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als werknemer; een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder i. en ii., waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per dagdeel dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
vervoer van en naar de dagbesteding: op basis van het laagste toepasselijke tarief in natura per dag dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd in soort vervoer, uitgaande van de dichtst bij de woning van de cliënt gelegen geschikte dagbestedingslocatie en rekening houdend met eventuele beperkingen die het reizen met bepaalde vormen van het openbaar vervoer door de cliënt belemmeren.
kortdurend verblijf/ logeeropvang/ respijtzorg:
door een daartoe opgeleide professional werkzaam bij een instelling die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van het laagste toepasselijke tarief in natura per etmaal dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als zelfstandige zonder personeel, die beschikt over een beschikking geen loonheffingen (BGL) en die met de uit te voeren taken/ werkzaamheden is ingeschreven conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per etmaal dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit.
door een daartoe opgeleide professional die is aangemerkt als werknemer; een persoon, niet zijnde de persoon als bedoeld onder i. en ii., waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan: op basis van 90% van het laagste toepasselijke tarief in natura per etmaal dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, indien van toepassing tevens gespecificeerd naar mate van complexiteit. 17 iv. door een persoon uit het sociale netwerk: op basis de van toepassing zijnde NIBUD-richtlijnen en CBS-cijfers met betrekking tot de noodzakelijke wasverzorging, het wassen van het lichaam, voeding en een dagactiviteit. f. beschermd wonen: aan de hand van de onderdelen waaruit de zorg bestaat, door wie de zorg verleend wordt en de bedragen, die daarvoor gelden op grond van de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning Heerlen 2018’ of haar opvolgers.
Een uitzondering op het vierde lid is het eenmalige pgb voor een maatwerkvoorziening waarbij er tevens sprake is van verzekering, reparatie en onderhoud van deze voorziening:
Indien er sprake is van een voorziening waarbij de reparatie geen onderdeel uitmaakt van een contract tussen het college en de door haar gecontracteerde partij, wordt het budget voor de aanschaf van de maatwerkvoorziening en het budget voor verzekering en onderhoud met betrekking tot het 1e jaar, na toekenning van de maatwerkvoorziening, de gereedmelding van de cliënt en het indienen van de factuur aan de cliënt uitbetaald. Het overige budget ten behoeve van verzekering en onderhoud wordt jaarlijks beschikbaar gesteld op declaratiebasis. Reparaties vinden altijd plaats op offertebasis.
Indien er sprake is van een voorziening waarbij de reparatie onderdeel uitmaakt van een contract tussen het college en de door haar gecontracteerde partij, wordt het budget voor de aanschaf van de maatwerkvoorziening het budget voor verzekering, reparatie en onderhoud met betrekking tot het 1e jaar, na toekenning van de maatwerkvoorziening, de gereedmelding van de cliënt en het indienen van de factuur aan de cliënt uitbetaald. Het overige budget ten behoeve van verzekering, reparatie en onderhoud wordt jaarlijks beschikbaar gesteld op declaratiebasis.
Een pgb wordt bruto uitbetaald. Dat wil zeggen dat de eigen bijdrage niet direct met het pgb is verrekend. 7. Het pgb van een maatwerkvoorziening kent een vrij besteedbaar bedrag, waarover geen verantwoording noodzakelijk is. Dit bedrag bedraagt € 150,00 per jaar per maatwerkvoorziening. 8. Met uitzondering van het bepaalde in het zesde lid, bedraagt het vrij besteedbaar voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen € 100,00 per jaar.
Artikel 20. Financiële tegemoetkoming
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, zoals bedoeld in artikel 14 tweede lid van deze verordening, bedraagt € 660,00. Dit bedrag is gebaseerd op de som van het fiscaal belaste en onbelaste deel van reiskostenvergoeding werkverkeer (€ 0,33 per km) vermenigvuldigd met het maximaal aantal kilometer per jaar, zoals beschreven in artikel 10 derde lid van deze verordening (2000 kilometer per jaar).
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de (rolstoel)taxi, zoals bedoeld in artikel 14 tweede lid van deze verordening, bedraagt € 1.699,38 voor het gebruik van de taxi en € 1.903,73 voor het gebruik van de rolstoeltaxi. Dit bedrag is gebaseerd op het in de regio gangbare toepasselijke tarief voor het gebruik van het CVV, uitgaande van maximaal 2000 kilometer per jaar.
Indien aan de cliënt reeds een maatwerkvoorziening in het kader van vervoer en verplaatsen in de vorm van een hulpmiddel toegekend is en hiermee al voor een deel voorzien is in de verplaatsingsbehoefte van de cliënt, bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor 18 het gebruik van de (eigen) auto of (rolstoel)taxi maximaal 75% van de hoogte zoals genoemd in het eerste en tweede lid.
Indien de vervoersbehoeften van huisgenoten samenvallen, wordt hier bij de vaststelling van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, rekening mee gehouden. In dergelijke gevallen bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de (eigen) auto of (rolstoel)taxi, per cliënt maximaal 75% van de hoogte zoals genoemd in het eerste en tweede lid, tenzij aannemelijk kan worden gemaakt dat er in het geheel geen sprake is van gezamenlijke verplaatsingsbehoeften.
Bij de gereedmelding als bedoeld in het tweede lid dient een verklaring te worden ingediend dat bij het realiseren en/of aanschaf van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder deze is toegekend. Deze gereedmelding geldt tevens als een verzoek om definitieve vaststelling en uitbetaling van de maatwerkvoorziening.
Degene aan wie de maatwerkvoorziening in natura of als een pgb wordt verleend dient gedurende een periode van vijf jaar, ingaande de dag van bekendmaking van de toekenningsbeschikking, alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden. 5. Indien uit de verantwoording blijkt dat het voorlopig toegekende bedrag in natura of het toegekende pgb te hoog of te laag blijkt te zijn, is het college bevoegd om het bedrag c.q. budget tussentijds aan te passen.
Artikel 23. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen in natura of in de vorm van een pgb en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Artikel 24. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de SVB gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10 eerste lid onderdeel a., b., d. of e. van de wet.
Hoofdstuk 5: Bijdrage in de kosten
Artikel 25. Bijdrage in de kosten algemene voorziening, met uitzondering van de bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor het gebruik van een algemene voorziening die geheel of gedeeltelijk wordt bekostigd door de gemeente, niet zijnde cliëntondersteuning en met uitzondering van de bij verordening aangewezen algemene voorzieningen. De kosten zijn verschuldigd voor het gebruik van:
Artikel 26. Bijdrage in de kosten bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
De hoogte van de bijdrage in de kosten voor bij verordening aangewezen algemene voorzieningen is gelijk aan de kostprijs van de voorziening, tot aan het bedrag genoemd in artikel 2.1.4, derde lid, en artikel 2.1.4a vierde lid Wmo 2015 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt samen. Indexering krachtens de Wmo 2015 is van toepassing.
Artikel 27. Bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening zelfredzaamheid en participatie
De hoogte van de bijdrage in de kosten voor een of meer maatwerkvoorzieningen samen is gelijk aan de kostprijs van de voorziening, tot aan het bedrag genoemd in artikel 2.1.4 derde lid, en artikel 2.1.4a vierde lid Wmo 2015 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt samen. Tenzij overeenkomstig het gestelde in artikel 2.1.4a vijfde lid van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit geen of een lagere bijdrage is verschuldigd. Indexering krachtens de Wmo 2015 is van toepassing.
Vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening zelfredzaamheid en participatie vindt maandelijks plaats door het CAK, conform de door de gemeente afgegeven parameters (die zijn opgenomen in het tweede tot en met zevende lid) en de kostprijs van de betreffende maatwerkvoorzieningen, zoals bepaald in artikel 29 van deze verordening.
Artikel 28. Kostprijs bij verordening aangewezen algemene voorzieningen
De kostprijs van een bij verordening aangewezen algemene voorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder.
Artikel 29. Kostprijs maatwerkvoorziening zelfredzaamheid en participatie
De kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura is gelijk aan de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze maatwerkvoorziening biedt (inclusief BTW, de eventueel bijkomende kosten zoals instandhoudingskosten en eventuele kortingen die de gemeente ontvangt) dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst compenserende offerte.
Hoofdstuk 6: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 32. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:
een reële prijs die geldt als ondergrens voor:
Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid vast:
overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3 tweede lid onderdeel c. van de wet en b. rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5 tweede lid van de wet, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners.
Hoofdstuk 7: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 36. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomst de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 8: Waardering mantelzorgers
Artikel 37. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De gemeente waardeert de inzet van mantelzorgers. Daarom stelt de gemeente jaarlijks een mantelzorgwaardering vast. Het college bepaald bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat. Dit gebeurt op grond van de het door de gemeenteraad vastgestelde mantelzorgbeleid.
Hoofdstuk 9: Overgangsregels en slotbepalingen
Het door het gemeentebestuur gevoerde financiële en uitvoeringsbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd en
Het college kan jaarlijks, met ingang van 1 januari, de voor de uitvoering van deze verordening van toepassing zijnde bedragen, indexeren.
Artikel 42. Intrekken oude verordening
De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beekdaelen 2020 wordt per 1 januari 2022 ingetrokken.