Organisatie | Tynaarlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Tynaarlo - Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Tynaarlo 2022 – gemeente Tynaarlo |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Tynaarlo 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 21-12-2021 |
De raad van de gemeente Tynaarlo;
gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 9 november 2021;
overwegende dat de jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, afgestemd met andere voorzieningen de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering ervan een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
dat van inwoners die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
dat het noodzakelijk om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronisch psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimte voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
gelet op artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1 van de Jeugdwet en artikelen 2.1.3, 2.1.4, derde en zevende lid, 2.1.6 en 2.6.6, eerste lid van Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
De Verordening Maatschappelijke Ondersteuning en Jeugdhulp, Tynaarlo 2022 vast te stellen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van zelfredzaamheid of participatie en financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau;
cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
niet integer handelen: Misbruik maken van voorkennis, persoonlijke en medische informatie van cliënten. Zich laten beïnvloeden in zijn oordeel als gevolg van een persoonlijke relatie, sociale status, uiterlijk, sekse en bevolkingsgroep. Iemand te bewegen door bedreiging, het aanbieden van geld of diensten of andere voordelen, door het uitoefenen van lichamelijke of psychische druk, dan wel het hanteren van listige kunstgrepen of door een samenweefsel van verdichtsels, met als doel een maatwerkvoorziening, individuele voorziening, of overeenkomst te verkrijgen op grond van de Wmo 2015 en/of Jeugdwet.
Ppb: persoonsgebonden budget: als bedoeld in artikel 1.1.1. Wmo, zijnde een door het college verstrekt budget dat de cliënt in staat stelt de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, of; als bedoeld in artikel 8.1.1 Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders/verzorgers, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
resultatenplan: plan waarin staat beschreven welke haalbare resultaten de cliënt dan wel de jeugdige of zijn ouders wil/ willen, kan/kunnen bereiken en alle ondersteuning die ingezet wordt om dit mogelijk te maken, op het gebied van zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie, gezondheid en veiligheid;
vertrouwenspersoon: persoon die jeugdigen, ouders of pleegouders op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van het college, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde instelling en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, of; persoon die beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger personen die bij een melding aan een Veilig Thuis-organisatie betrokken zijn op hun verzoek ondersteunt bij de uitoefening van hun rechten jegens Veilig Thuis;
Voor zover niet anders bepaald, hebben begrippen in deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels en beleidsregels dezelfde betekenis als in de wet.
Het college kan middels nadere regels verdere invulling geven aan het bepaalde in de voorgaande leden.
Artikel 2. Toegang maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch
specialist en jeugdarts naar een, door de gemeente gecontracteerde, jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.
Artikel 4. Individuele voorzieningen en maatwerkvoorzieningen
Ondersteuning op de volgende interventieniveaus is vrij toegankelijk:
Interventieniveau 1: universele preventie Interventieniveau
Interventieniveau 2: selectieve preventie Interventieniveau
Interventieniveau 3: kortdurende ondersteuning
Ondersteuning op de volgende interventieniveaus is niet vrij- toegankelijk:
Interventieniveau 4: ondersteuning laagfrequent ingezet en bij een enkelvoudig te behalen resultaat
Interventieniveau 5: ondersteuning die frequent wordt ingezet
Interventieniveau 6: ondersteuning die hoogfrequent wordt ingezet
Interventieniveau 7: ondersteuning, exclusief verblijf (bijv, dagbesteding, thuiswonen +)
Interventieniveau 8: ondersteuning in combinatie met verblijf en wordt 24 uur per etmaal geboden
Artikel 6. Criteria voor maatwerkvoorziening
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het gesprek als bedoeld in artikel 2.3.2. eerste lid van de Wmo, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of;
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. van de Wmo, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk, naar vermogen, weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 8. Specifieke criteria kortdurend verblijf
Een maatwerkvoorziening voor kortdurend verblijf, zijnde logeren en respijtzorg, wordt slechts verstrekt, indien:
de cliënt wegens zijn beperkingen, chronisch psychische of psychosociale problemen, permanent toezicht nodig heeft en dit wordt geleverd door gebruikelijke hulp en/of mantelzorger thuis;
het noodzakelijk is dat de persoon die gebruikelijke hulp en/of mantelzorg verleent ontlast wordt.
Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de wijze van vaststelling van het recht op een maatwerkvoorziening voor kortdurend verblijf.
Artikel 9. Specifieke criteria huishoudelijke hulp
Artikel 11. Specifieke criteria vervoer
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag. De te verstrekken vervoersvoorziening zal lokale verplaatsingen tot een omvang per jaar van maximaal 2250 kilometer mogelijk maken.
De voorzieningen bedoeld in het tweede lid, onder b, sub 1 en 2 worden in huur verstrekt. Het onderhoud aan en de reparatie van deze voorziening maakt deel uit van de huurovereenkomst, met uitzondering van schootkleden en anti-decubitus materialen, welke in eigendom worden verstrekt. Reparatiekosten aan in eigendom verstrekte schootkleden en antidecubitusmaterialen, niet zijnde het gevolg van nalatigheid van cliënt zelf, komen voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 12. Specifieke criteria rolstoel
Een rolstoel of ander verplaatsingsmiddel is er op gericht dat de cliënt zich kan verplaatsen in en om de woning. Een rolstoel wordt niet verstrekt voor incidenteel gebruik.
Sportrolstoelen worden niet gezien als rolstoelen voor incidenteel gebruik maar als sportvoorziening.
Artikel 13. Specifieke criteria verhuiskosten
Een tegemoetkoming in de verhuiskosten kan worden toegekend indien dit de goedkoopst adequate voorziening is ten opzichte van een woonvoorziening. Voordat het college het verhuisprimaat toepast, moet een belangenafweging worden gemaakt tussen het aanpassen van de huidige woning of het verhuizen naar een andere woning.
Artikel 14. Voorwaarden en weigeringsgronden
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op een (fysieke) voorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
Artikel 17. Algemene regels over het pgb
Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt indien:
de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wenst geleverd te krijgen en naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Ter beoordeling gelden de volgende voorwaarden:
Artikel 18. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Als de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige hulpvrager is verschuldigd, is de bijdrage verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een hulpvrager.
Artikel 19. Terugbetaling bij verkoop
De kosten van deze woonvoorziening of woningaanpassing dienen bij eventuele verkoop binnen vijf jaar na gereed melding van deze woonvoorziening of woningaanpassing gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald door de inwoner die als woningeigenaar deze woonvoorziening of woningaanpassing heeft ontvangen.
Artikel 20. Waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Artikel 22. Voorwaarden en weigeringsgronden voor individuele voorzieningen
van toepassing is, waarbij het voor de voogd waar de jeugdige onder toezicht staat, blijkt dat het duurzaam onmogelijk is om zelf van de onderhoudsplichtige ouders een bijdrage voor zak- en kleedgeld te ontvangen, een vervangende bijdrage ter beschikking gelijk aan maximaal de geldende wettelijke kinderbijslag volgens de Algemene kinderbijslagwet. De bijdrage wordt uitbetaald aan de voogd van de jeugdige of de instelling waar de jeugdige verblijft mits de jeugdhulpinstelling aantoont dat zij zelf voldoende heeft getracht de ouders aan te spreken op hun onderhoudsplicht.
dossier waaruit de blijkt dat ten minste 1 schriftelijke aanschrijving is gedaan, waarop door de ouders geen bijdragen zijn voldaan en de ouders van de jeugdige zijn vertrokken onbekend waarheen, of dat het voor de opvang en hulpverlening aan de jeugdige van wezenlijk belang is om het contact over de zak- en kleedgeldbijdrage met de ouders te vermijden, of dat de ouders op korte termijn niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht en dit blijkt uit verkregen gegevens omtrent hun inkomens en vermogenssituatie.
Artikel 26. Algemene regels over het pgb
De jeugdige of zijn ouders hebben onverminderd artikel 8.1.1 van de wet de mogelijkheid om te kiezen voor een pgb indien de jeugdige of zijn ouders naar oordeel van het college op eigen kracht, al dan niet met hulp uit zijn sociale netwerk, voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen, en het op een verantwoorde manier uitvoeren van de aan een pgb verbonden taken. Ter beoordeling gelden de volgende voorwaarden:
HOOFDSTUK 6. Herziening, wijziging en Terugvordering Maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp
Artikel 28. Herziening en intrekking
De cliënt, dan wel diens vertegenwoordiger, doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015.
De jeugdige en zijn ouders doen aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1. van de Jeugdwet.
Het college kan een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015 en/of artikel 8.1.1. van de Jeugdwet en/of artikel 8.1.1. van de Jeugdwet herzien dan wel intrekken, indien het college vaststelt dat:
Als het college een beslissing op grond van artikel 28 lid 3 onder a van deze verordening heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en diegene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend geheel of gedeeltelijk de geldwaarde vorderen van ten onrechte genoten maatwerkvoorziening, individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 31. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
HOOFDSTUK 8. Toezicht en handhaving
Artikel 34. Tegengaan oneigenlijk gebruik
Het college spant zich in om fouten bij het gebruik van maatwerkvoorziening, individuele voorziening of pgb te voorkomen en fraude te bestrijden. Tot deze maatregelen behoren in ieder geval:
Het college verricht zo nodig onderzoek bij zorgverleners van maatwerk- of algemene voorzieningen die een subsidie- of contractrelatie met de gemeente Tynaarlo hebben of die ondersteuning verlenen op grond van een pgb aan inwoners van Tynaarlo. Deze partijen zijn verplicht om (kosteloos) hun medewerking te verlenen.
HOOFDSTUK 10. Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 39. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 41. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2010, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2015 of de Verordening Jeugdhulp gemeente Tynaarlo 2015 of de verordening Maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Tynaarlo 2017 totdat het college een nieuwe beschikking heeft genomen. Het nieuwe besluit wordt genomen met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving.
Beslissing op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2015 of de Verordening Jeugdhulp gemeente Tynaarlo 2015 of de verordening Maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Tynaarlo 2017, geschiedt op grond van die verordening. Deze behoudt ten aanzien van de betreffende zaak zijn rechtskracht.