Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Verzamelbesluit met betrekking tot de voorbereiding van de inwerkingtreding van de omgevingswet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerzamelbesluit met betrekking tot de voorbereiding van de inwerkingtreding van de omgevingswet
CiteertitelVerzamelbesluit met betrekking tot de voorbereiding van de inwerkingtreding van de omgevingswet
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-481341

Tekst van de regeling

Intitulé

Verzamelbesluit met betrekking tot de voorbereiding van de inwerkingtreding van de omgevingswet

De raad van de gemeente Berkelland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 09-11-2021;

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Instellen gemeentelijke adviescommissie (art. 17.9 Omgevingswet)

    Een gemeentelijke adviescommissie in te stellen en daartoe de ‘Verordening adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Berkelland 2022’ (bijlage 1) vast te stellen en de Verordening op de Erfgoedcommissie Berkelland 2010 in te trekken.

  • 2.

    Participatie & participatieplicht buitenplanse omgevingsplanactiviteit

    (art. 16.55 lid 7 Omgevingswet)

    • a.

      Geen gebruik te maken van de mogelijkheid om participatie verplicht te stellen als aanvraagvereiste voor een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

    • b.

      De advisering richting initiatiefnemer om tijdig te participeren te verstevigen door middel van een handreiking.

    • c.

      Na een jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet een evaluatie te doen van de eerste periode participatie onder de Omgevingswet.

  • 3.

    Adviesrecht gemeenteraad buitenplanse omgevingsplanactiviteit

    (art. 16.15 lid b onder 1 Omgevingswet)

    • a.

      De gemeenteraad als adviseur aan te wijzen voor een aanvraag omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit, voor zover deze betrekking heeft op een uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderij of een niet-grondgebonden veehouderijtak (bijlage 2- ‘Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent het adviesrecht van de gemeenteraad onder de Omgevingswet’)

    • b.

      Het besluit van 17 oktober 2017 ‘Vaststellen categorieën van gevallen waar wel een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) voor is vereist’ van toepassing te verklaren op alleen aanvragen die zijn ingediend op basis van het huidige omgevingsrecht

    • c.

      Op basis van de omgevingsvisie, vaststelling verwacht eind 2022, te bepalen of in andere/meer gevallen de gemeenteraad als adviseur wordt aangewezen voor een aanvraag omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

  • 4.

    Delegatie vaststelling van delen van het omgevingsplan (art. 2.8 Omgevingswet)

    De bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan niet te delegeren aan het college van B&W.

  • 5.

    Toepassing afdeling 3.4 Awbbuitenplanse omgevingsplanactiviteit

    (art. 16.65 lid 4 Omgevingswet)

    De voorgenomen handelingswijze van het college van B&W te ondersteunen om de uniforme voorbereidingsprocedure afdeling 3.4 Awb in beginsel van toepassing te verklaren, met in achtneming van art. 16.65 Ow lid 4 en 5, bij een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. In het bijzonder voor zover deze betrekking heeft op de gevallen het adviesrecht van de gemeenteraad op van toepassing is;

  • 6.

    Toepassing bruidsschat omgevingsplan

    De bruidsschat voor het omgevingsplan onverkort van toepassing te verklaren tot een nader te bepalen moment.

  • 7.

    Inwerkingtreding besluiten

    De beslispunten 1 tot en met 6 in werking te laten treden dan wel van kracht te laten worden op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21-12-2021

de griffier,

de voorzitter,

Toelichting raadsvoorstel

 

Onderwerp: Verzamelbesluit voorbereiding inwerkingtreding Omgevingswet

 

Context

Hoe de overgang van het huidige stelsel van omgevingsrecht naar de Omgevingswet in de praktijk zal uitwerken ervaren we pas op het moment zelf. Dit brengt tegelijkertijd een uitdaging met zich mee om onze de dienstverlening aan de samenleving te waarborgen. Daarom is er voor gekozen de bestaande werkwijzen als uitgangspunt te nemen bij de voorbereiding van dit raadsvoorstel.

Dit biedt ons als gemeente de mogelijkheid om ons vanuit een ‘bekende situatie’ de Omgevingswet eigen te maken. En daarmee een betere positie om onze dienstverlening te kunnen waarborgen. Daarnaast neemt het huidige bestuur nu de noodzakelijke besluiten die vóór 1 juli 2022/inwerkingtreding Omgevingswet nodig zijn, maar biedt de ruimte aan de nieuwe bestuursperiode om desgewenst andere inhoudelijke keuzes te maken.

 

Participatieplicht

Met de Omgevingswet krijgt participatie bij ruimtelijk processen meer aandacht dan in het huidige recht. Tegelijkertijd is uit de stukken die horen bij de Omgevingswet op te maken dat participatie altijd vormvrij moet zijn en niet verplicht mag worden gesteld. Op dat laatste is voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (opvolger buitenplanse afwijking bestemmingsplan) een uitzondering gemaakt. De gemeenteraad kan gevallen aanwijzen waarbij participatie verplicht is om een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in te kunnen dienen. Hoe participatie moet plaatsvonden mag niet worden voorgeschreven.

 

Juridisering.

We doen als gemeente al veel aan participatie. Dat niet iedereen het eens is met een ontwikkeling wil niet zeggen dat daarmee het participatieproces niet goed is gevolgd. We kunnen geen eisen stellen aan de participatie. Wel wordt de participatieplicht hoogst waarschijnlijk inzet van juridische procedures, terwijl het niet vanzelfsprekend bijdraagt aan een beter participatieproces. Wij denken dat een goede handreiking voor participatie meer effect heeft op de kwaliteit van het participatieproces dan een plicht.

 

Door gevallen aan te wijzen waarvoor participatie wel verplicht is, wordt impliciet ook de keuze gemaakt wanneer participatie niet verplicht is.

Dit kan de indruk wekken dat participatie in het ene geval (met participatieplicht) belangrijker wordt gevonden dan het andere geval (geen participatieplicht). We vinden juist participatie in algemene zin van belang. Om het belang van participatie in brede zin te onderstrepen, vinden wij andere middelen (bijv. handreiking) dan de participatieplicht passender.

 

Initiatiefnemers hebben zelf ook belang bij goede participatie.

Een goed participatietraject kan, kort gezegd, bijdragen aan het voorkomen van bezwaren/beroep. Met draagvlak in de omgeving kunnen initiatieven sneller gerealiseerd worden. Dat belang hoeven we niet ‘af te dwingen’ met een plicht. Wel zien we dat de spelregels over en weer niet altijd duidelijk kunnen zijn. Of dat verwachtingen tussen initiatiefnemer en omgeving uiteen lopen. Ook hier helpt naar ons idee een goede handreiking beter dan een ‘lege’ verplichting.

 

Van toepassing verklaren uitgebreide procedure (Afd. 3.4 Awb)

Op dit moment kent het huidige omgevingsrecht (Wabo) een reguliere (8 weken) en een uitgebreide procedure (26 weken). Deze laatste geldt voor o.a. een zogenaamde grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan. Met de Omgevingswet wordt voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (opvolger groter buitenplanse afwijking van bestemmingsplan) de reguliere procedure van toepassing. De Omgevingswet biedt de mogelijkheid om, onder voorwaarden, toch de uitgebreide procedure toe te passen. Dit besluit moet per geval worden genomen. Daarbij moeten de voorwaarden uit artikel 16.65 lid 4 in acht worden genomen:

  • 1.

    het moet gaan om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving

  • 2.

    en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben.

Daarnaast heeft de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit de mogelijkheid een zienswijze naar voren te brengen voordat het college van B&W besluit om de uitgebreide procedure van toepassing te verklaren.

 

Aanvullende communicatie verzamelbesluit

Op 1 juli 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Door de Omgevingswet worden een groot aantal wetten en ministeriële regelingen samengevoegd tot één wet. Met bijbehorende Omgevingsregeling, Omgevingsbesluit en AMvB’s. Er gaat veel veranderen. Om te zorgen dat de Gemeente Berkelland op tijd klaar is voor de Omgevingswet moet de gemeenteraad een aantal besluiten nemen. Besluiten waarin keuzes worden gemaakt hoe we na 1 juli 2022 met de Omgevingswet willen gaan werken.

Hierbij is het uitgangspunt dat we onze dienstverlening na 1 juli 2022 zo goed mogelijk willen continueren. Daarom sluiten we bij de start van de Omgevingswet zoveel mogelijk aan bij onze huidige manier van werken.

Eén onderwerp willen we specifiek benoemen, de participatieplicht. Participatie heeft een belangrijke plek in de Omgevingswet gekregen. Als gemeente hechten we veel waarde aan goede participatie. We adviseren initiatiefnemers daarom op dit moment al tijdig op een passende manier in overleg te gaan met de omgeving. Onder de Omgevingswet is het mogelijk voor bepaalde initiatieven een participatieplicht op te leggen. De gemeenteraad heeft besloten hier nu nog geen gebruik van te maken. We kunnen als gemeente namelijk niet bepalen hoe de participatie er uit moet zien, alleen maar dat er participatie plaats vindt. Door extra in te zetten op advisering aan de voorkant, denken wij het participatieproces nog beter te maken, zonder dat er onbekende juridische onzekerheden worden ingebouwd. Zo voorkomen we ook mogelijke vertraging in bijvoorbeeld bouwplannen. We gaan daarom aan de slag met het opstellen van een participatiehandreiking. Om zo voor iedereen spelregels en verwachtingen over en weer duidelijk te maken.