Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Parkeerverordening 2022 Gehandicaptenparkeerkaart 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels Parkeerverordening 2022 Gehandicaptenparkeerkaart 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 14-12-2021 | 1807873 |
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 14 december 2021 de Beleidsregels Parkeerverordening 2022 Gehandicaptenparkeerkaart 2022 hebben vastgesteld.
De beleidsregels worden van kracht met ingang van 1 januari 2022.
Tegen het besluit tot vaststelling van de beleidsregels is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda,
Gelet op de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart, die gebaseerd is op de Wegenverkeerswet (artikel 13, tweede lid), het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (artikel 49 en 55) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (artikel 85 en 86),
Artikel 1 Definitie gehandicaptenparkeerkaart
Een gehandicaptenparkeerkaart betreft een parkeerkaart als bedoeld in artikel 49 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer inclusief een ingevolge de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart daarmee gelijkgestelde parkeerkaart
Artikel 2 Gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders
Het is niet vereist dat aanvragers van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders ook beschikken over een eigen motorvoertuig op meer dan 2 wielen of een brommobiel. Zij kunnen immers ook gebruik maken van bijvoorbeeld een huurauto of deelauto.
Artikel 4 Gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen
Instellingen waar gehandicapten verblijven, komen voor het vervoer van bewoners in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerkaart als deze bewoners:
ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard (tenminste 6 maanden) hebben, waardoor zij met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan één stuk te voet te overbruggen en voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;
De gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen wordt alleen verstrekt aan instellingen die zijn toegelaten op grond van artikel 5, eerste lid van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en die zorg verlenen als bedoeld in artikel 6 van de AWBZ. Dit zijn bijvoorbeeld instellingen voor gehandicapten en verpleeginstellingen.
Bij de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart dient de betreffende instelling onderbouwd aan te geven over hoeveel kaarten de instelling wenst te beschikken. Het aantal te verstrekken gehandicaptenparkeerkaarten is afhankelijk van het aantal bewoners in relatie met het aantal voertuigen dat de instelling tot haar beschikking heeft voor het vervoer van die bewoners.
Een gehandicaptenparkeerkaart is op grond van artikel 51 BABW vijf jaar geldig vanaf de dag van afgifte. De geldigheidsduur kan worden beperkt als volgens de keuringsarts verwacht mag worden dat binnen de genoemde termijn verbetering optreedt waardoor de aanvrager niet meer aan de gestelde criteria voldoet. Naar aanleiding van het geneeskundige onderzoek adviseert de keuringsarts over de geldigheidsduuren of de aanvrager opnieuw beoordeeld dient te worden na de verstreken termijn.
De gebruiker van de gehandicaptenparkeerkaart is zelf verantwoordelijk voor de tijdige verlenging de gehandicaptenparkeerkaart. De gemeente hanteert hierbij wel het beleid de gebruiker 8 weken voor afloop van de wettelijke termijn te informeren over het verstrijken van de geldigheidsduur en de te volgen procedure. Een verlengde gehandicaptenparkeerkaart geldt wederom voor maximaal 5 jaar. Er bestaat geen maximum m.b.t. het aantal keren dat een gehandicaptenparkeerkaart kan worden verlengd.
De gemeente is bij de verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart niet verplicht een geneeskundig onderzoek uit te voeren. Wanneer is te voorzien dat de gehandicapte ook in de toekomst blijft voldoen aan de criteria voor een gehandicaptenparkeerkaart, bijvoorbeeld in geval van een chronische handicap, neemt een keuringsarts dit in het eerste adviesrapport op.
Een gehandicaptenparkeerkaart is persoonsgebonden. Per aanvrager wordt slechts één kaart verstrekt.
Slechts het geval dat een gehandicaptenparkeerkaart is kwijtgeraakt, verloren of gestolen, wordt een duplicaat verstrekt. Bij het verstrekken van een duplicaat wordt de geldigheidsduur niet aangepast; de oorspronkelijke vervaldatum blijft gehandhaafd. De kwijtgeraakte, verloren of gestolen kaart wordt vervolgens als ongeldig aangemerkt.