Aanwijzingsbesluit DAEB ‘’Locatiegebonden impulsen sociale huurwoningen, Bestedingsplan Impuls voor de woonagenda’’

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 20 juli 2021 het Aanwijzingsbesluit DAEB ‘’Locatiegebonden impulsen sociale huurwoningen, Bestedingsplan Impuls voor de woonagenda’’ hebben vastgesteld.

Inwerkingtreding

Het aanwijzingsbesluit wordt van kracht met ingang van de eerste dag na die van deze bekendmaking.

Rechtsmiddelen

Tegen het aanwijzingsbesluit is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Tekst aanwijzingsbesluit

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;

gelet op:

• -

  Artikel 160 Gemeentewet;

• -

  artikel 14 en 106, tweede lid van hetVWEU;

• -

  de Vrijstellingsbeschikking van de Commissie voor diensten van algemeen economisch belang

• -

  2012/21/EU, Pb EU 2012 L 7;

• -

  het besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 (2012/21/EU), betreffende de

• -

  toepassing van artikel 106, lid 2, van het VWEU op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, het DAEB-Vrijstellingsbesluit,

Overwegende dat:

• -

  In het bestuursakkoord 2018-2022 Lef en Liefde het doel is geformuleerd om meer woningen in Breda voorradig te maken voor elke portemonnee.;

• -

  De gemeenteraad van Breda in november 2018 een motie heeft aangenomen om samen met woningcorporaties te investeren in sociale huur- en koopwoningen.;

• -

  De gemeenteraad van Breda bij raadsbesluit van 21 november 2019 het bestedingsplan ‘Impuls voor de woonagenda’ heeft vastgesteld. Hiermee is een bedrag EUR 14 miljoen beschikbaar gesteld om de realisatie van de woningbouwambities als omschreven in het bestuursakkoord 2018-2022 Lef en Liefde te stimuleren.;

• -

  Onderdeel van het bestedingsplan is het deel ‘Locatiegebonden impulsen’ waarvoor EUR 8,7 miljoen beschikbaar is gesteld. Hiervan is ruim 20% beschikbaar gesteld voor Locatiegebonden impulsen voor de realisatie van sociale huurwoningen, zijnde EUR 2,1 miljoen. Dit bedrag is voor nieuw te realiseren sociale huurwoningen die in de periode tot en met 2022 middels een nieuw bestemmingsplan planologisch mogelijk worden gemaakt en eventueel al in aanbouw worden genomen of zijn gerealiseerd.;

• -

  Op grond van artikel 106, tweede lid van hetVWEU (decentrale) overheden bepaalde diensten die in het algemeen belang worden uitgevoerd kunnen aanwijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB).;

• -

  Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere situatie die een DAEB inneemt binnen het mededingings- en staatssteunrecht een onderneming daarvoor specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB dient te worden belast.;

• -

  Met een beroep op het DAEB-vrijstellingsbesluit van de Europese Commissie steun in de vorm van een compensatie voor de DAEB is vrijgesteld van melding aan de Europese Commissie.;

• -

  In de “Alliantie Breda 2019 tot en met 2023”, zijn de prestatieafspraken vastgelegd die de gemeente Breda, de woningcorporaties Alwel, Laurentius en WonenBreburg en de lokale huurdersorganisaties CHAB, Huurderskoepel Laurentius en Bewonersplatform WonenBreburg Breda (tezamen genoemd 'Gezamenlijke Huurderskoepel Breda (GHK)’) met elkaar hebben gemaakt. De afspraken gelden voor de periode 2019 tot en met 2023.

• -

  Met de drie genoemde corporaties Alwel, Laurentius en WonenBreburg en de Gezamenlijke huurderskoepel Breda zijn op 26 juni 2019 prestatieafspraken gemaakt. Daarbij is specifiek voor de periode 2019 tot en met 2022 de versnellingsambitie vastgelegd om in deze vier jaar 1.200 sociale huurwoningen naar realisatie te brengen danwel in harde plannen vastte leggen. Hierbij ligt de nadruk op betaalbare huurwoningen.

• -

  De bouw en exploitatie van sociale huurwoningen door toegelaten instellingen op basis van artikel 45 van de Woningwet is aangemerkt als DAEB-activiteit.

Besluit: