Organisatie | Altena |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Altena 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Altena 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2021 |
Artikel 2 Rechthebbende individuele inkomenstoeslag
De krachten en bekwaamheden van de persoon. Als de persoon met zijn krachten en bekwaamheden geen zicht heeft op inkomensverbetering, is er recht op een individuele inkomenstoeslag. Wanneer de belanghebbende gedurende 36 maanden voor de peildatum een inkomen heeft ontvangen dat lager is dan 120% van de bijstandsnorm, wordt de belanghebbende geacht met zijn krachten en bekwaamheden geen zicht op inkomensverbetering te hebben. Als peildatum wordt gezien de datum waarop het recht op de individuele inkomenstoeslag ontstaat voor zover deze niet voor de aanvraagdatum ligt.
Artikel 3 Onderzoek naar inspanningen in andere gevallen
In de onderstaande gevallen hoeft geen onderzoek naar de inspanningen te worden verricht:
Bij personen die aantoonbare medische- en/of sociale beperkingen hebben, of die om andere redenen geen arbeidsperspectief hebben. Dit geldt zowel voor personen die een uitkering Participatiewet of een IOAW- / IOAZ uitkering ontvangen, als voor niet-uitkeringsgerechtigden. Deze informatie dient vastgelegd te zijn door derden in een rapportage, dan wel door een consulent van de gemeente Altena.
Personen met een WIA-, WAZ- of Wajong-uitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80 – 100%, worden in beginsel geacht voldoende te hebben getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. In dit geval hoeven de inspanningen van de partner niet onderzocht te worden en blijven deze buiten beschouwing.
Personen die in de referteperiode zakgeld van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers hebben ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag. Ten aanzien van deze personen wordt over de periode waarin de belanghebbende in het AZC verbleef, geen onderzoek ingesteld naar de inspanningen om tot inkomensverbetering te komen. Als referteperiode geldt de periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.
In alle andere gevallen moet de aanvrager gegevens aanleveren, waaruit blijkt dat hij zich voldoende heeft ingespannen om tot inkomensverbetering te komen. Over de laatste zes maanden dient aanvrager sollicitatieactiviteiten te kunnen aantonen. Minimaal 10 sollicitaties dienen in deze periode van zes maanden te hebben plaatsgevonden.
Indien het iemand betreft die zonder uitkering in deeltijd werkzaam is, stelt het college vast in hoeverre er sprake is van persoonlijke omstandigheden, waardoor het niet mogelijk is om een groter aantal uren werkzaam te zijn. De gezinssamenstelling speelt een rol bij deze beoordeling. Wanneer er schoolgaande kinderen tot en met de basisschool zijn in een één-oudergezin, wordt de ouder geacht aangewezen te zijn op een deeltijdbaan.