Organisatie | Altena |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Pleeggeldvergoeding 18+ AMV-er gemeente Altena 2022 |
Citeertitel | Beleidsregel pleeggeldvergoeding 18+ AMV-er gemeente Altena 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Pleeggeldvergoeding 18+ AMV’ er gemeente Altena.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders
Gelet op de Gemeentewet, artikel 1:3 van de Algemene wet Bestuursrecht;
Gelet op het feit dat conform landelijke afspraken de verantwoordelijkheid voor AMV-ers die de leeftijd van 18 jaar bereiken betreffende het bieden van huisvesting, begeleiding en andere ondersteuning bij de gemeente ligt;
Gelet op het feit dat de gemeente Altena het onwenselijk vindt dat een AMV-er, op het moment dat deze 18 jaar wordt, alleen zijn weg moet vinden in de maatschappij;
Vast te stellen, de volgende beleidsregel:
Opvangouders die de zorg hebben voor (een) AMV-pleegkind(eren) en hiervoor maandelijks een pleegvergoeding van het Nidos ontvangen en voor wie deze pleegvergoeding wegvalt omdat de AMV-er de leeftijd van 18 jaar bereikt, komen in aanmerking voor een pleeggeldvergoeding als:
Artikel 3 Hoogte tegemoetkoming
Bij het verstrekken van de vergoeding worden de onderstaande richtlijnen gehanteerd:
De vergoeding wordt maximaal verstrekt totdat het AMV-pleegkind de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt. Dan wel dat het AMV-pleegkind niet langer wordt opgevangen in het gezin van de opvangouder.
De opvangouder is verplicht om bij verhuizing of overlijden van de opvangouder, dan wel het pleegkind, een melding te maken bij de gemeente.
Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.