Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk
Gelet op de artikelen 3.2 lid 8, 3.4 lid 2, 3.8 en 9.1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2021-1.
Besluit
Vast te stellen de volgende regeling:
Financieel besluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2022
Paragraaf 1. Dienstverlening en ondersteuning, verstrekkingen
Artikel 1.1 Algemeen
- 1.
De hoogte van het pgb wordt vastgesteld op basis van de in deze paragraaf vermelde tarieven en voorts met inachtneming van het volgende:
- a.
het pgb stelt de cliënt in staat toereikende ondersteuning in te kopen, voor zover diensten bij een professionele hulpverlener worden ingekocht met inachtneming van het passende bruto cao-loon;
- b.
de hoogte van een pgb is begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte maatwerkvoorziening in natura of de offerte, bij ontbreken van een gemeentelijk contract;
- 2.
Indien de gemeente een onderhoudscontract met een voorkeursleverancier heeft voor de levering van onderhoud en reparatie, worden de bedragen uit het betreffende onderhoudscontract voor de levering van onderhoud en reparatie bij de kostprijs opgeteld en als zodanig in het pgb opgenomen.
Artikel 1.2 Hulp bij het huishouden
- 1.
De indicatie voor hulp bij het huishouden en de hoogte van het pgb wordt vastgesteld met inachtneming van de daartoe vastgestelde beleidsregels.
- 2.
De kostprijs van de door het college ingekochte maatwerkvoorziening hulp bij huishouden bedraagt per 1 januari 2022 € 28,80 per uur.
- 3.
Het tarief voor hulp bij het huishouden in de vorm van een pgb wordt op basis van de daartoe in de verordening maatschappelijke ondersteuning 2021-1, artikel 3.7, opgenomen regels bepaald.
Artikel 1.3 Begeleiding, dagbesteding, verblijf- en respijtzorg
- 1.
Bij de toekenning van een pgb voor begeleiding, dagbesteding, verblijf- en respijtzorg wordt onderscheid gemaakt in:
- a.
individuele begeleiding licht, regulier of specialistisch; en
- b.
dagbesteding regulier of specialistisch; en
- c.
kortdurend verblijf, in het kader van respijtzorg.
- 2.
De indicatie voor begeleiding, dagbesteding, verblijf- en respijtzorg en de hoogte van het pgb wordt vastgesteld met inachtneming van de daartoe vastgestelde beleidsregels.
- 3.
De kostprijs van de door het college ingekochte maatwerkvoorzieningen bedraagt voor
- a.
Individuele begeleiding licht: €36,00 per klantcontactuur;
- b.
individuele begeleiding regulier: €56,64 per klantcontactuur;
- c.
individuele begeleiding specialistisch: €67,68 per klantcontactuur;
- d.
dagbesteding regulier: €31,68 per dagdeel;
- e.
dagbesteding specialistisch: €35,52 per dagdeel;
- f.
Vervoer van en naar de dagbesteding zonder rolstoel (overig vervoer): €5,78 per 24 uur;
- g.
Vervoer van en naar de dagbesteding met rolstoel: €16,21 per 24 uur;
- h.
kortdurend verblijf: €154,08 per 24 uur.
- 4.
Het tarief voor begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf in de vorm van een pgb wordt op basis van de daartoe in artikel 3.7 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2021-1 opgenomen regels bepaald.
Artikel 1.4 Overige dienstverlening en ondersteuning
- 1.
Het pgb voor overige maatwerkvoorzieningen uitgevoerd door een persoon in dienst van een instelling bedraagt 100% van het toepasselijk tarief.
- 2.
Het pgb voor overige maatwerkvoorzieningen uitgevoerd door een persoon aangemerkt als Zelfstandig gevestigd bedraagt 85% van het toepasselijk tarief.
- 3.
Het pgb voor huishoudelijke hulp uitgevoerd door informele hulp bedraagt 50% van het toepasselijk tarief.
- 4.
Het pgb voor begeleiding uitgevoerd door informele hulp bedraagt €15,50 per uur.
- 5.
Het pgb voor dagbesteding uitgevoerd door informele hulp bedraagt €15,- per dagdeel, maximaal €141,- per maand
- 6.
Het pgb voor kortdurend verblijf uitgevoerd door informele hulp bedraagt €30,- per etmaal, maximaal €141,- per maand
- 7.
Het pgb voor een woonvoorziening, hulpmiddel of vervoersvoorziening wordt berekend op basis van de kostprijs van de voorziening die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt en rekening houdende met een reële termijn voor de technische afschrijving en de onderhouds- en verzekeringskosten.
Artikel 1.5 Berekening pgb voor roerende voorzieningen
- 1.
De hoogte van het pgb wordt gebaseerd op de kostprijs van de voorziening en bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate in de gemeente tijdig beschikbare maatwerkvoorziening in natura.
- 2.
Onderhoudskosten worden op declaratiebasis verstrekt tot een maximumbedrag wat de gemeente jaarlijks betaalt aan de leverancier van de voorziening.
- 3.
Het maximumbedrag voor verzekeringskosten wordt gebaseerd op de goedkoopste scootmobiel WA verzekering per jaar.
- 4.
De gemeente blijft ook na de afschrijvingstermijn verantwoordelijk voor de onderhouds- en verzekeringskosten. Wanneer deze kosten omgerekend meer dan €19,- per maand zijn, is de inwoner verplicht om het abonnementstarief als eigen bijdrage te betalen.
Paragraaf 2. Woonvoorzieningen
Artikel 2.1 Bouwkundige en woontechnische voorzieningen
- 1.
Het pgb voor een bouwkundige of woontechnische voorziening op grond van het bezoekbaar of logeerbaar maken wordt op basis van een offerte verstrekt. Deze voorziening kan slechts voor één woning worden toegekend.
- 2.
Bij het bepalen van een pgb voor een bouwkundige of woontechnische voorziening worden de volgende elementen meegewogen:
- a.
De aanneemsom, waarin begrepen de loon- en materiaalkosten voor het treffen van de voorziening. Indien de voorziening door de bewoner(s) zelf wordt getroffen dan vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor vergoeding in aanmerking.
- b.
De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde inde risicoregeling woning- en utiliteitsbouw (RWU 1991).
- c.
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom inclusief btw, voor zover het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing wordt ingeschakeld.
- d.
De leges voor de omgevingsvergunning: voor zover deze vergunning betrekking heeft op het treffen van de voorziening.
- e.
De verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting.
- f.
De door het college goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn.
- g.
De kosten in verband met noodzakelijk en technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing.
- h.
De kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening.
- i.
De kosten van benodigd verhard pad tussen de openbare weg en de plaats waar toegang is tot de aangebrachte voorziening, op basis van individueel maatwerk en uitgaande van de individuele situatie.
Paragraaf 3. Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.1 Vervoer van en naar dagbesteding
- 1.
Het pgb voor vervoer van en naar dagbesteding wordt berekend met inachtneming van de noodzakelijke wijze van vervoer.
- 2.
De hoogte van dit pgb bedraagt 100% van de kostprijs van de betreffende voorziening in natura.
Paragraaf 4. Financiële tegemoetkomingen
Artikel 4.1 Financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening
- 1.
Het maximale bedrag als tegemoetkoming voor een sportvoorziening is vastgesteld op €2600,-. De meeste aanvragen voor sportvoorzieningen worden gedaan voor sportrolstoelen. Rondvraag bij producenten van sportrolstoelen liet zien dat de gemiddelde prijs van zo’n sportrolstoel tussen de €2300,- en €3500,- ligt. Verder onderzoek bij andere gemeenten laat zien dat de gemiddelde tegemoetkoming voor sportvoorzieningen tussen de €2500,- en €3000,- ligt. Hierbij financieren de meeste gemeenten alleen een sportrolstoel.
- 2.
De gemeente Nijkerk is van mening dat iedere inwoner die een beperking ervaart en een sport wil beoefenen, hier de kans voor moet krijgen. Daarom stelt de gemeente Nijkerk dat de tegemoetkoming niet alleen beschikbaar voor sportrolstoelen, maar ook andere sporthulpmiddelen. De inwoner zal, net als bij maatwerkvoorzieningen in natura of via pgb, een abonnementstarief van €19,- per maand betalen totdat de kostprijs van de voorziening is bereikt of zolang de inwoner er gebruik van maakt.
Artikel 4.2 Financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten
- 1.
De gemeente Nijkerk kan een tegemoetkoming verstrekken voor vervoerskosten. Wanneer een inwoner een vervoersvoorziening als maatwerkvoorziening nodig heeft, maar het CVV of individuele taxivervoer geen adequate oplossingen zijn, dan kan de gemeente een forfaitaire tegemoetkoming toekennen aan de inwoner. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 2500 kilometer per jaar en heeft een hoogte van de door het rijk vastgestelde belastingvrije kilometervergoeding. Het maximale bedrag is, op het moment van schrijven, 2500 * €0,19 = €475,- per jaar. De inwoner zal, net als bij maatwerkvoorzieningen in natura of via pgb, een abonnementstarief van €19,- per maand betalen totdat de kostprijs van de voorziening is bereikt of zolang de inwoner er gebruik van maakt.
Artikel 4.3 Financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten
- 1.
Wanneer een inwoner moet verhuizen, omdat bijvoorbeeld een woning zodanig moet worden aangepast dat verhuizen de goedkoopst adequate oplossing is, kan een inwoner hiervoor gecompenseerd worden door middel van een tegemoetkoming in verhuis- en inrichtingskosten. De tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten wordt gebaseerd op de Nibud prijzengids 2020-2021. De Nibud prijzengids geeft de gemiddelde prijs van individuele meubelstukken weer, maar niet de kosten van een verhuizing.
- 2.
De gemeente Nijkerk hanteert een gemiddelde prijs voor de kosten van een verhuizing, gebaseerd op de verhuiskostentool van de consumentenbond. Hierbij wordt het woonoppervlakte vermenigvuldigd met het aantal kilometers van de verhuizing. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat het gemiddelde woonoppervlakte in Nederland in 2021 op 119 vierkante meter ligt. Het Kadaster laat zien dat de gemiddelde verhuisafstand naar een bestaande koopwoning in 2021 ligt op afgerond 13 kilometer. Deze kosten zijn vastgesteld zijn op €1121,-.
- 3.
De hoogte van de tegemoetkoming voor de herinrichting van de woning wordt gebaseerd op de Beleidsregels bijzondere bijstand 2019 van gemeente Nijkerk en de Nibud Prijzengids 2020-2021. De vergoeding is maximaal de helft van de richtprijzen van het NIBUD. Net als bij de tegemoetkoming voor saneringskosten wordt er alleen voor de herinrichting van gangbare ruimtes (woonkamer en eigen slaapkamer) een tegemoetkoming toegekend Gelet op het feit dat de inwoner zijn of haar eigen spullen over verhuist, kent de gemeente Nijkerk de helft van het inventarispakket voor een 1-persoons woon- en slaapkamer toe. Meubels kunnen (al dan niet deels) tweedehands worden gekocht. Dit brengt de maximale tegemoetkoming voor herinrichting op €1191,-.
- 4.
Het maximale bedrag als tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten is vastgesteld op €2312,-. De inwoner zal, net als bij maatwerkvoorzieningen in natura of via pgb, een abonnementstarief van €19,- per maand betalen totdat de kostprijs van de voorziening is bereikt of zolang de inwoner er gebruik van maakt.
Artikel 4.4 Financiële tegemoetkoming voor saneringskosten
- 1.
Wanneer een inwoner aantoonbare beperkingen ervaart door de stoffering in het huis, ten gevolge van het ontstaan van COPD, astma of een allergie, dan kan de inwoner aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming voor saneringskosten. Zoals beschreven in de beleidsregels komen alleen de vloerbedekking en raambekleding in de gangbare kamers (de woonkamer en eigen slaapkamer) in aanmerking voor een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming is gebaseerd op de Nibud Prijzengids 2020-2021 en is opgebouwd uit de kosten voor nieuwe gordijnen en nieuwe vinyl vloerbedekking voor een 1-persoons huishouden. Dit brengt de maximale tegemoetkoming voor sanering op €959,-.
- 2.
De hoogte van de tegemoetkoming is verder afhankelijk van het aantal jaar dat de huidige vloerbedekking en raambekleding al in gebruik is en de afschrijving hiervan:
Tot 2 jaar oud: 100% van de maximale tegemoetkoming.
Tot 4 jaar oud: 75% van de maximale tegemoetkoming.
Tot 6 jaar oud: 50% van de maximale tegemoetkoming.
Tot 8 jaar oud: 25% van de maximale tegemoetkoming.
Ouder dan 8 jaar: geen tegemoetkoming.
De inwoner zal, net als bij maatwerkvoorzieningen in natura of via pgb, een abonnementstarief van €19,- per maand betalen totdat de kostprijs van de voorziening is bereikt of zolang de inwoner er gebruik van maakt.
Paragraaf 5. Jaarlijkse waardering van mantelzorgers
Artikel 5.1 Doelgroep, vorm en aanvraag
- 1.
Een persoon die langdurig mantelzorg verleent aan een cliënt woonachtig in de gemeente komt in aanmerking voor een jaarlijkse blijk van waardering. Deze waardering wordt toegekend aan mantelzorgers die langer dan drie maanden gedurende meer dan acht uur per week onbetaalde zorgtaken verricht.
- 2.
De jaarlijkse waardering van mantelzorgers bestaat uit een cadeaubon ter waarde van maximaal €50,-.
- 3.
De waardering wordt toegekend op aanvraag van de mantelzorger. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het standaard aanvraagformulier.
Paragraaf 6. Slotbepaling
Artikel 6.1 Intrekking oude regeling en overgangrecht
- 1.
De Regeling maatschappelijke ondersteuning 2019, zoals vastgesteld bij collegebesluit van 11 december 2018, wordt ingetrokken.
- 2.
Een inwoner houdt recht op een lopende voorziening, verstrekt op grond van de ingetrokken regeling, totdat de gemeente een nieuw besluit heeft genomen.
- 3.
Op aanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit financieel besluit wordt beslist met inachtneming van de ingetrokken regeling, tenzij het nieuwe financieel besluit gunstiger is voor de inwoner.
- 4.
Het derde lid is overeenkomstig van toepassing op bezwaarschriften tegen beschikkingen waarvoor de aanvraag is ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit financieel besluit.
Artikel 6.2 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het gemeenteblad en treedt in werking de dag na bekendmaking.
- 2.
Deze regeling wordt aangehaald als: Financieel besluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2022.