Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022
CiteertitelVerordening precariobelasting 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2020.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2021nieuwe regeling

13-12-2021

gmb-2021-479254

21.0201605

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022

De raad van de gemeente Wageningen;

 

Gelezen:

het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 12 oktober 2021;

 

gelet op:

artikel 228 van de Gemeentewet

 

Besluit

________________________________________

 

De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022 vast te stellen.

________________________________________

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022

Artikel 1 - Definities

  • 1.

    Voor de toepassing van de tarieventabel wordt verstaan onder:

    • -

      een jaar: een kalenderjaar;

    • -

      een maand: een kalendermaand;

    • -

      een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

    • -

      een dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

    • -

      een niet-commerciële activiteit: een voor iedereen toegankelijk gebeuren, georganiseerd zonder winstoogmerk.

    • -

      voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) objecten;

    • -

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

  • 2.

    Gedeelten van de genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend.

Artikel 2 - Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'precariobelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is niet de onderhavige verordening maar de Verordening precariobelasting kabels en leidingen van toepassing.

Artikel 3 - Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene, van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 2, lid 1 bedoelde voorwerpen aanwezig zijn.

Artikel 4 - Heffingsgrondslag en tarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 5 - Berekening van de precariobelasting

  • 1.

    Bij voorwerpen op of boven gemeentegrond wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte welke door de voorwerpen wordt overdekt, tenzij anders bepaald.

  • 2.

    Bij voorwerpen onder gemeentegrond wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

Artikel 6 - Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 7 - Vrijstellingen

De belasting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    voorwerpen of werken ten behoeve van eigendommen, welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn, tenzij deze zijn verhuurd of in exploitatie zijn gegeven aan derden;

  • b.

    ten behoeve van het publiek aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingen;

  • c.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB en van andere vergelijkbare instellingen;

  • d.

    voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden, tot het toegankelijk maken van een eigendom;

  • e.

    voorwerpen of werken, welke noodzakelijk zijn ter uitoefening van de publiekrechtelijke taak door het rijk of door lagere overheden aangebracht of geplaatst;

  • f.

    borden boven openbare gemeentegrond aangebracht tot verhuur of verkoop van onroerende zaken, in het geval deze borden aan het te verhuren/verkopen object zijn bevestigd;

  • g.

    leidingen, masten en schotels c.a., welke dienen voor de doorgifte of versterking van antenne-signalen;

  • h.

    goten, bloembakken, regenpijpen, balkons, spionnen en dergelijke;

  • i.

    voorwerpen, uitsluitend gebezigd ten dienste van niet-commerciële doeleinden, gedurende een periode van maximaal twee weken;

  • j.

    halteborden, abri's, rijwielstallingen en dergelijke ten dienste van openbare vervoersdiensten;

  • k.

    feestverlichting of dergelijke voorwerpen, uitsluitend gebezigd in verband met evenementen ter opluistering van plaatselijke feesten of nationale feestdagen;

  • l.

    verwijzingsborden door de winkeliers in de Hoogstraatpromenade.

Artikel 8 - Wijze van heffing

  • 1.

    De jaarlijkse belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De niet-jaarlijkse belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of een ander schriftelijk stuk, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Het verschuldigde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de nota of ander schriftelijk stuk aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 9 - Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 10 - Betalingstermijn

  • 1.

    De aanslag of nota c.a. dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet of de nota.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening precariobelasting 2020 van 9 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening precariobelasting 2022.

Bijlage 1: Tarieventabel (BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2022)

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2021

 

de voorzitter,

 

de griffier,