Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2022 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
eerste wijziging wijzigt de tarieven per 1 januari 2023
artikel 223 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2022 | eerste wijziging | 03-11-2022 | |||
29-12-2021 | 29-12-2022 | nieuwe verordening | 04-11-2021 | 2326302 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6A Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 8 Termijnen van betaling
a. de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand, vermeld in de dagtekening van de aanslag;
b. de tweede termijn vervalt op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand, vermeld in de dagtekening van de aanslag.
a. de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand, vermeld in de dagtekening van de aanslag;
b. de tweede termijn vervalt op de laatste dag van de vierde maand volgend op de maand, vermeld in de dagtekening van de aanslag.
In afwijking van het eerste en tweede lid moeten aanslagen, zolang en voor zover de totaal verschuldigde bedragen daarvan door middel van automatische incasso kunnen worden geïnd, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand vermeld in de dagtekening van de aanslag maanden zijn, met dien verstande dat:
a. het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste acht bedraagt indien de aanslag binnen het van toepassing zijnde belastingjaar wordt geïnd;
b. het aantal termijnen drie bedraagt voor aanslagen die met een dagtekening na 1 september van het van toepassing zijnde belastingjaar worden opgelegd;
c. de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede en volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
De ‘Verordening Forensenbelasting van 2 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.