Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Beleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022
CiteertitelBeleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2021-11-01
  2. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inburgeren-in-nederland/nieuwe-wet-inburgering
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-479026

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 december;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de Wet Inburgering 2021;

Besluit vast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022.

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

  • b.

    Besluit: het Besluit inburgering 2021;

  • c.

    BRP: Basisregistratie personen;

  • d.

    Brede intake: de intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

  • e.

    COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • g.

    gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

  • h.

    inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3, eerste lid van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

  • i.

    inburgeringstraject: het traject dat is gericht op het afronden van het participatieverklaringstraject, het afronden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie en het behalen van het inburgeringsexamen, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute;

  • j.

    Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

  • k.

    Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute, als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

  • l.

    Maatschappelijke begeleiding: de begeleiding van asielstatushouder zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

  • m.

    MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

  • n.

    PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

  • o.

    PVT: het participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel a, van de Wet inburgering 2021;

  • p.

    Regeling: de Regeling inburgering 2021

  • q.

    TVS: Taakstellingvolgsysteem, waarin COA informatie met gemeenten deelt over asielstatushouders;

  • r.

    wet: de Wet inburgering 2021.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 2. Brede intake

  • 1.

    Het college start met de brede intake, zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop een inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan een bepaalde gemeente, de zogenoemde koppeling. Voor gezinsmigranten en overige migranten vindt de brede intake plaats binnen 2 weken na de inschrijving in het bevolkingsregister.

  • 2.

    De leerbaarheidstoets wordt afgenomen als onderdeel van de brede intake.

  • 3.

    Als het college op grond van artikel 14, tweede lid, van de Wet de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige voltooit, onderzoekt het college de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens waarover het college wel kan beschikken, zoals de gegevens uit het TVS.

 

Artikel 3. Het persoonlijk plan inburgering en participatie

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute door een andere gemeente al is vastgesteld, verhuist naar de gemeente Midden-Groningen, stelt de gemeente Midden- Groningen het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door de gemeente van vertrek is vastgesteld.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige krijgt van hetgeen in lid 1 is bepaald, een nieuwe PIP.

 

Artikel 4. Leerroutes

Het college biedt gezins- en overige migranten ook toegang tot de leerroutes, die zij zelf dienen te bekostigen.

 

Artikel 5. Voortgang inburgering

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat het voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeringsplichtige en voert hiertoe periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2.

    Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het Persoonlijk plan inburgering en participatie aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Het gaat daarbij in elk geval om:

  • a.

    de afgesproken leerroute;

  • b.

    de ondersteuning en begeleiding tijdens het inburgeringstraject;

  • c.

    de intensiteit van de verschillende onderdelen van het traject;

  • d.

    de participatie-activiteiten; en

  • e.

    de vorderingen en inzet van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Van ieder voortgangsgesprek worden de bevindingen met belanghebbende gedeeld.

  • 4.

    Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft kan het PIP geheel of op onderdelen worden aangepast.

 

Artikel 6. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • 1.

    Volgens de artikelen 22 en 23 van de wet legt het college een bestuurlijke boete op als de inburgeringsplichtige:

  • a.

    niet verschijnt op de brede intake

  • b.

    niet meewerkt aan de brede intake

  • c.

    niet meewerkt aan het afleggen van de leerbaarheidstoets

  • d.

    niet of onvoldoende meewerkt aan de begeleiding binnen het PIP

  • e.

    zich niet houdt aan de vastgestelde intensiteit van het PVT

  • f.

    zich niet houdt aan de vastgestelde intensiteit van de MAP

  • g.

    zich niet houdt aan de vastgestelde intensiteit van de leerroute

  • 2.

    Op grond van artikel 27 van de wet legt het college in afwijking van het eerste lid onder d geen boete op als de inburgeringsplichtige een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt, deze is verlaagd op grond van artikel 18 van de Participatiewet en de Afstemmingsverordening en het gaat om de volgende verplichtingen:

  • a.

    het aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;

  • b.

    inschrijving als werkzoekende bij tenminste 4 uitzendbureaus;

  • c.

    tijdige registratie als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en tijdige verlenging van de registratie;

  • d.

    het naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen;

  • e.

    het naar vermogen verkrijgen, behouden en aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid niet belemmeren door kleding, gebrek aan persoonlijke verzorging of gedrag

  • 3.

    Als in de gevallen genoemd in het tweede lid is afgezien van een verlaging of de verlaging is gematigd op grond van artikel18 lid 9 of 10 van de Participatiewet / de afstemmingsverordening of de verlaging is herzien op grond van artikel 18 lid 11 van de Participatiewet/de afstemmingsverordening wordt op grond van artikel 5:46 van de Awb afgezien van het opleggen van een boete.

  • 4.

    In de beschikking aan de inburgeringsplichtige vermeldt het college of er een boete op grond van de wet wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2022.

 

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Midden-Groningen 2022.

 

Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 21 december 2021,

Burgemeester, Adriaan Hoogendoorn

Gemeentesecretaris, Henk Mulder