Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Beleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022
CiteertitelBeleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmigratie en integratie - organisatie en beleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://wetten.overheid.nl/BWBR0020611/2021-01-01
  2. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-410.html
  3. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-38863.html
  4. https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2021-11-01
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-478579

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Gelet op de Wet inburgering 2021, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht ; Overwegende, dat:Het wenselijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de inburgering; BesluitVast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022

Overwegende, dat:

- Het wenselijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de inburgering;

BesluitVast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022

 

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

 

Artikel 1 - Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b. asielstatushouders: inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, Wet inburgering 2021;

  • c. AZC: asielzoekerscentrum;

  • d. Besluit: het Besluit inburgering 2021

  • e. BRP: Basisregistratie Personen;

  • f. COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers

  • g. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

  • h. inburgeringswetgeving: Wet inburgering 2021, Besluit inburgering 2021, Regeling inburgering 2021 en de op basis daarvan genomen besluiten van algemene strekking van het college;

  • i. ISI: Informatie Systeem Inburgering;

  • j. gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen die verblijf hebben op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021;

  • k. leerroute: de B1-route, de onderwijsroute of de Z-route zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet inburgering 2021

  • l. MAP: Module Arbeidsmarkt en Participatie;

  • m. NAW: naam-, adres-, en woonplaats

  • n. PIP: persoonlijk Plan Inburgering en Participatie;

  • o. PVT: participatieverklaringstraject.

 

Artikel 2 - Informatieverstrekking

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat inburgeringsplichtigen op adequate wijze informatie ontvangen over:

  • a. hun rechten en plichten op grond van de inburgeringswetgeving;

  • b. de MAP;

  • c. het PVT;

  • d. de leerroutes.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat asielstatushouders op adequate wijze informatie ontvangen over de maatschappelijke begeleiding.

 

Hoofdstuk 2 – Brede intake inburgeringsplichtigen

 

Artikel 3 – Brede intake

  • 1.

    Het college neemt de brede intake af zo snel mogelijk nadat de inburgeringsplichtige door het COA is gekoppeld aan de gemeente, maximaal 10 weken na inschrijving in het BRP.

  • 2.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

  • a. wat de brede intake inhoudt;

  • b. waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor de brede intake moet verschijnen;

  • c. dat de inburgeringsplichtige er recht op heeft om de gesprekken in het kader van de brede intake te voeren zonder dat daarbij andere mensen (bijvoorbeeld familieleden) aanwezig zijn dan professionals;d. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 3.

    Tussen de datum van de uitnodigingsbrief en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 4.

    Het college legt de relevante informatie die wordt verkregen in verband met de afname van de brede intake schriftelijk vast.

 

Hoofdstuk 3 – Onderdelen inburgeringsplicht

 

Artikel 4 – Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

  • 1.

    Het college beoordeelt op basis van de gegevens die het COA bij de eventuele voorinburgering heeft verkregen alsmede op basis van de uitkomsten van de brede intake welke leerroute voor de inburgeringsplichtige passend is.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 3.

    Het college stemt de keuze voor een leerroute in ieder geval af op de MAP, het PVT en de (eventuele) maatschappelijke begeleiding.

  • 4.

    Het college neemt de leerroute op in het PIP.

  • 5.

    Het college registreert de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI.

  • 6.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 7.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 8.

    Het college registreert de deelname en afronding van de leerroute en het taalniveau in het ISI.

 

Artikel 5 – PVT inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het PVT duurt minimaal 12 uur en bestaat uit twee onderdelen:

  • a. Een inleiding in de Nederlandse kernwaarden, waar minimaal 1 activiteit of excursie onderdeel van is voor een praktische uitwerking van de Nederlandse kernwaarden; en

  • b. De ondertekening van de participatieverklaring zoals omschreven in bijlage 1 van het Besluit.

  • 2.

    Het college neemt het PVT op in het PIP.

  • 3.

    Het college biedt inburgeringsplichtigen binnen maximaal 12 maanden na de verzending van het PIP het PVT aan.

  • 4.

    Het college registreert de deelname aan het PVT in het ISI.

  • 5.

    Bij afronding van de in het eerste lid bedoelde activiteiten ontvangt de inburgeringsplichtige een uitnodiging voor de ondertekening van de participatieverklaring.

  • 6.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

  • a. wat de ondertekening van de participatieverklaring inhoudt;

  • b. waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor ondertekening moet verschijnen;c. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor de ondertekening verschijnt.

  • 9.

    Tussen de datum van de uitnodigingsbrief en de ondertekening van de participatieverklaring liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 10.

    Het college registreert de ondertekende participatieverklaring in het ISI.

 

Artikel 6 –MAP inburgeringsplichtigen

  • 1.

    De MAP bestaat in ieder geval uit:

  • a. kennismaking met, en voorbereiding op de Nederlandse arbeidsmarkt; en

  • b. veertig uren stage.

  • 2.

    Het college beoordeelt op basis van de uitkomsten van de brede intake hoeveel uren en welke stage voor de inburgeringsplichtige passend zijn.

  • 3.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake MAP-activiteiten heeft verricht, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van veertig uren als bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 4.

    Bij de vaststelling van de MAP houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 5.

    Het college neemt de MAP op in het PIP.

  • 6.

    Het college biedt inburgeringsplichtigen binnen maximaal twaalf maanden na de verzending van het PIP de MAP aan.

  • 7.

    Het college registreert de deelname aan de MAP in het ISI.

  • 8.

    Na afronding van de theoretische uren en de stage nodigt het college de inburgeringsplichtige uit voor het eindgesprek ter afronding van de MAP.

  • 9.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

  • a. wat het eindgesprek inhoudt;

  • b. waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor het eindgesprek moet verschijnen;

  • c. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor het eindgesprek verschijnt.

  • 10.

    Tussen de datum van de uitnodigingsbrief en het eindgesprek liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 11.

    Het college doet verslag van het eindgesprek.

  • 12.

    Het college registreert de afronding van de MAP in het ISI.

 

Hoofdstuk 4 – Voortgangsgesprekken inburgeringsplichtigen

 

Artikel 7 – Voortgangsgesprekken

  • 1.

    De frequentie van de voortgangsgesprekken wordt vastgesteld op basis van de uitkomsten van de brede intake en afgestemd op de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat in het eerste jaar minimaal twee voortgangsgesprekken plaatsvinden.

  • 2.

    Het college neemt de frequentie van de voortgangsgesprekken op in het PIP.

  • 3.

    Het college vermeldt in de uitnodigingsbrief:

  • a. wat het voortgangsgesprek inhoudt;

  • b. waar en wanneer precies de inburgeringsplichtige voor het voortgangsgesprek moet verschijnen;

  • c. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet voor het voortgangsgesprek verschijnt.

  • 4.

    Tussen de datum van de uitnodigingsbrief en het voortgangsgesprek liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 5.

    Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken beziet het college de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 6.

    Het college doet verslag van het voortgangsgesprek.

 

Hoofdstuk 5 – Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders

 

Artikel 8 – Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders bevat in ieder geval:

  • a. ondersteuning en begeleiding bij het regelen van praktische zaken ten aanzien van voorzieningen zoals onder andere wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen, onderwijs en kennismaking met de lokale woonomgeving;

  • b. voorlichting over basisvoorzieningen en thema’s zoals onder andere wonen, inkomen, werk, zorg, onderwijs, opvoeding en kennismaking met maatschappelijke organisaties.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding wordt gegeven door medewerkers van een door het college aangewezen organisatie.

  • 3.

    De maatschappelijke begeleiding begint zo snel mogelijk, uiterlijk binnen 14 dagen nadat de inburgeraar het huurcontract ondertekent.

 

Hoofdstuk 6 – PIP inburgeringsplichtigen

 

Artikel 9 – PIP

  • 1.

    In het PIP worden vastgesteld:

  • a. de te volgen leerroute;

  • b. de daarvoor nodige ondersteuning en begeleiding (voortgangsgesprekken);

  • c. de afspraken over het PVT en de MAP;

  • d. voor zover van toepassing: de mogelijkheden van voor- of vroegschoolse educatie; en

  • e. indien het gaat om een asielstatushouder: de leerroute.

  • 2.

    Het PIP voor bijstandsuitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen bevat, naast het bepaalde in het eerste lid, de beschikkingen op grond van de Participatiewet inzake opgelegde arbeids- en re-integratieverplichtingen (en/of ontheffingen) en inzake toegekende re-integratievoorzieningen.

  • 3.

    Het PIP voor bijstandsuitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd bevat, naast het bepaalde in het eerste en het tweede lid, de ‘ontzorgingsbeschikking’ op grond van artikel 56a Participatiewet.

  • 4.

    Zo snel mogelijk na de afname van de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige in de gelegenheid tot samenspraak over de manier waarop de inburgeringsplichtige aan zijn inburgeringsplicht moet voldoen.

  • 5.

    Het college verzendt het PIP in ieder geval zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 10 weken na inschrijving in de BRP als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan de inburgeringsplichtige.

  • 6.

    Het college registreert de datum van vaststelling van het PIP in het ISI.

 

Hoofdstuk 7 – Overschakelen en afschalen

 

Artikel 10 – Overschakelen naar een andere leerroute

  • 1.

    De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is, bijzondere gevallen daargelaten, maximaal anderhalf jaar vanaf de dag na dagtekening van het PIP met dien verstande dat gedurende het gehele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route. De beoordeling van het college of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van het PIP was te verwachten, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Als de beoordeling bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtige over naar een andere leerroute en past het college het PIP aan.

  • 3.

    Het college registreert de wijziging van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen in het ISI

  • 4.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de nieuwe leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 5.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal drie maanden na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de nieuwe vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 6.

    Het college registreert de deelname en afronding van de nieuwe leerroute en het taalniveau in het ISI.

     

Artikel 11 – Afschalen

  • 1.

    Afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route is mogelijk na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen.

  • 2.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van 600 uren.

  • 3.

    De beoordeling of niveau B1 niet (op alle onderdelen) haalbaar is, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling en/of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Als de beoordeling bedoeld in het derde lid daartoe aanleiding geeft, schaalt het college (onderdelen van) de B1-route af naar A2-niveau en past het college het PIP aan.

 

Hoofdstuk 8 – Handhaving

 

Artikel 12 – Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, geeft het college hem een schriftelijke waarschuwing. In de schriftelijke waarschuwing vermeldt het college:

  • a. een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • b. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 2.

    Tussen de datum van de waarschuwing en de nieuwe datum voor de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 3.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de waarschuwing niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem een boete op. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. In de boetebeschikking vermeldt het college:

  • a. een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • b. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

    Tussen de datum van het boetebesluit en de nieuwe datum voor de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen en maximaal twee maanden.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de boete niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem opnieuw een boete op en voltooit het college de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. In de boetebeschikking vermeldt het college:

  • c. een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • d. wat de gevolgen zijn als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 5.

    Het college registreert de boete in het ISI.

 

Artikel 13 – Boete tijdens het inburgeringstraject

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige de verplichtingen uit het PIP niet of onvoldoende nakomt, legt het college hem een boete op.

  • 2.

    Voor inburgeringsplichtigen gaat het om de volgende verplichtingen:

  • a. deelnemen aan de voortgangsgesprekken;

  • b. deelnemen aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 3.

    Voor asielstatushouders gaat het daarnaast om de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 4.

    Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb.

  • 5.

    Het college registreert de boete in het ISI.

 

Artikel 14 – Samenloop inburgeringsboete en maatregel Participatiewet

Indien het college voor dezelfde gedraging een boete op grond van de Wet inburgering 2021 kan opleggen en de bijstand op grond van artikel 18 of 18b Participatiewet kan verlagen, dan kiest hij ervoor geen boete op te leggen en de bijstand te verlagen.

 

Hoofdstuk 9 – Slotbepalingen

 

Artikel 15 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Geertruidenberg 2022.

 

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

 

Artikel 1 - Definities

Onderdelen b en i.

Inburgeringsplichtigen worden onderscheiden in asielstatushouders enerzijds en gezinsmigranten en overige migranten anderzijds. In schema:

*

Het onderscheid is op diverse punten van belang. Zo biedt het college alleen asielstatushouders een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen (artikel 4 van deze beleidsregels). Alleen asielstatushouders krijgen maatschappelijke begeleiding (artikel 8 van deze beleidsregels). De inhoud van het PIP is voor asielstatushouders uitgebreider: het bevat ook de intensiteit van de leerroute (artikel 9 van deze beleidsregels). In verband daarmee geldt voor asielstatushouders ook een extra boete: de gemeentelijke boete voor het zich niet houden aan de in PIP vastgestelde intensiteit van de leerroute, oftewel, de boete voor het niet verschijnen bij de inburgeringscursus of het taalschakeltraject (artikel 13 van deze beleidsregels).

 

Zogenoemde nareizigers vallen onder het begrip asielstatushouders. Met de term nareizigers wordt meestal gerefereerd aan nareizigers met een afhankelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Zij vallen onder artikel 13, eerste lid, onderdeel a, Wet inburgering 2021. Soms wordt met de term nareizigers gerefereerd aan nareizende familieleden die vallen onder artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021. In dat geval gaat het om inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Beide typen nareizigers vallen onder het begrip asielstatushouders en niet onder het begrip gezinsmigranten en overige migranten.

 

Artikel 2 – Informatieverstrekking

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 3 – Brede intake

De brede intake is een onderzoek naar de mogelijkheden die de inburgeringsplichtige heeft om aan de inburgeringsplicht te voldoen. In artikel 5.2, tweede lid, van het Besluit inburgering 2021 wordt voorgeschreven dat de gemeente de inburgeringsplichtige erop wijst dat hij het recht heeft om de gesprekken in het kader van de brede intake alleen met de gemeente te voeren, dus zonder de aanwezigheid van een partner of een ander persoon (bijvoorbeeld een familielid of iemand anders uit de persoonlijke levenssfeer van de inburgeringsplichtige). Deze bepaling ziet niet op degene die de inburgeringsplichtige vanuit zijn professie kan ondersteunen en begeleiden tijdens de gesprekken, zoals bijvoorbeeld een tolk of een maatschappelijk begeleider. De gevolgen als de inburgeringplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt zijn beschreven in artikel 12 van deze beleidsregels.

 

Artikel 4 – Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushoudersVoor alle inburgeringsplichtigen wordt beoordeeld welke leerroute passend is.

 

Artikel 5 – PVT inburgeringsplichtigen

Voor asielstatushouders die de Z-route volgen geldt dat het PVT (samen met de MAP) onderdeel is van hun 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen de Z-route (artikel 3.14, vijfde lid, Besluit inburgering 2021). Gezinsmigranten en overige migranten die de Z-route volgen hebben in het geheel geen 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen die Z-route (artikel 3.14, derde lid, Besluit inburgering 2021).

 

Artikel 6 –MAP inburgeringsplichtigen

Voor asielstatushouders die de Z-route volgen geldt dat de MAP (samen met het PVT) onderdeel is van hun 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen de Z-route (artikel 3.14, vijfde lid, Besluit inburgering 2021). Gezinsmigranten en overige migranten die de Z-route volgen hebben in het geheel geen 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen die Z-route (artikel 3.14, derde lid, Besluit inburgering 2021).

 

Inburgeringsplichtigen die de onderwijsroute (taalschakeltraject) volgen of hebben gevolgd zijn wettelijk vrijgesteld van de plicht om de MAP te volgen en af te ronden.

 

Artikel 3.1 Regeling inburgering 2021 schrijft een norm voor van veertig uren gericht op de praktische inzet van de inburgeringsplichtige op de arbeidsmarkt en deze urennorm wordt ingevuld met een stage (eerste lid, onderdeel b). Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake MAP-activiteiten heeft verricht, dan kunnen deze bestede uren in mindering worden gebracht op die urennorm (artikel 3.2, derde lid, Besluit inburgering 2021).

 

De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek tussen de gemeente en de inburgeringsplichtige, waarin de opgedane kennis, vaardigheden en praktijkervaring worden besproken

 

Artikel 7 – Voortgangsgesprekken

De cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling verstrekken het college gegevens over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige. Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken beziet het college de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige (vijfde lid).

 

Artikel 8 – Maatschappelijke begeleiding

Alleen asielstatushouders krijgen maatschappelijke begeleiding.

 

Artikel 9 – PIP

Voor alle inburgeringsplichtigen stelt het college een PIP vast. De inhoud van het PIP is gereguleerd in artikel 15 Wet inburgering 2021.

 

Het college verzendt het PIP in ieder geval zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 10 weken na inschrijving in de BRP aan de inburgeringsplichtige. Deze regel geldt ook als een andere gemeente voor de verhuizing van de inburgeringsplichtige een PIP voor hem had vastgesteld (artikel 5.3, tweede lid, Besluit inburgering 2021). Bij het overschakelen naar een andere leerroute of afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route past het college het PIP aan en wordt het nieuwe PIP aan de inburgeringsplichtige verzonden.

 

Artikel 10 – Overschakelen naar een andere leerroute

De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is maximaal anderhalf jaar vanaf de aanvang van de inburgeringstermijn, met dien verstande dat gedurende het gehele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route (artikel 5.4, eerste lid, Besluit inburgering 2021). De inburgeringtermijn begint te lopen op de dag na dagtekening van het PIP. In bijzondere gevallen die de inburgeringsplichtige betreffen, kan het college afwijken van de termijn van anderhalf jaar (artikel 5.4, tweede lid, Besluit inburgering 2021).

 

Artikel 11 – Afschalen

Afschalen is mogelijk na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen (eerste lid). Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan heeft het college de mogelijkheid deze bestede uren in mindering te brengen op de urennorm van 600 uren (artikel 5.5, tweede lid, Besluit inburgering 2021). Het college maakt gebruik van deze mogelijkheid als deze situatie zich voordoet (tweede lid), ook wanneer het daarbij gaat om in het kader van de brede intake gevolgd alfabetiseringsonderwijs.

 

Artikel 12 – Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht

Samenvattend ziet de systematiek van oproep en boeteoplegging er als volgt uit:

  • a)

    Oproep met oproeptermijn;

  • b)

    Niet verschenen binnen oproeptermijn? Waarschuwing, herhaalde oproep en nieuwe termijn (niet begrensd);

  • c)

    Niet verschenen binnen nieuwe termijn? Boete, herhaalde oproep en nieuwe termijn (begrensd tot 2 maanden);

  • d)

    Niet verschenen binnen deze nieuwe termijn? Boete en voltooiing brede intake in afwezigheid inburgeringsplichtige.

 

Bij het niet verschijnen op, of niet meewerken aan de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete.

 

De boete bedraagt € 250 (artikel 7.1, eerste lid, Besluit inburgering 2021). Er is hier sprake van een gefixeerde boete. Dit betekent dat het college geen lagere boete kan opleggen, behoudens het geval van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld omstandigheden die verband houden met zijn draagkracht) (artikel 5:46, derde lid, Awb).

 

Het college legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten (artikel 5:41 Awb). In de Awb zijn nog meer gronden opgenomen om geen boete op te leggen, zoals de rechtvaardigingsgrond (artikel 5:5 Awb), waarbij bijvoorbeeld te denken valt aan de situatie waarin de inburgeringsplichtige niet op een oproep voor de brede intake verschijnt omdat hij gehoor geeft aan een uitnodiging voor een begrafenis van een familielid.

 

Het totaal aan boetes beloopt gedurende de inburgeringstermijn of de eventueel door DUO verlengde inburgeringstermijn ten hoogste € 2.400.

 

Het totaal aan boetes beloopt gedurende de nieuwe termijn die DUO geeft bij het opleggen van een boete ten hoogste:

 

€ 400 bij een nieuwe termijn van zes maanden;

€ 800 bij een nieuwe termijn van een jaar;

€ 1.200 bij een nieuwe termijn van anderhalf jaar;

€ 1.600 bij een nieuwe termijn van twee jaar.

 

Onder artikel 12 van deze beleidsregels valt ook het niet meewerken aan de leerbaarheidstoets.

 

Artikel 13 – Boete tijdens het inburgeringstraject

De cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling verstrekken het college gegevens over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige. Deze gegevens dienen niet alleen om de voortgangsgesprekken voor te bereiden (artikel 7 van deze beleidsregels) en om te beoordelen of overschakelen naar een andere leerroute of afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route aan de orde is (artikelen 10 respectievelijk 11 van deze beleidsregels). Ze dienen ook om te kunnen beoordelen of een boete aan de orde is.

 

De boete bedraagt € 50 (artikel 7.1, tweede lid, Besluit inburgering 2021). Er is hier sprake van een gefixeerde boete. Dit betekent dat artikel 5:46, derde lid, Awb van toepassing is en dat het college een lagere bestuurlijke boete oplegt indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.

 

De boete wordt steeds met 100 procent van het boetebedrag verhoogd tot een bedrag van ten hoogste € 800, indien binnen een tijdvak van twaalf maanden voorafgaand aan de dag van constatering van de overtreding, een eerdere overtreding, bestaande uit het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen uit het PIP is geconstateerd. Voorwaarde daarbij is dat, als de nieuwe overtreding wordt begaan, de boete vanwege de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden (artikel 7.1, derde lid, Besluit inburgering 2021). Hierbij past het college de volgende opbouw toe:

 

€ 50 bij een eerste boete;

€ 100 bij een tweede boete;

€ 200 bij een derde boete;

€ 400 bij een vierde boete; en

€ 800 bij een vijfde en verdere boete.

 

Als de termijn tussen twee overtredingen van de afspraken uit het PIP meer dan 12 maanden is, dan moet het college opnieuw beginnen met een boete van € 50.

Bij het opleggen van de boete worden de volgende uitgangspunten in acht genomen (artikel 7.1, vierde lid, Besluit inburgering 2021):

indien er sprake is van opzet, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 100 procent;

indien er sprake is van grove schuld, wordt de boete vastgesteld op 75 procent;

indien er geen sprake is van opzet of grove schuld wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 50 procent;

indien er sprake is van verminderde verwijtbaarheid wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 25 procent.

 

Het college legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten (artikel 5:41 Awb). In de Awb zijn nog meer gronden opgenomen om geen boete op te leggen, zoals de rechtvaardigingsgrond (artikel 5:5 Awb), waarbij bijvoorbeeld te denken valt aan de situatie waarin de inburgeringsplichtige niet deelneemt aan een activiteit in het kader van het PVT omdat hij gehoor geeft aan een uitnodiging voor een begrafenis van een familielid.

 

Het totaal aan boetes tijdens het inburgeringstraject (artikel 13 van deze beleidsregels) en de boetes bij het niet verschijnen bij, of het niet meewerken aan de brede intake (artikel 12 van deze beleidsregels) is gemaximeerd in artikel 7.1, vijfde lid, Besluit inburgering 2021. Zie hierover verder de toelichting op artikel 12 van deze beleidsregels.

 

Artikel 14 – Samenloop inburgeringsboete en maatregel Participatiewet

Dit artikel heeft twee belangrijke implicaties:

 

Het college verlaagt de uitkering van de inburgeringsplichtige wanneer hij niet verschijnt bij de aangeboden inburgeringscursus en daarmee niet voldoet aan de inspanningsverplichting voor bijstandsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen, voor zover dit noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en behouden van algemeen geaccepteerde arbeid (artikel 18b Participatiewet). Het college legt dan geen boete op wegens het niet nakomen van een PIP-verplichting.

 

Het college verlaagt de uitkering van de inburgeringsplichtige wanneer hij niet verschijnt bij de aangeboden inburgeringscursus of niet deelneemt aan de MAP en het college die inburgeringscursus of MAP heeft aangeboden als voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling in de zin van de Participatiewet (artikel 9 lid 1 onderdeel b Participatiewet en artikel 18 Participatiewet). Het college legt dan geen boete op wegens het niet nakomen van een PIP-verplichting.

 

Als de bijstand eenmaal is verlaagd op grond van artikel 18 of 18b van de Participatiewet, dan mag het college, op grond van artikel 27 Wet inburgering 2021, geen boete meer opleggen op grond van de Wet inburgering 2021.

 

Met artikel 14 van deze beleidsregels vult het college zijn bevoegdheid om een boete op grond van de Wet inburgering 2021 nader, of preciezer, iets restrictiever in dan artikel 27 Wet inburgering 2021 dat doet. De reden daarvoor is gelegen in de rechtsgelijkheid van inburgeringsplichtigen. Artikel 27 Wet inburgering 2021 verhindert op zichzelf namelijk niet dat er in de praktijk diverse situaties kunnen ontstaan die tot rechtsongelijkheid leiden.

 

Artikel 15 – Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.


*

Asielstatushouder: artikel 13, eerste lid, Wet inburgering 2021

Gezinsmigrant en overige migrant: artikel 19 Wet inburgering 2021

1. Inburgeringsplichtige die rechtmatig verblijf heeft op grond van een:

a. verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd; of

b. verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, verleend onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid, voor verblijf bij een houder van een:

1. verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;

2. verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000; of

3. EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene die is verleend met een aantekening internationale bescherming als bedoeld in artikel 45c, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Inburgeringsplichtige die verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van een inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021.