Beleidsregels wegslepen van voertuigen gemeente Laarbeek 2021

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Wet: de “Wegenverkeerswet 1994”;

• b.

  Besluit: het “Besluit wegslepen van voertuigen”;

• c.

  RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

• d.

  Voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

• e.

  Wegen: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b van de wet.

De wegsleepregeling wordt toegepast als een foutgeparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, wordt aangetroffen en de noodzaak voor wegslepen duidelijk is.

Alleen een bevoegde functionaris is bevoegd om, na het constateren van de overtreding, opdracht te geven om een voertuig weg te laten slepen. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen is eerst een waarnemingstijd nodig.

• •

  Verbod stil te staan

  Voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

• •

  Parkeerverboden

  Bij parkeerverboden geldt een waarnemingstijd van tien minuten voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

• •

  Parkeren op laad- en loshavens

  Bij laad- en loshavens geldt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

5.1 Besluit bestuursdwang

• 1.

  De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie het takelbedrijf in.

• 2.

  De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelbedrijf.

• 3.

  Na de komst van de takelwagen maakt het takelbedrijf een foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto c.q. foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen.

• 4.

  De bevoegde functionaris vult een exemplaar van het Besluit tot toepassing van bestuursdwang in en overhandigt dat aan het takelbedrijf.

• 5.

  Het takelbedrijf maakt zo snel mogelijk twee kopieën en stuurt één exemplaar naar de gemeente en neemt één exemplaar op in het bewaringsregister. Het origineel is bestemd voor de eigenaar/houder van het voertuig. Zie ook paragraaf 5.3

• 6.

  Het takelbedrijf vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten ter plaatse het proces-verbaal van meevoeren en opslaan in. Op dit formulier wordt eventuele schade aan het voertuig genoteerd. Dit document wordt ondertekend door zowel een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf) als de bevoegde functionaris.

• 7.

  Na aankomst op de bewaarplaats controleert het takelbedrijf het voertuig nogmaals op beschadigingen en maakt indien nodig een foto. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het proces-verbaal van meevoeren en opslaan.

• 8.

  Het proces-verbaal van meevoeren en opslaan wordt opgenomen in het bewaringsregister.

5.2 Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het proces-verbaal van meevoeren en opslaan en gefotografeerd. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen wordt genoteerd en gefotografeerd.

5.3 Sleepfasen

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in twee fasen:

FASE I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. De takelwagen is onderweg of ter plaatse. De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen. De kosten volgens het tarief dat is verbonden aan het overbrengen en bewaren dienen te worden voldaan aan het takelbedrijf. Gebeurt dat niet dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

FASE II:

Het voertuig is weggesleept en in bewaring gesteld. Teruggave van het voertuig kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de wegsleepkosten en (na 72 uur) na betaling van de kosten van bewaring.

6.1 Aanvang van het bewaren

Het tijdstip van bewaren van een weggesleept voertuig gaat in op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring. Na 72 uur bewaring worden kosten in rekening gebracht.

6.2 Plaats van het bewaren

De weggesleepte voertuigen worden bewaard op het terrein Garage en takelbedrijf Harrie van der Heijden, gevestigd Wethouder Donkersstraat 1, 5469VL te Erp.

6.3 Bewaarprocedure

• 1.

  Het voertuig wordt conform artikel 6.2 bewaard op de daarvoor aangewezen plaats.

• 3.

  Het takelbedrijf is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken) in het bewaringsregister.

• 4.

  Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het takelbedrijf een ‘proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ op.

7.1 Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten, genoemd in artikel 4 van de Wegsleepverordening gemeente Laarbeek 2021 betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.

7.2 Procedure teruggave

• 1.

  De eigenaar/houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs.

• 2.

  Door overhandiging van het origineel van het besluit tot toepassing van bestuursdwang wordt dit besluit aan de rechthebbende bekend gemaakt. Van de overhandiging wordt een aantekening gemaakt in het bewaringsregister.

• 3.

  De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan de bewaarder voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van de bewaarder een rekening.

• 4.

  Een kopie van de rekening wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

• 5.

  In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

7.3 Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig.

Zodra die bekend is, stuurt het college aan de eigenaar/houder van het voertuig het besluit tot toepassen van bestuursdwang. In dit besluit is de gepleegde overtreding vermeld en het in bewaring nemen van het voertuig evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

Ingeval een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, dan wel indien de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, kan het voertuig worden verkocht, weggegeven e.d. vanaf 14 dagen na het uitgaan van het besluit aan de rechthebbende. Het takelbedrijf draagt namens het college zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig. De gemeente krijgt de opbrengst van de verkoop. Een in bewaring gesteld voertuig wordt niet eerder verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

8.1 Inschrijven in bewaringsregister

Het college wijst de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aan die namens het college het register beheert. In het bewaringsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

Bij inbewaringstelling:

• •

  het besluit tot toepassing van bestuursdwang;

• •

  een afschrift van het proces-verbaal (conform art. 5:29 lid 2 Algemene wet bestuursrecht);

• •

  datum en tijdstip van inbewaringstelling;

Bij teruggave:

• •

  de datum en tijdstip van bekendmaking/overhandigen van het besluit tot toepassing bestuursdwang;

• •

  de datum en tijdstip waarop het voertuig is opgehaald;

• •

  de naam en het adres van degene die het voertuig heeft opgehaald evenals de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

• •

  het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

Bij niet afhalen:

Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:

• •

  de datum van de bekendmaking van het besluit tot toepassing bestuursdwang;

• •

  de naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt.

Bij verkoop/vernietiging:

• •

  de datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandverklaring of de vernietiging;

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Beleidsregels wegslepen van voertuigen gemeente Laarbeek 2021