Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2022 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2021.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2021 | nieuwe regeling | 23-12-2021 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hostel: een gebouw of onderkomen, in hoofdzaak bestemd voor trekkers en jongeren die in de regel slaapplekken per bed huren, met een gemeenschappelijke slaapzaal, sanitair en kookfaciliteiten. Ook wanneer er in het hostel privékamers met eigen sanitair verhuurd worden, blijft het onder de categorie hostel vallen.
Camping: een terrein dat grotendeels bestemd is dan wel geschikt gemaakt is voor mobiele kampeeronderkomens.
Pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden.
Riviercruiseschip/motorcharter: een schip dat bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers, over vaarwegen, die om recreatieve redenen deelnemen aan die reis.
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid is een voorlopige aanslag welke is opgelegd voor de elfde maand van het belastingjaar, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld nog maanden van het belastingjaar overblijven. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen inspecteur, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.