Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening activiteitenfonds 2022 voor inwoners van de gemeente Maashorst van 18 jaar en ouder |
Citeertitel | Verordening activiteitenfonds 2022 voor inwoners van de gemeente Maashorst van 18 jaar en ouder |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Activiteitenfonds Uden 2018 en de Verordening Participatiefonds 2015 Landerd.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 16-12-2021 |
gelezen het besluit van de stuurgroep Maashorst van 2 november, bekrachtigd door het college van B&W van 2 november 2021;
Gelet op het bepaalde in artikel 108 en artikel 149 van de Gemeentewet
Overwegende dat het wenselijk is financiële belemmeringen voor deelname aan maatschappelijke activiteiten op het gebied van sportieve, sociaal-culturele en educatieve activiteiten te verminderen of zoveel mogelijk op te heffen voor volwassenen vanaf 18 jaar en ouder.
Overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van een vergoeding activiteitenfonds aan uitkeringsgerechtigden en jongeren van 18 jaar of ouder bij verordening te regelen
Verordening activiteitenfonds 2022 voor inwoners van de gemeente Maashorst van 18 jaar en ouder
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities/begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
vermogen: het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Het vermogen in de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Daarnaast wordt buiten beschouwing gelaten het bedrag dat de inwoner als gedupeerde in de toeslagenaffaire en op grond van de Catshuisregeling aan compensatie heeft ontvangen.
Hoofdstuk 2 Doel, doelgroep en voorwaarden
Het doel van het activiteitenfonds is om inwoners van Maashorst met een minimuminkomen of net daarboven in staat te stellen deel te (blijven) nemen aan sociale sportieve, educatieve en culturele activiteiten
Artikel 3 Doelgroep financiële tegemoetkoming
Voor een financiële tegemoetkoming komen in aanmerking: belanghebbende(n) van 18 jaar of ouder en zijn of haar eventuele partner, die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantiegeld, waarbij geen rekening gehouden wordt het met kunnen delen van kosten als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet.
Artikel 4 Kostensoorten financiële tegemoetkoming
Voor een financiële tegemoetkoming komen in ieder geval de volgende kosten in aanmerking:
de in Nederland gemaakte kosten van:
Hoofdstuk 3 Aanvraag en onderzoek, hoogte van de financiële tegemoetkoming en mogelijkheid tot terugvordering
Artikel 7 Hoogte financiële tegemoetkoming
De bedragen genoemd in het eerste lid worden jaarlijks, met ingang van 1 januari 2023, geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het toe te passen percentage betreft het definitieve cijfer Consumentenprijzen van alle bestedingen, prijsindex 2015=100, jaarmutatie, periode september. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt elk half jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe jaarlijks na inwerkingtreding van de verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de verordening in de praktijk.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2021.
De raad voornoemd
de griffier
drs. G.J. de Graaf
de burgemeester
drs. H.A.G. Hellegers
Toelichting Verordening activiteitenfonds voor volwassenen gemeente Maashorst 2022
Met ingang van 1 januari 2022 fuseren de gemeente Uden en de gemeente Landerd tot de nieuwe gemeente Maashorst.
De verordening harmoniseert diverse voorzieningen welke de gemeente Uden en Landerd voor minima kennen. Deze nieuwe verordening vervangt de eerder vastgestelde verordening activiteitenfonds voor volwassenen Uden 2018 en de Participatiefonds 2015 gemeente Landerd.
Van toepassing zijnde bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnormen zijn terug te vinden in artikel 3.2 van de Participatiewet. De ‘van toepassing zijnde bijstandsnorm’ verdient nog een toelichting. Per 1 januari 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Hierdoor wordt de uitkering lager al naar gelang er meer volwassenen in dezelfde woning wonen. Als we het recht op een financiële tegemoetkoming koppelen aan de kostendelersnorm komen veel werkende niet in aanmerking, omdat zij minimaal het wettelijk minimumloon verdienen en bij inwoning dus een hoger inkomen hebben dan de kostendelersnorm. Dit willen we voorkomen. Daarom is in artikel 3 opgenomen dat er geen rekening gehouden wordt het kunnen delen van de kosten als bedoeld in artikel 22a Participatiewet.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3 Doelgroep financiële tegemoetkoming
Voor deze afbakening is gekozen om duidelijk aan te geven dat belanghebbenden ook met een ander inkomen dan een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet in aanmerking kunnen komen, namelijk alle inwoners met een inkomen onder de 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Verder is er voor belanghebbenden als bedoeld in hoofdstuk 2 ingebouwd, dat dit inkomen in ieder geval enige tijd (6 maanden voorafgaand aan de peildatum) beneden de 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm moet zijn geweest. De reden hiervoor is dat er wel gesproken moet kunnen worden van burgers die als gevolg van een laag inkomen in hun maatschappelijke participatie worden bedreigd. Van iemand die vorige maand werkloos is geworden en sedertdien een laag inkomen heeft (en wellicht zelfs beschikt over enige reserves) kan niet worden gezegd dat er al sprake is van het gevaar van sociale uitsluiting, niet mee kunnen doen etc.
Artikel 4 Kostensoorten financiële tegemoetkoming
In dit artikel staan de meest voorkomende activiteiten maatschappelijke participatie waarvoor een voorziening kan worden getroffen. Als in een individueel geval wordt geoordeeld dat een andere activiteit dan hier genoemd staat, aangewezen is om de belanghebbende in voldoende mate te kunnen laten participeren, dan kan natuurlijk hiervoor worden gekozen. Dit artikel biedt ruimte voor maatwerk. Een voorbeeld hiervan is de persoon die als gevolg van huisgebondenheid door middel van een internetabonnement maatschappelijk kan deelnemen. Kosten kunnen uitsluitend worden vergoed voor activiteiten die in Nederland plaatsvinden.
Artikel 5 Overige kosten en onvoorziene omstandigheden
Onder overige kosten vallen bijvoorbeeld ook de (gedeeltelijke) kosten voor de aanschaf van een laptop.
Dit artikel biedt burgemeester en wethouders de mogelijkheid in alle niet-voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden.
Artikel 6 Aanvraag financiële tegemoetkoming en beslistermijn
Dit alles met de beperking dat dit in het belang moet zijn van de aanvraag. Burgemeester en wethouders mogen dus geen gegevens opvragen waarin zij uit anderen hoofde geïnteresseerd zijn.
Artikel 7 Hoogte financiële tegemoetkoming
In dit artikel ligt de hoogte van de verstrekking vast. Indexering is overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het toe te passen percentage betreft het definitieve cijfer Consumentenprijzen van alle bestedingen, prijsindex 2015=100, jaarmutatie, periode september.
Artikel 8 Intrekken en terugvorderen
In de regeling is duidelijk omschreven dat er een bestedingsverplichting is. Er kan steekproefsgewijs worden gecontroleerd en het college heeft een terugvorderingsbevoegdheid. Van een ongerichte inkomenssuppletie is daardoor geen sprake. Bovendien is er door deze werkwijze voldoende oog voor rechtmatigheid.
Burgemeester en wethouders brengen in ieder geval elk half jaar verslag uit aan de gemeenteraad. In ieder geval rapporteert het college aan de gemeenteraad over;
Op grond van dit artikel kan het gemeentelijk beleid worden geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, dient de evaluatie tot aanpassing van de verordening te leiden.