Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren |
Citeertitel | Parkeerplaatsenverordening 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | verkeer |
Deze regeling wordt vervangen door de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en verlening van vergunningen voor parkeren 2013.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-07-2013 | intrekking | 28-03-2013 Gemeenteblad van Utrecht, 2013, 30 | Raadsvoorstel jaargang 2013, nr. 30 | |
03-02-2005 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 09-12-2004 Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 60 | Raadsvoorstel 2004, nr. 228 | |
03-02-2005 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 09-12-2004 Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 60 | Raadsvoorstel 2004, nr. 228 | |
03-02-2005 | 01-07-2013 | nieuwe regeling | 09-12-2004 Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 60 | Raadsvoorstel 2004, nr. 228 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.
(raadsbesluit van 9 december 2004)
De raad van de gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 19 november 2004
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeeltes, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig, dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van centrale parkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan, waarmee bij aanvang van het parkeren ter zake van het parkeren van een voertuig de parkeerbelasting kan worden voldaan;
binnenstad: het gebied omsloten door het Westplein, Leidseveertunnel, spoorlijn Arnhem- Amersfoort, Daalsetunnel, Nieuwekade, de Stadsbuitengracht, Moreelsepark, de denkbeeldige lijn tussen Moreelsepark zuidzijde en Mineurslaan, Mineurslaan, Croeselaan en Veemarktplein, met inbegrip van de hierbij genoemde straten;
Artikel 2 Aanwijzingen en het stellen van nadere regels door burgemeester en wethouders
• de uitgiftecriteria voor de diverse soorten parkeervergunningen;
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. Hierbij gelden de criteria en voorschriften als omschreven in deze verordening en de nadere regels als bedoeld in artikel 2.
• de (kenteken)houder van een voertuig, wanneer deze persoon staat ingeschreven op een woonadres in een (deel)rayon waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, hierna 'bewonersvergunning'. Deze bewonersvergunning wordt op kenteken verstrekt voor het (deel)rayon waarbinnen voornoemd woonadres is gelegen. Voor het parkeren van een voertuig in één (deel)rayon wordt één bewonersvergunning verleend.
• de (kenteken)houder van een voertuig die een beroep of bedrijf uitoefent en is gevestigd in een (deel)rayon waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, hierna te noemen 'zakelijke vergunning'. Deze zakelijke vergunning wordt op (verkorte) bedrijfsnaam c.q. -code verstrekt voor het (deel)rayon waarbinnen voornoemd beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.
Een tijdelijke vergunning kan worden verleend aan het bedrijf, dat een voertuig bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, voor zover dit voertuig voor het uitoefenen van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op plaatsen als bedoeld in het eerste lid, moet worden geparkeerd. Deze vergunning kan worden verleend voor de termijn waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd;
Voor de vergunningverlening zoals bedoeld in het tweede lid sub b. wordt, bij het verlenen van tweede en volgende vergunningen, het aantal werknemers en het bruto vloeroppervlak als criterium gehanteerd. Voor de rayons in de binnenstad gelden strengere uitgiftecriteria als voor de overige (deel)rayons. Het uitgiftebeleid
2001 bevat de geldende uitgiftecriteria.
De (kenteken)houder van een voertuig, wiens woonadres gelijk is aan het vestigingsadres van zijn bedrijf en/of beroep (waardoor hij zowel aan lid 2 sub a. als lid 2 sub b. voldoet) verkrijgt, wat betreft de eerst aangevraagde vergunning, een bewonersvergunning. Bij de aanvraag voor tweede en volgende vergunningen worden de criteria voor zakelijke vergunningen gehanteerd. De verleende bewonersvergunning wordt afgetrokken.
strekkend verzoek een bezoekersvergunning verstrekken. Hiermee kan door bezoekers van bewoners tegen een gereduceerd tarief worden geparkeerd op de parkeer-apparatuurplaatsen in het (deel)rayon waarin de bewoner woonachtig is. Er wordt één bezoekersvergunning per woonadres afgegeven.
Artikel 4 Beslissings- en Bezwaartermijnen
Binnen acht weken na ontvangst van een volledig ingevulde en van de benodigde bijlagen voorziene aanvraag voor een vergunning wordt op de aanvraag beslist. Deze termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Het besluit op de aanvraag wordt met opgaaf van redenen schriftelijk kenbaar gemaakt aan de aanvrager. Indien de aanvraag wordt toegewezen, wordt besloten of daadwerkelijk tot het verlenen van de vergunning kan worden overgegaan dan wel of de aanvrager op een wachtlijst als omschreven in artikel 6 wordt geplaatst.
Artikel 5 Voorschriften, Verbodsbepalingen en Ontheffingen
Aan de in artikel 3 genoemde vergunningen kunnen beperkende voorschriften worden verbonden voor zowel de te gebruiken parkeerplaatsen als voor de tijdstippen waarop de vergunningen van kracht zijn. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de in artikel 3 genoemde vergunningen ook andere voorschriften verbinden. Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een eerlijke verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
Op het moment dat voor de verleende vergunning de verschuldigde parkeerbelasting is voldaan, gaat de vergunning in. Hiertoe wordt een vergunningvignet afgegeven. Bij het parkeren van een voertuig op de in de vergunning aangegeven plaats en wijze dient dit vignet te allen tijde duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te zijn aangebracht.
Indien een aanvrager voldoet aan alle vereisten voor een vergunning zoals bedoeld in artikel 3, maar in het rayon zijn zoveel vergunningen verleend dat op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid het plafond van het uitgiftequotum is bereikt, wordt de aanvrager voor onbepaalde tijd op een wachtlijst geplaatst. De aanvrager zal van dit besluit schriftelijk in kennis worden gesteld.
Artikel 7 Intrekken, beëindigen of wijzigen van een vergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken, beëindigen of wijzigen:
wanneer de vergunninghouder het deelrayon, waavoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt; indien de vergunninghouder binnen het deelrayon, waarvoor de vergunning is verleend, verhuist, kan hij, tenzij dit strijd oplevert met artikel 3, vijfde lid sub 1, de vergunning behouden;
Artikel 8 Strafbepalingen en sancties
Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op
Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf