HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die
niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de
Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Wet werk en bijstand;
- b.
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester
en wethouders van Ouder-Amstel;
- c.
uitkeringsgerechtigde: een persoon in de leeftijd van 18
tot 65 jaar die een uitkering heeft in het kader van de
Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers of de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- d.
Anw-er: persoon die een uitkering ingevolge de Algemene
nabestaandenwet ontvangt en die als werkloze
werkzoekende staat ingeschreven bij het Centrum Werk en
Inkomen;
- e.
niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): een persoon in de
leeftijd van 18 tot 65 jaar, die als werkloze
werkzoekende staat geregistreerd bij het Centrum voor
Werk en Inkomen en die geen recht heeft op een uitkering
op grond van de Algemene nabestaandenwet, de Wet werk en
bijstand, de Werkloosheidswet, de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet
arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten, de
Wet op de arbeidson-geschiktheidsverzekering, de
Toeslagenwet of de Tijdelijke wet beperking
inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, dan wel
op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard
en strekking overeenstemt;
- f.
belanghebbende: de in sub c, d en e genoemde persoon
wiens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken.
- g.
voorziening: voorziening als bedoeld in artikel 7, lid 1
onder a van de wet. Het betreft een instrument binnen
een reïntegratietraject dat ingezet wordt om
belemmeringen bij aanvaarding van algemeen geaccepteerde
arbeid weg te nemen;
- h.
algemeen geaccepteerde arbeid: arbeid die algemeen
maatschappelijk aanvaard is;
- i.
vrijstelling: de ontheffing van een verplichting,
verbonden aan de bijstand;
- j.
vrijwilligerswerk: het verrichten van onbetaalde
maatschappelijk nuttige activiteiten gericht op
arbeidsinschakeling of zelfstandige maatschappelijke
participatie;
- k.
reïntegratietraject: het geheel van activiteiten en
voorzieningen gericht op het verkrijgen van betaalde
arbeid;
- l.
traject sociale activering: het geheel van activiteiten
en voorzieningen gericht op het sociaal en
maatschappelijk activeren van een belanghebbende;
- m.
activeringspremie: een financiële vergoeding voor het
aanvaarden van reguliere arbeid, deelname aan sociale
activering, het met goed gevolg afronden van
scholing;
Artikel 2 Opdracht aan burgemeester en wethouders
- 1.
Burgemeester en wethouders bieden ondersteuning aan
belanghebbenden.
- 2.
Burgemeester en wethouders zorgen voor een voldoende gevarieerd
aanbod van reïntegratie-instrumenten. Burgemeester en wethouders
houden daarbij rekening met de aard en omvang van door
burgemeester en wethouders te bepalen doelgroepen en de
voorzieningen die het meest geschikt zijn voor de leden van die
doelgroepen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij het bepalen van het aanbod
aan voorzieningen, prioriteiten stellen in verband met de
financiële mogelijkheden en met maatschappelijke, economische en
conjuncturele ontwikkelingen.
- 4.
Burgemeester en wethouders bevorderen de beschikbaarheid van
voorzieningen voor de opvang van kinderen jonger dan 12 jaar
voor belanghebbende, voor zover die opvang nodig is voor het
volgen van een traject als bedoeld in artikel 1 lid 2 onder k en
l of voor deelname aan een voorziening, of voor het bereiken van
het doel van genoemde trajecten of voorzieningen.
Artikel 3 Reïntegratieplan
Jaarlijks stellen burgemeester en wethouders een reïntegratieplan vast,
waarin wordt aangegeven:
- 1.
Een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende
doelgroepen;
- 2.
Een omschrijving van het inkoopbeleid met betrekking tot
trajecten;
- 3.
Het beschikbare reïntegratiebudget en een verdeling van de
beschikbare middelen over de voorzieningen.
HOOFDSTUK 2: Doel en doelgroepen
Artikel 4 Doel van de ondersteuning
Burgemeester en wethouders kunnen aan een belanghebbende
ondersteuning bieden bij het vinden van algemeen geaccepteerde
arbeid, of als dat doel niet bereikbaar is, bij zelfstandige
maatschappelijke participatie.
Artikel 5 Doelgroepen
Tot de doelgroepen behoren alle belanghebbenden als genoemd in
artikel 1 lid 2 onder f.
Artikel 6 Vorm van de ondersteuning
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen voorzieningen
beschikbaar stellen, die een traject ondersteunen.
- 2.
Onder voorzieningen worden verstaan:
- a.
een onderzoek naar en verslag over de mogelijkheden van
de belanghebbenden;
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
activeringspremie als bedoeld in artikel 7;
- g.
bevordering van zelfstandige maatschappelijke
participatie;
- h.
een betaalde of onbetaalde arbeidsplaats;
- i.
- j.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen een voorziening
beëindigen:
- a.
indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn
verplichting als bedoeld in de artikel 9 van de wet niet
nakomt;
- b.
indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de
doelgroep van de wet;
- c.
indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid
aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een
voorziening;
- d.
indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders
de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle
arbeidsinschakeling.
- 4.
Door middel van beleidsregels kan het college ten
aanzien van de voorzieningen, nadere regels stellen.
Deze regels kunnen in ieder geval betrekking hebben
op:
- a.
de voorwaarden waaronder een voorziening wordt
aangeboden;
- b.
de weigeringsgronden bij het aanbieden van
voorzieningen;
- c.
de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -
vaststelling;
- d.
de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en
premies;
- e.
de betaling van subsidies en het verlenen van
voorschotten;
- f.
het vragen van een eigen bijdrage;
- g.
overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en
het verstrekken van subsidies.
- 5.
Bij de inzet van voorzieningen wordt gekozen voor die
voorzieningen die beschikbaar zijn en die adequaat en
toereikend zijn voor het doel dat beoogd wordt;
- 6.
Voorzieningen die gericht zijn op de arbeidsinschakeling
worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden
van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is.
Artikel 7 Premies
Het college kan in zeer uitzonderlijke individuele
omstandigheden – ter beoordeling van burgemeester en wethouders
- aan belanghebbenden een activeringspremie toekennen.
Artikel 8 Vrijstelling
- 1.
Naar oordeel van burgemeester en wethouders kunnen
personen genoemd in artikel 1 lid 2 onder c tijdelijk
worden vrijgesteld van een of meerdere van de
(reïntegratie)verplichtingen verbonden aan het recht op
uitkering;
- 2.
Na maximaal een jaar zal de tijdelijke vrijstelling
opnieuw beoordeeld worden, tenzij een door het college
aangevraagd advies anders indiceert.
Artikel 9 Onderzoek
Burgemeester en wethouders kunnen voordat besloten wordt tot een
traject en/of tot de inzet van voorzieningen een onderzoek
(laten) doen naar de mogelijkheden van de belanghebbende en naar
de geschiktheid voor hem van de reïntegratie-instrumenten of
andere vormen van begeleiding.
Artikel 10 Verplichtingen
Onverminderd de verplichtingen die gelden op grond van de wet of
van andere wetten gelden voor de belanghebbende de volgende
verplichtingen:
- 1.
het verstrekken van de inlichtingen aan burgemeester en
wethouders die nodig zijn voor het bepalen van een
geschikt traject en/of een geschikte voorziening;
- 2.
het verlenen van medewerking aan een onderzoek als
bedoeld in artikel 9;
- 3.
het naar vermogen deelnemen aan de verschillende
onderdelen van het traject;
- 4.
na te laten hetgeen de realisatie van het doel van het
traject of van de voorzieningen belemmert;
- 5.
het slagen van een traject zoveel mogelijk te
bevorderen.
Artikel 11 Beperkingen
- 1.
Geen recht op ondersteuning bestaat indien sprake is van
een voorliggende voorziening welke naar mening van
burgemeester en wethouders in voldoende mate bijdraagt
aan de reïntegratie van de aanvrager;
- 2.
Evenmin bestaat recht op ondersteuning indien het
netto-inkomen van het gezin hoger is dan 130% van het
wettelijk minimumloon;
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen van degene zoals
bedoeld in artikel 1, lid 2 onder d. en e. een bijdrage
in de kosten van de voorziening verlangen.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen een plafond instellen
voor onder meer de hoogte van de kosten en de duur van
de voorziening en het aantal personen dat in aanmerking
komt voor een specifieke voorziening.
HOOFDSTUK 3: Werk als instrument voor reïntegratie
Artikel 12 Vrijwilligerswerk
- 1.
Vrijwilligerswerk kan een onderdeel zijn van een traject
gericht op arbeidsinschakeling of, als dat vooralsnog
niet mogelijk is, zelfstandige maatschappelijke
participatie;
- 2.
Vrijwilligerswerk heeft als doel de belanghebbende, met
behoud van uitkering, werkritme op te laten doen en/of
te laten behouden;
- 3.
Vrijwilligerswerk wordt alleen verricht bij organisaties
zonder winstoogmerk;
- 4.
Deze voorziening kan ingezet worden wanneer door
burgemeester en wethouders aan de hand van een onderzoek
is vastgesteld dat de belanghebbende geen of pas op
(middel) lange termijn een reëel perspectief heeft op
regulier werk en dat inzet van de voorziening wenselijk
is.
Artikel 13 Leerwerkstages
Een leerwerkstage kan een onderdeel zijn van een traject gericht
op arbeidsinschakeling.
De leerwerkstage heeft als doel de belanghebbende, met behoud
van uitkering, door middel van een stage werkervaring en
vaardigheden op te laten doen in een bepaald vakgebied.
Deze voorziening kan ingezet worden wanneer door burgemeester en
wethouders aan de hand van een onderzoek is vastgesteld dat de
belanghebbende op korte of (middel)lange termijn een reëel
perspectief heeft op regulier werk en een leerwerkstage
geïndiceerd is. De leerwerkstage duurt maximaal zes maanden.
Voor de leerwerkstage kan van de stagebiedende instelling of van
het stagebiedende bedrijf een stagevergoeding worden
gevraagd.
HOOFDSTUK 4: Subsidies voor de werkgever
Artikel 14 Doel van de subsidies voor de werkgever
Burgemeester en wethouders kunnen een loonkostensubsidie aan een
werkgever verstrekken om daarmee het opdoen van werkervaring of
de overgang naar een reguliere functie bij betreffende werkgever
voor een belanghebbende mogelijk te maken.
Artikel 15 Duur en hoogte
- 1.
De duur en hoogte van de subsidie worden door
burgemeester en wethouders vastgesteld op basis van een
individuele afweging ten aanzien van de betreffende
belanghebbende;
- 2.
De loonkostensubsidie wordt slechts uitbetaald voor
zover de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk van kracht is
en naar rato van een voltijds dienstverband;
- 3.
De duur van de subsidie bedraagt minimaal een periode
van zes maanden;
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie voor
onbepaalde tijd opzeggen of wijzigen met in achtneming
van een (opzeg)termijn van drie maanden;
- 5.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 80% van het
voor belanghebbende geldende wettelijk minimum loon en
minimaal een bedrag ter compensatie van de
non-productiviteit van de betreffende
belanghebbende;
- 6.
De non-productiviteit wordt door burgemeester en
wethouders vastgesteld.
Artikel 16 Aanvullende voorwaarde
Aan de loonkostensubsidie wordt de voorwaarde verbonden dat een
trajectplan door werkgever en belanghebbende wordt opgesteld
waarin de voorgenomen ontwikkeling van de belanghebbende wordt
vastgelegd. Het trajectplan moet door burgemeester en wethouders
worden goedgekeurd.
Artikel 17 De aanvraag
De loonkostensubsidie dient voor aanvang van het dienstverband
te worden aangevraagd.
Door aanvang van het dienstverband na de datum van aanvraag,
maar voor de datum van toekenning, ontstaat geen automatisch
recht op een loonkostensubsidie.
Op de verlening van een loonkostensubsidie is afdeling 4.2.3.
van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing.
Artikel 18 Samenloop van subsidies
Geen subsidie wordt verstrekt voor kosten waarvoor, al dan niet
door burgemeester en wethouders, reeds langs andere weg subsidie
wordt verstrekt.
Artikel 19 Definitieve vaststelling
Burgemeester en wethouders stellen de definitieve
loonkostensubsidie telkens na afloop van het kalenderjaar of na
afloop van de overeengekomen periode vast op basis van de door
burgemeester en wethouders te bepalen en door de werkgever aan
te leveren documenten.
Artikel 20 Voorschotten
Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verstrekken als
aan de voorwaarden van de subsidieverstrekking, zoals bedoeld in
artikel 17 en 18, is voldaan.
Artikel 21 Nadere regels
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met
betrekking tot het verstrekken van loonkostensubsidies.
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond
vaststellen voor de subsidies aan werkgevers.
HOOFDSTUK 6 Slotbepalingen
Artikel 23 Restbepaling
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen
burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend laten
leiden door de uitgangspunten van de Wet werk en bijstand.
Artikel 24 Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in die gevallen, waarin
de toepassing van deze verordening naar hun oordeel leidt tot
een bijzondere hardheid, ten gunste van de belanghebbende af te
wijken van deze verordening.
Artikel 25 Beleid
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering
van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.
Artikel 26 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: de
Reïntegratieverordening Ouder-Amstel 2004.
Artikel 27 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag
na het verstrijken van een termijn van 6 weken na 8-7-2004.