Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van staangeld gemeente Gennep (2022) |
Citeertitel | Verordening Staangeld gemeente Gennep 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening staangeld gemeente Gennep 2002
Dit besluit wijzigt de tarieventabel behorende bij de Verordening staangeld 2022
Dit besluit wijzigt de tarieventabel behorende bij de Verordening staangeld 2022
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | Wijziging van de tarieventabel | 25-04-2023 | 646016 | ||
01-07-2022 | 01-07-2023 | Wijziging tarieventabel | 10-05-2022 | 554240 | |
01-01-2022 | 01-07-2022 | nieuwe regeling | 20-12-2021 | 521974 |
• gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 16 november 2021;
• gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 6 december 2021;
• gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van staangeld gemeente Gennep (2022)
Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft, wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het recht wordt bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur geheven.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 9. Termijn van betaling
Het gevorderde bedrag moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er, met inbegrip van de maand van dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur nog maanden in het belastingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval van dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur na het einde van het belastingtijdvak dat het gevorderde bedrag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur is vermeld.
Artikel 10. Machtiging overdracht van bevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het staangeld.
De 'Verordening staangeld gemeente Gennep 2002' van 17 december 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 20 december 2021.
De raad voornoemd,
De griffier, Jos van der Knaap
De voorzitter, Hans Teunissen