Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Gennep (2022)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Gennep (2022)
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten gemeente Gennep 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening begraafplaatsrechten 2021

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

20-12-2021

gmb-2021-474196

521974

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Gennep (2022)

 

De gemeenteraad van Gennep,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 16 november 2021;

gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 6 december 2021;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Gennep (2022)

 

 

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Kampweg te Gennep;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • g.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • h.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    het doen verstrooien van as;

  • j.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • k.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • l.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    het doen verstrooien van as;

  • n.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • o.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • p.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • q.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • r.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, een gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • s.

    kindergraf: een particulier graf onder f bedoeld, gelegen op het gedeelte van de begraafplaats, dat is bestemd voor de begraving van de stoffelijke resten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • t.

    algemeen erkende feestdag: hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene termijnenwet;

  • u.

    Beheersverordening: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    opgraving van een lijk of asbus ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

  •  

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening begraafplaatsrechten 2021‘ van 14 december 2020, of zoals laatstelijk gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de op grond van het eerste lid ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de begraafplaatsrechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begraafplaatsrechten gemeente Gennep 2022”.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 20 december 2021.

De raad voornoemd,

De griffier, Jos van der Knaap

De voorzitter, Hans Teunissen

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten gemeente Gennep (belastingjaar 2022)

Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafplaatsrechten gemeente Gennep (belastingjaar 2022)

Tarief 2022

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf),

niet zijnde een kindergraf, wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 10 jaar

998,00

1.1.2

voor een periode van 15 jaar

1.497,00

1.1.3

voor een periode van 20 jaar

1.996,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf

wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 10 jaar

598,00

1.2.2

voor een periode van 15 jaar

897,00

1.2.3

voor een periode van 20 jaar

1.196,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier

urnengraf) of een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven

1.3.1

voor een periode van 10 jaar

998,00

1.3.2

voor een periode van 15 jaar

1.497,00

1.3.3

voor een periode van 20 jaar

1.996,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats (particuliere

gedenkplaats) wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 10 jaar

998,00

1.4.2

voor een periode van 15 jaar

1.497,00

1.4.3

voor een periode van 20 jaar

1.996,00

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in

1.1, 1.3 en 1.4 wordt een recht geheven van:

1.5.1

indien de periode 5 jaar bedraagt

499,00

1.5.2

indien de periode 10 jaar bedraagt

998,00

1.5.3

Indien de periode 15 jaar bedraagt

1.497,00

1.5.4

Indien de periode 20 jaar bedraagt

1.996,00

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in

1.2 (kindergraf) wordt recht geheven van:

1.6.1

indien de periode 5 jaar bedraagt

295,00

1.6.2

indien de periode 10 jaar bedraagt

590,00

1.6.3

Indien de periode 15 jaar bedraagt

885,00

1.6.4

Indien de periode 20 jaar bedraagt

1.180,00

De in de onderdelen 1.5.1, 1.5.2, 1.5.3, 1.5.4, 1.6.1, 1.6.2, 1.6.3 en 1.6.4

bedoelde termijnen regelen zich naar de

datum waarop het particuliere graf, het kindergraf, het particuliere urnengraf,

de particuliere urnenruimte of de particuliere gedenkplaats is uitgegeven.

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk of bijzetten van een lijk van een persoon van 12 jaar

of ouder wordt geheven

808,00

2.2

Voor het begraven van een lijk of bijzetten van een lijk van een persoon jonger dan

12 jaar wordt geheven

451,00

2.3

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht

bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met

100%

2.4

Onder begraven op buitengewone uren wordt verstaan:

a.

begraven op elke dag, welke geen zondag of algemeen

erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur;

b.

begraven op een zondag of een algemeen erkende feestdag.

2.5

Bij het begraven in een particulier graf, waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk voorgeschreven grafrust, wordt het recht, zoals bedoeld onder 2.1 en 2.2, per ontbrekend jaar verhoogd indien het een graf betreft, zoals bedoeld onder: 1.1 en 1.2

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt per bijzetting

geheven:

3.1.1

in een urnennis

285,00

3.1.2

op of in een algemeen urnengraf

285,00

3.1.3

op of in een particulier urnengraf

285,00

3.1.4

op of in een particulier graf

285,00

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone

285,00

3.3

Onder bijzetten op buitengewone uren wordt verstaan:

a.

bijzetten op elke dag, welke geen zondag of algemeen

erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur;

b.

bijzetten op een zondag of een algemeen erkende feestdag.

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

4.1.1

in een particulier urnengraf

210,00

4.1.2

in een particulier graf

210,00

4.1.3

op een verstrooiingsplaats

61,00

4.2

Voor het verstrooien van as op buitengewone uren bedraagt

het recht per asbus

274,00

4.3

Onder verstrooien op buitengewone uren wordt verstaan:

a.

verstrooien op elke dag, welke geen zondag of algemeen

erkende feestdag is, voor 08.00 uur en na 16.00 uur;

b.

verstrooien op een zondag of een algemeen erkende feestdag.

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

6.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke

lijkschouwer wordt geheven

141,00

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van particuliere graven,

particuliere urnengraven, particuliere urnennissen en particuliere

gedenkplaatsen en verstrekken van inlichtingen uit registers

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven, particuliere

urnengraven, particuliere urnennissen en particuliere gedenkplaatsen

in een daartoe bestemd register ten gevolge van

het overschrijven van verleende rechten als bedoeld in

artikel 16 van de Beheersverordening, wordt geheven

35,00

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van inlichtingen uit het register als bedoeld

7.2

in artikel 27 of 65 van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven:

per inlichting indien de inlichtingen betrekking hebben op

één begraven lijk, onderscheidenlijk bijgezette asbus

7,00

7.2.1

indien de inlichtingen betrekking hebben op alle

begraven lijken, onderscheidenlijk bijgezette asbussen

68,00

7.2.2

Indien de inlichtingen bedoeld in 7.2.1 of 7.2.2 per telefaxapparatuur

worden verstrekt, wordt het betreffende recht per pagina

7.3

op A-4 formaat verhoogd met

0,15

Hoofdstuk 8 Opgraven en ruimen

8.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

743,00

8.2

Voor het na opgraven weer begraven van een lijk in een ander graf

wordt geheven

1.486,00

8.3

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt

geheven:

8.3.1

uit een particulier graf

209,00

8.3.2

uit een particulier urnengraf

209,00

8.3.3

uit een algemeen urnengraf

209,00

8.3.4

uit een particuliere urnennis

192,00

8.4

Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven

285,00

8.5

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende

wordt geheven

1.141,00

8.6

Voor het na het ruimen van een graf afzonderen van de overblijfselen

van een lijk ten behoeve van crematie of herbegraving wordt geheven

115,00

Hoofdstuk 9 Overige rechten

9.1

Voor het in behandeling nemen door de burgemeester van

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor

het opgraven van een lijk als bedoeld in artikel 29

van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven

68,00

9.2

Voor het in behandeling nemen door het college van

burgemeester en wethouders van een aanvraag tot het

verlenen van toestemming voor het in gebruik nemen

van een bijzondere begraafplaats of een deel daarvan

als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de lijkbezorging,

wordt geheven

329,00

9.3

Voor het in behandeling nemen door de gemeenteraad van

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor

het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een bijzonder

crematorium, als bedoeld in artikel 53 van de Wet op de

lijkbezorging, wordt geheven

329,00

9.4

Voor het in behandeling nemen door het college van

burgemeester en wethouders van een aanvraag tot het

verlenen van een vergunning voor het in gebruik nemen

van een bewaarplaats als bedoeld in artikel 64

van de Wet op de lijkbezorging, wordt geheven

329,00

9.5

Voor het in behandeling nemen door het college van

burgemeester en wethouders van een aanvraag voor een

vergunning tot het aanwijzen van een terrein voor

asverstrooiing, als bedoeld in artikel 66b van de

Wet op de lijkbezorging, wordt geheven

329,00

9.6

Voor het in behandeling nemen door de burgemeester

van een aanvraag voor de afgifte van een laissez-passer

voor lijken, als bedoeld in artikel 11 van het Besluit

op de lijkbezorging, wordt geheven

68,00

9.7

Voor het in behandeling nemen door het college van burgemeester

en wethouders van een aanvraag voor het verlenen van een

vergunning voor het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld

in artikel 15 van de Beheersverordening

329,00

9.8

Voor het aanbrengen van een naam- of gedenkplaatje aan de gevel van een particuliere urnennis, bij een particulier urnengraf of op de gedenksteen bij het strooiveld, wordt geheven

91,00

Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2021, nr. 521974

De griffier van de gemeente Gennep,